← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
décision du 28 septembre 2000 en cause de M. Cordier et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe
de la Cour d'arbitrage le 2 octobre 2000, le « 1. L'article 3 de la loi électorale communale
du 4 août 1932 et les articles 18 et 142 du Code él(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par décision du 28 septembre 2000 en cause de M. Cordier et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 2 octobre 2000, le « 1. L'article 3 de la loi électorale communale du 4 août 1932 et les articles 18 et 142 du Code él(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij beslissing van 28 september 2000 in zake M. Cordier en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 oktobe « 1. Schenden artikel 3 van de gemeentekieswet van 4 augustus 1932 en de artikelen 18 en 142 van he(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par décision du 28 septembre 2000 en cause de M. Cordier et autres, | Bij beslissing van 28 september 2000 in zake M. Cordier en anderen, |
waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op | |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 2 | 2 oktober 2000, heeft het college van burgemeester en schepenen van de |
octobre 2000, le collège des bourgmestre et échevins de la commune de | |
Honnelles a posé les questions préjudicielles suivantes : | gemeente Honnelles de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
« 1. L'article 3 de la loi électorale communale du 4 août 1932 et les | « 1. Schenden artikel 3 van de gemeentekieswet van 4 augustus 1932 en |
articles 18 et 142 du Code électoral du 12 août 1928 interprétés dans | de artikelen 18 en 142 van het Kieswetboek van 12 augustus 1928, |
le sens que les citoyens non belges de l'Union ayant la qualité | geïnterpreteerd in die zin dat niet-Belgische burgers van de Unie met |
d'électeurs pour la Commune ne pourraient être repris sur la liste | de hoedanigheid van kiezer voor de gemeente niet zouden kunnen worden |
électorale et prendre part au vote dès lors que la liste des électeurs | vermeld op de kiezerslijst noch deelnemen aan de stemming aangezien de |
ne reprendrait pas leurs noms et qu'une réclamation n'aurait pas été | kiezerslijst hun naam niet zou vermelden en geen bezwaar zou zijn |
introduite jusqu'au douzième jour précédant celui de l'élection | ingediend tot de twaalfde dag vóór die van de verkiezing, de artikelen |
violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec | 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 191 van de |
l'article 191 de la Constitution de même que ces dispositions | Grondwet, alsook die bepalingen in samenhang gelezen met artikel 19 |
combinées avec l'article 19 du Traité des Communautés européennes et | van het E.G.-Verdrag en met de richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 |
avec la directive 94/80/CE du Conseil du 19 décembre 1994 fixant les | december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het |
modalités de l'exercice du droit de vote et d'éligibilité aux | actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten |
élections municipales pour les citoyens de l'Union résidant dans un | behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een Lid-Staat |
Etat membre dont ils n'ont pas la nationalité, modifiée par la | waarvan zij de nationaliteit niet bezitten, gewijzigd bij de richtlijn |
directive 96/30/CE du 13 mai 1996 et avec l'article 25, b, du Pacte | 96/30/EG van 13 mei 1996, en met artikel 25, b, van het Internationaal |
international relatif aux droits civils et politiques fait à New York, | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, gesloten te New |
approuvé par la loi du 15 mai 1981, dans la mesure où ne pourraient | York en goedgekeurd bij de wet van 15 mei 1981, in zoverre burgers van |
prendre part au vote des citoyens de l'Union ayant incontestablement | de Unie die ontegenzeggelijk de hoedanigheid van kiezer hebben, niet |
la qualité d'électeurs ? » | aan de stemming zouden mogen deelnemen ? » |
« 2. L'article 3 de la loi électorale communale du 4 août 1932 | « 2. Schendt artikel 3 van de gemeentekieswet van 4 augustus 1932, |
interprété dans le sens que des ressortissants des autres Etats | geïnterpreteerd in die zin dat onderdanen van de andere Lid-Staten van |
membres de l'Union européenne respectant les conditions prescrites par | de Europese Unie die voldoen aan de voorwaarden voorgeschreven bij die |
cette disposition ne pourraient être repris sur la liste des électeurs | bepaling niet op de kiezerslijst zouden kunnen worden vermeld noch |
ni disposer du droit de vote si le Collège n'a pas délibéré le 1er | over het kiesrecht zouden kunnen beschikken indien het college op 1 |
août sur leur inscription sur la liste des électeurs, alors que la | augustus niet heeft beslist over hun inschrijving op de kiezerslijst, |
qualité d'électeur d'un Belge découle uniquement des conditions | terwijl de hoedanigheid van kiezer van een Belg enkel voortvloeit uit |
prescrites par la loi viole-t-il les articles 10 et 11 de la | de voorwaarden die bij de wet zijn voorgeschreven, de artikelen 10 en |
Constitution, combinés avec l'article 191 de la Constitution de même | 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 191 van de |
que ces dispositions combinées avec l'article 19 du Traité des | Grondwet, alsook die bepalingen in samenhang gelezen met artikel 19 |
Communautés européennes, la directive 94/80/CE du Conseil du 19 | van het E.G.-Verdrag, met de richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 |
décembre 1994 fixant les modalités de l'exercice du droit de vote et | december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het |
actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten | |
d'éligibilité aux élections municipales pour les citoyens de l'Union | behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een Lid-Staat |
résidant dans un Etat membre dont ils n'ont pas la nationalité, | waarvan zij de nationaliteit niet bezitten, gewijzigd bij de richtlijn |
modifiée par la directive 96/30/CE du 13 mai 1996 et avec l'article | 96/30/EG van 13 mei 1996, en met artikel 25, b, van het Internationaal |
25, b, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, | Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, gesloten te New |
fait à New York, approuvé par la loi du 15 mai 1981 ? » | York en goedgekeurd bij de wet van 15 mei 1981 ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2035 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2035 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt n° 90.166 du 11 octobre 2000 en cause de L. Robert contre la | Bij arrest nr. 90.166 van 11 oktober 2000 in zake L. Robert tegen het |
Région wallonne et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de | Waalse Gewest en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het |
la Cour d'arbitrage le 30 octobre 2000, le Conseil d'Etat a posé la | Arbitragehof is ingekomen op 30 oktober 2000, heeft de Raad van State |
question préjudicielle suivante : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Dans la mesure où il vise les notifications de toutes les décisions | « Houdt artikel 3, 4°, van de wet van 12 november 1997 betreffende de |
ou actes administratifs à portée individuelle des autorités | openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten een schending |
provinciales, y compris ceux des députations permanentes exerçant la | in van artikel 5, § 1, 2°, b), van de bijzondere wet tot hervorming |
tutelle prévue à l'article 53, § 3, de la loi du 8 juillet 1976 | der instellingen en van artikel 3, 7°, van het decreet II van de |
organique des centres publics d'aide sociale, plus particulièrement | Waalse Gewestraad van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van |
dans la mesure où il prévoit que le défaut des mentions requises lors | sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest |
desdites notifications a pour sanction que 'le délai de prescription | en de Franse Gemeenschapscommissie, uitgevaardigd met toepassing van |
pour introduire le recours ne prend pas cours', l'article 3, 4°, de la | artikel 59quinquies van de Grondwet, in zoverre dat artikel 3, 4°, |
loi du 12 novembre 1997 relative à la publicité de l'administration | doelt op de kennisgeving van alle beslissingen of administratieve |
dans les provinces et les communes viole-t-il les articles 5, § 1er, | handelingen met individuele strekking van de provinciale overheden, |
2°, b), de la loi spéciale de réformes institutionnelles et l'article | met inbegrip van die van de bestendige deputaties in de uitoefening |
3, 7°, du décret II du Conseil régional wallon du 22 juillet 1993 pris | van het toezicht waarin wordt voorzien in artikel 53, § 3, van de |
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | |
maatschappelijk welzijn, meer bepaald in zoverre het bepaalt dat het | |
en application de l'article 59quinquies de la Constitution, attribuant | niet opnemen van de vereiste vermeldingen in de genoemde |
l'exercice de certaines compétences de la Communauté française à la | kennisgevingen de sanctie tot gevolg heeft 'dat de verjaringstermijn |
Région wallonne et à la Commission communautaire française ? » | voor het indienen van het beroep geen aanvang neemt' ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2067 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2067 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt n° 90.237 du 16 octobre 2000 en cause de G. Wijnen contre la | Bij arrest nr. 90.237 van 16 oktober 2000 in zake G. Wijnen tegen de |
chambre d'arrondissement des huissiers de justice de Malines, dont | arrondissementskamer van gerechtsdeurwaarders te Mechelen, waarvan de |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 13 | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 13 november |
novembre 2000, le Conseil d'Etat a posé les questions préjudicielles | 2000, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vragen gesteld |
suivantes : | : |
« 1. Les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils méconnus par | « 1. Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door |
l'article 531, tel qu'il s'énonçait avant sa modification par | artikel 531 zoals geformuleerd vóór de wijziging ervan bij artikel 12 |
l'article 12 de la loi du 6 avril 1992 modifiant le Code judiciaire en | van de wet van 6 april 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek |
ce qui concerne le statut des huissiers de justice, par l'article 610 | met betrekking tot het statuut van de gerechtsdeurwaarders, artikel |
du Code judiciaire combiné à l'article 1088 du Code judiciaire et par | 610 van het Gerechtelijk Wetboek samengelezen met artikel 1088 van het |
l'article 14, alinéa 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, | Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde |
dans la mesure où les articles précités sont interprétés en ce sens | |
qu'ils n'autorisent pas les huissiers de justice, auxquels le conseil | wetten op de Raad van State, in zoverre voormelde artikelen |
de la chambre d'arrondissement inflige une peine de discipline prévue | geïnterpreteerd worden in de zin dat ze de gerechtsdeurwaarder aan wie |
à l'article 531 du Code judiciaire, à introduire un recours en | de raad van de arrondissementskamer een in artikel 531 van het |
Gerechtelijk Wetboek voorziene tuchtstraf oplegt, niet toestaan tegen | |
annulation devant le Conseil d'Etat contre cette décision | die tuchtbeslissing een vernietigingsberoep in te stellen bij de Raad |
disciplinaire, et ce contrairement à la plupart des autres | van State, dit in tegenstelling tot de meeste andere |
fonctionnaires publics qui font l'objet d'une mesure disciplinaire | overheidsambtenaren die het voorwerp uitmaken van een gelijkaardige |
analogue et qui, en vertu de l'article 14 précité, disposent | tuchtmaatregel en op grond van voormeld artikel 14 wel beschikken over |
effectivement de la possibilité d'introduire un recours en annulation | de mogelijkheid hiertegen een vernietigingsberoep bij de Raad van |
contre cette mesure auprès du Conseil d'Etat ? | State in te leiden ? |
2. Les articles 10 et 11 de la Constitution sont-ils méconnus par | 2. Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door |
l'article 531, tel qu'il s'énonçait avant sa modification par | artikel 531 zoals geformuleerd vóór de wijziging ervan bij artikel 12 |
l'article 12 de la loi du 6 avril 1992 modifiant le Code judiciaire en | van de wet van 6 april 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek |
ce qui concerne le statut des huissiers de justice, par l'article 610 | met betrekking tot het statuut van de gerechtsdeurwaarders, artikel |
du Code judiciaire combiné à l'article 1088 du Code judiciaire et par | 610 van het Gerechtelijk Wetboek samengelezen met artikel 1088 van het |
l'article 14, alinéa 1er, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, | Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde |
dans la mesure où les articles précités sont interprétés en ce sens | |
qu'ils n'autorisent pas les huissiers de justice, auxquels le conseil | wetten op de Raad van State, in zoverre voormelde artikelen |
de la chambre d'arrondissement inflige une peine de discipline prévue | geïnterpreteerd worden in de zin dat ze de gerechtsdeurwaarder aan wie |
à l'article 531 du Code judiciaire, à introduire un recours en | de raad van de arrondissementskamer een in artikel 531 van het |
annulation devant le Conseil d'Etat contre cette décision | Gerechtelijk Wetboek voorziene tuchtstraf oplegt, niet toestaan tegen |
disciplinaire, et ce contrairement à la plupart des autres titulaires | die beslissing een vernietigingsberoep in te stellen bij de Raad van |
de professions libérales réglementées qui, en vertu de cet article 14, | State, dit in tegenstelling tot de meeste andere beoefenaars van |
disposent effectivement d'un recours en annulation contre les actes | gereglementeerde vrije beroepen die op grond van dit artikel 14 wel |
over een vernietigingsberoep beschikken tegen de eenzijdige | |
administratifs unilatéraux qui affectent négativement leurs intérêts ? » | overheidsbeslissingen die hun belangen ongunstig raken ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2073 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2073 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 13 novembre 2000 en cause de Y. de Grady de Horion et | Bij vonnis van 13 november 2000 in zake Y. de Grady de Horion en |
autres contre J. Lejeune et autres, dont l'expédition est parvenue au | anderen tegen J. Lejeune en anderen, waarvan de expeditie ter griffie |
greffe de la Cour d'arbitrage le 24 novembre 2000, le juge de paix du | van het Arbitragehof is ingekomen op 24 november 2000, heeft de |
canton de Fexhe-Slins a posé la question préjudicielle suivante : | vrederechter van het kanton Fexhe-Slins de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Les articles 8, § 1er, 1er alinéa, in fine, et 37, § 1er, 2°, de la | « Schenden de artikelen 8, § 1, eerste lid, in fine, en 37, § 1, 2°, |
loi du 4 novembre 1969 modifiée par la loi du 7 novembre 1988 sur le | van de pachtwet van 4 november 1969, gewijzigd bij de wet van 7 |
bail à ferme, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution | november 1988, de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet doordat |
belge en ce que le bailleur qui désire voir exploiter ses biens par | de verpachter die zijn goederen wenst te laten uitbaten door verwanten |
des parents au 4ème degré ne peut obtenir la validation du congé pour | in de vierde graad niet de geldigverklaring kan verkrijgen van de |
exploitation personnelle conformément à l'article 8, § 1er, 1er | opzegging voor persoonlijke exploitatie overeenkomstig artikel 8, § 1, |
alinéa, in fine, si préalablement une cession de bail a été notifiée | eerste lid, in fine, indien vooraf kennis is gegeven van een |
(article 35 de la loi sur le bail à ferme), alors que le bailleur qui | pachtoverdracht (artikel 35 van de pachtwet) terwijl de verpachter die |
désire voir exploiter ses biens par son conjoint, ses descendants ou | zijn goederen wil laten exploiteren door zijn echtgenoot, zijn |
enfants adoptifs, pourra obtenir la validation du congé pour | afstammelingen of aangenomen kinderen, de geldigverklaring van de |
exploitation personnelle même si préalablement une cession de bail a | opzegging voor persoonlijke exploitatie zal kunnen verkrijgen, zelfs |
été notifiée (article 35 de la loi sur le bail à ferme) car il pourra | indien vooraf kennis is gegeven van een pachtoverdracht (artikel 35 |
s'y opposer valablement (article 37, § 1er, 2°) ? ». | van de pachtwet) want hij zal zich geldig daartegen kunnen verzetten (artikel 37, § 1, 2°) ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2080 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2080 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |