← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage
Par jugement du 11 mars 2004 en cause du procureur du Roi près le Tribunal de première instance de Namur
contre C. Dalne, dont l'expédition est parvenu "1. L'article
3bis, § 2, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 [relatif à l'interdic(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 11 mars 2004 en cause du procureur du Roi près le Tribunal de première instance de Namur contre C. Dalne, dont l'expédition est parvenu "1. L'article 3bis, § 2, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 [relatif à l'interdic(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 11 maart 2004 in zake de procureur des Konings bij de Rechtbank van eerste aanleg te Namen tegen C. Dalne, waarvan de expeditie t "1. Schendt artikel 3bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 [bet(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 11 mars 2004 en cause du procureur du Roi près le | Bij vonnis van 11 maart 2004 in zake de procureur des Konings bij de |
Tribunal de première instance de Namur contre C. Dalne, dont | Rechtbank van eerste aanleg te Namen tegen C. Dalne, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 30 mars | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 30 maart |
2004, le Tribunal de commerce de Namur a posé les questions | 2004, heeft de Rechtbank van Koophandel te Namen de volgende |
préjudicielles suivantes : | prejudiciële vragen gesteld : |
"1. L'article 3bis, § 2, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 | "1. Schendt artikel 3bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 22 van |
[relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux | 24 oktober 1934 [betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde |
faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités] | veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of |
modifié par la loi du 4 août 1978 prévoyant la possibilité pour un | werkzaamheden uit te oefenen], gewijzigd bij de wet van 4 augustus |
tribunal de commerce de prononcer une interdiction professionnelle | 1978, dat het de rechtbank van koophandel mogelijk maakt een |
pendant une période de 3 à 10 ans, viole-t-il l'article 23 de la | beroepsverbod gedurende een periode van drie tot tien jaar uit te |
Constitution dans la mesure où cette dernière disposition n'a prévu | spreken, artikel 23 van de Grondwet, in zoverre die laatste bepaling |
aucune restriction au droit au libre choix d'une activité | niet heeft voorzien in enige beperking van het daarin verankerde recht |
professionnelle qu'elle consacre, en raison de mesures de police | op de vrije keuze van beroepsarbeid, wegens maatregelen van |
économique que le législateur estimerait devoir adopter ? 2. L'article 3bis, § 2, de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934 modifié par la loi du 4 août 1978 prévoyant la possibilité pour un tribunal de commerce de prononcer une interdiction professionnelle pendant une période de 3 à 10 ans, viole-t-il l'article 23 de la Constitution, compte tenu de ce qu'une telle interdiction pourrait compromettre définitivement le libre choix d'une activité professionnelle après que cette mesure a cessé de produire ses effets ?" Cette affaire est inscrite sous le numéro 2962 du rôle de la Cour. Le greffier, | economische politie die de wetgever zou menen te moeten nemen ? 2. Schendt artikel 3bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1978, dat het de rechtbank van koophandel mogelijk maakt een beroepsverbod gedurende een periode van drie tot tien jaar uit te spreken, artikel 23 van de Grondwet, ermee rekening houdende dat een dergelijk verbod de vrije keuze van beroepsarbeid definitief in het gedrang kan brengen nadat die maatregel heeft opgehouden uitwerking te hebben ?" Die zaak is ingeschreven onder nummer 2962 van de rol van het Hof. De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |