Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 6 mai 2010, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour le commerce du bois, relative à l'octroi d'avantages complémentaires à charge du "Fonds de sécurité d'existence pour le commerce du bois" | - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel" |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
30 SEPTEMBRE 2010. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 30 SEPTEMBER 2010.- Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 6 mai 2010, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010, |
Sous-commission paritaire pour le commerce du bois, relative à | gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de |
l'octroi d'avantages complémentaires à charge du "Fonds de sécurité | toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds |
d'existence pour le commerce du bois" (1) | voor bestaanszekerheid van de houthandel" (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de sécurité | Gelet op de wet van 7 februari 1958 betreffende de fondsen voor |
d'existence, notamment l'article 2; | bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | |
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour le commerce du | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
bois; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de houthandel; | |
Sur la proposition de la Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 6 mai 2010, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010, gesloten |
Sous-commission paritaire pour le commerce du bois, relative l'octroi | in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de |
d'avantages complémentaires à charge du "Fonds de sécurité d'existence | toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds |
pour le commerce du bois". | voor bestaanszekerheid van de houthandel". |
Art. 2.Le Ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
l'exécution du présent arrêté. | dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 30 septembre 2010. | Gegeven te Brussel, 30 september 2010. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Vice-Première Ministre et Ministre de l'Emploi et de l'Egalité des | De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast |
chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, | met het Migratie- en asielbeleid, |
Mme J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. | Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Sous-commission paritaire pour le commerce du bois | Paritair Subcomité voor de houthandel |
Convention collective de travail du 6 mai 2010 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 2010 |
Octroi d'avantages sociaux complémentaires à charge du "Fonds de | Toekenning van bijkomende sociale voordelen ten laste van het "Fonds |
sécurité d'existence pour le commerce du bois" (Convention enregistrée | voor bestaanszekerheid van de houthandel" (Overeenkomst geregistreerd |
le 23 juin 2010 sous le numéro 99963/CO/125.03) | op 23 juni 2010 onder het nummer 99963/CO/125.03) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs qui ressortissent à la Sous-commission paritaire pour | de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de |
le commerce du bois, ainsi qu'à leurs ouvriers. | houthandel, alsook op hun werklieden. |
Par "ouvriers", on entend : les ouvriers et ouvrières. | Onder "werklieden" bedoelt men : de werklieden en werksters. |
CHAPITRE II. - Dispositions générales | HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen |
Art. 2.En vertu de l'article 3 des statuts du "Fonds de sécurité |
Art. 2.Krachtens artikel 3 van de statuten van het "Fonds voor |
d'existence pour le commerce du bois", créé par la convention | bestaanszekerheid van de houthandel", opgericht bij de collectieve |
collective de travail du 30 avril 1996, instituant un "Fonds de | arbeidsovereenkomst van 30 april 1996, tot oprichting van een "Fonds |
sécurité d'existence pour le commerce du bois" et en fixant les | voor bestaanszekerheid van de houthandel" en vaststelling van zijn |
statuts, enregistrée sous le numéro 41800/CO/125.03, les avantages | statuten, geregistreerd onder het nummer 41800/CO/125.03, worden de |
sociaux complémentaires déterminés par la présente convention | bijkomende sociale voordelen vastgesteld bij deze collectieve |
collective de travail sont octroyés aux ouvriers visés à l'article 1er. | arbeidsovereenkomst toegekend aan de werklieden bedoeld onder artikel |
Les modalités d'octroi et de liquidation de ces avantages sont fixées | 1. De toekennings- en uitbetalingsmodaliteiten van deze voordelen worden |
par le comité de gestion du "Fonds de sécurité d'existence pour le | door het beheerscomité van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de |
commerce du bois" dans les limites découlant de la présente convention | houthandel" vastgesteld binnen de perken voortvloeiend uit deze |
collective de travail. | collectieve arbeidsovereenkomst. |
CHAPITRE III. - Avantage social | HOOFDSTUK III. - Sociaal voordeel |
Art. 3.L'avantage social suivant est octroyé aux ouvriers qui ont été |
Art. 3.Het volgend sociaal voordeel wordt toegekend aan de werklieden |
occupés pendant l'année de référence : 5,25 p.c. des salaires bruts à | die tewerkgesteld werden tijdens het referentejaar : 5,25 pct. van de |
108 p.c. gagnés au cours de l'année de référence. | brutolonen aan 108 pct., verdiend tijdens het refertejaar. |
Par "année de référence", on entend : l'année civile précédant l'année | Onder "refertejaar" verstaat men : het kalenderjaar voorafgaand het |
d'octroi de l'avantage social. | toekenningsjaar van het sociaal voordeel. |
Art. 4.Pour bénéficier de l'avantage social visé à l'article 3, les |
Art. 4.Om te kunnen genieten van het sociaal voordeel bedoeld in |
ouvriers doivent être occupés au 30 juin de l'année d'octroi. | artikel 3, dienen de werklieden tewerkgesteld zijn op 30 juni van het |
Art. 5.Les ouvriers qui sont licenciés par l'employeur entre le 1er |
toekenningsjaar. Art. 5.De werklieden die tussen 1 januari en 30 juni van het |
janvier et le 30 juin de l'année d'octroi, sauf pour motif grave, et | toekenningsjaar door de werkgever worden ontslagen, behalve om |
qui, durant toute l'année précédente, étaient inscrits dans le | dringende redenen, en die gedurende gans het vorige jaar ingeschreven |
registre du personnel d'un ou plusieurs employeurs visés à l'article 1er, | waren in het personeelsregister van één of meerdere onder artikel 1 |
peuvent toutefois, à charge du "Fonds de sécurité d'existence pour le | bedoelde werkgevers kunnen evenwel ten laste van het "Fonds voor |
commerce du bois", bénéficier d'un avantage forfaitaire. | bestaanszekerheid van de houthandel" een forfaitair voordeel genieten. |
Les ouvriers qui entrent en service après le 1er janvier et qui sont | De werklieden die na 1 januari in dienst treden en nog in dienst zijn |
toujours en service au 30 novembre bénéficient également de l'avantage | op 30 november genieten eveneens van het forfaitair voordeel. |
forfaitaire. L'avantage social forfaitaire visé aux deux alinéas précédents s'élève | Het forfaitair sociaal voordeel bedoeld in de vorige twee alinea's |
60 EUR par mois d'inscription dans le registre du personnel durant la période du 1er janvier au 30 juin de l'année d'octroi. Si le contrat prend fin avant le seize du mois, le mois est considéré comme non presté. Si le contrat prend fin au plus tôt le seize du mois, le mois est considéré comme presté. L'ouvrier qui quitte volontairement son emploi ne peut prétendre au bénéfice de la présente disposition. Si le contrat commence avant le seize du mois, le mois est considéré comme presté. Si le contrat commence après le quinze du mois, le mois est considéré comme non presté. CHAPITRE IV. - Sécurité d'existence
Art. 6.Pour l'application du présent chapitre, on entend par "jour" : chaque jour pour lequel une allocation sociale légale a été octroyée |
bedraagt 60 EUR per maand van inschrijving in het personeelsregister gedurende de periode van 1 januari tot 30 juni van het toekenningsjaar. Indien de overeenkomst vóór de zestiende van de maand een einde neemt, wordt deze maand als niet gepresteerd beschouwd. Indien de overeenkomst ten vroegste op de zestiende van de maand een einde neemt, wordt deze maand als gepresteerd beschouwd. De werknemer die zijn werk vrijwillig verlaat mag het genot van deze bepaling niet inroepen. Indien de overeenkomst een aanvang neemt vóór de zestiende van de maand, wordt de maand als gepresteerd beschouwd. Indien de overeenkomst aanvangt na de vijftiende van de maand, wordt de maand als niet gepresteerd beschouwd. HOOFDSTUK IV. - Bestaanszekerheid
Art. 6.Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt met "dag" bedoeld : iedere dag voor dewelke een wettelijke sociale vergoeding werd |
par suite de la suspension du contrat de travail pour cause de chômage | toegekend tengevolge de schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens |
temporaire pour des raisons économiques, de maladie ou d'accident de | tijdelijke werkloosheid om economische redenen, wegens ziekte of |
travail. | arbeidsongeval. |
Art. 7.Une indemnité complémentaire de sécurité d'existence est |
Art. 7.Een bijkomende bestaanszekerheidvergoeding wordt toegekend : |
octroyée : 1. du 31e au 343e jour en cas de maladie; | 1. vanaf de 31e dag tot de 343e dag in geval van ziekte; |
2. du 31e au 120e jour en cas d'accident de travail; | 2. vanaf de 31e dag tot de 120e dag in geval van arbeidsongeval; |
3. du 31e au 120e jour en cas de chômage temporaire pour des raisons | 3. vanaf de 31e dag tot de 120e dag in geval van tijdelijke |
économiques. | |
Le calcul des jours est établi par année civile. | werkloosheid om economische redenen. |
La période de carence de trente jours est appliquée globalement, mais | De berekening van de dagen geschiedt per kalenderjaar. |
une fois par an, quelle que soit la nature de la (des) suspension(s) | De carenzperiode van dertig dagen wordt globaal maar eens per jaar |
de l'exécution du contrat de travail donnant lieu à la liquidation de | toegepast, ongeacht de aard van de schorsing(en) van de uitvoering van |
l'indemnité de sécurité d'existence complémentaire. | de arbeidsovereenkomst die aanleiding geven tot uitbetaling van de |
bijkomende bestaanszekeheidsvergoedingen. | |
Art. 8.Le montant de l'indemnité de sécurité d'existence journalière |
Art. 8.Het bedrag van de dagelijkse bestaanszekerheidsvergoeding is |
est fixé à 5,28 EUR par jour à partir du 1er janvier 2010. | vanaf 1 januari 2010 vastgesteld op 5,28 EUR per dag. |
CHAPITRE V | HOOFDSTUK V |
Indemnité de formation permanente | Vergoeding permanente vorming |
Art. 9.Le montant de l'indemnité de formation permanente est fixé à |
Art. 9.Het bedrag van de vergoeding permanente vorming is vastgesteld |
0,78 EUR par jour effectivement presté et à 0,60 EUR par jour assimilé | op 0,78 EUR per effectief gepresteerde dag en 0,60 EUR per |
à une maladie, à un accident du travail ou à du chômage temporaire. | gelijkgestelde dag ziekte, arbeidsongeval of tijdelijke werkloosheid. |
CHAPITRE VI. - Prime syndicale | HOOFDSTUK VI. - Syndicale premie |
Art. 10.Les ouvriers affiliés à un syndicat qui bénéficient de |
Art. 10.De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in |
l'avantage social visé par l'article 3 reçoivent une prime syndicale | artikel 3 bedoelde sociaal voordeel genieten ontvangen een syndicale |
de 135 EUR par an. | premie van 135 EUR per jaar. |
Les ouvriers affiliés à un syndicat qui bénéficient de l'avantage | |
forfaitaire visé par l'article 5 reçoivent une prime syndicale de | De bij een vakbond aangesloten werklieden die van het in artikel 5 |
bedoeld forfaitair voordeel genieten ontvangen een syndicale premie | |
11,25 EUR par mois couvert par cet avantage forfaitaire. | van 11,25 EUR per maand gedekt door dit forfaitair voordeel. |
Les ouvriers affiliés à un syndicat qui bénéficient de l'indemnité | De bij een vakbond aangesloten werklieden die van de bijkomende |
complémentaire de prépension, fixée par la convention collective de | vergoeding brugpensioen genieten, vastgesteld bij de collectieve |
travail du 12 avril 2007 relative à la prépension à 58 ans, reçoivent | arbeidsovereenkomst van 12 april 2007 betreffende het brugpensioen op |
une prime syndicale de 11,25 EUR par mois pour lequel ils reçoivent | 58 jaar ontvangen een syndicale premie van 11,25 EUR per maand voor |
une indemnité complémentaire. | dewelke zij een bijkomende vergoeding ontvangen. |
Les ouvriers affiliés à un syndicat qui bénéficient de la pension | De bij een vakbond aangesloten werklieden en die van het bijkomend |
complémentaire visée à l'article 11, reçoivent une prime syndicale de | pensioen bedoeld in artikel 11 genieten, ontvangen een syndicale |
11,25 EUR par mois. | premie van 11,25 EUR per maand. |
CHAPITRE VII | HOOFDSTUK VII |
Pension complémentaire pour les ouvriers âgés de 60 ans et plus qui | Bijkomend pensioen voor de werklieden van 60 jaar |
sont pensionnés | en meer die op pensioen gaan |
Art. 11.Les ouvriers âgés de 60 ans et plus qui demandent le bénéfice |
Art. 11.De werklieden van 60 jaar en ouder, die het genot van een |
de la pension, bénéficient d'une pension complémentaire d'un montant | pensioen vragen, genieten van het aanvullend pensioen ten bedrag van |
de 200 EUR par mois pour autant qu'ils remplissent à la fois les | 200 EUR per maand voor zover zij tezelfdertijd aan de volgende |
conditions suivantes : | voorwaarden voldoen : |
- le dernier employeur ressortissait à la Sous-commission paritaire | - de laatste werkgever ressorteerde onder het Paritair Subcomité voor |
pour le commerce du bois; | de houthandel; |
- ils font la preuve de 25 ans de travail salarié; | - 25 jaar loondienst bewijzen; |
- ils justifient d'au moins sept avantages sociaux, ou indemnités de | - zij bewijzen ten minste zeven sociale voordelen of de vergoeding tot |
remboursement des frais d'outillage mécanisé octroyés par un des fonds | terugbetaling van de kosten voor mechanische gereedschappen dat door |
de sécurité d'existence institués par une des sous-commissions | één van de fondsen voor bestaanszekerheid opgericht door één van de |
paritaires de la Commission paritaire de l'industrie du bois, au cours | paritaire subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid |
des dix dernières années chez un ou plusieurs employeurs ressortissant | wordt toegekend, tijdens de laatste tien jaren in dienst bij één of |
à une des sous-commissions paritaires de la Commission paritaire de | meerdere werkgevers die ressorteren onder één van de paritaire |
l'industrie du bois (125.01, 125.02 et 125.03). | subcomités van het Paritair Comité voor de houtnijverheid (125.01, 125.02 en 125.03). |
Toute demande pour laquelle l'âge de la retraite se situe au 1er | Elk aanvraag waarbij de pensioenleeftijd op 1 januari 2008 of na deze |
janvier 2008 ou est postérieur à cette date ne donnera plus droit au | datum valt, geeft geen recht meer tot het toekennen van het bijkomend |
bénéfice de la pension complémentaire. | pensioen. |
La pension complémentaire visée par le présent article prend fin au | Het bijkomend pensioen bedoeld onder dit artikel neemt een einde op |
moment où l'ouvrier atteint l'âge de 65 ans. | het ogenblik dat de arbeider de leeftijd van 65 jaar bereikt. |
CHAPITRE VIII | HOOFDSTUK VIII |
Dispositions finales et durée de validité | Slotbepalingen en geldigheidsduur |
Art. 12.La présente convention collective de travail remplace celle |
|
du 22 juin 2009, relative à l'octroi d'avantages sociaux | Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 22 |
juni 2009, betreffende de toekenning van bijkomende sociale voordelen | |
complémentaires à charge du "Fonds de sécurité d'existence pour le | ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel", |
commerce du bois", enregistrée sous le numéro 94292/CO/125.03. Art. 13.La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 2010 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par chacune des parties moyennant notification, par lettre recommandée, d'un préavis de trois mois, adressé au président de la Sous-commission paritaire pour le commerce du bois. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 30 septembre 2010. La Vice-Première Ministre et Ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, |
geregistreerd onder het nummer 94292/CO/125.03. Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door iedere partij mits een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de houthandel. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 2010. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, |
Mme J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |