← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugement n° 150.100 du 12 octobre 2005 en cause de B. Kastrati et S. Kastrati contre l'Etat belge, dont
l'expédition est parvenue au greffe de la Co « Les articles 10, 11 et 191 de la Constitution sont-ils
violés de par l'application de l'interdict(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement n° 150.100 du 12 octobre 2005 en cause de B. Kastrati et S. Kastrati contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Co « Les articles 10, 11 et 191 de la Constitution sont-ils violés de par l'application de l'interdict(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis nr. 150.100 van 12 oktober 2005 in zake B. Kastrati en S. Kastrati tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het « Worden de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet geschonden door toepassing van de verbodsbepali(...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par jugement n° 150.100 du 12 octobre 2005 en cause de B. Kastrati et | Bij vonnis nr. 150.100 van 12 oktober 2005 in zake B. Kastrati en S. |
| S. Kastrati contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au | Kastrati tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie |
| greffe de la Cour d'arbitrage le 19 octobre 2005, le Conseil d'Etat a | van het Arbitragehof is ingekomen op 19 oktober 2005, heeft de Raad |
| posé la question préjudicielle suivante : | van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Les articles 10, 11 et 191 de la Constitution sont-ils violés de par | « Worden de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet geschonden door |
| l'application de l'interdiction figurant à l'article 16 de la loi du | toepassing van de verbodsbepaling opgenomen in artikel 16 van de Wet |
| 22 décembre 1999 relative à la régularisation de séjour de certaines | van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van |
| catégories d'étrangers séjournant sur le territoire du Royaume | bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvende op het grondgebied |
| lorsque, postérieurement à la demande de régularisation, une demande | van het Rijk, wanneer er na de regularisatieaanvraag een aanvraag |
| strekkende tot het bekomen van een machtiging van verblijf wordt | |
| de permis de séjour est introduite sur la base de faits nouveaux dont | ingediend op grond van nieuwe feiten waarmee in de aanvraag tot |
| il n'a pas été tenu compte ou dont il n'a pu être tenu compte dans la | regularisatie geen rekening werd gehouden of kon worden gehouden, die |
| demande de régularisation, qui se sont produits indépendamment de la | zich voordeden buiten de wil van de aanvrager om, na het aflopen van |
| volonté du demandeur, postérieurement à la demande de régularisation, | de aanvraag strekkende tot regularisatie en die buitengewone |
| et qui constituent des circonstances exceptionnelles comme l'exige | omstandigheden uitmaken zoals vereist door artikel 9, derde lid, van |
| l'article 9, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980 sur [l'accès au | de wet van 15 december 1980 betreffende [de toegang tot het |
| territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des | grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van |
| étrangers], à savoir une maladie grave ? ». | vreemdelingen], met name ernstige ziekte ? ». |
| Cette affaire est inscrite sous le numéro 3791 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 3791 van de rol van het Hof. |
| Le greffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |