← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugement du 6 octobre 2005 en cause de la s.a. Fortis Banque contre la s.a. CBC Banque et autres, dont
l'expédition est parvenue au greffe de la Cou « Si les articles 11.IV et
12 de la loi du 25 octobre 1919 sur la mise en gage sur le fonds de comm(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 6 octobre 2005 en cause de la s.a. Fortis Banque contre la s.a. CBC Banque et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cou « Si les articles 11.IV et 12 de la loi du 25 octobre 1919 sur la mise en gage sur le fonds de comm(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 6 oktober 2005 in zake de n.v. Fortis Bank tegen de n.v. CBC Banque en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitrage « Indien de artikelen 11.IV en 12 van de wet van 25 oktober 1919 betreffende het in pand geven van (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 6 octobre 2005 en cause de la s.a. Fortis Banque | Bij vonnis van 6 oktober 2005 in zake de n.v. Fortis Bank tegen de |
contre la s.a. CBC Banque et autres, dont l'expédition est parvenue au | n.v. CBC Banque en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het |
greffe de la Cour d'arbitrage le 20 octobre 2005, le Tribunal de | Arbitragehof is ingekomen op 20 oktober 2005, heeft de Rechtbank van |
première instance de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : | eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Si les articles 11.IV et 12 de la loi du 25 octobre 1919 sur la mise | « Indien de artikelen 11.IV en 12 van de wet van 25 oktober 1919 |
en gage sur le fonds de commerce complétés par les articles 4 à 10 et | betreffende het in pand geven van de handelszaak, aangevuld door de |
tout particulièrement 5 du titre 1er de la loi du 5 mai 1872 formant | artikelen 4 tot 10 en in het bijzonder door artikel 5 van titel I van |
le titre VI du Code de Commerce sont lus comme permettant au | de wet van 5 mei 1872, die titel VI van het Wetboek van Koophandel |
créancier-gagiste de faire saisir-exécuter les meubles corporels | vormt, zo worden gelezen dat zij de pandhoudende schuldeiser toestaan |
couverts par le gage sans faire décerner au préalable le commandement | uitvoerend beslag te laten leggen op de roerende goederen die door het |
visé à l'article 1499 du Code judiciaire, n'en découle-t-il pas au | pand worden gedekt zonder voorafgaandelijk het in artikel 1499 van het |
Gerechtelijk Wetboek bedoelde bevel te laten uitvaardigen, vloeit | |
regard des articles 10 et 11 de la Constitution une rupture de | daaruit dan, ten aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
l'égalité entre, d'une part, le débiteur-gagiste et le débiteur | een verbreking van de gelijkheid voort tussen, enerzijds, de |
ordinaire, tout comme, d'autre part, entre le créancier-gagiste et le | pandhoudende schuldenaar en de gewone schuldenaar en, anderzijds, |
créancier ordinaire ? Et si la réponse est affirmative, cette rupture | tussen de pandhoudende schuldeiser en de gewone schuldeiser ? En is, |
se justifie-t-elle ? ». | zo ja, die verbreking verantwoord ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 3792 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 3792 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |