← Retour vers "Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par
jugement du 9 novembre 1999 en cause de N. Hellebroeck contre l'a.s.b.l. Caisse générale de compensation
pour travailleurs salariés, dont l'expéditio « L'article
42, § 1 er , alinéa 3, 3°, de l'arrêté royal du 19 septembre [lire : déce(...)"
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 9 novembre 1999 en cause de N. Hellebroeck contre l'a.s.b.l. Caisse générale de compensation pour travailleurs salariés, dont l'expéditio « L'article 42, § 1 er , alinéa 3, 3°, de l'arrêté royal du 19 septembre [lire : déce(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 9 november 1999 in zake N. Hellebroeck tegen de v.z.w. Algemene Compensatiekas voor Werknemers, waarvan de expeditie ter griffie va « Schendt artikel 42, § 1, derde lid, 2°, van het koninklijk besluit van 19 september [lees : (...) |
---|---|
COUR D'ARBITRAGE | ARBITRAGEHOF |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 9 novembre 1999 en cause de N. Hellebroeck contre | Bij vonnis van 9 november 1999 in zake N. Hellebroeck tegen de v.z.w. |
l'a.s.b.l. Caisse générale de compensation pour travailleurs salariés, | Algemene Compensatiekas voor Werknemers, waarvan de expeditie ter |
dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 19 | griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 19 november 1999, heeft |
novembre 1999, le Tribunal du travail de Termonde a posé la question | de Arbeidsrechtbank te Dendermonde de volgende prejudiciële vraag |
préjudicielle suivante : | gesteld : |
« L'article 42, § 1er, alinéa 3, 3°, de l'arrêté royal du 19 septembre | « Schendt artikel 42, § 1, derde lid, 2°, van het koninklijk besluit |
[lire : décembre] 1939 portant coordination des lois relatives aux | van 19 september [lees : december] 1939 tot samenvatting van de wet |
allocations familiales pour travailleurs salariés, inséré par | van 4 augustus 1930 betreffende de kinderbijslagen voor de |
loonarbeiders, ingevoerd door artikel 1 van het koninklijk besluit van | |
l'article 1er de l'arrêté royal du 21 avril 1997 portant certaines | 21 april 1997 houdende sommige bepalingen ter uitvoering van artikel |
dispositions relatives aux prestations familiales en exécution de | |
l'article 21 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la | 21 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale |
sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des | zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke |
pensions (Moniteur belge du 30 avril 1997) et confirmé par l'article 8 | pensioenstelsels (Belgisch Staatsblad van 30 april 1997) en |
de la loi du 12 décembre 1997 portant confirmation des arrêtés royaux | bekrachtigd door artikel 8 van de wet van 12 december 1997 tot |
bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | |
pris en application de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation | de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en |
de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des | |
pensions, et la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les | tot vrijwaring van de pensioenstelsels en van de wet van 26 juli 1996 |
conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l'Union | strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname |
van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie (Belgisch | |
économique et monétaire européenne (Moniteur belge du 18 décembre | Staatsblad van 18 december 1997) in zoverre voor de rangregeling |
1997), en tant que pour la détermination du rang visée au § 1er du | bedoeld in het eerste lid van voornoemd artikel 42 van het koninklijk |
susdit article 42 de l'arrêté royal du 19 septembre [lire : décembre] | besluit van 19 september [lees : december] 1939 rekening wordt |
1939, il est tenu compte de l'ensemble des enfants bénéficiaires s'il | gehouden met het geheel van de rechtgevende kinderen indien er |
y a plusieurs allocataires qui forment un ménage, pour peu que ces | verschillende bijslagtrekkenden zijn die een huishouden vormen mits |
personnes soient de sexe différent, alors que ce n'est pas le cas si | deze personen van verschillend geslacht zijn, terwijl dit niet het |
les allocataires qui forment un ménage sont du même sexe, viole-t-il | geval is indien de bijslagtrekkenden die een huishouding vormen van |
les articles 10 et 11 de la Constitution ? » | hetzelfde geslacht zijn, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1810 du rôle de la Cour et a | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1810 van de rol van het Hof en |
été jointe avec l'affaire inscrite sous le numéro 1688 du rôle. | werd samengevoegd met de zaak met rolnummer 1688. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par requêtes adressées à la Cour par lettres recommandées à la poste | Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 7, 23, |
le 7, 23, 24, 25 et 27 septembre 1999 et parvenues au greffe le 8, 24, | 24, 25 en 27 september 1999 ter post aangetekende brieven en ter |
27 et 28 septembre 1999, des recours en annulation des articles 24 et | griffie zijn ingekomen op 8, 24, 27 en 28 september 1999, is beroep |
tot vernietiging ingesteld van de artikelen 24 en 91 tot 94 van de wet | |
91 à 94 de la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en matière | van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen |
fiscale (publiée au Moniteur belge du 27 mars 1999), ont été | (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 27 maart 1999), wegens |
introduits, pour cause de violation des articles 10 et 11 de la | schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door : |
Constitution, par : | |
- F. Van Driesche et R. V an Mulders, demeurant à 9473 Welle, | - F. Van Driesche en R. Van Mulders, wonende te 9473 Welle, |
Langestraat 28; | Langestraat 28; |
- la commune de Herstal, place Jean Jaurès, 4040 Herstal; | - de gemeente Herstal, place Jean Jaurès, 4040 Herstal; |
- B. Claus, demeurant à 9880 Aalter, Lentakkerstraat 6, boîte C; | - B. Claus, wonende te 9880 Aalter, Lentakkerstraat 6, bus C; |
- la commune d'Ixelles, chaussée d'Ixelles 168, 1050 Bruxelles; | - de gemeente Elsene, Elsensesteenweg 168, 1050 Brussel; |
- la ville de Bruxelles, Grand-Place, 1000 Bruxelles. | - de stad Brussel, Grote Markt, 1000 Brussel. |
Ces affaires sont inscrites sous les numéros 1766, 1770, 1774, 1775 et | Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1766, 1770, 1774, 1775 en |
1776 du rôle de la Cour et ont été jointes avec l'affaire inscrite | 1776 van de rol van het Hof en samengevoegd met de zaak met rolnummer |
sous le numéro 1682 du rôle. | 1682. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 26 octobre 1999 en cause de J. Aoulad Larbi, M. Aoulad | Bij arrest van 26 oktober 1999 in zake J. Aoulad Larbi, M. Aoulad |
Larbi et M. Achahbar contre la s.p.r.l. Pivoe, dont l'expédition est | Larbi en M. Achahbar tegen de b.v.b.a. Pivoe, waarvan de expeditie ter |
parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 5 novembre 1999, la Cour | griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 november 1999, heeft |
de cassation a posé la question préjudicielle suivante : | het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 109bis, § 1er, 1°, du Code judiciaire, viole-t-il les | « Schendt artikel 109bis, § 1, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek de |
articles 10 et 11 de la Constitution dès lors qu'il prévoit que les | artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat het bepaalt dat het hoger |
appels des jugements rendus par le juge au tribunal de la jeunesse | beroep tegen vonnissen van de rechter in de jeugdrechtbank aan de |
sont attribués aux chambres comprenant un seul conseiller et non à une | kamers met één raadsheer wordt toegewezen en niet aan een kamer met |
chambre comprenant trois conseillers ? » | drie raadsheren ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1794 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1794 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 9 novembre 1999 en cause de la Région wallonne contre | Bij vonnis van 9 november 1999 in zake het Waalse Gewest tegen de |
la s.c.r.l. Société immobilière régionale, et en présence de | c.v.b.a. Société immobilière régionale, en in aanwezigheid van de |
l'a.s.b.l. Asac-Ymca, le juge de paix du premier canton de Charleroi a | v.z.w. Asac-Ymca, heeft de vrederechter van het eerste kanton |
posé la question préjudicielle suivante : | Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 182, § 3, du Code wallon de l'aménagement du territoire, | « Schendt artikel 182, § 3, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke |
de l'urbanisme et du patrimoine viole-t-il les articles 10 et 11 de la | Ordening, Stedebouw en Patrimonium de artikelen 10 en 11 van de |
Constitution combinés avec l'article 1er du Protocole Additionnel du | Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Aanvullend |
20 mars 1952 à la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et | Protocol van 20 maart 1952 bij het Verdrag tot bescherming van de |
des libertés fondamentales signée à Paris et approuvée par la loi du | rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te |
13 mai 1955, en ce qu'il prévoit que le montant de l'indemnité | Parijs en goedgekeurd bij de wet van 13 mei 1955, doordat het bepaalt |
d'expropriation accordée aux expropriés sera calculé sur base de la | dat het bedrag van de onteigeningsvergoeding die aan de onteigenden |
wordt toegekend zal worden berekend op basis van de waarde van het | |
valeur du bien sous déduction du coût des travaux d'assainissement | goed met aftrek van de kostprijs van de saneringswerken bedoeld in de |
paragrafen 1 en 2 van het genoemde artikel 182, in zoverre het aldus | |
visés aux paragraphes 1er et 2 dudit article 182 en tant qu'il crée de | een discriminatie in het leven roept ten aanzien van de billijke en |
la sorte une discrimination par rapport à la juste et préalable | voorafgaande schadeloosstelling die, in het gemeen recht, aan de |
indemnité reconnue, en droit commun, aux autres expropriés ? » | andere onteigenden wordt toegekend ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1811 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1811 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par arrêt du 16 novembre 1999 en cause de la s.a. Immo Kips contre | Bij arrest van 16 november 1999 in zake de n.v. Immo Kips tegen de |
l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
d'arbitrage le 24 novembre 1999, la Cour d'appel d'Anvers a posé la | is ingekomen op 24 november 1999, heeft het Hof van Beroep te |
question préjudicielle suivante : | Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« L'article 60 du décret du Conseil flamand du 22 décembre 1993 | « Schendt artikel 60 van het decreet van de Vlaamse Raad van 22 |
viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en refusant | december 1993 artikel 10 en 11 van de Grondwet door de vermindering |
totalement la modération du précompte immobilier prévue par l'article | van de onroerende voorheffing voorzien in artikel 257, 4° W.I.B.'92 |
257, 4°, du C.I.R. 92 à partir de l'exercice d'imposition 1993 lorsque | vanaf aanslagjaar 1993 volledig te weigeren wanneer het onroerend goed |
l'immeuble n'a pas été occupé pendant plus de 12 mois, compte tenu de | langer dan 12 maanden, rekening houdend met het vorig aanslagjaar, |
l'exercice d'imposition précédent ? » | niet in gebruik is genomen ? » |
Cette affaire est inscrite sous le numéro 1820 du rôle de la Cour. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1820 van de rol van het Hof. |
Le greffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
sur la Cour d'arbitrage | januari 1989 op het Arbitragehof |
Par jugement du 17 novembre 1999 en cause du ministère public contre | Bij vonnis van 17 november 1999 in zake het openbaar ministerie tegen |
A. Heeren et I. Heeren, dont l'expédition est parvenue au greffe de la | A. Heeren en I. Heeren, waarvan de expeditie ter griffie van het |
Cour d'arbitrage le 3 décembre 1999, le Tribunal de première instance de Hasselt a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 6 de la loi du 2 juin 1998 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'une réglementation déclarée inconstitutionnelle (à savoir celle de l'article 1er et de l'article 1erbis de l'arrêté royal n° 22 du 24 octobre 1934) est prolongée de manière artificielle et temporaire par le biais d'une mesure transitoire légale, en particulier dès lors que par application de l'article 6 de la loi du 2 juin 1998, il n'y a eu ni d'action du ministère public, ni de débat sur les effets de l'infraction prouvée au regard de l'interdiction professionnelle, ni de motivation en ce qui concerne la peine, même si son exécution est limitée jusqu'à ce que soit écoulé un délai de dix ans à compter du jour de la condamnation qui a donné lieu à l'interdiction ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 1827 du rôle de la Cour. Le greffier, | Arbitragehof is ingekomen op 3 december 1999, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Hasselt de prejudiciële vraag gesteld : « Of artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat via een wettelijke overgangsmaatregel op kunstmatige wijze een ongrondwettig verklaarde regeling (met name deze van artikel 1 en 1bis van het koninklijk besluit nummer 22 van 24 oktober 1934) tijdelijk verlengd wordt, in het bijzonder nu bij toepassing van artikel 6 van de wet van 2 juni 1998 er evenmin een vordering is geweest van het Openbaar Ministerie, er evenmin een debat is geweest over de gevolgen van het bewezen misdrijf ten aanzien van het beroepsverbod, er evenmin een motivering is geweest in verband met de straf, ook al werd de uitvoering ervan beperkt totdat 10 jaar zijn verstreken sedert de datum van veroordeling die tot het verbod aanleiding heeft gegeven ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 1827 van de rol van het Hof. De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |