← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 a. Par jugement du 5 janvier
2010 en cause de l'inspecteur régional de l'urbanisme pour la province de Flandre occidentale contre
Herman Decock, Aurore Van Neste et Me Laurence «
1. L'article 6.1.1, alinéa 4, du Code flamand de l'aménagement du territoire viole-t-il le droit (...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 a. Par jugement du 5 janvier 2010 en cause de l'inspecteur régional de l'urbanisme pour la province de Flandre occidentale contre Herman Decock, Aurore Van Neste et Me Laurence « 1. L'article 6.1.1, alinéa 4, du Code flamand de l'aménagement du territoire viole-t-il le droit (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 a. Bij vonnis van 5 januari 2010 in zake de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur voor de provincie West-Vlaanderen tegen Herman Decock, Aurore Van Neste en Mr. « 1. Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het door artikel 16 van de Grondwet en artikel 1.1 Eer(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
a. Par jugement du 5 janvier 2010 en cause de l'inspecteur régional de | januari 1989 a. Bij vonnis van 5 januari 2010 in zake de gewestelijke |
l'urbanisme pour la province de Flandre occidentale contre Herman | stedenbouwkundige inspecteur voor de provincie West-Vlaanderen tegen |
Decock, Aurore Van Neste et Me Laurence Montagne, agissant en qualité | Herman Decock, Aurore Van Neste en Mr. Laurence Montagne, handelend in |
de curateur à la faillite de la SPRL « Herbofisk-H-D », dont | de hoedanigheid van curator van het faillissement van de bvba « |
Herbofisk-H-D », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 mars 2010, le | ingekomen op 9 maart 2010, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
Tribunal de première instance de Courtrai a posé les questions préjudicielles suivantes : | Kortrijk de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 6.1.1, alinéa 4, du Code flamand de l'aménagement du | |
territoire viole-t-il le droit de propriété du tiers lésé par le | |
maintien d'une construction illégale, droit garanti par l'article 16 | « 1. Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het door artikel 16 van |
de la Constitution et par l'article 1.1 du Premier Protocole | de Grondwet en artikel 1.1 Eerste Aanvullend Protocol EVRM |
additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, combinés | gewaarborgde eigendomsrecht van de door de instandhouding van een |
ou non avec le principe de légalité et avec le principe de confiance, | illegale constructie benadeelde derde, al dan niet in samenhang |
en ce que cette disposition empêche qu'il soit fait droit à l'action | gelezen met het legaliteitsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, door |
publique intentée dans les délais auprès de la juridiction de jugement | te verhinderen dat de tijdig bij het vonnisgerecht aanhangig gemaakte |
en vue de la remise dans le pristin état ou de la remise dans l'état | publieke vordering tot herstel in de oorspronkelijke staat of tot |
légal, si le maintien de cette construction n'est plus punissable au | herstel in de legale staat niet langer kan worden ingewilligd indien |
deze instandhouding op het ogenblik van de uitspraak niet meer | |
moment de la décision ? | strafbaar is gesteld ? |
2. L'article 6.1.1, alinéa 4, du Code flamand de l'aménagement du | 2. Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het standstill- beginsel, |
territoire viole-t-il le principe de standstill, contenu dans | |
l'article 23 de la Constitution, en laissant s'éteindre - sans prévoir | vervat in artikel 23 van de Grondwet, door - zonder indeplaatsstelling |
d'alternative - des droits d'action déjà existants et exercés devant | van een alternatief - reeds bestaande en voor de rechter uigeoefende |
le juge par les pouvoirs publics en vue de restaurer le bon | vorderingsrechten van de overheid tot herstel van de goede ruimtelijke |
aménagement du territoire, à la suite d'une dépénalisation de | ordening uit te doven naar aanleiding van een depenalisering van het |
l'infraction de maintien, alors que cette dépénalisation laisse | misdrijf van instandhouding, terwijl deze depenalisering de concrete |
intacte, tant de facto que de jure, l'atteinte concrète au bon | aantasting van de goede ruimtelijke ordening zowel de facto als de |
aménagement du territoire ? | iure onverlet laat ? |
3. Les articles 6.1.1, alinéa 3, 6.1.1, alinéa 4, et 6.1.2 du Code | 3. Schenden de artikelen 6.1.1, derde lid, 6.1.1, vierde lid en 6.1.2, |
flamand de l'aménagement du territoire violent-ils le principe de | |
standstill, contenu dans l'article 23 de la Constitution, en ce que, | VCRO het standstill- beginsel, vervat in artikel 23 Grondwet, doordat |
combinées, ces dispositions rendent totalement impossible l'imposition | zijn in onderlinge samenhang het opleggen van een herstelmaatregel op |
d'une mesure de réparation pour cause de faits de maintien et font | grond van feiten van instandhouding volstrekt onmogelijk maken, en |
ainsi dépendre de facto la possibilité pour l'autorité de réparer des | hierdoor de mogelijkheid van de overheid tot het stellen van illegale |
situations irrégulières de l'existence d'un auteur auquel l'infraction | situaties de facto laten afhangen van het voorhanden zijn van een |
constituée par la construction est imputable, alors que cette | dader aan wie het oprichtingsmisdrijf toerekenbaar is, terwijl deze |
circonstance est sans aucun rapport avec le dommage que la situation | omstandigheid geen enkel verband houdt met de schade aan de goede |
illégale cause au bon aménagement du territoire ? ». | ruimtelijke ordening die door de illegale situatie wordt veroorzaakt ? |
b. Par arrêt du 26 février 2010 en cause de la Région flamande contre | ». b. Bij arrest van 26 februari 2010 in zake het Vlaamse Gewest tegen |
Helena Verhaeghe, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Helena Verhaeghe, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
le 10 mars 2010, la Cour d'appel de Gand a posé la question | ingekomen op 10 maart 2010, heeft het Hof van Beroep te Gent de |
préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 6.1.1, alinéa 3, 6.1.47, alinéa 1er, et 6.1.2 du Code | |
flamand de l'aménagement du territoire violent-ils le principe de | « Schenden de artikelen 6.1.1., derde lid, 6.1.47., eerste lid, en |
standstill, contenu dans l'article 23 de la Constitution, en ce que, | 6.1.2. VCRO het standstill- beginsel, vervat in artikel 23 Grondwet, |
combinées, ces dispositions rendent totalement impossible l'imposition | doordat zij in onderlinge samenhang het opleggen van een stakingsbevel |
d'un ordre de cessation pour cause de faits de maintien et font ainsi | op grond van feiten van instandhouding volstrekt onmogelijk maken, en |
dépendre de facto la possibilité pour l'autorité d'éviter des | hierdoor de mogelijkheid van de overheid tot het voorkomen van |
situations irrégulières de l'existence d'un auteur auquel l'infraction | illegale situaties de facto laten afhangen van het voorhanden zijn van |
constituée par la construction est imputable, alors que cette | een dader, aan wie het oprichtingsmisdrijf toerekenbaar is, terwijl |
circonstance est sans aucun rapport avec le dommage que la situation | deze omstandigheid geen enkel verband houdt met de schade aan de goede |
illégale cause au bon aménagement du territoire ? ». | ruimtelijke ordening die door de illegale situatie wordt veroorzaakt ? |
c. Par arrêt du 5 mars 2010 en cause de l'inspecteur régional de | ». c. Bij arrest van 5 maart 2010 in zake de gewestelijke |
stedenbouwkundige inspecteur voor de provincie West-Vlaanderen tegen | |
l'urbanisme pour la province de Flandre occidentale contre Luc | Luc Sanders, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen |
Sanders, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 | op 18 maart 2010, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende |
mars 2010, la Cour d'appel de Gand a posé les questions préjudicielles suivantes : | prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 6.1.1, alinéa 4, du Code flamand de l'aménagement du | |
territoire viole-t-il le droit de propriété du tiers lésé par le | |
maintien d'une construction illégale, droit garanti par l'article 16 | « 1. Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het door artikel 16 |
de la Constitution et par l'article 1.1 du Premier Protocole | Grondwet en artikel 1.1 Eerste Aanvullend Protocol EVRM gewaarborgde |
additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, combinés | eigendomsrecht van de door de instandhouding van een illegale |
ou non avec le principe de légalité et avec le principe de confiance, | constructie benadeelde derde, al dan niet in samenhang gelezen met het |
en ce que cette disposition empêche qu'il soit fait droit à l'action | legaliteitsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, door te verhinderen |
publique intentée dans les délais auprès de la juridiction de jugement | dat de tijdig bij het vonnisgerecht aanhangig gemaakte publieke |
en vue de la remise dans le pristin état ou de la remise dans l'état | vordering tot herstel in de oorspronkelijke staat of tot herstel in de |
legale staat nog langer kan worden ingewilligd indien deze | |
légal, si le maintien de cette construction n'est plus punissable au | instandhouding op het ogenblik van de uitspraak niet meer strafbaar is |
moment de la décision ? | gesteld ? |
2. L'article 6.1.1, alinéa 4, du Code flamand de l'aménagement du | 2. Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het standstill -beginsel, |
territoire viole-t-il le principe de standstill, contenu dans | |
l'article 23 de la Constitution, en laissant s'éteindre - sans prévoir | vervat in artikel 23 Grondwet door - zonder indeplaatsstelling van een |
d'alternative - des droits d'action déjà existants et exercés devant | alternatief - reeds bestaande en voor de rechter uitgeoefende |
le juge par les pouvoirs publics en vue de restaurer le bon | vorderingsrechten van de overheid tot herstel van de goede ruimtelijke |
aménagement du territoire, à la suite d'une dépénalisation de | ordening uit te doven naar aanleiding van een depenalisering van het |
l'infraction de maintien, alors que cette dépénalisation laisse | misdrijf van instandhouding, terwijl deze depenalisering de concrete |
intacte, tant de facto que de jure, l'atteinte concrète au bon | aantasting van de goede ruimtelijke ordening zowel de facto als de |
aménagement du territoire ? | iure onverlet laat ? |
3. Les articles 6.1.1, alinéa 3, 6.1.1, alinéa 4, et 6.1.2 du Code | 3. Schenden de artikelen 6.1.1, derde lid, 6.1.1, vierde lid, en 6.1.2 |
flamand de l'aménagement du territoire violent-ils le principe de | |
standstill, contenu dans l'article 23 de la Constitution, en ce que, | VCRO het standstill -beginsel, vervat in artikel 23 Grondwet, doordat |
combinées, ces dispositions rendent totalement impossible l'imposition | zij in onderlinge samenhang het opleggen van een herstelmaatregel op |
d'une mesure de réparation pour cause de faits de maintien et font | grond van feiten van instandhouding volstrekt onmogelijk maken, en |
ainsi dépendre de facto la possibilité pour l'autorité de réparer des | hierdoor de mogelijkheid van de overheid tot het herstellen van |
situations irrégulières de l'existence d'un auteur auquel l'infraction | illegale situaties de facto laten afhangen van het voorhanden zijn van |
constituée par la construction est imputable, alors que cette | een dader, aan wie het oprichtingsmisdrijf toerekenbaar is, terwijl |
circonstance est sans aucun rapport avec le dommage que la situation | deze omstandigheid geen enkel verband houdt met de schade aan de goede |
illégale cause au bon aménagement du territoire ? ». | ruimtelijke ordening die door de illegale situatie wordt veroorzaakt ? |
d. Par arrêt du 26 mars 2010 en cause de l'inspecteur régional de | ». d. Bij arrest van 26 maart 2010 in zake de gewestelijke |
l'urbanisme pour la province de Flandre occidentale contre Yves Van | stedenbouwkundige inspecteur voor de provincie West-Vlaanderen tegen |
Dorpe et Nancy Timmerman, dont l'expédition est parvenue au greffe de | Yves Van Dorpe en Nancy Timmerman, waarvan de expeditie ter griffie |
la Cour le 14 avril 2010, la Cour d'appel de Gand a posé les questions | van het Hof is ingekomen op 14 april 2010, heeft het Hof van Beroep te |
préjudicielles suivantes : | Gent de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 6.1.1, alinéa 4, du Code flamand de l'aménagement du | « 1. Schendt artikel 6.1.1, vierde lid, VCRO het standstill- beginsel, |
territoire viole-t-il le principe de standstill, contenu dans | |
l'article 23 de la Constitution, en laissant s'éteindre - sans prévoir | vervat in artikel 23 Grondwet door - zonder indeplaatsstelling van een |
d'alternative - des droits d'action déjà existants et exercés devant | alternatief - reeds bestaande en voor de rechter uigeoefende |
le juge par les pouvoirs publics en vue de restaurer le bon | vorderingsrechten van de overheid tot herstel van de goede ruimtelijke |
aménagement du territoire, à la suite d'une dépénalisation de | ordening uit te doven naar aanleiding van een depenalisering van het |
l'infraction de maintien, alors que cette dépénalisation laisse | misdrijf van instandhouding, terwijl deze depenalisering de concrete |
intacte, tant de facto que de jure, l'atteinte concrète au bon | aantasting van de goede ruimtelijke ordening zowel de facto als de |
aménagement du territoire ? | iure onverlet laat ? |
2. Les articles 6.1.1, alinéa 3, 6.1.1, alinéa 4, et 6.1.2 du Code | 2. Schenden de artikelen 6.1.1, derde lid, 6.1.1, vierde lid, en 6.1.2 |
flamand de l'aménagement du territoire violent-ils le principe de | |
standstill, contenu dans l'article 23 de la Constitution, en ce que, | VCRO het standstill -beginsel, vervat in artikel 23 Grondwet, doordat |
combinées, ces dispositions rendent tout à fait impossible | zij in onderlinge samenhang het opleggen van een herstelmaatregel op |
l'imposition d'une mesure de réparation pour faits de maintien et font | grond van feiten van instandhouding volstrekt onmogelijk maken, en |
ainsi dépendre de facto la possibilité pour l'autorité de réparer des | hierdoor de mogelijkheid van de overheid tot het herstellen van |
situations illégales de l'existence d'un auteur auquel l'infraction | illegale situaties de facto laten afhangen van het voorhanden zijn van |
constituée par la construction est imputable, alors que cette | een dader, aan wie het oprichtingsmisdrijf toerekenbaar is, terwijl |
circonstance est sans rapport avec le dommage que la situation | deze omstandigheid geen enkel verband houdt met de schade aan de goede |
illégale a causé au bon aménagement du territoire ? | ruimtelijke ordening die door de illegale situatie wordt veroorzaakt ? |
3. Les articles 6.1.1, alinéa 3, et 6.1.1, alinéa 4, du Code flamand | 3. Schenden de artikelen 6.1.1, derde lid, en 6.1.1, vierde lid, VCRO |
de l'aménagement du territoire violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que, combinées, ces dispositions ont pour effet que la personne qui maintient une situation en dehors d'une zone vulnérable du point de vue spatial et parallèlement à laquelle un constructeur peut encore être poursuivi pour l'infraction constituée par la construction peut encourir les conséquences d'une mesure de réparation imposée, alors que cette même personne ne doit pas subir ces conséquences s'il n'est plus possible de poursuivre un constructeur pour l'infraction constituée par la construction ? ». Ces affaires, inscrites sous les numéros 4887, 4891, 4899 et 4917 du rôle de la Cour, ont été jointes. Le greffier, | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij samen gelezen tot gevolg hebben dat de instandhouder buiten ruimtelijk kwetsbaar gebied bij wie voor het oprichtingsmisdrijf nog een oprichter kan vervolgd worden, de gevolgen van een opgelegde herstelmaatregel kan moeten ondergaan, terwijl eenzelfde instandhouder bij wie voor het oprichtingsmisdrijf niet langer een oprichter kan vervolgd worden, deze gevolgen niet kan moeten ondergaan ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4887, 4891, 4899 en 4917 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |