← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par décision du 18 décembre
2015 en cause du Conseil de l'Institut des Réviseurs d'Entreprises contre Frans Van Vlaenderen, dont
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour l « 1. L'article 64, § 1 er , alinéa 1 er , et
§ 2, alinéa 1 er (...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par décision du 18 décembre 2015 en cause du Conseil de l'Institut des Réviseurs d'Entreprises contre Frans Van Vlaenderen, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour l « 1. L'article 64, § 1 er , alinéa 1 er , et § 2, alinéa 1 er (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij beslissing van 18 december 2015 in zake de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren tegen Frans Van Vlaenderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Ho « 1. Schendt artikel 64, § 1, eerste lid en § 2, eerste lid van de wet van 22 juli 1953 h(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par décision du 18 décembre 2015 en cause du Conseil de l'Institut des | januari 1989 Bij beslissing van 18 december 2015 in zake de Raad van het Instituut |
| Réviseurs d'Entreprises contre Frans Van Vlaenderen, dont l'expédition | van de Bedrijfsrevisoren tegen Frans Van Vlaenderen, waarvan de |
| est parvenue au greffe de la Cour le 24 décembre 2015, la Chambre | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 december 2015, |
| d'expression néerlandaise de la Commission d'appel de l'Institut des | heeft de Nederlandstalige kamer van de Commissie van Beroep van het |
| Réviseurs d'Entreprises a posé les questions préjudicielles suivantes | Instituut van de Bedrijfsrevisoren de volgende prejudiciële vragen |
| : | gesteld : |
| « 1. L'article 64, § 1er, alinéa 1er, et § 2, alinéa 1er, de la loi du | « 1. Schendt artikel 64, § 1, eerste lid en § 2, eerste lid van de wet |
| 22 juillet 1953 créant un Institut des Réviseurs d'Entreprises et | van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de |
| organisant la supervision publique de la profession de réviseur | bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het |
| d'entreprises viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, | beroep van bedrijfsrevisor de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al |
| combinés ou non avec l'article 6.1 de la Convention européenne des | dan niet in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag |
| droits de l'homme et avec l'article 14, paragraphe 1, du Pacte | voor de rechten van de mens en artikel 14.1 van het internationaal |
| international relatif aux droits civils et politiques, en ce qu'il | verdrag in zake burgerrechten en politieke rechten, doordat ze de |
| fixe le délai d'appel, d'une part, à trente jours pour le réviseur | termijn binnen de welke hoger beroep moet worden ingesteld enerzijds |
| d'entreprises et, d'autre part, à quarante jours pour le Conseil de | vaststelt op 30 dagen voor de bedrijfsrevisor en anderzijds op 40 |
| l'Institut et pour le Procureur général ? | dagen voor de Raad van het Instituut en de Procureur-generaal ? |
| 2. L'article 64, § 2, alinéa 2, de la loi du 22 juillet 1953 créant un | 2. Schendt artikel 64, § 2, tweede lid van de wet van 22 juli 1953 |
| Institut des Réviseurs d'Entreprises et organisant la supervision | houdende oprichting van een Instituut van de bedrijfsrevisoren en |
| publique de la profession de réviseur d'entreprises viole-t-il les | organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor |
| articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang |
| 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec | gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van |
| l'article 14, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits | de mens en artikel 14.1 van het internationaal verdrag in zake |
| civils et politiques, en ce qu'après la notification de l'acte d'appel | burgerrechten en politieke rechten, doordat het na de betekening van |
| introduit par le Conseil ou par le Procureur général alors que le | het door de Raad of de Procureur-generaal ingestelde hoger beroep op |
| délai d'appel a déjà expiré pour le réviseur d'entreprises, il n'ouvre | een ogenblik waarop de termijn om hoger beroep in te stellen voor de |
| bedrijfsrevisor al is vervallen, niet het recht opent voor de | |
| pas au réviseur d'entreprises le droit d'interjeter encore appel ? ». | bedrijfsrevisor om alsnog navolgend hoger beroep in te stellen ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 6319 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 6319 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |