Article 1er.Dans l'article 17, alinéa 1er, du Code des droits de

Artikel 1.In artikel 17, eerste lid, van het Wetboek der

Art. 2.Dans le Livre I, chapitre IV, du même Code, il est inséré un article 27ter rédigé comme suit : «

Art. 27ter.Les dettes du défunt existantes au moment du décès sont fixées forfaitairement à 1.500 euros. Par dérogation à l'alinéa 1er, le forfait pour les dettes de la communauté est fixé à 3.000 euros lorsque le défunt était marié sous le régime de la communauté de biens. La moitié de ce montant peut être reprise dans le passif successoral. Les forfaits visés aux alinéas 1er et 2 ne peuvent pas être combinés ou cumulés. Les dettes spécialement contractées pour acquérir ou conserver des biens immeubles sont exclues du montant forfaitaire visé aux alinéas 1er et 2. Le montant des frais funéraires est forfaitairement fixé à 5.000 euros. Cette disposition ne s'applique pas si le défunt avait souscrit une assurance obsèques. A partir de l'année 2029, les montants visés aux alinéas 1er, 2 et 5 sont adaptés annuellement, chaque 1er janvier, à l'évolution de l'indice des prix à la consommation, selon la formule suivante : montant pour l'année en cours multiplié par l'indice du mois de juillet de l'année et divisé par l'indice du mois de juillet de l'année précédente. Les montants obtenus sont arrondis à l'euro supérieur. Au plus tard dans le courant du mois de décembre de chaque année, à partir de l'année 2028, les montants applicables pour l'année civile suivante sont publiés au Moniteur belge. Les déclarants peuvent, dans

Art. 2.In Boek I, Hoofdstuk IV, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 27ter ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 27ter.De schulden van de overledene op het tijdstip van overlijden worden forfaitair vastgesteld op 1.500 euro. In afwijking van het eerste lid wordt het forfaitair bedrag voor de schulden van de gemeenschap vastgesteld op 3.000 euro wanneer de overledene onder het stelsel van gemeenschap van goederen gehuwd was. De helft van dit bedrag kan worden opgenomen in de passiva van de nalatenschap. De in de eerste en tweede leden bedoelde forfaitaire bedragen mogen niet worden gecombineerd of gecumuleerd. Schulden die specifiek zijn aangegaan voor de verwerving of het behoud van onroerende goederen zijn uitgesloten van het in de eerste en tweede leden bedoelde forfaitaire bedrag. Het bedrag van de begrafeniskosten is forfaitair vastgesteld op 5.000 euro. Deze bepaling is niet van toepassing als de overledene een begrafenisverzekering had afgesloten. Vanaf 2029 worden de in de leden 1, 2 en 5 bedoelde bedragen jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de volgende formule: bedrag voor het lopende jaar vermenigvuldigd met het indexcijfer voor juli van dat jaar gedeeld door het indexcijfer voor juli van het voorgaande jaar. De verkregen bedragen worden afgerond naar de hogere euro. De voor het volgende kalenderjaar toepasselijke bedragen worden vanaf 2028 elk jaar uiterlijk in december bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. De aangevers kunnen in de aangifte van nalatenschap, en in

Art. 3.L'article 48 du même Code, modifié en dernier lieu par le

Art. 3.Artikel 48 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij

Art. 48.Les droits de succession et de mutation par décès sont

Art. 48.De rechten van successie en van overgang bij overlijden

Art. 4.L'article 523 du même Code, modifié en dernier lieu par le

Art. 4.Artikel 523 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij

Art. 523.Pour l'application du présent Code, sont assimilés à un descendant du défunt : 1° le descendant du conjoint ou du cohabitant légal ; 2° le descendant du conjoint ou du cohabitant légal prédécédé, si la relation de mariage ou de cohabitation légale existait encore au moment du décès ; 3° une personne qui ne descend pas du défunt et qui, au moment du décès, a cohabité pendant une année minimum sans interruption avec le défunt, et a reçu les secours et les soins que les enfants reçoivent normalement de leurs parents, principalement :

Art. 523.Voor de toepassing van dit Wetboek worden de volgende personen gelijkgesteld met afstammelingen van de overledene : 1° de afstammeling van de echtgenoot of wettelijk samenwonende; 2° de afstammeling van de vooroverleden echtgenoot of wettelijk samenwonende, als het huwelijk of de wettelijke samenwoning nog bestond op het tijdstip van overlijden; 3° een persoon die geen afstammeling is van de overledene en die op het tijdstip van overlijden ten minste een jaar onafgebroken heeft samengewoond met de overledene, en die de bijstand en zorg heeft ontvangen die kinderen gewoonlijk van hun ouders ontvangen, voornamelijk:

Art. 5.Dans l'article 54 du même Code, modifié en dernier lieu par le

Art. 5.In artikel 54 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij

Art. 6.Dans l'article 55quinquies, § 1er, alinéa 1er, du même Code,

Art. 6.In artikel 55quinquies, § 1, eerste lid, van hetzelfde

Art. 7.Dans l'article 60ter, § 1er, du même Code, modifié en dernier

Art. 7.In artikel 60ter, § 1, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk

Art. 8.L'article 68 du même Code est abrogé.

Art. 8.Artikel 68 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 9.L'article 44bis du Code des droits d'enregistrement,

Art. 9.Artikel 44bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en

Art. 44bis.§ 1er. Le droit fixé à l'article 44 est réduit à 3 p.c. en cas d'acquisition à titre onéreux, par une ou plusieurs personnes physiques, de la totalité en pleine propriété d'un immeuble affecté ou destiné en tout ou en partie à l'habitation en vue d'y établir leur résidence principale. Ce taux s'applique également : 1° en cas d'acquisition d'un terrain à bâtir ou d'une habitation en construction ou sur plan ; 2° en cas de cession d'une part indivise en pleine propriété par une personne physique dans un immeuble visé au présent alinéa à une ou plusieurs personnes physiques pour autant que cette cession reconstitue la totalité de la pleine propriété de l'immeuble. Pour l'application du présent article, est considérée comme résidence principale, sauf preuve contraire, l'adresse à laquelle les acquéreurs sont inscrits dans le registre de la population ou le registre des étrangers. La date d'inscription dans ce registre vaut comme date d'établissement de la résidence principale. Pour l'application du présent article, est également considéré comme terrain à bâtir, le terrain sur lequel est érigé une construction que l'acquéreur prévoit de démolir pour y reconstruire sa résidence principale. § 2. L'octroi du taux visé au paragraphe 1er est subordonné aux conditions suivantes : 1° l'acquéreur ne peut, à la date du document donnant lieu à la perception du droit d'enregistrement proportionnel, posséder la totalité en pleine propriété d'un autre immeuble destiné en tout ou en partie à l'habitation ; s'il y a plusieurs acquéreurs, ils ne peuvent posséder conjointement à la date précitée la totalité en pleine propriété d'un autre immeuble destiné en tout ou en partie à l'habitation. En cas d'acquisition par plusieurs acquéreurs, le fait qu'un ou plusieurs d'entre eux possèdent à la date précitée la totalité en pleine propriété d'un immeuble destiné en tout ou en partie à l'habitation ne fait pas obstacle à l'octroi du tarif réduit à concurrence des parts acquises par les autres acquéreurs ; 2° chacun des acquéreurs s'engage à établir sa résidence principale à l'endroit de l'immeuble acquis : a) s'il s'agit d'une habitation existante, dans les trois ans à compter :

Art. 44bis.§ 1. Het in artikel 44 vastgestelde recht wordt verlaagd tot 3 p.c. indien een of meerdere natuurlijke personen onder bezwarende titel de volle eigendom verwerven van een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot woning wordt gebruikt of is bestemd om er hun hoofdverblijfplaats te vestigen. Dit tarief is ook van toepassing: 1° in geval van een aankoop van een bouwgrond of een woning in aanbouw of een woning op plan; 2° in geval van overdracht door een natuurlijke persoon van een onverdeeld aandeel in volle eigendom van een onroerend goed als bedoeld in dit lid aan een of meerdere natuurlijke personen voor zover die overdracht de volle eigendom van het onroerend goed opnieuw tot stand brengt. Voor de toepassing van dit artikel wordt het adres waar de kopers zijn ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister geacht de hoofdverblijfplaats te zijn, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Als datum van vestiging van de hoofdverblijfplaats geldt de datum van inschrijving in dit register. Voor de toepassing van dit artikel wordt ook beschouwd als bouwgrond, de grond waarop een bouwwerk is opgericht, dat de koper wil slopen om er zijn hoofdverblijfplaats opnieuw te bouwen. § 2. De toekenning van het in paragraaf 1 bedoelde tarief wordt ondergeschikt gemaakt aan volgende voorwaarden: 1° de koper mag op de datum van de akte die aanleiding geeft tot de heffing van het evenredig registratierecht, niet de volledige eigendom bezitten van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk bestemd is tot bewoning; als er meerdere kopers zijn, mogen zij op voornoemde datum niet samen de volle eigendom bezitten van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk bestemd is tot bewoning. In het geval van verwerving door meerdere kopers vormt het feit dat een of meerdere van hen op voornoemde datum de volledige eigendom hebben van een onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk bestemd is tot bewoning, geen beletsel voor de toekenning van het verlaagde tarief tot het bedrag van de aandelen die door de andere kopers zijn verworven; 2° elke koper verbindt zich ertoe zijn hoofdverblijfplaats te vestigen op de plaats van het verworven gebouw: a) indien het een bestaande woning betreft, binnen drie jaar na:

Art. 10.L'article 46bis du même Code, modifié en dernier lieu par le

Art. 10.Artikel 46bis van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd

Art. 11.Dans le Titre Ier, chapitre IV, section 1re, du même Code,

Art. 11.In titel I, hoofdstuk IV, afdeling 1, van hetzelfde Wetboek

Art. 12.Dans l'article 53 du même Code, remplacé par le décret du 10

Art. 12.In artikel 53 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het

Art. 13.Dans l'article 53bis du même Code, inséré par le décret du 10

Art. 13.In het eerste lid, 2°, van artikel 53bis van hetzelfde

Art. 14.Dans l'article 54 du même Code, remplacé par le décret du 10 décembre 2009, les modifications suivantes sont apportées : 1° à l'alinéa 1er, les mots « , à moins que celle-ci ne soit afférente à un étage ou partie d'étage d'un bâtiment. » sont abrogés ; 2° l'alinéa 3 est abrogé ; 3° l'alinéa 4 est remplacé par ce qui suit : « Pour l'application de l'alinéa 2, il n'est toutefois pas tenu compte des immeubles possédés seulement en nue-propriété par l'acquéreur ou son conjoint ou cohabitant légal, et acquis dans la succession de leurs ascendants respectifs. ».

Art. 14.In artikel 54 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet van 10 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden ", tenzij dit deel verbonden is aan een verdieping of aan een verdiepinggedeelte van een gebouw. " opgeheven; 2° het derde lid wordt opgeheven; 3° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "Voor de toepassing van het tweede lid wordt evenwel geen rekening gehouden met de onroerende goederen die de verkrijger of zijn echtgenoot of wettelijke samenwonende enkel in blote eigendom bezitten en die werd verkregen uit de nalatenschap van hun respectieve bloedverwanten in de opgaande lijn. ".

Art. 15.Dans l'article 55, alinéa 1er, 2°, du même Code, modifié en

Art. 15.In artikel 55, eerste lid, 2°, van hetzelfde Wetboek,

Art. 16.Les articles 57 et 57bis du même Code sont abrogés.

Art. 16.De artikelen 57 en 57bis van hetzelfde Wetboek worden opgeheven.

Art. 17.Dans l'article 58, alinéa 1er, du même Code, modifié par le

Art. 17.In artikel 58, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd

Art. 18.Dans l'article 59, alinéa 1er, du même Code, modifié par le

Art. 18.In artikel 59, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd

Art. 19.Dans l'article 60 du même Code, remplacé par le décret du 10

Art. 19.In artikel 60 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het

Art. 20.Dans l'article 611 du même Code, modifié par le décret du 10

Art. 20.In artikel 611 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij het

Art. 21.L'article 131 du même Code, d'hypothèque et de greffe,

Art. 21.Artikel 131 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij het decreet

Art. 131.Pour les donations entre vifs de biens immeubles, il est

Art. 131.Voor de schenkingen onder levenden van onroerende goederen

Art. 22.L'article 1323 du même Code, inséré par le décret du 15

Art. 22.Artikel 1323 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het decreet

Art. 1323.Pour l'application de la présente section, sont assimilées à des donations en ligne directe : 1° les donations entre une personne et le descendant du conjoint ou du cohabitant légal ; 2° les donations entre une personne et le descendant du conjoint ou du cohabitant légal prédécédé, si la relation de mariage ou de cohabitation légale existait encore au moment du décès ; 3° les donations entre une personne et une personne qui ne descend pas du donateur et qui, au moment de la donation, a cohabité pendant une année minimum sans interruption avec le donateur, et a reçu les secours et les soins que les enfants reçoivent normalement de leurs parents, principalement :

Art. 1323.Voor de toepassing van deze afdeling worden gelijkgesteld met schenkingen in de rechte lijn: 1° de schenkingen tussen een persoon en de afstammeling van de echtgenoot/echtgenote of de wettelijk samenwonende; 2° de schenkingen tussen een persoon en de afstammeling van de vooroverleden echtgenoot of wettelijk samenwonende, als het huwelijk of de wettelijke samenwoning nog bestond op het tijdstip van overlijden; 3° de schenkingen tussen een persoon en een persoon die geen afstammeling van de schenker is en die op het tijdstip van de schenking ten minste een jaar ononderbroken met de schenker heeft samengewoond en de bijstand en de zorg heeft gekregen die kinderen normalerwijze van hun ouders krijgen, voornamelijk:

Art. 23.Dans l'article 209 du même Code, modifié en dernier lieu par

Art. 23.In artikel 209 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd

Art. 24.Dans l'article 212, alinéa 3, du même Code, modifié en

Art. 24.In artikel 212, derde lid, van hetzelfde decreet, laatstelijk

Art. 25.Dans l'article 14546ter, § 1er, alinéa 1er, 1°, du Code des

Art. 25.In artikel 14546ter, § 1er, eerste lid, 1°, van het Wetboek

Art. 26.Dans l'article 14546quater, du même Code, inséré par le

Art. 26.In artikel 14546quater, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij

Art. 27.Dans le Titre II, Chapitre III, section 1re, sous-section

Art. 27.In Titel II, Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling

Art. 14546septies.Le refinancement d'un contrat visé à l'article 14546ter, § 1er, conclu au plus tard le 31 décembre 2024 suit le régime fiscal qui était applicable à l'emprunt qui fait l'objet du refinancement. Tout acte posé ou conclu à partir du 1er janvier 2025 qui a pour objet ou pour effet de prolonger la durée pendant laquelle les réductions ou crédits d'impôt visés aux articles 14546ter à 14546quinquies tels qu'ils existent à partir du 1er janvier 2025, peuvent être obtenues par rapport à la durée contractuellement prévue pour le bénéfice de ces réductions ou crédits d'impôt, telle qu'établie au 1er janvier 2025, est inopposable à l'Administration générale de la Fiscalité dans la mesure où cet acte prolonge la durée ainsi prévue. ».

Art. 28.Dans le Titre II, Chapitre III, section 1re, sous-section 2octodecies, du même Code, il est inséré un article 14546octies rédigé comme suit :

Art. 14546septies.De herfinanciering van een in artikel 14546ter, § 1, bedoelde contract, gesloten uiterlijk op 31 december 2024, volgt het fiscaal stelsel dat van toepassing was op de lening die het voorwerp uitmaakt van de herfinanciering. Elke handeling gesteld of gesloten vanaf 1 januari 2025, die tot doel of tot gevolg heeft de periode te verlengen gedurende welke de belastingverminderingen of belastingkredieten bedoeld in de artikelen 14546ter tot en met 14546quinquies, zoals zij bestaan op of na 1 januari 2025, kunnen worden verkregen ten opzichte van de periode die contractueel is bepaald voor het genot van deze belastingverminderingen of belastingkredieten, zoals vastgesteld op 1 januari 2025, kan niet tegengeworpen worden aan het Algemeen Bestuur Fiscaliteit voor zover deze handeling de aldus bepaalde periode verlengt. ".

Art. 28.In titel II, Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 2 octodecies van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 14546octies ingevoegd, luidend als volgt:

Art. 14546octies.Les réductions ou crédits d'impôt visés aux

Art. 14546octies.De belastingverminderingen of belastingkredieten

Art. 29.Dans l'article 257, alinéa 1er, 4°, du même Code, les

Art. 29.In artikel 257, eerste lid, van hetzelfde wetboek, worden de

Art. 30.Le présent décret entre en vigueur le 1er janvier 2025.

Art. 30.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2025.