← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par deux jugements du
22 octobre 2008 en cause respectivement de Wolfgang Verraes et de Lieven Peelaers contre l'Etat belge,
dont les expéditions sont parvenues au greffe de la « L'article 366 du CIR 1992 (tel qu'il
était applicable avant sa modification par l'article 24 de l(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par deux jugements du 22 octobre 2008 en cause respectivement de Wolfgang Verraes et de Lieven Peelaers contre l'Etat belge, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la « L'article 366 du CIR 1992 (tel qu'il était applicable avant sa modification par l'article 24 de l(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen van 22 oktober 2008 in zake respectievelijk Wolfgang Verraes en Lieven Peelaers tegen de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van he « Schendt artikel 366 WIB 1992 (zoals van toepassing vóór de wijziging door artikel 24 van de wet v(...) |
|---|---|
| COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| Par deux jugements du 22 octobre 2008 en cause respectivement de | januari 1989 Bij twee vonnissen van 22 oktober 2008 in zake respectievelijk |
| Wolfgang Verraes et de Lieven Peelaers contre l'Etat belge, dont les | Wolfgang Verraes en Lieven Peelaers tegen de Belgische Staat, waarvan |
| expéditions sont parvenues au greffe de la Cour le 30 octobre 2008, le | de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 30 oktober |
| Tribunal correctionnel de Bruges a posé la question préjudicielle | 2008, heeft de Correctionele Rechtbank te Brugge de volgende |
| suivante : | prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 366 du CIR 1992 (tel qu'il était applicable avant sa | « Schendt artikel 366 WIB 1992 (zoals van toepassing vóór de wijziging |
| modification par l'article 24 de la loi du 15 mars 1999 relative au | door artikel 24 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de |
| contentieux en matière fiscale) viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne confère le droit d'introduire une réclamation contre une imposition qu'au contribuable à charge duquel l'imposition a été établie, à l'exclusion des tiers à charge desquels l'imposition n'est pas établie, même si ces tiers, tels l'auteur, le coauteur ou le complice de l'infraction de la fraude fiscale, sont, en vertu de la loi, tenus solidairement de payer l'impôt des sociétés éludé, notamment compte tenu du fait que l'article 1288, 1° [lire : article 1208, alinéa 1er], du Code civil permet à tous les codébiteurs solidaires d'opposer aux créanciers toutes les exceptions qui résultent de la nature de l'obligation ? ». Ces affaires, inscrites sous les numéros 4545 et 4546 du rôle de la Cour, ont été jointes. Le greffier, | beslechting van fiscale geschillen) de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het het recht om bezwaar in te dienen tegen een belastingaanslag slechts toekent aan de belastingplichtige op wiens naam de aanslag is gevestigd, met uitsluiting van derden op wiens naam de aanslag niet is gevestigd, ook al zijn die derden, zoals de dader, mededader of medeplichtige van het misdrijf van fiscale fraude, uit hoofde van de wet hoofdelijk gehouden de ontdoken vennootschapsbelasting te betalen, mede in aanmerking nemende dat artikel 1288, 1° [lees : artikel 1208, eerste lid] B.W. aan alle hoofdelijke medeschuldenaars toelaat tegen de schuldeisers alle excepties in te roepen die uit de aard van de verbintenis voortvloeien ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 4545 en 4546 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |