← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par décision du 2 juillet
2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 16 juillet 2019, le Collège juridictionnel
de la Région de Bruxelles-Capitale a posé les q 1. « Dans
l'interprétation selon laquelle il est uniquement applicable aux membres du personnel du (...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par décision du 2 juillet 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 16 juillet 2019, le Collège juridictionnel de la Région de Bruxelles-Capitale a posé les q 1. « Dans l'interprétation selon laquelle il est uniquement applicable aux membres du personnel du (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beslissing van 2 juli 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 16 juli 2019, heeft het Rechtscollege van het Brusselse Hoofdstedelijke G 1. « In de interpretatie dat het alleen van toepassing is op personeelsleden van het Verenigd Colle(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par décision du 2 juillet 2019, dont l'expédition est parvenue au | januari 1989 Bij beslissing van 2 juli 2019, waarvan de expeditie ter griffie van |
| greffe de la Cour le 16 juillet 2019, le Collège juridictionnel de la | het Hof is ingekomen op 16 juli 2019, heeft het Rechtscollege van het |
| Région de Bruxelles-Capitale a posé les questions préjudicielles | Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de volgende prejudiciële vragen |
| suivantes : | gesteld : |
| 1. « Dans l'interprétation selon laquelle il est uniquement applicable | 1. « In de interpretatie dat het alleen van toepassing is op |
| aux membres du personnel du Collège réuni de la Commission | personeelsleden van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke |
| communautaire commune, à l'exception des membres du personnel | Gemeenschapscommissie, met uitzondering van personeelsleden van |
| instellingen van openbaar nut met een afzonderlijke | |
| d'établissements d'utilité publique dotés d'une personnalité juridique | rechtspersoonlijkheid die afhankelijk zijn van de Gemeenschappelijke |
| distincte qui dépendent de la Commission communautaire commune, | Gemeenschapscommissie, schendt artikel 9, alinea 1, e) van de wet van |
| l'article 9, alinéa 1er, e), de la loi du 8 juillet 1976 organique des | 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk |
| centres publics d'action sociale viole-t-il les articles 8, 10 et 11 | welzijn, de artikelen 8, 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in |
| de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 25 du Pacte | samenhang met artikel 25 van het Internationaal Verdrag inzake |
| international relatif aux droits civils et politiques, adopté le 16 | burgerrechten en politieke rechten, aangenomen op 16 december 1966 |
| décembre 1966 par l'Assemblée générale des Nations Unies, en ce qu'il | door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, voor zover is |
| est établi que tant les premiers que les derniers ' participent | komen vast te staan dat zowel de eerste als de laatste ' rechtstreeks |
| directement au contrôle ou à la tutelle sur le centre intéressé ' au | deelnemen aan het uitoefenen van de controle of het toezicht op het |
| sens de cette disposition ? »; | betrokken centrum ' in de zin van deze bepaling ? »; |
| 2. « L'article 9, alinéa 1er, e), de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale viole-t-il les articles 8, 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 25 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, adopté par l'Assemblée générale des Nations Unies le 16 décembre 1966, en ce qu'il prévoit une incompatibilité pour les membres du personnel ' de l'Etat et de la Commission communautaire commune qui participent directement au contrôle ou à la tutelle sur le centre intéressé ', alors qu'il ne prévoit pas la même incompatibilité pour les membres du personnel d'autres organismes publics qui participent directement au contrôle ou à la tutelle sur les centres publics d'action sociale, et alors que cette même incompatibilité n'est pas prévue pour d'autres personnes se trouvant dans des situations comparables, comme les conseillers communaux qui sont en même temps aussi des fonctionnaires qui participent directement au contrôle ou à la tutelle sur la commune concernée ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7234 du rôle de la Cour. Le greffier, | 2. « Schendt artikel 9, alinea 1, e), van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn de artikelen 8, 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang gelezen met artikel 25 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 16 december 1966, voor zover het voorziet in een onverenigbaarheid voor personeelsleden ' van de staat en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die rechtstreeks deelnemen aan het uitoefenen van de controle of het toezicht op het betrokken centrum ', terwijl het niet voorziet in dezelfde onverenigbaarheid voor personeelsleden van andere openbare instellingen die rechtstreeks deelnemen aan de uitoefening van controle of toezicht op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en dit terwijl dezelfde onverenigbaarheid niet wordt voorzien voor andere personen in vergelijkbare situaties, zoals de gemeenteraadsleden die tegelijkertijd ook ambtenaren zijn die rechtstreeks deelnemen aan de controle of het toezicht op de desbetreffende gemeente ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7234 van de rol van het Hof. De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |