← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 20 avril
2010 en cause de Valérie Mauguit contre l'Office national d'allocations familiales pour travailleurs
salariés, dont l'expédition est parvenue au greffe « L'article 60, § 3, 3°, b), de
la loi coordonnée le 19 décembre 1939 relative aux allocations(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 20 avril 2010 en cause de Valérie Mauguit contre l'Office national d'allocations familiales pour travailleurs salariés, dont l'expédition est parvenue au greffe « L'article 60, § 3, 3°, b), de la loi coordonnée le 19 décembre 1939 relative aux allocations(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 20 april 2010 in zake Valérie Mauguit tegen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekom « Schendt artikel 60, § 3, 3°, b), van de op 19 december 1939 gecoördineerde wet betreffende d(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par jugement du 20 avril 2010 en cause de Valérie Mauguit contre | januari 1989 Bij vonnis van 20 april 2010 in zake Valérie Mauguit tegen de |
| l'Office national d'allocations familiales pour travailleurs salariés, | Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie |
| dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 avril 2010, | ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 april 2010, heeft de |
| le Tribunal du travail de Liège a posé la question préjudicielle suivante : | Arbeidsrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 60, § 3, 3°, b), de la loi coordonnée le 19 décembre 1939 | « Schendt artikel 60, § 3, 3°, b), van de op 19 december 1939 |
| relative aux allocations familiales pour travailleurs salariés, tel | gecoördineerde wet betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, |
| qu'issu de l'article 82 de la loi-programme du 22 décembre 1989, | zoals ontstaan uit artikel 82 van de programmawet van 22 december |
| viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il traite différemment les enfants qui vivent dans le ménage formé par l'un de leurs parents, attributaire dans le régime indépendant, et d'un partenaire, attributaire dans le régime salarié, selon que ce parent et ce partenaire salarié sont mariés ou ne sont pas mariés; le régime salarié étant prioritaire dans le premier cas tandis que le régime indépendant - moins généreux pour le premier enfant - demeure prioritaire dans le second ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 4923 du rôle de la Cour. Le greffier, | 1989, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de kinderen die leven in het gezin dat gevormd wordt door een van hun ouders, rechthebbende in het stelsel van de zelfstandigen, en een partner, rechthebbende in het stelsel van de werknemers, verschillend behandelt naargelang die ouder en die loontrekkende partner al dan niet gehuwd zijn, waarbij het stelsel van de werknemers prioritair is in het eerste geval, terwijl het - voor het eerste kind minder voordelige - stelsel van de zelfstandigen prioritair blijft in het tweede geval ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4923 van de rol van het Hof. De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |