← Retour vers "Conférence interministérielle. - Avenant n° 1 au protocole du 9 juin 1997 conclu entre le gouvernement fédéral et les autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution, concernant la politique de la santé à mener à l'égard des personnes âgées "
| Conférence interministérielle. - Avenant n° 1 au protocole du 9 juin 1997 conclu entre le gouvernement fédéral et les autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution, concernant la politique de la santé à mener à l'égard des personnes âgées | Interministeriële conferentie. - Aanhangsel nr. 1 bij het protocol van 9 juni 1997 gesloten tussen de federale regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet, over het te voeren ouderenzorgbeleid |
|---|---|
| MINISTERE DES AFFAIRES SOCIALES, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE L'ENVIRONNEMENT | MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU |
| 28 JANVIER 1998. Conférence interministérielle. - Avenant n° 1 au | 28 JANUARI 1998. Interministeriële conferentie. - Aanhangsel nr. 1 bij |
| protocole du 9 juin 1997 conclu entre le gouvernement fédéral et les | het protocol van 9 juni 1997 gesloten tussen de federale regering en |
| autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution, | de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet, |
| concernant la politique de la santé à mener à l'égard des personnes âgées | over het te voeren ouderenzorgbeleid |
| Vu les compétences respectives dont disposent l'Etat fédéral et les | Gelet op de respectieve bevoegdheden van de federale Staat en van de |
| autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution, | overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet, |
| ci-après dénommées Communautés/Régions, sur le plan de la politique de | hierna de Gemeenschappen/Gewesten genoemd, wat betreft het te voeren |
| la santé à mener à l'égard des personnes âgées; | ouderenzorgbeleid; |
| Vu le protocole conclu le 9 juin 1997 entre le Gouvernement fédéral et | Gelet op het protocol van 9 juni 1997 gesloten tussen de federale |
| les autorités visées aux articles 128, 130 et 135 de la Constitution | regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van |
| concernant la politique de la santé à mener à l'égard des personnes | de Grondwet, over het te voeren ouderenzorgbeleid, inzonderheid op |
| âgées et plus spécialement son article 4; | artikel 4; |
| Considérant que, dans le cadre de leurs compétences, les | Overwegende dat de Gemeenschappen/Gewesten in het kader van hun |
| Communautés/Régions ont développé de manière spécifique, des | bevoegdheden op specifieke wijze voorzieningen en diensten voor |
| équipements et des services destinés aux personnes âgées en fonction | ouderen ontwikkeld hebben naargelang van hun middelen, hun |
| de leurs moyens, de leurs sensibilités et de leurs structures | gevoeligheden en hun organisatiestructuren en dat het derhalve |
| organisationnelles et que, dès lors, il est difficile, dans | moeilijk is om, op korte termijn, een geïntegreerde programmatie van |
| l'immédiat, de définir une programmation intégrée des maisons de repos | de rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen in relatieve cijfers te bepalen; |
| et des maisons de repos et de soins en chiffres relatifs; | Overwegende dat, om een evenwichtige financiering van de sociale |
| Considérant que pour assurer à long terme un financement équilibré de | zekerheid op lange termijn veilig te stellen, de evolutie van het |
| la Sécurité sociale, il convient de maîtriser l'évolution de l'offre | zorgaanbod in de hand moet worden gehouden, waarbij terzelfdertijd de |
| de soins tout en garantissant aux personnes âgées des services de | oudere personen een kwalitatief hoogstaande dienstverlening moet |
| qualité; | worden gegarandeerd. |
| Considérant qu'il convient de répartir entre les Communautés/Régions | Overwegende dat 25.000 nieuwe rust- en verzorgingstehuisbedden, |
| du pays les 25.000 nouveaux lits de maison de repos et de soins | voortvloeiend uit de omschakeling van 25.000 rusthuiswoongelegenheden |
| obtenus par requalification de 25.000 lits de maison de repos qui | die overeenkomstig het koninklijk besluit van 2 december 1982 |
| accueillent des personnes nécessitant des soins au sens de l'arrêté | zorgbehoevende personen opvangen, tussen de Gemeenschappen en de |
| royal du 2 décembre 1982, dans le respect des normes d'agrément des | Gewesten moeten worden verdeeld, en dit mits inachtneming van de |
| maisons de repos et de soins, tel que prévu à l'article 5 du protocole | erkenningsnormen van de rust- en verzorgingstehuizen zoals bepaald in |
| du 9 juin 1997. | artikel 5 van het protocol van 9 juni 1997. |
| Il est convenu ce qui suit : | Wordt overeengekomen wat volgt : |
| 1. Au 1er janvier 1998, la capacité d'accueil en maison de repos et de | 1. Op 1 januari 1998 wordt de opvangcapaciteit in de rust-en |
| soins est limitée de la manière suivante : | verzorgingstehuizen als volgt beperkt : |
| Communauté flamande : 15.369 lits de maison de repos et de soins; | Vlaamse Gemeenschap : 15.369 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région wallonne : 6.821 lits de maison de repos et de soins; | Waalse Gewest : in totaal 6.821 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région de Bruxelles-Capitale : 2.750 lits de maison de repos et de | Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 2.750 rust- en |
| soins; | verzorgingstehuisbedden; |
| Communauté germanophone : 186 lits de maison de repos et de soins; | Duitstalige Gemeenschap : 186 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| 2. Au 1er janvier 1999, la capacité d'accueil en maison de repos et de | 2. Op 1 januari 1999 wordt de opvangcapaciteit in de rust- en |
| soins est limitée de la manière suivante : | verzorgingstehuizen als volgt beperkt : |
| Communauté flamande : 18.192 lits de maison de repos et de soins; | Vlaamse Gemeenschap : 18.192 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région wallonne : 8.398 lits de maison de repos et de soins; | Waalse Gewest : in totaal 8.398 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région de Bruxelles-Capitale : 3.320 lits de maison de repos et de | Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 3.320 rust- en |
| soins; | verzorgingstehuisbedden; |
| Communauté germanophone : 216 lits de maison de repos et de soins; | Duitstalige Gemeenschap : 216 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| 3. Au 1er janvier 2000, la capacité d'accueil en maison de repos et de | 3. Op 1 januari 2000 wordt de opvangcapaciteit in de rust- en |
| soins est limitée de la manière suivante : | verzorgingstehuizen als volgt beperkt : |
| Communauté flamande : 21.015 lits de maison de repos et de soins; | Vlaamse Gemeenschap : 21.015 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région wallonne : 9.975 lits de maison de repos et de soins; | Waalse Gewest : in totaal 9.975 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région de Bruxelles-Capitale : 3.890 lits de maison de repos et de | Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 3.890 rust- en |
| soins; | verzorgingstehuisbedden; |
| Communauté germanophone : 246 lits de maison de repos et de soins; | Duitstalige Gemeenschap : 246 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| 4. Au 1er janvier 2001, la capacité d'accueil en maison de repos et de | 4. Op 1 januari 2001 wordt de opvangcapaciteit in de rust- en |
| soins est limitée de la manière suivante : | verzorgingstehuizen als volgt beperkt : |
| Communauté flamande : 23.838 lits de maison de repos et de soins; | Vlaamse Gemeenschap : 23.838 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région wallonne : 11.552 lits de maison de repos et de soins; | Waalse Gewest : in totaal 11.552 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région de Bruxelles-Capitale : 4.460 lits de maison de repos et de | Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 4.460 rust- en |
| soins; | verzorgingstehuisbedden; |
| Communauté germanophone : 276 lits de maison de repos et de soins; | Duitstalige Gemeenschap : 276 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| 5. Au 1er janvier 2002, la capacité d'accueil en maison de repos et de | 5. Op 1 januari 2002 wordt de opvangcapaciteit in de rust- en |
| soins est limitée de la manière suivante : | verzorgingstehuizen als volgt beperkt : |
| Communauté flamande : 26.662 lits de maison de repos et de soins; | Vlaamse Gemeenschap : 26.662 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région wallonne : 13.129 lits de maison de repos et de soins; | Waalse Gewest : in totaal 13.129 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| Région de Bruxelles-Capitale : 5.029 lits de maison de repos et de | Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 5.029 rust- en |
| soins; | verzorgingstehuisbedden; |
| Communauté germanophone : 306 lits de maison de repos et de soins; | Duitstalige Gemeenschap : 306 rust- en verzorgingstehuisbedden; |
| 6. Les Ministres qui ont l'agrément des maisons de repos et des | 6. De Ministers tot wier bevoegdheid de erkenning van de rusthuizen en |
| maisons de repos et de soins dans leurs attributions informent sans | de rust- en verzorgingstehuizen behoort, dienen de federale Minister |
| délai le Ministre fédéral des Affaires sociales de chaque décision de | van Sociale Zaken onverwijld op de hoogte te brengen van elke |
| requalification de lits de maison de repos en lits de maison de repos | beslissing tot omschakeling van rusthuisbedden in rust- en |
| et de soins. | verzorgingstehuisbedden. |
| 7. Le présent avenant entre en vigueur le 1er janvier 1998. | 7. Dit aanhangsel treedt in werking op 1 januari 1998. |
| Ainsi conclu à Bruxelles, le 28 janvier 1998. | Aldus overeengekomen te Brussel, op 28 januari 1998. |
| Pour le Gouvernement fédéral : | Voor de federale Regering : |
| Le Ministre de la Santé publique et des Pensions, | De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen |
| M. COLLA | M. COLLA |
| La Ministre des Affaires sociales, | De Minister van Sociale Zaken, |
| Mme M. DE GALAN | Mevr. M. DE GALAN |
| Voor de Vlaamse Regering : | Voor de Vlaamse Regering : |
| De Minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, | De Minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, |
| Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER | Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER |
| De Minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, | De Minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, |
| L. MARTENS | L. MARTENS |
| Für die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft : | Für die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft : |
| Der Minister-Präsident, Minister für Finanzen, Internationale | Der Minister-Präsident, Minister für Finanzen, Internationale |
| Beziehungen, Gesundheit, Familie und Senioren, Sport und Tourismus, | Beziehungen, Gesundheit, Familie und Senioren, Sport und Tourismus, |
| J. MARAITE | J. MARAITE |
| Pour le Gouvernement wallon : | Pour le Gouvernement wallon : |
| Le Ministre de l'Action sociale, du Logement et de la Santé, | Le Ministre de l'Action sociale, du Logement et de la Santé, |
| W. TAMINIAUX | W. TAMINIAUX |
| Pour le Collège de la Commission communautaire française de la Région | Pour le Collège de la Commission communautaire française de la Région |
| de Bruxelles-Capitale : | de Bruxelles-Capitale : |
| Le Ministre compétent pour l'Aide aux Personnes, | Le Ministre compétent pour l'Aide aux Personnes, |
| Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
| Le Ministre compétent pour la Santé, | Le Ministre compétent pour la Santé, |
| E. TOMAS | E. TOMAS |
| Pour le Collège réuni | Voor het Verenigd College |
| de la Commission communautaire commune de la Région de | van de Gemeenschappelijke Gemeenschaps-commisie |
| Bruxelles-Capitale : | van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : |
| Le Ministre compétent pour la Politique de la Santé, | De Minister bevoegd voor het gezondheidsbeleid, |
| H. HASQUIN | J. CHABERT |
| Le Ministre Compétent pour l'Aide aux Personnes et la Fonction publique, | De Minister bevoegd voor Bijstand aan Personen en Openbaar Ambt, |
| D. GOSUIN | R. GRIJP |