← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugement du 23 février 2005 en cause du ministère public et autres contre J.-P. Rosy et C. Heris, dont
l'expédition est parvenue au greffe de la Cou « L'article 442bis du Code pénal viole-t-il
les articles 10 et 11 de la Constitution lus isolément(...)"
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 23 février 2005 en cause du ministère public et autres contre J.-P. Rosy et C. Heris, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cou « L'article 442bis du Code pénal viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution lus isolément(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 23 februari 2005 in zake het openbaar ministerie en anderen tegen J.-P. Rosy en C. Heris, waarvan de expeditie ter griffie van het « Schendt artikel 442bis van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet, (...) |
|---|---|
| COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
| Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Par jugement du 23 février 2005 en cause du ministère public et autres | Bij vonnis van 23 februari 2005 in zake het openbaar ministerie en |
| contre J.-P. Rosy et C. Heris, dont l'expédition est parvenue au | anderen tegen J.-P. Rosy en C. Heris, waarvan de expeditie ter griffie |
| greffe de la Cour d'arbitrage le 18 mai 2005, le Tribunal | van het Arbitragehof is ingekomen op 18 mei 2005, heeft de |
| correctionnel de Nivelles a posé la question préjudicielle suivante : | Correctionele Rechtbank te Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « L'article 442bis du Code pénal viole-t-il les articles 10 et 11 de | « Schendt artikel 442bis van het Strafwetboek de artikelen 10 en 11 |
| la Constitution lus isolément ou combinés en leurs différentes | van de Grondwet, al dan niet, in de verschillende onderdelen ervan, in |
| branches avec les articles 12 et 14 de la Constitution ainsi qu'avec | samenhang gelezen met de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, alsook |
| les articles 6 et 7 de la Convention européenne des droits de l'homme | met de artikelen 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van |
| et l'article 5 du Pacte international relatif aux droits civils et | de Mens en artikel 5 van het Internationaal Verdrag inzake |
| politiques en ce que la disposition pénale attaquée crée une | burgerrechten en politieke rechten, in zoverre de betwiste |
| discrimination entre deux citoyens ou deux justiciables ayant commis | strafrechtelijke bepaling een discriminatie teweegbrengt tussen twee |
| les mêmes actes matériels dans le même état d'esprit, de conscience ou | burgers of twee rechtzoekenden die met dezelfde ingesteldheid, |
| de volonté, d'une part, du fait d'une absence d'une définition légale | hetzelfde besef of dezelfde intentie dezelfde materiële handelingen |
| de l'élément matériel de l'infraction respectant le principe de | hebben gesteld, wegens, enerzijds, de ontstentenis van een wettelijke |
| légalité des incriminations et des peines, et d'autre part, du fait | definitie van het materiële element van het misdrijf die het beginsel |
| que la définition de l'élément moral de cette infraction laisse un trop grand pouvoir d'appréciation dans une matière du droit où règnent les principes de l'interprétation restrictive et légale, ce qui a pour conséquence que le sort qui sera réservé sur le plan pénal et procédural à chacun d'eux peut, et du fait de cette violation, être constitutif d'une rupture d'égalité ? ». Cette affaire, inscrite sous le numéro 3706 du rôle de la Cour, a été jointe aux affaires portant les numéros 3318, 3483, 3673 et 3688 du rôle. Le greffier, | van de wettigheid van de strafbaarstellingen en van de straffen in acht neemt en, anderzijds, het feit dat de definitie van het morele element van dat misdrijf een te ruime beoordelingsbevoegdheid laat in een rechtsmaterie waar de beginselen van de beperkende en wettelijke interpretatie heersen, wat ertoe leidt dat de behandeling op strafrechtelijk en procedureel vlak van elkeen, wegens die schending, een verbreking van de gelijkheid kan inhouden ? ». Die zaak, ingeschreven onder nummer 3706 van de rol van het Hof, werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 3318, 3483, 3673 en 3688. De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |