Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Décret du 02/04/2004
← Retour vers "Décret relatif à l'éducation au développement "
Décret relatif à l'éducation au développement Decreet inzake ontwikkelingseducatie
MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
2 AVRIL 2004. - Décret relatif à l'éducation au développement (1) 2 APRIL 2004. - Decreet inzake ontwikkelingseducatie (1)
Le Parlement flamand a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, regering, bekrachtigen
qui suit : hetgeen volgt :
Décret relatif à l'éducation au développement. Decreet inzake ontwikkelingseducatie.
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales et définitions HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities

Article 1er.Le présent décret règle une matière communautaire.

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Dans le présent décret, on entend par :

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder :

1° éducation au développement : des activités de sensibilisation, de 1° ontwikkelingseducatie : activiteiten van sensibilisering,
bewustmaking, activering en borging die zich richten op het
conscientisation et d'activation focalisées sur le développement de ontwikkelen van inzichten, houdingen en gedragingen van mensen opdat
prises de conscience, d'attitudes et de comportements de personnes zij zouden meewerken aan de uitbouw van een meer solidaire en duurzame
pour qu'elles collaborent au développement d'une société mondiale plus mondiale samenleving. Dit houdt zowel individuele als collectieve
solidaire et durable. Cela suppose une action tant individuelle que actie. Ontwikkelingseducatie stimuleert bijgevolg actief burgerschap.
collective. L'éducation au développement stimule donc la citoyenneté Het eigene van ontwikkelingseducatie is dat het expliciet vertrekt
active. Le caractère spécifique de l'éducation au développement est vanuit bepaalde maatschappelijke thema's en dat het altijd en in de
qu'elle part explicitement de certains thèmes de société et de la eerste plaats het perspectief van de Noord-Zuidproblematiek voor ogen
perspective de la problématique Nord-Sud. moet blijven houden;
2° le Sud : les pays repris en tant que pays en voie de développement 2° het Zuiden : de landen die als ontwikkelingslanden opgenomen zijn
sur la liste du Comité d'Aide au Développement (Development Assistance op de lijst van het Comité voor Ontwikkelingssamenwerking (Development
Committee - DAC) de l'Organisation de Coopération et de Développement Assistance Committee - DAC) van de Organisatie voor Economische
économique (OCDE), à l'exception des Etats membres de la Commission Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), met uitzondering van de lidstaten
économique pour l'Europe des Nations unies (UNECE); van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UNECE);
3° problématique Nord-Sud : la perspective qui, dans le cadre de 3° Noord-Zuidproblematiek : de invalshoek die binnen elk
chaque thème social, prête une attention spéciale à la problématique des conditions de vie dans les pays du Sud et à la cohésion entre les perspectives de développement du Sud et la politique menée par les pays du Nord. Cette optique est axée sur des concepts comme la durabilité, l'égalité et l'équité; 4° sensibilisation : l'ensemble des activités visant à atteindre le groupe cible à l'aide de contacts directs, de témoignages et de rencontres. Cette fonction éducative est axée sur l'informati on et l'expérience qui confrontent les gens à la vie dans le Sud; maatschappelijk thema expliciet aandacht heeft voor de problematiek van de leefomstandigheden in de landen van het Zuiden en voor de samenhang tussen de ontwikkelingsperspectieven van het Zuiden en het beleid dat gevoerd wordt door de landen van het Noorden. Concepten zoals duurzaamheid, gelijkheid en rechtvaardigheid staan in deze invalshoek centraal; 4° sensibilisering : geheel van activiteiten die erop gericht zijn de doelgroep te raken door middel van rechtstreekse contacten, getuigenissen en ontmoeting. De klemtoon bij deze educatieve functie ligt op informatie en op leerervaringen die mensen confronteren met het leven in het Zuiden;
5° sensibilisation : l'ensemble des activités d'influence réciproque 5° bewustmaking : geheel van activiteiten van wederkerige beïnvloeding
dans le cadre d'activités d'apprentissage organisées et systématiques. in het kader van georganiseerde en systematische leeractiviteiten.
Cette fonction éducative vise à apprendre les groupes cible à Deze educatieve functie is gericht op het bijbrengen van inzicht aan
comprendre, en stimulant l'apprentissage réflectif et abstrait; doelgroepen, waarbij reflectief en abstract leren gestimuleerd wordt;
6° activation : l'ensemble d'activités stimulant ou mobilisant les 6° activering : geheel van activiteiten die doelgroepen stimuleren of
groupes cible à s'engager activement sur le plan social ou politique mobiliseren om zich actief in te zetten op sociaal of politiek vlak
au sujet de la problématique Nord-Sud; rond de Noord-Zuidproblematiek;
7° assurance : l'ensemble d'activités visant à assurer ou maintenir 7° borging : geheel van activiteiten die gericht zijn op het borgen of
les connaissances, aptitudes, attitudes et valeurs déjà assimilées par behouden van reeds geassimileerde kennis, vaardigheden, attitudes en
le groupe cible. Cette fonction éducative veut favoriser la continuité waarden door de doelgroepen. Deze educatieve functie wil continuïteit
au niveau de l'offre de projets concrets susceptibles de contribuer à bevorderen in het aanbod van concrete projecten die kunnen bijdragen
l'élargissement et au renforcement de l'assise sociale pour la tot het duurzaam verbreden en bestendigen van het maatschappelijke
solidarité internationale; draagvlak voor internationale solidariteit;
8° acteur : les différentes associations, organisations et 8° actor : de verschillende verenigingen, organisaties en instellingen
institutions impliquées dans le processus éducatif, ainsi que les die betrokken zijn in het educatieve proces, alsook de doelgroepen,
groupes cible sont considérés comme les acteurs. Le degré d'engagement worden beschouwd als actor. De mate van betrokkenheid en
et de responsabilisation des divers acteurs peut varier selon le rôle responsabilisering van de diverse actoren kan variëren naar gelang van
et la fonction assumés par les acteurs dans le processus éducatif; de rol en de functie die de actoren opnemen in het educatieve proces;
9° partenariat : des associations, organisations, institutions qui décident de coopérer dans le cadre d'un projet, apportant leur plus-value spécifique concernant la connaissance et l'expérience au sujet d'un thème, d'un groupe cible ou d'un mode de travail. Des groupes cible peuvent faire partie d'un partenariat. Dans le cadre du partenariat, les responsabilités et les tâches sont réparties entre les différents acteurs participants; 10° projet : une ou plusieurs actions concrètes en matière d'éducation au développement mises sur pied et exécutées par le partenariat. Un projet apporte un changement dans une situation existante, vise un objectif, est limité dans le temps et fait appel aux efforts conjoints d'un groupe de personnes; 11° développement de capacité : concerne des processus et des parcours d'apprentissage qui peuvent être mis sur pied par les acteurs de 9° samenwerkingsverband : verenigingen, organisaties, instellingen die beslissen samen te werken rond een bepaald project door hun specifieke meerwaarde betreffende kennis en ervaring met een bepaald thema, doelgroep of werkvorm. Doelgroepen kunnen deel uitmaken van een samenwerkingsverband. Binnen het samenwerkingsverband worden de verantwoordelijkheden en taken verdeeld onder de deelnemende actoren; 10° project : concrete actie(s) inzake ontwikkelings-educatie die door het samenwerkingsverband wordt (worden) opgezet en uitgevoerd. Een project voert een verandering in in een bestaande situatie, volgt een streefdoel, is beperkt in tijd en omvang en doet een beroep op de gezamenlijke inspanningen van een groep mensen; 11° capaciteitsopbouw : verwijst naar leerprocessen en -trajecten die
l'éducation au développement afin de développer ou de renforcer leurs door de actoren van de ontwikkelingseducatie opgezet kunnen worden om
connaissances et capacité internes dans le but de présenter une offre hun interne kennis en capaciteit op te bouwen of te versterken met het
d'éducation qualitative. Le développement de la capacité concerne oog op het verstrekken van een kwalitatief educatieaanbod.
essentiellement des activités de formation dans plusieurs domaines, Capaciteitsopbouw betreft hoofdzakelijk vormingsactiviteiten op
tels que le renforcement de l'expertise thématique ou l'apprentissage diverse vlakken, zoals het versterken van thematische expertise of het
de nouvelles aptitudes en matière d'éducation au développement; aanleren van nieuwe vaardigheden inzake ontwikkelingseducatie;
12° développement durable : un développement qui pourvoit aux besoins 12° duurzame ontwikkeling : een ontwikkeling die voorziet in de
de la génération actuelle sans compromettre les possibilités des behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige
générations futures de pourvoir à leurs besoins. Le développement generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun
durable a au moins trois dimensions : une dimension sociale, une behoeften te voorzien. Duurzame ontwikkeling heeft minstens drie
dimension écologique et une dimension économique; dimensies : een sociale, een ecologische en een economische;
13° genre : un concept qui porte sur les différences de statut et de 13° gender : concept dat verwijst naar de verschillende sociale status
rôle des hommes et des femmes dans la société et les déséquilibres de en rollen van mannen en vrouwen in de samenleving en de
pouvoir qui en découlent. Le statut et les rôles sont déterminés machtson-evenwichten die hieruit voortvloeien. Status en rollen worden
socialement et culturellement et valorisés de manière différente, mais sociaal en cultureel bepaald en verschillend gewaardeerd, maar ze zijn
ils sont aptes au changement. ook voor verandering vatbaar.
CHAPITRE II. - Les objectifs de la politique flamande en matière HOOFDSTUK II. - Doelstellingen van het Vlaams beleid inzake
d'éducation au développement ontwikkelingseducatie

Art. 3.La politique flamande en matière d'éducation au développement

Art. 3.Het Vlaamse beleid inzake ontwikkelingseducatie heeft als

a pour objectif général la création d'une assise pour la coopération algemene doelstelling de creatie van een draagvlak voor internationale
internationale et le développement d'une attitude de solidarité samenwerking en de ontwikkeling van een houding van internationale
internationale en fonction d'une société mondiale juste et durable. solidariteit in functie van een rechtvaardige en duurzame mondiale

Art. 4.La politique flamande en matière d'éducation au développement

samenleving.

Art. 4.Het Vlaamse beleid inzake ontwikkelingseducatie heeft als

a les objectifs spécifiques suivants : specifieke doelstellingen :
1° soutenir des activités axées sur une ou plusieurs des fonctions 1° activiteiten te steunen die zich richten op een of meerdere van de
suivantes : sensibilisation, conscientisation, activation et volgende educatieve functies : sensibilisering, bewustmaking,
assurance; activering en borging;
2° stimuler le renouveau et l'élargissement de l'offre d'éducation, 2° vernieuwing en verbreding te stimuleren in het educatieaanbod,
notamment en ce qui concerne les thèmes abordés, les groupes cible inzonderheid op het vlak van behandelde thema's, beoogde doelgroepen
visés et les modes de travail utilisés; en gebruikte werkvormen;
3° stimuler les partenariats entre les divers acteurs dans le 3° samenwerkingsverbanden te bevorderen tussen diverse actoren in het
processus éducatif; educatieproces;
4° contribuer au développement d'une offre qualitative et coordonnée 4° bij te dragen tot de uitbouw van een kwalitatief en gecoördineerd
en matière d'éducation au développement, notamment par une meilleure aanbod inzake ontwikkelingseducatie, onder meer door een betere
concordance entre l'offre et la demande. afstemming van vraag en aanbod.

Art. 5.La politique flamande en matière d'éducation au développement

Art. 5.Het Vlaamse beleid inzake ontwikkelingseducatie richt zich op

est axée sur la problématique Nord-Sud dans une perspective mondiale plus large. de Noord-Zuidproblematiek in een breder mondiaal perspectief.
Le champ d'action de l'éducation au développement est considéré dans Het werkterrein van de ontwikkelingseducatie wordt ruim opgevat.
un contexte large. D'autres thèmes à la dimension mondiale, telle que Andere maatschappelijke thema's met een mondiale dimensie, zoals onder
la problématique de la paix, la migration et l'interculturalité meer de vredesproblematiek, migratie en interculturaliteit, kunnen aan
peuvent être inclus. Toutefois, les activités concernées doivent être bod komen. De desbetreffende activiteiten moeten evenwel een
liées manifestement à la problématique Nord-Sud telle que définie à duidelijke band met de Noord-Zuidproblematiek vertonen, zoals bepaald
l'article 2, 3°. in artikel 2, 3°.
Le lien avec la problématique Nord-Sud visé à l'alinéa 2 peut revêtir De vereiste band met de Noord-Zuidproblematiek, bedoeld in het tweede
plusieurs formes, notamment : lid, kan diverse vormen aannemen, met inbegrip van :
1° le choix d'un thème qui concerne spécifiquement la coopération au 1° de keuze voor een thema dat specifiek betrekking heeft op
développement; ontwikkelingssamenwerking;
2° l'attention portée à la cohésion entre la réalité de la vie dans le 2° de aandacht voor de samenhang tussen de realiteit van het leven in
Sud et dans le Nord; het Zuiden en in het Noorden;
3° le ciblage sur les pays repris dans la liste à l'article 2, 2°; 3° de focus op landen uit de lijst, vermeld in artikel 2, 2°;
4° la collaboration avec des acteurs du Sud. 4° de samenwerking met actoren uit het Zuiden.
CHAPITRE III. - La politique relative aux acteurs dans le domaine de HOOFDSTUK III. - Beleid ten aanzien van de actoren op het vlak van
l'éducation au développement ontwikkelingseducatie
Section Ire. - Dispositions générales Afdeling I. - Algemene bepalingen

Art. 6.Le groupe cible de la politique flamande en matière

Art. 6.De doelgroep van het Vlaamse beleid inzake

d'éducation au développement est la population de la Communauté flamande. Le dialogue avec le groupe cible et l'implication de celui-ci constituent une condition indispensable pour l'élaboration d'une offre éducative qualitative. Le degré d'implication peut varier d'une prise de connaissance des caractéristiques de groupe cible à l'association effective à l'élaboration d'activités concrètes. Mû par le souci de renouveau et d'élargissement de l'offre éducative, le Gouvernement flamand peut accorder la priorité à des initiatives éducatives s'adressant à des groupes cible spécifiques, difficiles à atteindre. Les acteurs du Sud ne constituent pas de groupe cible de l'éducation au développement. Ils peuvent cependant être associés à la mise sur pied ou la réalisation d'activités. ontwikkelingseducatie is de bevolking van de Vlaamse Gemeenschap. Dialoog met en betrokkenheid van de doelgroep is een noodzakelijke voorwaarde voor het uitwerken van een kwalitatief educatief aanbod. De graad van betrokkenheid kan variëren van kennis nemen van doelgroepenkenmerken tot het effectief betrekken van de doelgroep bij het uitwerken van concrete activiteiten. Vanuit een bezorgdheid tot vernieuwing en verbreding van het educatieve aanbod, kan de Vlaamse regering prioriteit verlenen aan educatieve initiatieven die gericht zijn op bijzondere, moeilijk bereikbare doelgroepen. Actoren uit het Zuiden zijn geen doelgroep in de ontwikkelingseducatie. Ze kunnen evenwel betrokken worden bij het opzetten of uitvoeren van concrete activiteiten.

Art. 7.Des projets peuvent être proposés par des associations,

Art. 7.Verenigingen, organisaties of instellingen die

organisations ou institutions dont l'éducation au développement n'est ontwikkelingseducatie niet als statutaire doelstelling hebben of die
pas un objectif statutaire ou qui ne peuvent justifier que d'une connaissance et expérience limitées sur le plan de l'éducation au développement, à condition que le partenariat dont elles font partie comprenne des acteurs qui disposent de la connaissance et de l'expérience requises et qu'elles soient disposées à suivre un parcours d'apprentissage.Section II. - Le subventionnement de projets en matière d'éducation au développement

Art. 8.Le Gouvernement flamand ne peut subventionner des projets en matière d'éducation au développement que si les conditions suivantes sont remplies : 1° le projet est proposé par un partenariat entre un proposant qui est le responsable final du projet, et un ou plusieurs acteurs; 2° le proposant est une association sans but lucratif de droit privé ou une société à finalité sociale ayant son siège en région de langue néerlandaise ou en région bilingue de Bruxelles-Capitale;

slechts beperkte kennis en ervaring kunnen voorleggen op het vlak van de ontwikkelingseducatie kunnen projecten indienen mits er in het samenwerkingsverband waarvan zij deel uitmaken actoren zijn die over de nodige kennis en ervaring beschikken en mits ze bereid zijn een leertraject te volgen.Afdeling II. - Subsidiëring van projecten inzake ontwikkelingseducatie

Art. 8.De Vlaamse regering kan projecten inzake ontwikkelingseducatie enkel subsidiëren indien aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° het project wordt ingediend door een samenwerkingsverband tussen een indiener, die de eindverantwoordelijke is van het project, en een of meerdere actoren; 2° de indiener is een privaatrechtelijke vereniging zonder winstoogmerk of een vennootschap met sociaal oogmerk met zetel in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;

3° les autres participants du partenariat sont les acteurs suivants 3° de andere partijen bij het samenwerkingsverband zijn een of
agissant seuls ou conjointement : meerdere van de volgende actoren :
a) une autre personne morale sans but lucratif ou une personne morale a) een andere rechtspersoon zonder winstoogmerk of een rechtspersoon
à finalité sociale, n'ayant pas nécessairement leur siège en région de met sociaal doel, die zijn zetel niet noodzakelijk in het Nederlandse
langue néerlandaise ou en région bilingue de Bruxelles-Capitale; taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad moet hebben;
b) un syndicat; b) een vakbeweging;
c) un établissement d'enseignement agréé; c) een erkende onderwijsinstelling;
d) une commune de la Région flamande ou de la région de d) een gemeente uit het Vlaamse Gewest of uit het Brusselse
Bruxelles-Capitale; Hoofdstedelijke Gewest;
e) un structure de coopération au sens du chapitre III du décret du 6 e) een intergemeentelijk samenwerkingsverband in de zin van hoofdstuk
juillet 2001 portant réglementation de la coopération intercommunale; III van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
f) un centre public d'aide sociale de la Région flamande ou de la f) een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn uit het Vlaamse
région de Bruxelles-Capitale; Gewest of uit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;
g) une province de la Région flamande; g) een provincie uit het Vlaamse Gewest;
h) la Commission communautaire flamande de la la région de Bruxelles-Capitale; i) un organisme public flamand, un organisme public fédéral ou un organisme public de la région de Bruxelles-Capitale; j) une société de droit privé à but lucratif, soit à condition que les activités soient ciblées dans une large mesure sur le personnel de cette société, soit à condition que la société de droit privé contribue à l'élaboration du projet d'éducation au développement sur le plan du contenu; 4° le partenariat peut justifier des connaissances et de l'expérience h) de Vlaamse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest; i) een Vlaamse openbare instelling, een federale openbare instelling of een openbare instelling van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest; j) een privaatrechtelijke vennootschap met winstoogmerk, hetzij op voorwaarde dat de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op het personeel van deze vennootschap, hetzij op voorwaarde dat de privaatrechtelijke vennootschap op inhoudelijk vlak bijdraagt tot de uitwerking van het ontwikkelingseducatieve project; 4° het samenwerkingsverband kan aantonen dat het over de nodige kennis en ervaring beschikt betreffende educatieve leerprocessen en de
nécessaires sur le plan des processus d'apprentissage éducatifs et des thema's waarop het project betrekking heeft. Het projectvoorstel
thèmes du projet. La proposition de projet précise la vision et la verduidelijkt de visie en strategie op lange termijn van het
stratégie à long terme du partenariat, ainsi que les connaissances du samenwerkingsverband, alsook de kennis van de doelgroep, de methodes
groupe cible, les méthodes et la capacité d'exécution totale du en de totale uitvoeringscapaciteit van het samenwerkingsverband. De
partenariat. Le choix des modes de travail doit être justifié à la keuze van werkvormen verantwoord worden in het licht van de strategie
lumière de la stratégie et des objectifs du projet; en doelstellingen van het project;
5° le partenariat peut donner les garanties suffisantes pour une 5° het samenwerkingsverband kan de nodige waarborgen bieden voor een
organisation et un planning efficace et efficient des projets; doeltreffende en doelmatige organisatie en planning van de projecten;
6° toutes les parties intéressées du partenariat peuvent présenter un 6° alle bij het samenwerkingsverband betrokken partijen kunnen een
apport de moyens propres (sur le plan financier, matériel, personnel inbreng van eigen middelen voorleggen (op financieel, materieel,
ou logistique); personeel of logistiek vlak);
7° la durée du projet est de trois ans au maximum. 7° de looptijd van het project bedraagt maximaal drie jaar.

Art. 9.Le Gouvernement flamand organise au moins une fois par an une

Art. 9.De Vlaamse regering organiseert minimaal één keer per jaar een

sélection de projets en matière d'éducation au développement. selectie van projecten inzake ontwikkelingseducatie.
Le Gouvernement flamand peut fixer des priorités quant aux thèmes de De Vlaamse regering kan prioriteiten vastleggen inzake thema's voor
projets ou aux objectifs spécifiques de la politique, notamment en ce projecten of inzake specifieke doelstellingen van het beleid,
qui concerne la stimulation du développement de la capacité par les inzonderheid met betrekking tot het stimuleren van capaciteitsopbouw
acteurs de l'éducation au développement. Par dérogation à l'alinéa premier, des projets de petite envergure qui veulent suivre l'actualité à court terme et qui sont limités dans le temps peuvent être proposés et approuvés en permanence.

Art. 10.Le Gouvernement flamand arrête la nature et les pourcentages des frais admissibles aux subventions. Il arrête une liste de dépenses et de montants maximum admissibles aux subventions. Les frais de personnel, de fonctionnement et d'investissement ne sont admissibles que dans la mesure où ils se rapportent directement à l'exécution du projet.

bij actoren van ontwikkelingseducatie In afwijking van het eerste lid kunnen kleine projecten die op korte termijn willen inspelen op de actualiteit en beperkt zijn in de tijd permanent worden ingediend en goedgekeurd.

Art. 10.De Vlaamse regering bepaalt de aard en de percentages van de kosten die in aanmerking komen voor subsidiëring. Ze stelt een lijst van uitgaven vast met maximumbedragen die voor subsidie in aanmerking kunnen komen. Kosten voor personeel, werking en investering komen slechts voor subsidiëring in aanmerking in zoverre ze rechtstreeks betrekking hebben op de uitvoering van het project.

CHAPITRE IV. - Gestion totale de la qualité et justification HOOFDSTUK IV. - Integrale kwaliteitszorg en verantwoording

Art. 11.Les éléments suivants seront évalués dans le cadre de

Art. 11.De volgende elementen zullen aan bod komen in het

l'évaluation qualitative : kwalitatieve beoordelingskader :
1° la description du partenariat visé à l'article 8, 3°, 4° et 5°; 1° de beschrijving van het samenwerkingsverband zoals vermeld in artikel 8, 3°, 4° en 5°;
2° l'implication de tous les acteurs (y compris les groupes cible); 2° de effectieve betrokkenheid van alle actoren (met inbegrip van de
3° la pertinence du sujet vu de la perspective de la problématique doelgroepen); 3° de relevantie van het onderwerp vanuit het perspectief van de
Nord-Sud; Noord-Zuidproblematiek;
4° la stratégie du partenariat en matière de développement de la capacité; 5° la stratégie du partenariat en matière de contrôle et d'évaluation internes; 6° le degré d'élargissement et de renouveau. Le Gouvernement flamand considère le développement durable et le genre comme des thèmes transversaux dans les activités d'éducation au développement. L'évaluation de la qualité doit vérifier dans quelle mesure ces deux aspects sont intégrés dans les projets. Le Gouvernement flamand peut arrêter des critères de qualité complémentaires.

Art. 12.Dans le cadre de la gestion totale de la qualité, le Gouvernement flamand soutient les processus d'apprentissage qui permettent aux acteurs d'élaborer et d'encadrer une offre d'éducation qualitative. Lors de la proposition d'un projet, une aide peut être sollicitée pour le développement de la capacité du partenariat, notamment pour la spécialisation approfondie dans le domaine d'éducation choisi ou pour le renforcement de processus internes de gestion de la qualité. La formation de personnel ou d'intermédiaires associés aux associations, organisations ou institutions qui font partie d'un partenariat est admissible au financement à condition que cette formation soit visiblement intégrée dans le projet proposé. Le Gouvernement flamand peut, à intervalles réguliers, ouvrir une offre de formation aux acteurs associés à l'éducation au développement.

Art. 13.Le proposant établit chaque année un rapport sur l'état d'avancement comprenant : 1° la justification de l'affectation des montants obtenus; 2° un rapport sur les différentes initiatives telles que décrites dans la proposition de projet; 3° la confrontation des activités aux indicateurs formulés par le projet. Au terme du projet, le proposant établit un rapport final comprenant, outre les informations visées à l'alinéa premier : 1° un décompte final pour la durée totale du projet; 2° une évaluation finale pour la durée totale du projet. Le proposant informe sans tarder le Gouvernement flamand de difficultés éprouvées lors de l'exécution du projet. Cela peut donner lieu à une révision de la convention de projet, sans que la durée

4° de strategie van het samenwerkingsverband inzake capaciteitsopbouw; 5° de strategie van het samenwerkingsverband inzake interne voortgangscontrole en evaluatie; 6° de mate van verbreding en vernieuwing. De Vlaamse regering beschouwt duurzame ontwikkeling en gender als transversale thema's in activiteiten van ontwikkelingseducatie. Bij de kwaliteitsbeoordeling moet nagegaan worden in welke mate de projecten beide aspecten volwaardig integreren. De Vlaamse regering kan aanvullende kwaliteitscriteria bepalen.

Art. 12.Als onderdeel van een integrale kwaliteitszorg steunt de Vlaamse regering leerprocessen die de actoren in staat stellen een kwalitatief educatieaanbod uit te werken en te begeleiden. Bij de indiening van een project kan steun gevraagd worden voor capaciteitsopbouw van het samenwerkingsverband, inzonderheid voor verdere specialisatie in het gekozen educatiedomein of voor de versterking van interne processen van kwaliteitszorg. Vorming van personeel of tussenpersonen, betrokken bij de verenigingen, de organisaties of de instellingen die deel uitmaken van een samenwerkingsverband, komt in aanmerking voor financiering op voorwaarde dat die vorming duidelijk geïntegreerd is in het ingediende project. De Vlaamse regering kan op geregelde tijdstippen een vormingsaanbod openstellen voor actoren die betrokken zijn bij ontwikkelingseducatie.

Art. 13.De indiener maakt jaarlijks een voortgangsrapport waarin hij : 1° verantwoording verstrekt over de aanwending van de ontvangen bedragen; 2° rapporteert over de verschillende initiatieven zoals beschreven in het projectvoorstel; 3° de activiteiten toetst aan de door het project geformuleerde indicatoren. Op het einde van de looptijd van het project wordt door de indiener een eindrapport opgesteld, waarin hij, naast de informatie vermeld in het eerste lid, tevens : 1° een eindafrekening voor de volledige looptijd van het project opstelt; 2° een eindevaluatie opmaakt voor de volledige looptijd van het project. De indiener stelt de Vlaamse regering onverwijld op de hoogte van moeilijkheden bij de uitvoering van het project. Dat kan aanleiding geven tot een herziening van de projectovereenkomst, zonder dat de

totale de trois ans puisse être dépassée. totale looptijd van drie jaar kan worden overschreden.

Art. 14.Le Gouvernement flamand approuve les rapports sur l'état

Art. 14.De Vlaamse regering keurt de voortgangsrapporten en het

d'avancement et le rapport final. Lors de l'évaluation du rapport eindrapport goed. Bij de beoordeling van het eindrapport wordt
final, il est vérifié si les objectifs du projet sont réalisés. nagegaan of de doelstellingen van het project bereikt zijn.
Le Gouvernement flamand motive par écrit ses remarques relatives aux De Vlaamse regering motiveert schriftelijk haar opmerkingen over deze
rapports. rapporten.
De evaluatie door de Vlaamse regering kan aanleiding geven tot overleg De evaluatie door de Vlaamse regering kan aanleiding geven tot overleg
met de uitvoerders en een herziening van het project, zonder dat de met de uitvoerders en een herziening van het project, zonder dat de
totale looptijd van drie jaar kan worden overschreden. L'évaluation du Gouvernement flamand peut donner lieu à une concertation avec les exécutants et une révision du projet, sans que la durée totale de trois ans puisse être dépassée.

Art. 15.Le Gouvernement flamand prévoit une évaluation externe des projets. Ces évaluations visent à promouvoir l'apprentissage collectif et peuvent porter sur la politique en sa totalité, sur certains thèmes ou sur des projets spécifiques.

Art. 16.Lorsqu'un rapport sur l'état d'avancement ou un rapport final n'est pas approuvé, le Gouvernement flamand peut décider de retenir les subventions suivantes ou d'exiger le remboursement des fonds liquidés.

totale looptijd van drie jaar kan worden overschreden.

Art. 15.De Vlaamse regering zorgt voor een externe evaluatie van de projecten. Die evaluaties beogen collectief leren te bevorderen en kunnen zich richten op het volledige beleid, op bepaalde thema's of op specifieke projecten.

Art. 16.Als een voortgangsrapport of een eindrapport niet goedgekeurd wordt, kan de Vlaamse regering beslissen verdere subsidiëring in te houden of terugbetaling te vorderen van de uitgekeerde middelen.

CHAPITRE V. - Dispositions finales HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 17.Le présent décret n'est pas applicable aux projets

Art. 17.Dit decreet is niet van toepassing op de projecten inzake

d'éducation au développement subventionnés avant l'entrée en vigueur ontwikkelingseducatie die worden gesubsidieerd vóór de
du présent décret. inwerkingtreding van dit decreet.

Art. 18.Le Gouvernement flamand arrête la date d'entrée en vigueur du

Art. 18.De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in

présent décret. werking treedt.
Promulguons le présent décret, ordonnons qu'il soit publié au Moniteur Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad
belge. zal worden bekendgemaakt.
Bruxelles, le 2 avril 2004. Brussel, 2 april 2004.
Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, De minister-president van de Vlaamse regering,
B. SOMERS B. SOMERS
Le Ministre flamand de l'Environnement, de l'Agriculture et de la De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en
Coopération au Développement, Ontwikkelingssamenwerking,
J. TAVERNIER J. TAVERNIER
_______ _______
Note Nota
(1) Session 2003-2004. (1) Zitting 2003-2004.
Documents. - Projet de décret, 2044, n° 1. - Rapport, 2044, n° 2. - Stukken. - Ontwerp van decreet, 2044, nr. 1. - Verslag, 2044, nr. 2. -
Amendement, 2044, n° 3. - Texte adopté en séance plénière, 2044, n° 4. Amendement, 2044, nr. 3. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 2044, nr. 4.
Annales. - Discussion et adoption : séance d'après-midi du 31 mars Handelingen. - Bespreking en aanneming : middagvergadering van 31
2004 et séance du 1er avril 2004. maart 2004 en vergadering van 1 april 2004.
^