Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Avis du --
← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 22 juillet 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 1 er août 2022, le Tribunal de première instance du Limbourg, division de Hasse « 1. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, dans(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 22 juillet 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 1 er août 2022, le Tribunal de première instance du Limbourg, division de Hasse « 1. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, dans(...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 22 juli 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 augustus 2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Has « 1. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, (...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
Par jugement du 22 juillet 2022, dont l'expédition est parvenue au januari 1989 Bij vonnis van 22 juli 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het
greffe de la Cour le 1er août 2022, le Tribunal de première instance Hof is ingekomen op 1 augustus 2022, heeft de Rechtbank van eerste
du Limbourg, division de Hasselt, a posé les questions préjudicielles aanleg Limburg, afdeling Hasselt, de volgende prejudiciële vragen
suivantes : gesteld :
« 1. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de « 1. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de
la circulation routière, dans sa version applicable depuis la loi du politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert
28 novembre 2021 visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en
et plus ferme (MB du 30 novembre 2021), viole-t-il les dispositions straffer te maken (BS 30 november 2021), de bepalingen over de
relatives aux droits et libertés fondamentaux garantis par le titre II fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de
de la Constitution (en particulier ses articles 10, 11 et 13), Grondwet (met name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet), artikel
l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et 6 EVRM en artikel 14.3.g IVBPR, in de interpretatie dat deze bepaling
l'article 14, paragraphe 3, point g), du Pacte international relatif toelaat dat de rechtsonderhorige door het indienen van een
aux droits civils et politiques, dans l'interprétation selon laquelle verzoekschrift tot beroep tegen een hem door het openbaar ministerie
cette disposition permet que le justiciable, en introduisant une
demande de recours contre un ordre de paiement qui lui a été imposé opgelegd bevel tot betalen noodzakelijkerwijs de strafvordering tegen
par le ministère public, engage nécessairement l'action publique
contre lui-même ? zichzelf instelt ?
2. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la 2. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de
circulation routière, dans sa version applicable depuis la loi du 28 politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert
novembre 2021 visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en
plus ferme (MB du 30 novembre 2021), viole-t-il les articles 10 et 11 straffer te maken (BS 30 november 2021), de artikelen 10 en 11 van de
de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14, IVBPR in de mate dat op het vlak van de alternatieve afhandeling van
paragraphe 3, point g), du Pacte international relatif aux droits
civils et politiques, en ce que, sur le plan des modes alternatifs de misdrijven de rechtsonderhorigen aan wie het openbaar ministerie een
règlement des infractions, les justiciables auxquels le ministère
public a imposé un ordre de paiement ce qui ne constitue pas une peine bevel tot betalen oplegde wat geen straf uitmaakt in de zin van
au sens de l'article 1er du Code pénal et qui souhaitent contester les artikel 1 Sw. en die de onderliggende feiten uit dit bevel tot betalen
faits sous-jacents à cet ordre de paiement, doivent nécessairement willen betwisten noodzakelijkerwijs de strafvordering tegen zichzelf
engager l'action publique contre eux-mêmes, alors que les justiciables moeten instellen, terwijl rechtsonderhorigen aan wie het openbaar
auxquels le ministère public a proposé une transaction; ce qui ne ministerie een minnelijke schikking voorstelde wat evenmin een straf
constitue pas davantage une peine au sens de l'article 1er du Code uitmaakt in de zin van artikel 1 Sw. de onderliggende feiten uit deze
pénal peuvent contester les faits sous-jacents à cette transaction minnelijke schikking kunnen betwisten door de loutere niet-betaling
simplement en ne payant pas la proposition transactionnelle et, par van het voorstel en dus zonder dat zij daartoe noodzakelijkerwijs de
conséquent, sans nécessairement devoir, à cette fin, engager l'action publique contre eux-mêmes ? strafvordering tegen zichzelf moeten instellen ?
3. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la 3. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de
circulation routière, dans sa version applicable depuis la loi du 28 politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert
novembre 2021 visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en
plus ferme (MB du 30 novembre 2021), viole-t-il les articles 10 et 11 straffer te maken (BS 30 november 2021), de artikelen 10 en 11 van de
de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14, IVBPR in de mate dat de rechtsonderhorigen aan wie het openbaar
paragraphe 3, point g), du Pacte international relatif aux droits
civils et politiques, en ce que les justiciables auxquels le ministère ministerie een bevel tot betalen oplegde en die de onderliggende
public a imposé un ordre de paiement et qui souhaitent contester les feiten uit dit bevel tot betalen willen betwisten noodzakelijkerwijs
faits sous-jacents à cet ordre de paiement doivent nécessairement de strafvordering tegen zichzelf moeten instellen, terwijl
engager l'action publique contre eux-mêmes, alors que les justiciables rechtsonderhorigen aan wie het openbaar ministerie geen bevel tot
auxquels le ministère public n'a pas imposé ou n'a pas pu imposer betaling oplegde of kon opleggen de hen verweten feiten kunnen
d'ordre de paiement peuvent contester les faits qui leur sont betwisten zonder dat zij daartoe noodzakelijkerwijs de strafvordering
reprochés sans nécessairement devoir, à cette fin, engager l'action
publique contre eux-mêmes ? tegen zichzelf moeten instellen ?
4. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la 4. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de
circulation routière, dans sa version applicable depuis la loi du 28 politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert
novembre 2021 visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en
plus ferme (MB du 30 novembre 2021), viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14, paragraphe 3, point g), du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce que, dans l'hypothèse où un justiciable auquel le ministère public a imposé un ordre de paiement souhaite introduire un recours contre cet ordre, pour en contester les faits, engageant ainsi l'action publique contre lui-même, la prescription de l'action publique est suspendue pendant la procédure devant le tribunal, à savoir à partir de l'introduction du recours jusqu'au jour du jugement définitif, alors que dans l'hypothèse où un justiciable auquel le ministère public n'a pas imposé ou n'a pas pu imposer d'ordre de paiement se trouve confronté à une action publique engagée par le ministère public, la prescription de l'action publique ne fait pas l'objet d'une suspension analogue pendant la procédure devant le tribunal ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7845 du rôle de la Cour. Le greffier, straffer te maken (BS 30 november 2021), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g IVBPR in de mate dat ingeval een rechtsonderhorige aan wie het openbaar ministerie een bevel tot betalen oplegde en deze rechtsonderhorige wegens betwisting van de feiten een beroep tegen het bevel tot betalen wenst in te stellen, en bijgevolg de strafvordering tegen zichzelf instelt, de verjaring geschorst is tijdens de procedure voor de rechtbank, met name vanaf het instellen van het beroep tot aan de dag van het definitieve vonnis, daar waar ingeval een rechtsonderhorige aan wie het openbaar ministerie geen bevel tot betaling oplegde of kon opleggen, geconfronteerd wordt met een door het openbaar ministerie ingestelde strafvordering, er geen gelijkaardige schorsing van de verjaring van de strafvordering is tijdens de procedure voor de rechtbank ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7845 van de rol van het Hof. De griffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^