Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Avis du --
← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par sentence du 7 août 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 août 2019, le Conseil de discipline des avocats des Barreaux du ressort de la Cour d'appel « Les articles 457bis, 457, § 5, alinéa 2, et 466 du Code judiciaire violent-ils les articles (...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par sentence du 7 août 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 août 2019, le Conseil de discipline des avocats des Barreaux du ressort de la Cour d'appel « Les articles 457bis, 457, § 5, alinéa 2, et 466 du Code judiciaire violent-ils les articles (...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beslissing van 7 augustus 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 augustus 2019, heeft de Tuchtraad van de advocaten van de Balies va « Schenden de artikelen 457bis, 457, § 5, tweede lid, en 466 van het Gerechtelijk Wetboek de a(...)
COUR CONSTITUTIONNELLE GRONDWETTELIJK HOF
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
Par sentence du 7 août 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe januari 1989 Bij beslissing van 7 augustus 2019, waarvan de expeditie ter griffie
de la Cour le 9 août 2019, le Conseil de discipline des avocats des van het Hof is ingekomen op 9 augustus 2019, heeft de Tuchtraad van de
Barreaux du ressort de la Cour d'appel de Liège a posé la question advocaten van de Balies van het ressort van het Hof van Beroep te Luik
préjudicielle suivante : de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Les articles 457bis, 457, § 5, alinéa 2, et 466 du Code judiciaire violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que ces dispositions ne prévoient pas qu'une procédure concernant un avocat germanophone puisse se dérouler en sa totalité dans la langue allemande devant une chambre du Conseil de discipline de la Cour d'appel de Liège (et le Conseil de discipline d'appel) dont tous les membres parlent cette langue, alors que la procédure disciplinaire concernant des avocats francophones ou néerlandophones se déroule bien dans sa totalité dans leur langue devant une chambre du Conseil de discipline (éventuellement d'appel) dont tous les membres maîtrisent la langue de la procédure et qu'un justiciable germanophone de la région de la langue allemande quel qu'il soit peut faire valoir un droit à une procédure en langue allemande devant les Tribunaux de première instance, de l'Entreprise, et du Travail d'Eupen et devant les Cours d'appel et du travail de Liège ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7243 du rôle de la Cour. Le greffier, « Schenden de artikelen 457bis, 457, § 5, tweede lid, en 466 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die bepalingen niet erin voorzien dat een procedure betreffende een Duitstalige advocaat in haar geheel in het Duits kan verlopen voor een kamer van de Tuchtraad van het Hof van Beroep te Luik (en de Tuchtraad van beroep) waarvan alle leden die taal spreken, terwijl de tuchtprocedure betreffende Franstalige of Nederlandstalige advocaten wel in haar geheel in hun taal verloopt voor een kamer van de Tuchtraad (eventueel van beroep) waarvan alle leden de taal van de rechtspleging beheersen en terwijl om het even welke Duitstalige rechtzoekende van het Duitse taalgebied een recht op een procedure in het Duits kan doen gelden voor de Rechtbank van eerste aanleg, de Ondernemingsrechtbank en de Arbeidsrechtbank te Eupen en voor het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Luik ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7243 van de rol van het Hof. De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
^