← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage a.
Par jugement du 3 mai 2000 en cause de P. Owusu contre le centre public d'aide sociale d'Anvers, dont
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d « L'article 57, § 2, de la loi organique
des C.P.A.S. viole-t-il les articles 10 et 11 de la C(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage a. Par jugement du 3 mai 2000 en cause de P. Owusu contre le centre public d'aide sociale d'Anvers, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d « L'article 57, § 2, de la loi organique des C.P.A.S. viole-t-il les articles 10 et 11 de la C(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij vonnis van 3 mei 2000 in zake P. Owusu tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Antwerpen, waarvan de expeditie ter grif « Schendt artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat d(...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
a. Par jugement du 3 mai 2000 en cause de P. Owusu contre le centre | a. Bij vonnis van 3 mei 2000 in zake P. Owusu tegen het openbaar |
public d'aide sociale d'Anvers, dont l'expédition est parvenue au | centrum voor maatschappelijk welzijn van Antwerpen, waarvan de |
greffe de la Cour d'arbitrage le 10 mai 2000, le Tribunal du travail | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 10 mei |
d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : | |
« L'article 57, § 2, de la loi organique des C.P.A.S. viole-t-il les | 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen de volgende prejudiciële |
articles 10 et 11 de la Constitution en ce que cette disposition est | vraag gesteld : « Schendt artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet de artikelen 10 en 11 |
également applicable aux étrangers qui ont introduit une demande de | van de Grondwet doordat deze bepaling ook van toepassing is op |
vreemdelingen die een regularisatie-aanvraag hebben ingediend conform | |
régularisation conformément à la loi du 22 décembre 1999 relative à la | de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van bepaalde |
régularisation de certaines catégories d'étrangers séjournant sur le | categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het |
territoire du Royaume, par laquelle, en vertu d'une disposition | Rijk waardoor zij krachtens een wettelijke bepaling, in casu artikel |
légale, en l'occurrence l'article 14 de la susdite loi, ils ne peuvent | 14 van voormelde wet, niet uitgewezen kunnen worden zo lang hun |
être expulsés tant que leur demande de régularisation est examinée, | regularisatie-aanvraag wordt onderzocht, terwijl aan vreemdelingen die |
alors qu'une aide peut être accordée aux étrangers séjournant | legaal in het Rijk verblijven en aan vreemdelingen wier asielaanvraag |
légalement dans le Royaume et aux étrangers dont la demande d'asile a | werd verworpen en die tegen de negatieve beslissing van de |
été rejetée et qui ont introduit auprès du Conseil d'Etat un recours | Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen of van de |
contre la décision négative du Commissaire général aux réfugiés et aux | Vaste Beroepscommissie beroep hebben ingesteld bij de Raad van State, |
apatrides ou de la Commission permanente de recours ? » | wel steun kan toegekend worden ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1964 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1964 van de rol van het Hof. |
b. Par jugement du 29 juin 2000 en cause de A. Akcadag contre le | b. Bij vonnis van 29 juni 2000 in zake A. Akcadag tegen het openbaar |
centre public d'aide sociale de Bassege et contre l'Etat belge, dont | centrum voor maatschappelijk welzijn van Bitsingen en tegen de |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 4 | is ingekomen op 4 juli 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik de |
juillet 2000, le Tribunal du travail de Liège a posé la question | |
préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 [organique des | « Schendt artikel 57, § 2, van de [organieke] wet van 8 juli 1976 |
centres publics d'aide sociale], tel qu'il se présente après l'arrêt | [betreffende de openbare centra voor maatschappelijke welzijn], in de |
prononcé par la Cour d'arbitrage le 22 avril 1998, viole-t-il les | bewoordingen zoals na het arrest gewezen door het Arbitragehof op 22 |
articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où il traite de | april 1998, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het |
manière identique, sans justification raisonnable en apparence, des | zonder duidelijke redelijke verantwoording personen die zich in |
personnes qui se trouvent dans des situations fondamentalement | fundamenteel verschillende situaties bevinden op dezelfde wijze |
différentes, à savoir celles qui peuvent être éloignées du territoire | behandelt, namelijk zij die van het nationale grondgebied kunnen |
national parce qu'elles n'ont pas sollicité la régularisation de leur | worden verwijderd, omdat ze de regularisatie van hun verblijf niet |
séjour et celles qui ne peuvent l'être, en application d'une | hebben aangevraagd, en zij die niet kunnen worden verwijderd, met |
disposition impérative de la loi, à savoir l'article 14 de la loi du | toepassing van een dwingende bepaling van de wet, namelijk artikel 14 |
22 décembre 1999 ? » | van de wet van 22 december 1999 ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2004 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2004 van de rol van het Hof. |
c. Par cinq jugements du 11 juillet 2000 en cause de respectivement M. | c. Bij vijf vonnissen van 11 juli 2000 in zake respectievelijk M. |
Camara, C. Bahati Kizungu, A. El Mouchik, Z. Ristic et A. El Hammouchi | Camara, C. Bahati Kizungu, A. El Mouchik, Z. Ristic en A. El Hammouchi |
contre les centres publics d'aide sociale d'Anderlecht, de Bruxelles | tegen de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van Anderlecht, |
et de Molenbeek-Saint-Jean et contre l'Etat belge, dont les | Brussel en Sint-Jans-Molenbeek en tegen de Belgische Staat, waarvan de |
expéditions sont parvenues au greffe de la Cour d'arbitrage le 19 | expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 19 juli |
juillet 2000, le Tribunal du travail de Bruxelles a posé la question | 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de volgende prejudiciële |
préjudicielle suivante : | vraag gesteld : |
« L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres | « Schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals | |
publics d'aide sociale, modifié par l'article 65 de la loi du 15 | gewijzigd bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996, en bij de |
juillet 1996, et par les arrêts rendus par la Cour d'arbitrage les 22 | |
avril 1998, 21 octobre 1998 et 30 juin 1999, viole-t-il ou non les | arresten gewezen door het Arbitragehof op 22 april 1998, 21 oktober |
articles 10 et 11 de la Constitution, lus conjointement avec les | 1998 en 30 juni 1999, al dan niet de artikelen 10 en 11 van de |
articles 23 et 191 de la Constitution, l'article 11.1 du Pacte | Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 191 van de |
international de New York du 19 décembre 1996 relatif aux droits | Grondwet, artikel 11.1 van het Internationaal Verdrag van New York van |
économiques, sociaux et culturels, et l'article 3 de la Convention de | 19 december 1966 inzake economische, sociale en culturele rechten en |
Rome du 4 novembre 1950 de sauvegarde des droits de l'homme et des | artikel 3 van het Verdrag van Rome van 4 november 1950 tot bescherming |
libertés fondamentales, en ce qu'il traite de la même manière, soit avec une suffisante justification raisonnable, soit sans une telle justification, d'une part, des étrangers auxquels un ordre exécutoire de quitter le territoire a été notifié et qui peuvent être éloignés et, d'autre part, des étrangers auxquels un ordre exécutoire a été notifié et qui ne seront pas éloignés durant l'examen de leur demande de régularisation en application de l'article 14 de la loi du 22 décembre 1999 relative à la régularisation de séjour de certaines catégories d'étrangers séjournant sur le territoire du Royaume ? » | van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden doordat het op dezelfde manier behandelt, ofwel met een voldoende redelijke verantwoording, ofwel zonder een dergelijke verantwoording : enerzijds, vreemdelingen aan wie een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten werd betekend en die kunnen worden verwijderd en, anderzijds, vreemdelingen aan wie een uitvoerbaar bevel werd betekend en die niet zullen worden verwijderd tijdens het onderzoek van hun regularisatieaanvraag met toepassing van artikel 14 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk ? » |
Ces affaires sont inscrites sous les numéros 2016 à 2020 du rôle de la | Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 2016 tot 2020 van de rol |
Cour. | van het Hof. |
d. Par jugement du 19 juillet 2000 en cause de G. Allison contre le | d. Bij vonnis van 19 juli 2000 in zake G. Allison tegen het openbaar |
centre public d'aide sociale d'Ixelles et contre l'Etat belge, dont | centrum voor maatschappelijk welzijn van Elsene en tegen de Belgische |
Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | |
l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 26 | ingekomen op 26 juli 2000, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de |
juillet 2000, le Tribunal du travail de Bruxelles a posé la question | |
préjudicielle suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres | « Schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals | |
publics d'aide sociale, modifié par l'article 65 de la loi du 15 | gewijzigd bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996, en bij de |
juillet 1996, et par les arrêts rendus par la Cour d'arbitrage les 22 | |
avril 1998, 21 octobre 1998 et 30 juin 1999, viole-t-il ou non les | arresten gewezen door het Arbitragehof op 22 april 1998, 21 oktober |
articles 10 et 11 de la Constitution, lus conjointement avec les | 1998 en 30 juni 1999, al dan niet de artikelen 10 en 11 van de |
articles 23 et 191 de la Constitution, l'article 11.1 du Pacte | Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 191 van de |
international de New-York du 19 décembre 1996 relatif aux droits | Grondwet, artikel 11.1 van het Internationaal Verdrag van New York van |
économiques, sociaux et culturels, et l'article 3 de la Convention de | 19 december 1966 inzake economische, sociale en culturele rechten en |
Rome du 4 novembre 1950 de sauvegarde des droits de l'homme et des | artikel 3 van het Verdrag van Rome van 4 november 1950 tot bescherming |
libertés fondamentales, en ce qu'il traite de la même manière, soit | van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden doordat het op |
avec une suffisante justification raisonnable, soit sans une telle | dezelfde manier behandelt, ofwel met een voldoende redelijke |
justification, d'une part, des étrangers auxquels un ordre exécutoire | verantwoording, ofwel zonder een dergelijke verantwoording : |
de quitter le territoire a été notifié et qui peuvent exécuter cet | enerzijds, vreemdelingen aan wie een uitvoerbaar bevel om het |
ordre de gré ou de force et, d'autre part, des étrangers auxquels un | grondgebied te verlaten werd betekend en die dat bevel goedschiks of |
ordre exécutoire a été notifié et qui ne seront pas éloignés de force | kwaadschiks kunnen uitvoeren en, anderzijds, vreemdelingen aan wie een |
durant l'examen de leur demande de régularisation en application de | uitvoerbaar bevel werd betekend en die niet met geweld zullen worden |
verwijderd tijdens het onderzoek van hun regularisatieaanvraag met | |
l'article 14 de la loi du 22 décembre 1999 relative à la | toepassing van artikel 14 van de wet van 22 december 1999 betreffende |
régularisation de séjour de certaines catégories d'étrangers | de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van |
séjournant sur le territoire du Royaume ? » | vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2021 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2021 van de rol van het Hof. |
e. Par jugement du 19 juillet 2000 en cause de P. Do Zumbu contre le | e. Bij vonnis van 19 juli 2000 in zake P. Do Zumbu tegen het openbaar |
centre public d'aide sociale d'Ixelles, dont l'expédition est parvenue | centrum voor maatschappelijk welzijn van Elsene, waarvan de expeditie |
au greffe de la Cour d'arbitrage le 26 juillet 2000, le Tribunal du | ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 juli 2000, heeft |
travail de Bruxelles a posé la question préjudicielle citée sous d) et | de Arbeidsrechtbank te Brussel de onder d) vermelde alsmede de |
la suivante : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres | « Schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 |
betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd | |
publics d'aide sociale, modifié par l'article 65 de la loi du 15 | bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996, en bij de arresten gewezen |
juillet 1996, et par les arrêts rendus par la Cour d'arbitrage les 22 | |
avril 1998, 21 octobre 1998 et 30 juin 1999, viole-t-il ou non les | door het Arbitragehof op 22 april 1998, 21 oktober 1998 en 30 juni |
articles 10 et 11, lus conjointement avec les articles 23 et 191 de la | 1999 al dan niet de artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met de |
Constitution belge, en tant qu'il serait interprété comme traitant | artikelen 23 en 191 van de Belgische Grondwet, in zoverre het in die |
différemment, d'une part, les étrangers qui ont demandé à être | zin zou worden geïnterpreteerd dat het verschillend behandelt : |
reconnus comme réfugiés, dont la demande a été rejetée et qui ont reçu | enerzijds, de vreemdelingen die hebben gevraagd om als vluchteling |
erkend te worden, wier aanvraag is verworpen en die een bevel om het | |
un ordre de quitter le territoire, tant que n'ont pas été tranchés les | grondgebied te verlaten hebben ontvangen, zolang de beroepen die zij |
recours qu'ils ont introduits devant le Conseil d'Etat contre la | voor de Raad van State hebben ingesteld tegen de beslissing genomen |
décision du commissaire général aux réfugiés et aux apatrides, prise | door de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, |
en application de l'article 63.3 de la loi du 15 décembre 1980, ou | met toepassing van artikel 63.3 van de wet van 15 december 1980, of |
contre la décision de la Commission permanente de recours des | tegen de beslissing van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen |
réfugiés, et d'autre part, les étrangers qui ont reçu un ordre de | niet zijn beslecht, en, anderzijds, de vreemdelingen die een bevel om |
quitter le territoire, par exemple à la suite d'une décision de refus | het grondgebied te verlaten hebben ontvangen, bijvoorbeeld na een |
de séjour prise par l'Office des étrangers, et qui ont introduit un | beslissing van weigering van verblijf genomen door de Dienst |
recours devant le Conseil d'Etat contre cet ordre de quitter le | Vreemdelingenzaken, en die bij de Raad van State een beroep hebben |
ingesteld tegen dat bevel om het grondgebied te verlaten en niet tegen | |
territoire et non contre la décision préalable de l'autorité | de eerdere beslissing van de bevoegde overheid, waarbij het verblijf |
compétente, refusant le séjour en Belgique ? » | in België werd geweigerd ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 2022 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2022 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt n° 85.698 du 29 février 2000 en cause de M.-L. Dubois contre | Bij arrest nr. 85.698 van 29 februari 2000 in zake M.-L. Dubois tegen |
l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het |
d'arbitrage le 22 mars 2000, le Conseil d'Etat a posé les questions | Arbitragehof is ingekomen op 22 maart 2000, heeft het Raad van State |
préjudicielles suivantes : | de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
1. « L'arrêté royal n° 31 du 23 août 1939 sur l'occupation de terrains | 1. « Is het koninklijk besluit nr. 31 van 23 augustus 1939 betreffende |
en vue de l'organisation défensive du territoire, confirmé par la loi | het nuttigen van de terreinen met het oog op de defensieve organisatie |
du 16 juin 1947, interprété en ce sens qu'il organise une procédure | van het grondgebied, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947, in die |
susceptible de s'appliquer en tout temps et notamment en dehors de | zin uitgelegd dat het een procedure regelt die altijd kan worden |
périodes où une menace imminente pèse sur la sécurité extérieure du | toegepast, onder meer in perioden waar geen onmiddellijk gevaar voor |
de uitwendige veiligheid van het land bestaat, verenigbaar of | |
pays, est-il ou est-il resté compatible avec les articles 10 et 11 de | verenigbaar gebleven met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
la Constitution, éventuellement combinés avec l'article 16, en tant | eventueel gelezen in samenhang met artikel 16, voorzover een bij de |
que ces articles exigent qu'une mesure établie par la loi soit | wet vastgestelde maatregel volgens die artikelen relevant moet zijn en |
pertinente et proportionnée aux objectifs que poursuit le législateur, | in verhouding moet staan tot de doelstellingen die de wetgever |
en ce qu'il établit une procédure exceptionnelle permettant au | nastreeft, doordat het in een uitzonderlijke procedure voorziet die de |
Ministre de la Défense nationale de prendre possession de biens | Minister van Landsverdediging de mogelijkheid biedt onroerende |
immeubles et d'en disposer en y apportant des modifications | goederen in bezit te nemen en erover te beschikken, waarbij hij er |
moeilijk omkeerbare wijzigingen in kan aanbrengen die niet met de | |
difficilement réversibles et non conformes à leur destination | vroegere bestemming ervan overeenstemmen, zonder de procedures |
antérieure, sans suivre les procédures prescrites pour les | voorgeschreven in geval van onteigening te volgen, zonder het |
expropriations, sans respecter le principe constitutionnel de | grondwettelijke beginsel van de voorafgaande schadeloosstelling in |
l'indemnité préalable, et sans qu'une juridiction ait la possibilité | acht te nemen en zonder dat een rechtscollege, voordat de ministeriële |
de statuer sur la légalité de la décision ministérielle relative à | beslissing betreffende die inbezitneming ten uitvoer wordt gelegd, kan |
cette prise de possession avant que celle-ci ne soit mise à exécution, | oordelen of ze wettig is, terwijl het onmiddellijke gevaar voor de |
alors que les menaces imminentes pour la sécurité extérieure du pays | uitwendige veiligheid van het land, op grond waarvan het besluit in |
en fonction desquelles il a été adopté en 1939 et confirmé en 1947 ont | 1939 is goedgekeurd en in 1947 is bekrachtigd, geweken is ? » |
disparu ? » 2. « L'arrêté royal n° 31 du 23 août 1939 sur l'occupation de terrains | 2. « Is het koninklijk besluit nr. 31 van 23 augustus 1939 betreffende |
en vue de l'organisation défensive du territoire, confirmé par la loi | het nuttigen van de terreinen met het oog op de defensieve organisatie |
du 16 juin 1947, interprété en ce sens qu'il organise une procédure | van het grondgebied, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947, in die |
susceptible de s'appliquer en tout temps et notamment en dehors de | zin uitgelegd dat het een procedure regelt die altijd kan worden |
toegepast, onder meer in perioden waar geen onmiddellijk gevaar voor | |
périodes où une menace imminente pèse sur la sécurité extérieure du | de uitwendige veiligheid van het land bestaat, verenigbaar met de |
pays, est-il compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel gelezen in samenhang met |
éventuellement combinés avec l'article 16, en ce qu'il établit une | artikel 16, doordat het in een uitzonderlijke procedure voorziet die |
procédure exceptionnelle permettant au Ministre de la Défense | de Minister van Landsverdediging de mogelijkheid biedt onroerende |
nationale de prendre possession de biens immeubles et d'en disposer en | goederen in bezit te nemen en erover te beschikken, waarbij hij er |
y apportant des modifications difficilement réversibles et non | moeilijk omkeerbare wijzigingen in kan aanbrengen die niet met de |
conformes à leur destination antérieure, sans suivre les procédures | vroegere bestemming ervan overeenstemmen, zonder de procedures |
prescrites pour les expropriations, sans respecter le principe | voorgeschreven in geval van onteigening te volgen, zonder het |
constitutionnel de l'indemnité préalable, et sans qu'une juridiction | grondwettelijke beginsel van de voorafgaande schadeloosstelling in |
ait la possibilité de statuer sur la légalité de la décision ministérielle relative à cette prise de possession avant que celle-ci ne soit mise à exécution, alors que les autres personnes qui sont propriétaires de terrains dont il est nécessaire de les priver pour cause d'utilité publique bénéficient des garanties établies par la législation relative à l'expropriation, lesquelles comprennent notamment l'indemnisation préalable à la dépossession et la fixation par un juge du montant de cette indemnisation ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 1917 du rôle de la Cour. Le greffier, | acht te nemen en zonder dat een rechtscollege, voordat de ministeriële beslissing betreffende die inbezitneming ten uitvoer wordt gelegd, kan oordelen of ze wettig is, terwijl de overige personen die eigenaar zijn van terreinen die hen ten algemenen nutte moeten worden ontnomen, de door de onteigeningswetgeving geboden waarborgen krijgen, waaronder de waarborg dat ze, voordat ze het bezit verliezen, schadeloos worden gesteld en de waarborg dat de rechter het bedrag van die schadeloosstelling bepaalt ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1917 van de rol van het Hof. De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |