← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 3 décembre
2020, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 10 décembre 2020, le Tribunal du travail
de Gand, division Alost, a posé la question préj « L'article 7, §
1 er sexies, alinéa 2, 4°, de l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 conce(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 3 décembre 2020, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 10 décembre 2020, le Tribunal du travail de Gand, division Alost, a posé la question préj « L'article 7, § 1 er sexies, alinéa 2, 4°, de l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 conce(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 3 december 2020, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 december 2020, heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Aalst, de « Is het artikel 7, § 1sexies, lid 2, 4°, van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende d(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par jugement du 3 décembre 2020, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij vonnis van 3 december 2020, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 10 décembre 2020, le Tribunal du travail de Gand, | het Hof is ingekomen op 10 december 2020, heeft de Arbeidsrechtbank te |
| division Alost, a posé la question préjudicielle suivante : | Gent, afdeling Aalst, de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 7, § 1ersexies, alinéa 2, 4°, de l'arrêté-loi du 28 | « Is het artikel 7, § 1sexies, lid 2, 4°, van de Besluitwet van 28 |
| décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, | december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, |
| interprété en ce sens qu'un travailleur qui est entré en fonction | |
| avant le 31 décembre 2013 peut prétendre au paiement d'une indemnité | zo geïnterpreteerd dat een werknemer, in dienst getreden voor 31 |
| en compensation du licenciement pour la durée d'un délai de préavis | december 2013, aanspraak kan maken op de uitbetaling van een |
| non presté, après que le travailleur et l'employeur ont mis fin de | ontslagcompensatievergoeding voor de duur van een niet gepresteerde |
| commun accord au contrat de travail, alors que, dans le même cas de | opzeggingstermijn na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in |
| figure, un travailleur qui est entré en fonction après le 31 décembre | onderling overleg tussen werknemer en werkgever, terwijl een werknemer |
| 2013 ne peut pas prétendre au paiement d'une indemnité (en | in dienst getreden na 31 december 2013 geen aanspraak kan maken op de |
| compensation du licenciement) pour la durée d'un délai de préavis non | uitbetaling van een (ontslagcompensatie)vergoeding voor de duur van |
| een niet gepresteerde opzeggingstermijn in hetzelfde geval, strijdig | |
| presté, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution ? ». | met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 7477 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 7477 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |