← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 16 janvier
2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 20 janvier 2023, le tribunal de la famille
du Tribunal de première instance du Hainaut, d « L'article 312, § 2, du Code civil viole-t-il les articles 10, 11 et 22 de la Constitution
co(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 16 janvier 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 20 janvier 2023, le tribunal de la famille du Tribunal de première instance du Hainaut, d « L'article 312, § 2, du Code civil viole-t-il les articles 10, 11 et 22 de la Constitution co(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 16 januari 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 januari 2023, heeft de familierechtbank van de Rechtbank van eerste a « Schendt artikel 312, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondw(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par jugement du 16 janvier 2023, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij vonnis van 16 januari 2023, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 20 janvier 2023, le tribunal de la famille du | het Hof is ingekomen op 20 januari 2023, heeft de familierechtbank van |
| Tribunal de première instance du Hainaut, division de Mons, a posé la | de Rechtbank van eerste aanleg Henegouwen, afdeling Bergen, de |
| question préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 312, § 2, du Code civil viole-t-il les articles 10, 11 et | « Schendt artikel 312, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen |
| 22 de la Constitution combinés aux articles 8 et 14 de la Convention | 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 |
| européenne des droits de l'homme et des libertés fondamentales en ce | en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de |
| qu'il fixe le délai de prescription de l'action de l'enfant en matière | fundamentele vrijheden, in zoverre het de verjaringstermijn van de |
| vordering van het kind inzake betwisting van moederschap vaststelt op | |
| de contestation de maternité à un an à dater de la découverte du | een jaar, te rekenen vanaf de ontdekking van het leugenachtige |
| caractère mensonger de la filiation maternelle alors qu'un matière de | karakter van de afstamming van moederszijde, terwijl het kind inzake |
| contestation de paternité, l'enfant dispose du délai prévu par | betwisting van vaderschap over de bij artikel 331ter van het |
| l'article 331ter du Code civil ? ». | Burgerlijk Wetboek vastgestelde termijn beschikt ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 7918 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 7918 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |