← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugement du 6 mars 2006 en cause du Ministère public contre G. Veryser, dont l'expédition est parvenue
au greffe de la Cour d'arbitrage le 14 mars 2 « L'article 58 du décret du 19 décembre 1998 contenant diverses
mesures d'accompagnement du budget (...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 6 mars 2006 en cause du Ministère public contre G. Veryser, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 14 mars 2 « L'article 58 du décret du 19 décembre 1998 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 6 maart 2006 in zake het Openbaar Ministerie tegen G. Veryser, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen « Schendt artikel 58 van het decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van d(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par jugement du 6 mars 2006 en cause du Ministère public contre G. | Bij vonnis van 6 maart 2006 in zake het Openbaar Ministerie tegen G. |
| Veryser, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Veryser, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is |
| d'arbitrage le 14 mars 2006, le Tribunal de première instance de | ingekomen op 14 maart 2006, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
| Bruges a posé la question préjudicielle suivante : | Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 58 du décret du 19 décembre 1998 contenant diverses | « Schendt artikel 58 van het decreet van 19 december 1998 houdende |
| mesures d'accompagnement du budget 1999 viole-t-il les articles 10 et | bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999, de artikelen 10 en |
| 11 de la Constitution en ce que, lorsque l'infraction à l'article 56 de la même loi [lire : du même décret] est commise sur une route régionale, le juge doit imposer l'obligation de verser un montant forfaitaire à titre de cotisation au « Vlaams Infrastructuurfonds », alors que cette obligation ne doit pas être imposée lorsque l'infraction a lieu sur d'autres routes en Région flamande et que sur ces dernières routes, l'auteur de l'infraction peut seulement être tenu de payer quelque montant que ce soit s'il est prouvé que la surcharge a causé des dégâts au revêtement routier ou, tout au moins, que l'étendue des dégâts est prouvée ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 3940 du rôle de la Cour. Le greffier, | 11 van de Grondwet doordat, wanneer de overtreding van artikel 56 van dezelfde wet [lees : van hetzelfde decreet] is begaan op een gewestweg, de Rechter de verplichting dient uit te spreken om een forfaitair bedrag te betalen bij wijze van bijdrage tot financiering van het Vlaams Infrastructuurfonds terwijl deze verplichting niet dient te worden uitgesproken wanneer de overtreding gebeurt op andere wegen in het Vlaamse Gewest en de overtreder op deze laatstgenoemde wegen enkel kan gehouden zijn tot betaling van welk bedrag dan ook wanneer bewezen is dat de overlading schade aan het wegdek heeft veroorzaakt minstens dat de omvang van de schade bewezen is ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 3940 van de rol van het Hof. De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |