| Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 19 novembre 2004, conclue au sein de la Commission paritaire pour le secteur socio-culturel, relative à la dispense de prestations de travail pour les travailleurs âgés dans le secteur socio-culturel | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, inzake vrijstelling van arbeidsprestaties voor oudere werknemers in de socio-culturele sector |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
| 1er SEPTEMBRE 2005. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 1 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
| collective de travail du 19 novembre 2004, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november |
| Commission paritaire pour le secteur socio-culturel, relative à la | 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, |
| dispense de prestations de travail pour les travailleurs âgés dans le | inzake vrijstelling van arbeidsprestaties voor oudere werknemers in de |
| secteur socio-culturel (1) | socio-culturele sector (1) |
| ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
| Vu la demande de la Commission paritaire pour le secteur | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele |
| socio-culturel; | sector; |
| Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| travail du 19 novembre 2004, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2004, |
| Commission paritaire pour le secteur socio-culturel, relative à la | gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, inzake |
| dispense de prestations de travail pour les travailleurs âgés dans le | vrijstelling van arbeidsprestaties voor oudere werknemers in de |
| secteur socio-culturel. | socio-culturele sector. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargée de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
| présent arrêté. | besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 1er septembre 2005. | Gegeven te Brussel, 1 september 2005. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Pour la Ministre de l'Emploi, absente : | Voor de Minister van Werk, afwezig : |
| Le Ministre du Budget et des Entreprises publiques, | De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, |
| J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
| _______ | _______ |
| Note | Nota |
| (1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Annexe | Bijlage |
| Commission paritaire pour le secteur socio-culturel | Paritair Comité voor de socio-culturele sector |
| Convention collective de travail du 19 novembre 2004 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2004 |
| Dispense de prestations de travail pour les travailleurs âgés dans le | Vrijstelling van arbeidsprestaties voor oudere werknemers in de |
| secteur socio-culturel (Convention enregistrée le 17 décembre 2004 | socio-culturele sector (Overeenkomst geregistreerd op 17 december 2004 |
| sous le numéro 73241/CO/329) | onder het nummer 73241/CO/329) |
| CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| aux employeurs et aux travailleurs des organisations ressortissant à | de werkgevers en werknemers van de organisaties die ressorteren onder |
| la Commission paritaire pour le secteur socio-culturel qui : | het Paritair Comité voor de socio-culturele sector en die : |
| - soit ont leur siège social dans la Région flamande; | - hetzij hun maatschappelijke zetel hebben in het Vlaams Gewest; |
| - soit ont leur siège social dans la Région de Bruxelles-Capitale et | - hetzij hun maatschappelijke zetel hebben in het Brussels |
| qui sont reconnues et/ou subsidiées par la Communauté flamande et/ou par la Commission communautaire flamande ou qui, selon les cas, doivent être considérées comme étant du ressort exclusif de la Communauté flamande en raison de leur activité ou de leur organisation; - soit sont fondées comme une organisation (association sans but lucratif, fondation ou association internationale) de droit étranger et qui ont leur centre de fonctionnement dans la Région flamande. Par "travailleurs" on entend : le personnel ouvrier et employé, tant masculin que féminin. | Hoofdstedelijk Gewest en die erkend zijn en/of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap en/of de Vlaamse Gemeenschapscommissie of die, al naar gelang van het geval, wegens hun activiteiten of hun organisatie moeten worden beschouwd uitsluitend te behoren tot de Vlaamse Gemeenschap; - hetzij opgericht zijn als een organisatie (vereniging zonder winstoogmerk, stichting of internationale vereniging) van buitenlands recht, en die hun centrum van werkzaamheden hebben in het Vlaams Gewest. Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. |
| CHAPITRE II. - Dispense de prestations de travail | HOOFDSTUK II. - Vrijstelling van arbeidsprestaties |
Art. 2.A partir du mois où ils atteignent l'âge de 55 ans, les |
Art. 2.Vanaf de maand waarin zij de leeftijd van 55 jaar bereiken, |
| travailleurs à temps plein ont droit à une dispense de prestations de | hebben de voltijdse werknemers recht op een vrijstelling van |
| service jusqu'à concurrence d'une durée de travail moyenne de 33 | arbeidsprestaties tot een gemiddelde arbeidsduur van 33 uur per week, |
| heures par semaine, avec maintien du salaire. | met behoud van loon. |
Art. 3.La durée de travail conventionnelle dans le secteur |
Art. 3.De conventionele arbeidsduur in de socio-culturele sector |
| socio-culturel est maintenue à 38 heures par semaine en moyenne. Art. 4.§ 1er. La dispense de prestations de travail, fixée à l'article 2, est réalisée au moyen de jours de compensation. Dans une année complète, travaillée à temps plein, une heure de dispense de prestations de travail par semaine équivaut à six jours compensatoires. Les périodes d'absence pour lesquelles une garantie salariale légale est valable sont considérées comme des périodes travaillées. § 2. Les travailleurs à temps partiel ont droit à un nombre proportionnel de jours compensatoires suivant leur durée de travail contractuelle. § 3. Il peut être dérogé au principe de la réalisation de la dispense de prestations de travail au moyen de jours compensatoires, soit par une convention collective de travail au niveau de l'entreprise, soit - |
blijft behouden op gemiddeld 38 uur per week. Art. 4.§ 1. De vrijstelling van arbeidsprestaties, bepaald in artikel 2, wordt gerealiseerd door middel van compensatiedagen. In een volledig, voltijds gewerkt jaar staat één uur vrijstelling van arbeidsprestaties per week voor zes compensatiedagen. Periodes van afwezigheid waarvoor een wettelijke loonwaarborg geldt, worden als gewerkte periodes beschouwd. § 2. Deeltijdse werknemers hebben recht op een evenredig aantal compensatiedagen volgens hun contractuele arbeidsduur. § 3. Van het principe van de realisatie van vrijstelling van arbeidsprestaties door middel van compensatiedagen kan worden afgeweken, hetzij middels een collectieve arbeidsovereenkomst op |
| à la demande du travailleur - par un accord écrit entre l'employeur et | organisatieniveau, hetzij - op vraag van de werknemer - in |
| le travailleur. | schriftelijk akkoord tussen werkgever en werknemer. |
| CHAPITRE III. - Entrée en vigueur et durée
Art. 5.§ 1er. La présente convention entre en vigueur au 1er octobre 2004. Pour les employeurs et les travailleurs des organisations de coopération et/ou d'éducation au développement, elle entre en vigueur au 1er janvier 2005, moyennant la mise à disposition effective des moyens pour le remplacement. § 2. La présente convention est conclue pour une durée de 15 mois et cesse d'être en vigueur au 31 décembre 2005. Elle ne prolonge pas ses effets dans le contrat individuel de travail au-delà de cette date. § 3. Chaque partie signataire s'engage à procéder immédiatement à une concertation, à la demande d'une autre partie, en particulier si des problèmes se posent concernant l'exécution du § 1er, alinéa 2, de la présente convention. La présente convention peut être revue à la demande d'une des parties signataires. Cette partie communique ce souhait, ainsi que le(s) motif(s) de la proposition d'amendement, au président de la commission paritaire. Les autres parties s'enga-gent à discuter ces propositions dans le mois qui suit leur réception. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 1er septembre 2005. Pour la Ministre de l'Emploi, absente : Le Ministre du Budget et des Entreprises publiques, |
HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en duur
Art. 5.§ 1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 oktober 2004. Voor de werkgevers en werknemers van de organisaties voor ontwikkelingssamenwerking en/of -educatie treedt ze in werking op 1 januari 2005, op voorwaarde van effectieve terbeschikkingstelling van de middelen voor de vervanging. § 2. Deze overeenkomst is gesloten voor een duur van 15 maanden en loopt af op 31 december 2005. Zij voorziet niet in een doorwerking in de individuele arbeidsovereenkomst na deze datum. § 3. Elke ondertekenende partij verbindt er zich toe om op vraag van een andere partij onmiddellijk te overleggen, in het bijzonder als er problemen rijzen over de uitvoering van deze overeenkomst wat § 1, 2de lid betreft. Deze overeenkomst kan op vraag van een ondertekenende partij herzien worden. Deze partij deelt dit, met de reden(en) en met amendementsvoorstellen, mee aan de voorzitter van het paritair comité. De andere partijen gaan de verbintenis aan deze voorstellen binnen één maand na ontvangst te bespreken. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2005. Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, |
| J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |