Décret portant approbation du compte général de la Communauté française pour l'année 2020 | Decreet tot goedkeuring van de algemene rekening van de Franse Gemeenschap voor het jaar 2020 |
---|---|
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
2 DECEMBRE 2021. - Décret portant approbation du compte général de la | 2 DECEMBER 2021. - Decreet tot goedkeuring van de algemene rekening |
Communauté française pour l'année 2020 | van de Franse Gemeenschap voor het jaar 2020 |
Le Parlement de la Communauté française a adopté et Nous, | Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, |
Gouvernement, sanctionnons ce qui suit: | Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: |
TITRE Ier. - Compte d'exécution du budget | TITEL I. - REKENING VOOR DE UITVOERING VAN DE BEGROTING |
CHAPITRE 1er. - Définitions | HOOFDSTUK 1 - Definities |
Article 1er.Pour l'application du présent décret, on entend par : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: |
1° décret du 20 décembre 2011 : le décret du 20 décembre 2011 portant | 1° decreet van 20 december 2011: het decreet van 20 december 2011 |
organisation du budget et de la comptabilité des Services du | houdende de organisatie van de begroting en van de boekhouding van de |
Gouvernement de la Communauté française ; | diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap ; |
2° décrets contenant le budget des dépenses 2020 : le décret du 18 | 2° decreten houdende de uitgavenbegroting voor 2020: het decreet van |
décembre 2019 contenant le budget des dépenses de la Communauté | 18 december 2019 houdende de uitgavenbegroting van de Franse |
française pour l'année Budgétaire 2020 et le décret du 9 décembre 2020 | Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 en het decreet van 9 december |
contenant l'ajustement du budget des dépenses de la Communauté française pour l'année budgétaire 2020 ; | 2020 houdende de aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020; |
3° décrets contenant le budget des recettes 2020 : le décret du 18 | 3° decreten houdende de ontvangstenbegroting voor 2020: het decreet |
décembre 2019 contenant le budget des recettes de la Communauté | van 18 december 2019 houdende de ontvangstenbegroting van de Franse |
française pour l'année Budgétaire 2020 et le décret du 9 décembre 2020 | Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 en het decreet van 9 december |
contenant l'ajustement du budget des recettes de la Communauté | 2020 houdende de aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse |
française pour l'année budgétaire 2020. | Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020. |
CHAPITRE 2. - Engagements effectués en exécution du budget | HOOFDSTUK 2. - Vastleggingen in verband met de uitvoering van de |
Section 1re. - Engagements effectués à charge des crédits d'engagement | begrotingAfdeling 1. - Vastleggingen ten laste van vastleggingskredieten |
Art. 2.Les crédits d'engagement alloués par les décrets contenant le |
|
budget des dépenses 2020 s'élèvent à 11.701.387.000 euros. Ce montant | Art. 2.De bij de decreten houdende de uitgavenbegroting voor 2020 |
toegekende vastleggingskredieten bedragen 11.701.387.000 euro. Dit | |
est complété par un montant de 32.295.012,18 euros qui couvre les | bedrag wordt aangevuld met een bedrag van 32.295.012,18 euro dat de |
dépassements autorisés en application de l'article 7 du décret du 18 | overschrijdingen dekt die zijn toegestaan op grond van artikel 7 van |
décembre 2019 contenant le budget des dépenses de la Communauté | het decreet van 18 december 2019 houdende de uitgavenbegroting van de |
française pour l'année 2020. | Franse Gemeenschap voor het jaar 2020. |
Art. 3.Les engagements de dépenses imputés à charge des crédits visés |
|
à l'article 2 du présent décret s'élèvent à 11.528.752.418,75 euros. | Art. 3.De uitgavenvastleggingen ten laste van de in artikel 2 van dit |
Ce montant inclut les dépassements autorisés en application de | decreet bedoelde kredieten bedragen 11.528.752.418,75 euro. Dit bedrag |
l'article 7 du décret du 18 décembre 2019 contenant le budget des | omvat de overschrijdingen die zijn toegestaan krachtens artikel 7 van |
dépenses de la Communauté française pour l'année 2020, qui s'élèvent à | het decreet van 18 december 2019 houdende de uitgavenbegroting van de |
32.295.012,18 euros. | Franse Gemeenschap voor het jaar 2020, die 32.295.012,18 euro |
Art. 4.Les crédits d'engagement disponibles à la fin de l'année |
bedragen. Art. 4.De aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare |
budgétaire s'élèvent à 204.929.593,43 euros. Conformément aux | vastleggingskredieten bedragen 204.929.593,43 euro. Overeenkomstig de |
dispositions de l'article 28, § 1er, du décret du 20 décembre 2011, ce | bepalingen van artikel 28, § 1, van het decreet van 20 december 2011 |
montant est annulé. | komt dit bedrag te vervallen. |
Section 2. - Engagements effectués à charge des moyens en engagement | Afdeling 2. - Vastleggingen ten laste van de vastleggingsmiddelen op |
des sur les Fonds budgétaires | de begrotingsfondsen |
Art. 5.Les moyens en engagement sur les fonds budgétaires estimés par |
Art. 5.De vastleggingsmiddelen op de begrotingsfondsen uit de bij de |
les décrets contenant le budget des dépenses 2020 s'élèvent à | decreten houdende de uitgavenbegroting 2020 geraamde |
189.598.000,00 euros. Art. 6.Les moyens en engagement disponibles sur les fonds budgétaires |
begrotingsmiddelen bedragen 189.598.000,00 euro. |
pour l'année 2020 s'élèvent à 336.851.721,79 euros, vu : | Art. 6.De vastleggingsmiddelen die voor het jaar 2020 uit de |
1° les recettes réellement perçues par les Fonds budgétaires pendant | begrotingsmiddelen beschikbaar zijn, bedragen 336.851.721,79 euro, |
rekening houdend met: | |
l'année 2020 d'un montant de 321.358.262,31 euros ; | 1° de in de loop van het jaar 2020 daadwerkelijk door de |
begrotingsfondsen geïnde ontvangsten ten bedrage van 321.358.262,31 euro; | |
2° le solde reporté en engagement au 1er janvier 2020 d'un montant de | 2° het overgedragen saldo als vastlegging op 1 januari 2020 voor een |
15.459.184,09 euros ; | bedrag van 15.459.184,09 euro; |
3° les annulations de visas s'élevant à 34.275,39 euros. | 3° annuleringen van visa voor een bedrag van 34.275,39 euro. |
Art. 7.Les engagements de dépenses à charge des moyens en engagement |
Art. 7.De ten laste van de begrotingsmiddelen voor het begrotingsjaar |
sur les fonds budgétaires pour l'année budgétaire 2020 s'élèvent à | 2020 vast te leggen uitgaven bedragen 316.260.779,84 euro. |
316.260.779,84 euros. | |
Art. 8.Vu les montants visés aux articles 6 et 7 du présent décret, |
Art. 8.Gelet op de in de artikelen 6 en 7 van dit decreet bedoelde |
les moyens en engagement disponibles à la fin de l'année budgétaire 2020 s'élèvent à 20.590.941,95 euros. | bedragen, bedragen de aan het einde van het begrotingsjaar 2020 |
Ce solde est reporté à l'année budgétaire suivante. | beschikbare vastleggingsmiddelen 20.590.941,95 euro. |
Dit saldo wordt overgedragen naar het volgende begrotingsjaar. | |
L'état des dépenses sur les fonds budgétaires de moyens en engagements | De stand van de uitgaven aan begrotingsmiddelen voor vastleggingen is |
est synthétisé dans le tableau II annexé. | samengevat in bijgaande tabel II. |
CHAPITRE 3. - Recettes et dépenses effectuées en exécution du budget | HOOFDSTUK 3. - Ontvangsten en uitgaven in verband met de uitvoering van de begroting |
Section 1re. - Fixation des recettes | Afdeling 1. - Vaststelling van ontvangsten |
Art. 9.Les prévisions de recettes en faveur de la Communauté |
Art. 9.De geraamde ontvangsten ten bate van de Franse Gemeenschap, |
française inscrites dans les décrets contenant le budget des recettes | opgenomen in de decreten houdende de ontvangstenbegroting voor het |
pour l'année 2020 s'élèvent à 9.496.577.000,00 euros. | jaar 2020, bedragen 9.496.577.000,00 euro. |
Art. 10.Les recettes imputées en droits constatés en 2020 s'élèvent à |
Art. 10.De als vastgestelde rechten aangerekende ontvangsten |
9.507.556.370,48 euros. | bedragen, in 2020, 9 507 556 370,48 euro. |
Section 2. - Dépenses effectuées à charge des crédits de liquidations | Afdeling 2. - Uitgaven ten laste van vereffeningskredieten |
Art. 11.Les crédits de liquidation alloués par les décrets contenant |
Art. 11.De liquidatiekredieten, toegekend bij de decreten houdende de |
le budget des dépenses pour l'année 2020 s'élèvent à 11.682.495.000,00 | uitgavenbegroting voor het jaar 2020, bedragen 11.682.495.000,00 euro. |
euros. Ce montant est complété par un montant de 32.019.561,91 euros | Dit bedrag wordt aangevuld met een bedrag van 32.019.561,91 euro dat |
qui couvre les dépassements autorisés en application de l'article 7 du | de overschrijdingen dekt die zijn toegestaan op grond van artikel 7 |
décret du 18 décembre 2019 contenant le budget des dépenses de la | van het decreet van 18 december 2019 houdende de uitgavenbegroting van |
Communauté française pour l'année 2020. | de Franse Gemeenschap voor het jaar 2020. |
Art. 12.Les dépenses imputées à charge des crédits de liquidation |
|
visés à l'article 11 s'élèvent à 11.541.069.133,29 euros. Ce montant | Art. 12.De uitgaven ten laste van de in artikel 11 bedoelde |
vereffeningskredieten belopen 11.541.069.133,29 euro. Dit bedrag omvat | |
inclut les dépassements autorisés en application de l'article 7 du | de overschrijdingen die zijn toegestaan krachtens artikel 7 van het |
décret du 18 décembre 2019 contenant le budget des dépenses de la | decreet van 18 december 2019 houdende de uitgavenbegroting van de |
Communauté française pour l'année 2020, qui s'élèvent à 32.019.561,91 | Franse Gemeenschap voor het jaar 2020, die 32.019.561,91 euro |
euros. | bedragen. |
Art. 13.Les crédits de liquidation disponibles à la fin de l'année |
Art. 13.De aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare |
budgétaire s'élèvent à 173.445.428,62 euros. Conformément aux | vereffeningskredieten bedragen 173.445.428,62 euro. Overeenkomstig de |
dispositions de l'article 28, § 1er, du décret du 20 décembre 2011, ce | bepalingen van artikel 28, paragraaf 1, van het decreet van 20 |
montant est annulé. | december 2011 komt dit bedrag te vervallen. |
Section 3. - Solde budgétaire pour l'année 2020 | Afdeling 3. - Begrotingssaldo voor het jaar 2020 |
Art. 14.Le solde budgétaire pour l'année 2020, établi conformément à |
Art. 14.Het begrotingssaldo voor het jaar 2020, vastgesteld |
l'article 29 § 4 du décret du 20 décembre 2011, s'élève à | overeenkomstig artikel 29, paragraaf 4, van het decreet van 20 |
-2.033.512.762,81 euros. | december 2011, bedraagt -2.033.512.762,81 euro. |
Ce montant est obtenu en effectuant la différence entre : | Dit bedrag wordt verkregen door het verschil te nemen tussen: |
1° un montant de 9.507.556.370,48 euros de recettes imputées en 2020 | 1° een bedrag van 9.507.556.370,48 euro aan ontvangsten aangerekend |
en droits constatés ; | als vastgestelde rechten in 2020; |
2° un montant de 11.541.069.133,29 euros de dépenses en liquidation. | 2° een bedrag van 11.541.069.133,29 euro aan uitgaven in vereffening. |
CHAPITRE 4. - Recettes et dépenses relatives aux fonds budgétaires | HOOFDSTUK 4. - Ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de begrotingsfondsen |
Section 1re. - Fixation des recettes affectées | Afdeling 1. - Vaststelling van de toegewezen ontvangsten |
Art. 15.Les recettes affectées aux Fonds budgétaires estimées par les |
Art. 15.De aan de begrotingsfondsen toegewezen ontvangsten, die zijn |
décrets contenant le budget des recettes 2020 s'élèvent à | geraamd bij de decreten houdende de ontvangstenbegroting voor 2020, |
188.469.000,00 euros. | bedragen 188.469.000,00 euro. |
Art. 16.Les recettes imputées en droits constatés sur les Fonds |
|
budgétaires en 2020 s'élèvent 322.289.021,93 euros. | Art. 16.De ontvangsten die in 2020 als vastgestelde rechten in de |
begrotingsfondsen zijn opgenomen, bedragen 322.289.021,93 euro. | |
Section 2. - Fixation des moyens en liquidation sur les fonds | Afdeling 2. - Bepaling van de middelen inzake vereffening op de |
budgétaires | begrotingsfondsen |
Art. 17.Les moyens de liquidation disponibles sur les fonds |
Art. 17.De op de begrotingsfondsen beschikbare vereffeningsmiddelen |
budgétaires pour l'année 2020 s'élèvent à 364.868.443,90 euros, vu : | voor het jaar 2020 bedragen 364.868.443,90 euro, rekening houdend met: |
1° les recettes réellement perçues par les Fonds budgétaires pendant | |
l'année 2020 d'un montant de 321.358.262,31 euros ; | 1° de in de loop van het jaar 2020 daadwerkelijk door de |
begrotingsfondsen geïnde ontvangsten ten bedrage van 321.358.262,31 euro; | |
2° le solde reporté en liquidation au 1er janvier 2020 d'un montant de | 2° het overgedragen saldo in vereffening op 1 januari 2020 ten belope |
43.510.181,59 euros ; | van 43.510.181,59 euro. |
Section 3. - Liquidations effectuées à charge des moyens en liquidation des Fonds budgétaires | Afdeling 3. - Vereffeningen ten laste van de vereffeningsmiddelen van |
Art. 18.Les liquidations imputées à charge de moyens de liquidation |
de begrotingsfondsen |
sur les fonds budgétaires en 2020 s'élèvent à 318.316.454,68 euros. | Art. 18.De liquidaties ten laste van de begrotingsfondsen in 2020 |
bedragen 318.316.454,68 euro. | |
Art. 19.Vu les montants visés aux articles 17 et 18 du présent |
Art. 19.Rekening houdend met de in de artikelen 17 en 18 van dit |
décret, les moyens en liquidation disponibles à la fin de l'année | decreet bedoelde bedragen, bedragen de aan het einde van het |
budgétaire 2020 s'élèvent à 46.551.989,22 euros. | begrotingsjaar 2020 beschikbare vereffeningsmiddelen 46.551.989,22 euro. |
Ce solde sera reporté à l'année budgétaire suivante. | Dit saldo zal worden overgedragen naar het volgende begrotingsjaar. |
L'état des dépenses sur les fonds budgétaires de moyens en liquidation | De stand van de uitgaven op de begrotingsfondsen inzake |
est synthétisé dans le tableau II annexé. | vereffeningsmiddelen is samengevat in de bijgevoegde tabel II. |
Art. 20.Le solde des fonds budgétaires s'élève à 3.972.567,25 euros. |
Art. 20.Het saldo van de begrotingsmiddelen bedraagt 3.972.567,25 euro. |
Ce montant est obtenu en effectuant la différence entre : | Dit bedrag wordt verkregen door het verschil te nemen tussen: |
1° un montant de 322.289.021,93 euros de recettes affectées imputées | 1° een bedrag van 322.289.021,93 euro aan toegewezen ontvangsten |
en droits constatés ; | aangerekend als vastgestelde rechten; |
2° un montant de 318.316.454,68 euros de dépenses en liquidation. | 2° een bedrag van 318.316.454,68 aan uitgaven inzake vereffening. |
CHAPITRE 5. - Recettes et dépenses en exécution de la section | HOOFDSTUK 5. - Ontvangsten en uitgaven in het kader van de uitvoering |
particulière du budget | van de bijzondere afdeling van de begroting |
Art. 21.Les recettes et les dépenses prévus par la section |
Art. 21.De ontvangsten en uitgaven waarin is voorzien in de |
particulière dans les décrets contenant le budget des dépenses et des | bijzondere afdeling van de decreten houdende de begroting van de |
recettes pour l'année 2020 s'élèvent à : | uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 2020, bedragen: |
1° Recettes : 3.687.896.000,00 euros | 1° Ontvangsten: 3.687.896.000,00 euro |
2° Dépenses : 3.687.896.000,00 euros. | 2° Uitgaven: 3.687.896.000,00 euro. |
Art. 22.Les recettes ont été imputées à concurrence de |
Art. 22.De ontvangsten werden aangerekend ten belope van |
3.503.459.537,00 euros. | 3.503.459.537,00 euro. |
Les dépenses ont été effectuées à concurrence de 3.503.459.537,00 euros. | De uitgaven werden gedaan ten belope van 3.503.459.537,00. |
Solde de la section particulière : 0 euro. | Saldo van de bijzondere afdeling: 0 euro. |
CHAPITRE 6. - Résultat global | HOOFDSTUK 6. - Algemeen resultaat |
Art. 23.Compte tenu des articles 14, 20 et 22 du présent décret, le |
Art. 23.Rekening houdend met de artikelen 14, 20 en 22 van dit |
résultat global du budget 2020 se présente comme suit : | decreet, ziet het globale resultaat van de begroting 2020 er als volgt |
1° Crédits ordinaires : -2.033.512.762,81 euros | uit 1° Gewone kredieten: -2.033.512.762,81 euro |
2° Fonds budgétaires : 3.972.567,25 euros | 2° Begrotingsfondsen: 3.972.567,25 euro |
3° Section particulière : 0 euro | 3° Bijzondere afdeling: 0 euro |
4° Total : -2.029.540.195,56 euros. | 4° Totaal: -2.029.540.195,56 euro. |
Le détail des opérations sous-jacentes aux montants renseignés dans le | De details van de transacties die ten grondslag liggen aan de in dit |
présent article est présenté dans le tableau I annexé. | artikel vermelde bedragen zijn opgenomen in de bijgevoegde tabel I. |
TITRE 2. - Compte annuel | TITEL 2. - JAARREKENING |
Art. 24.Le compte annuel, composé d'un bilan, d'un compte de |
Art. 24.De jaarrekening, bestaande uit een balans, een |
résultat, d'un compte de récapitulation des opérations budgétaires et | resultatenrekening, een samenvattende rekening van de budgettaire |
de la situation des flux de trésorerie, conformément à l'article 42, | verrichtingen en de stand van de thesauriestromen, overeenkomstig |
1° de décret 20 décembre 2011, est annexé au présent décret. | artikel 42, 1° van het decreet van 20 december 2011, is als bijlage |
Promulguons le présent décret, ordonnons qu'il soit publié au Moniteur | bij dit decreet gevoegd. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad |
belge. | zal worden bekendgemaakt. |
Donné à Bruxelles, le 2 décembre 2021. | Brussel, 2 december 2021. |
Le Ministre-Président, | De Minister-President, |
P.-Y. JEHOLET | P.-Y. JEHOLET |
Le Vice-Président et Ministre du Budget, de la Fonction publique, de | De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke |
l'Egalité des chances | kansen |
et de la tutelle sur Wallonie-Bruxelles Enseignement, | en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, |
F. DAERDEN | F. DAERDEN |
La Vice-Présidente et Ministre de l'Enfance, de la Santé, de la | De Vicepresident en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en |
Culture, des Médias et des Droits des Femmes, | Vrouwenrechten, |
B. LINARD | B. LINARD |
La Ministre de l'Enseignement supérieur, de l'Enseignement de la | De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, |
Promotion sociale, des Hôpitaux universitaires, de l'Aide à la | Universitaire ziekenhuizen, |
jeunesse, des Maisons de Justice, de la Jeunesse, des Sports et de la | Hulpverlening aan de jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de |
Promotion de Bruxelles, | Promotie van Brussel, |
V. GLATIGNY | V. GLATIGNY |
La Ministre de l'Education, | De Minister van Onderwijs, |
C. DESIR | C. DESIR |
_______ | _______ |
Note | Nota |
Session 2021-2022 | Zitting 2021-2022 |
Documents du Parlement. - Projet de décret, n° 311-1. - Rapport de | Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 311-1. - |
commission, n° 311-2. - Texte adopté en séance plénière, n° 311-3 | Commissieverslag, nr. 311-2. - Tekst aangenomen tijdens de plenaire |
vergadering, nr.311-3 | |
Compte rendu intégral. - Discussion et adoption. - Séance du 1er | Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 1 |
décembre 2021 | december 2021. |
Pour la consultation du tableau, voir image |