← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 2 mai
2007 en cause de Souad Guirch contre le centre public d'action sociale de Bruxelles, dont l'expédition
est parvenue au greffe de la Cour le 10 mai 2007, l 1. « L'article 47, § 1 er , de la loi du 26
mai 2002 concernant le droit à l'intégrat(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 2 mai 2007 en cause de Souad Guirch contre le centre public d'action sociale de Bruxelles, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 10 mai 2007, l 1. « L'article 47, § 1 er , de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégrat(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 2 mei 2007 in zake Souad Guirch tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Brussel, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is i 1. « Schendt artikel 47, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappel(...) |
---|---|
COUR CONSTITUTIONNELLE | GRONDWETTELIJK HOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
Par jugement du 2 mai 2007 en cause de Souad Guirch contre le centre | januari 1989 Bij vonnis van 2 mei 2007 in zake Souad Guirch tegen het openbaar |
public d'action sociale de Bruxelles, dont l'expédition est parvenue | centrum voor maatschappelijk welzijn van Brussel, waarvan de expeditie |
au greffe de la Cour le 10 mai 2007, le Tribunal du travail de | ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 mei 2007, heeft de |
Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « L'article 47, § 1er, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit | 1. « Schendt artikel 47, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende |
à l'intégration sociale, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution, éventuellement combinés avec le principe général de | Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met het algemeen |
droit des droits de (la) défense et avec le droit au procès équitable | rechtsbeginsel van de rechten van (de) verdediging en met het in |
garanti par l'article 6 de la Convention européenne de protection et | artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
gewaarborgde recht op een eerlijk proces, in zoverre het in | |
de sauvegarde des droits de l'homme, en ce qu'à la différence de ce | tegenstelling tot datgene waarin is voorzien voor de sociaal |
qui est prévu pour les assurés sociaux qui bénéficient de l'article | verzekerden die de toepassing van artikel 23, eerste lid, van de wet |
23, alinéa 1er, de la loi du 11 avril 1995 visant à instituer la | van 11 april 1995 tot invoering van het handvest van de sociaal |
Charte de l'assuré social, il ne subordonne pas la prise de cours du | verzekerde genieten, het ingaan van de beroepstermijn tegen een |
délai de recours contre une décision qui n'a pas été notifiée, à la | beslissing waarvan geen kennis is gegeven niet afhankelijk maakt van |
prise de connaissance de cette décision alors qu'en ce qui concerne | de kennisneming van die beslissing, terwijl, wat het uitoefenen van |
l'exercice d'une voie de recours les assurés sociaux ne se trouvent | een rechtsmiddel betreft, de sociaal verzekerden zich niet in een |
pas dans une situation différente selon qu'ils sont demandeurs du | verschillende situatie bevinden naargelang zij aanvragers zijn van het |
revenu d'intégration ou d'une autre prestation sociale soumise à la | leefloon of een andere aan het handvest van de sociaal verzekerde |
Charte de l'assuré social ? »; | onderworpen sociale prestatie ? »; |
2. « L'article 47, § 1er, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit | 2. « Schendt artikel 47, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende |
à l'intégration sociale, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution, éventuellement combinés avec le principe général de | Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met het algemeen |
droit des droits de (la) défense et avec le droit au procès équitable | rechtsbeginsel van de rechten van (de) verdediging en met het in |
garanti par l'article 6 de la Convention européenne de protection et | artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
de sauvegarde des droits de l'homme, en ce qu'il traite de la même | gewaarborgde recht op een eerlijk proces, in zoverre het, enerzijds, |
manière, - c'est-à-dire en faisant courir à leur égard un délai de | de aanvragers van het leefloon aan wie kennis is gegeven van een |
recours prévu à peine de déchéance -, d'une part, les demandeurs du | beslissing die alle bij artikel 21, § 3, van de wet van 26 mei 2002 |
revenu d'intégration à qui a été notifiée une décision comportant | opgelegde vermeldingen bevat, en, anderzijds, de aanvragers van het |
l'ensemble des mentions imposées par l'article 21, § 3, de la loi du | leefloon aan wie het O.C.M.W. binnen de daartoe toegekende termijn van |
26 mai 2002 et, d'autre part, les demandeurs du revenu d'intégration à | geen enkele beslissing kennis heeft gegeven, op dezelfde wijze |
qui aucune décision n'a été notifiée par le C.P.A.S dans le délai qui | behandelt - dit wil zeggen door ten aanzien van hen een op straffe van |
lui est imparti pour ce faire, alors pourtant qu'il s'agit de | verval voorgeschreven beroepstermijn te laten ingaan -, terwijl het |
catégories de personnes se trouvant dans une situation radicalement | gaat om categorieën van personen die zich in een radicaal |
différente du point de vue de l'information dont elles disposent pour | verschillende situatie bevinden vanuit het oogpunt van de informatie |
former utilement leur recours ? »; | waarover zij beschikken om hun beroep dienstig in te stellen ? »; |
3. « L'article 47, § 1er, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit | 3. « Schendt artikel 47, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende |
à l'intégration sociale, viole-t-il les articles 10 et 11 de la | het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution, éventuellement combinés avec le principe général de | Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met het algemeen |
droit des droits de (la) défense et avec le droit au procès équitable | rechtsbeginsel van de rechten van (de) verdediging en met het in |
garanti par l'article 6 de la Convention européenne de protection et | artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
de sauvegarde des droits de l'homme, en ce qu'ils traitent de manière | gewaarborgde recht op een eerlijk proces, in zoverre het, enerzijds, |
différente - en ne faisant pas courir un délai de recours prévu à | de aanvragers van het leefloon aan wie kennis is gegeven van een |
peine de déchéance dans un cas et en faisant prendre cours un tel | beslissing die niet voldoet aan alle eisen van artikel 21, § 3, van de |
délai dans l'autre cas - d'une part, les demandeurs du revenu | |
d'intégration à qui a été notifiée une décision ne remplissant pas toutes les exigences de l'article 21, § 3, de la loi du 26 mai 2002 et, d'autre part, les demandeurs du revenu d'intégration à qui aucune décision n'a été notifiée par le C.P.A.S. dans le délai qui lui est imparti pour ce faire, alors qu'il s'agit de catégories de personnes se trouvant dans une situation comparable du point de vue de l'absence d'une information complète leur permettant de former utilement un recours ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 4204 du rôle de la Cour. Le greffier, | wet van 26 mei 2002 en, anderzijds, de aanvragers van het leefloon aan wie het O.C.M.W. binnen de daartoe toegekende termijn van geen enkele beslissing kennis heeft gegeven, op verschillende wijze behandelt - dit wil zeggen door een op straffe van verval voorgeschreven beroepstermijn niet te laten ingaan in het ene geval en door een dergelijke termijn wel te laten ingaan in het andere geval -, terwijl het gaat om categorieën van personen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden vanuit het oogpunt van de ontstentenis van volledige informatie om dienstig beroep te kunnen instellen ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4204 van de rol van het Hof. De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |