Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Avis du --
← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par deux jugements du 7 avril 2022, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 13 juin 2022, le Tribunal de première instance du Limbourg, division de Hasselt, « 1. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, dans(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par deux jugements du 7 avril 2022, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 13 juin 2022, le Tribunal de première instance du Limbourg, division de Hasselt, « 1. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, dans(...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen van 7 april 2022, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 13 juni 2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afde « 1. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, (...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
Par deux jugements du 7 avril 2022, dont les expéditions sont januari 1989 Bij twee vonnissen van 7 april 2022, waarvan de expedities ter griffie
parvenues au greffe de la Cour le 13 juin 2022, le Tribunal de van het Hof zijn ingekomen op 13 juni 2022, heeft de Rechtbank van
première instance du Limbourg, division de Hasselt, a posé les eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, de volgende prejudiciële
questions préjudicielles suivantes : vragen gesteld :
« 1. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de « 1. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de
la circulation routière, dans sa version applicable depuis la loi du politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert
28 novembre 2021 visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en
et plus ferme (MB du 30 novembre 2021), viole-t-il les dispositions straffer te maken (BS 30 november 2021), de bepalingen over de
relatives aux droits et libertés fondamentaux garantis par le titre II fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de
de la Constitution (en particulier ses articles 10, 11 et 13), Grondwet (met name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet), artikel
l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et 6 EVRM en artikel 14.3.g IVBPR, in de interpretatie dat deze bepaling
l'article 14, paragraphe 3, point g), du Pacte international relatif toelaat dat de rechtsonderhorige door het indienen van een
aux droits civils et politiques, dans l'interprétation selon laquelle verzoekschrift tot beroep tegen een hem door het openbaar ministerie
cette disposition permet que le justiciable, en introduisant une
demande de recours contre un ordre de paiement qui lui a été imposé opgelegd bevel tot betalen noodzakelijkerwijs de strafvordering tegen
par le ministère public, engage nécessairement l'action publique
contre lui-même ? zichzelf instelt ?
2. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la 2. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de
circulation routière, dans sa version applicable depuis la loi du 28 politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert
novembre 2021 visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en
plus ferme (MB du 30 novembre 2021), viole-t-il les articles 10 et 11 straffer te maken (BS 30 november 2021), de artikelen 10 en 11 van de
de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14, paragraphe 3, point g), du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce que, sur le plan des modes alternatifs de règlement des infractions, les justiciables auxquels le ministère public a imposé un ordre de paiement - ce qui ne constitue pas une peine au sens de l'article 1er du Code pénal - et qui souhaitent contester les faits sous-jacents à cet ordre de paiement, doivent nécessairement engager l'action publique contre eux-mêmes, alors que les justiciables auxquels le ministère public a proposé une transaction - ce qui ne constitue pas davantage une peine au sens de l'article 1er du Code pénal - peuvent contester les faits sous-jacents à cette transaction simplement en ne payant pas la proposition transactionnelle et, par conséquent, sans nécessairement devoir, à IVBPR in de mate dat op het vlak van de alternatieve afhandeling van misdrijven de rechtsonderhorigen aan wie het openbaar ministerie een bevel tot betalen oplegde wat geen straf uitmaakt in de zin van artikel 1 Sw. en die de onderliggende feiten uit dit bevel tot betalen willen betwisten noodzakelijkerwijs de strafvordering tegen zichzelf moeten instellen, terwijl rechtsonderhorigen aan wie het openbaar ministerie een minnelijke schikking voorstelde wat evenmin een straf uitmaakt in de zin van artikel 1 Sw. de onderliggende feiten uit deze minnelijke schikking kunnen betwisten door de loutere niet-betaling van het voorstel en dus zonder dat zij daartoe noodzakelijkerwijs de
cette fin, engager l'action publique contre eux-mêmes ? strafvordering tegen zichzelf moeten instellen ?
3. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la 3. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de
circulation routière, dans sa version applicable depuis la loi du 28 politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert
novembre 2021 visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en
plus ferme (MB du 30 novembre 2021), viole-t-il les articles 10 et 11 straffer te maken (BS 30 november 2021), de artikelen 10 en 11 van de
de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14, IVBPR in de mate dat de rechtsonderhorigen aan wie het openbaar
paragraphe 3, point g),du Pacte international relatif aux droits
civils et politiques, en ce que les justiciables auxquels le ministère ministerie een bevel tot betalen oplegde en die de onderliggende
public a imposé un ordre de paiement et qui souhaitent contester les feiten uit dit bevel tot betalen willen betwisten noodzakelijkerwijs
faits sous-jacents à cet ordre de paiement doivent nécessairement de strafvordering tegen zichzelf moeten instellen, terwijl
engager l'action publique contre eux-mêmes, alors que les justiciables rechtsonderhorigen aan wie het openbaar ministerie geen bevel tot
auxquels le ministère public n'a pas imposé ou n'a pas pu imposer betaling oplegde of kon opleggen de hen verweten feiten kunnen
d'ordre de paiement peuvent contester les faits qui leur sont betwisten zonder dat zij daartoe noodzakelijkerwijs de strafvordering
reprochés sans nécessairement devoir, à cette fin, engager l'action
publique contre eux-mêmes ? tegen zichzelf moeten instellen ?
4. L'article 65/1 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la 4. Schendt artikel 65/1 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de
circulation routière, dans sa version applicable depuis la loi du 28 politie over het wegverkeer, in de versie zoals van toepassing sedert
novembre 2021 visant à rendre la justice plus humaine, plus rapide et de Wet van 28 november 2021 om justitie menselijker, sneller en
plus ferme (MB du 30 novembre 2021), viole-t-il les articles 10 et 11 straffer te maken (BS 30 november 2021), de artikelen 10 en 11 van de
de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM en artikel 14.3.g
Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14, IVBPR in de mate dat ingeval een rechtsonderhorige aan wie het
paragraphe 3, point g), du Pacte international relatif aux droits
civils et politiques, en ce que, dans l'hypothèse où un justiciable openbaar ministerie een bevel tot betalen oplegde en deze
auquel le ministère public a imposé un ordre de paiement souhaite rechtsonderhorige wegens betwisting van de feiten een beroep tegen het
introduire un recours contre cet ordre, pour en contester les faits, bevel tot betalen wenst in te stellen, en bijgevolg de strafvordering
engageant ainsi l'action publique contre lui-même, la prescription de tegen zichzelf instelt, de verjaring geschorst is tijdens de procedure
l'action publique est suspendue pendant la procédure devant le voor de rechtbank, met name vanaf het instellen van het beroep tot aan
tribunal, à savoir à partir de l'introduction du recours jusqu'au jour de dag van het definitieve vonnis, daar waar ingeval een
du jugement définitif, alors que dans l'hypothèse où un justiciable rechtsonderhorige aan wie het openbaar ministerie geen bevel tot
auquel le ministère public n'a pas imposé ou n'a pas pu imposer betaling oplegde of kon opleggen, geconfronteerd wordt met een door
d'ordre de paiement se trouve confronté à une action publique engagée het openbaar ministerie ingestelde strafvordering, er geen
par le ministère public, la prescription de l'action publique ne fait gelijkaardige schorsing van de verjaring van de strafvordering is
pas l'objet d'une suspension analogue pendant la procédure devant le tribunal ? ». tijdens de procedure voor de rechtbank ? ».
Ces affaires, inscrites sous les numéros 7815 et 7816 du rôle de la Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7815 en 7816 van de rol van
Cour, ont été jointes aux affaires portant les numéros 7784, 7785 et het Hof, werden samengevoegd met de zaken met rolnummers 7784, 7785 en
7786. 7786.
Le greffier, De griffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^