Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 25 avril 2001, conclue au sein de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles, relative à l'interruption de carrière professionnelle | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de beroepsloopbaanonderbreking |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
30 SEPTEMBRE 2002. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 30 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 25 avril 2001, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles, relative à | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende |
l'interruption de carrière professionnelle (1) | de beroepsloopbaanonderbreking (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | |
Vu la demande de la Commission paritaire pour les entreprises | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
horticoles; | 28; |
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; | |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 25 avril 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles, relative à | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende |
l'interruption de carrière professionnelle. | de beroepsloopbaanonderbreking. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 30 septembre 2002. | Gegeven te Brussel, 30 september 2002. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf |
Convention collective de travail du 25 avril 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001 |
Interruption de carrière professionnelle (Convention enregistrée le 16 | Beroepsloopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 16 juli |
juillet 2001 sous le numéro 57924/CO/145) | 2001 onder het nummer 57924/CO/145) |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
|
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
de werklieden en werksters, met uitzondering van het seizoens- en |
aux ouvriers et ouvrières, à l'exception du personnel saisonnier et | gelegenheidspersoneel zoals bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk |
occasionnel comme stipulé dans l'article 8bis de l'arrêté royal du 28 | besluit van 28 november 1969, en hun werkgevers, die ressorteren onder |
novembre 1969, et leurs employeurs ressortissant à la Commission | het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het |
paritaire pour les entreprises horticoles. | tuinbouwbedrijf. |
Art. 2.La présente convention collective de travail est conclue en |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter |
exécution de l'arrêté royal du 10 août 1998 instaurant un droit à | uitvoering van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot |
l'interruption de carrière. | instelling van een recht op loopbaanonderbreking. |
Art. 3.Les parties signataires conviennent que le droit à |
Art. 3.De ondertekenende partijen komen overeen dat het recht op |
l'interruption de la carrière ou à la réduction de la carrière | loopbaanonderbreking of op de vermindering van de beroepsloopbaan |
professionnelle sera uniquement valable pour les travailleurs occupés | alleen zal gelden voor de in de sector tewerkgestelde werknemers die |
dans le secteur qui sont en service sur une base régulière et avec un | in dienst zijn op een reguliere basis en met een arbeidsovereenkomst |
contrat de travail à durée indéterminée. | voor een onbepaalde duur. |
En ce qui concerne les travailleurs qui sont en service avec un | Wat de werknemers betreft die in dienst zijn met een |
contrat de travail à durée déterminée, le droit pourra uniquement être | arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur, zal het recht alleen |
invoqué pour autant que le contrat de travail soit conclu pour au | kunnen ingeroepen worden voorzover de arbeidsovereenkomst afgesloten |
moins six mois. | is voor ten minste zes maanden. |
Art. 4.En application de l'arrêté royal précité, les parties |
Art. 4.In toepassing van het voormelde koninklijk besluit komen de |
signataires conviennent ce qui suit : | ondertekenende partijen overeen dat : |
- le travailleur visé à l'article 3 de la présente convention collective de travail qui souhaite utiliser le droit à l'interruption de la carrière ou à la réduction des prestations de travail devra communiquer sa demande auprès de l'employeur au moins trois mois à l'avance; - lors de l'appréciation de la demande du travailleur, l'employeur peut demander qu'il soit tenu compte des circonstances de travail et de l'intensité du travail dans l'entreprise. L'employeur peut demander que l'interruption de la carrière ou la réduction des prestations de travail soit reportée. Le délai peut comporter maximum quatre mois; - en cas de demandes simultanées émanant de plusieurs travailleurs au même moment, priorité sera donnée aux travailleurs qui choisissent une interruption de la carrière ou une réduction des prestations de travail avec pour objectif de se charger de tâches familiales ou pour soigner des personnes âgées ou des membres malades de la famille. Art. 5.Les parties signataires recommandent aux entreprises qu'en application de l'arrêté royal précité, elles concluent elles-mêmes des accords en matière d'application pratique du droit à l'interruption de carrière ou à la réduction des prestations. Il est souhaitable que les règles d'organisation soient établies au niveau de l'entreprise. Art. 6.La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 2001 et cesse d'être en vigueur le 1er janvier 2002. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 30 septembre 2002. La Ministre de l'Emploi, |
- de werknemer, bedoeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die gebruik wil maken van het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering van arbeidsprestaties, ten minste drie maanden vooraf aan de werkgever zijn vraag zal meedelen; - bij de beoordeling van de vraag van de werknemer, kan de werkgever vragen dat er rekening gehouden wordt met de arbeidsomstandigheden en de arbeidsintensiteit in de onderneming. De werkgever kan vragen dat de loopbaanonderbreking of de vermindering van arbeidsprestaties zou uitgesteld worden. Het uitstel kan maximaal vier maanden bedragen. - bij gelijktijdige vragen uitgaande van meerdere werknemers op hetzelfde ogenblik, er voorrang zal gegeven worden aan de werknemers die opteren voor een loopbaanonderbreking of vermindering van de arbeidsprestaties met de bedoeling om gezinstaken op zich te nemen of om oudere of zieke familieleden te verzorgen. Art. 5.De ondertekenende partijen bevelen aan de ondernemingen aan dat zij in toepassing van het voormelde koninklijk besluit zelf afspraken maken inzake de praktische toepassing van het recht op loopbaanonderbreking of op de vermindering van de prestaties. Het is wenselijk dat de organisatieregels op ondernemingsvlak worden vastgelegd. Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 1 januari 2002. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 september 2002. De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |