Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 3 mars 1994, conclue au sein de la Commission paritaire des blanchisseries et des entreprises de teinturerie et de dégraissage, modifiant la convention collective de travail du 7 mai 1993 octroyant une prime de fin d'année | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1994, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1993 tot toekenning van een eindejaarspremie |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
30 MAI 1997. Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective | 30 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
de travail du 3 mars 1994, conclue au sein de la Commission paritaire | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1994, |
gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en | |
des blanchisseries et des entreprises de teinturerie et de | ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve |
dégraissage, modifiant la convention collective de travail du 7 mai | arbeidsovereenkomst van 7 mei 1993 tot toekenning van een |
1993 octroyant une prime de fin d'année (1) | eindejaarspremie (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la convention collective de travail du 7 mai 1993, conclue au sein | Gelet op de collectieve arbeidsovereekomst van 7 mei 1993, gesloten in |
de la Commission paritaire des blanchisseries et des entreprises de | het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en |
teinturerie et de dégraissage, octroyant une prime de fin d'année, | ontvettingsbedrijf, tot vaststelling van de eindejaarspremie, algemeen |
rendue obligatoire par arrêté royal du 31 janvier 1995, notamment | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 januari 1995, |
l'article 6; | inzonderheid op artikel 6; |
Vu la demande de la Commission paritaire des blanchisseries et des | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, |
entreprises de dégraissage;. Sur la proposition de Notre Ministre de | ververij- en ontvettingsbedrijf;. Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld |
l'Emploi et du Travail, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 3 mars 1994, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1994, gesloten |
Commission paritaire des blanchisseries et des entreprises de | in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en |
teinturerie et de dégraissage, modifiant la convention collective de | ontvettingsbedrijf, tot wijziging van de collectieve |
travail du 7 mai 1993 octroyant une prime de fin d'année. | arbeidsovereenkomst van 7 mei 1993 tot toekenning van een |
eindejaarspremie. | |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi et du Travail est chargé de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 30 mai 1997. | Gegeven te Brussel, 30 mei 1997. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi et du Travail, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mme M. SMET | Mevr. M. SMET |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire des blanchisseries et des entreprises de teinturerie et de dégraissage | Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf |
Convention collective de travail du 3 mars 1994 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1994 |
Modification à la convention collective de travail du 7 mai 1993 | Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1993 tot |
octroyant une prime de fin d'année (Convention enregistrée le 26 mai | toekenning van een eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 26 |
1994 sous le numéro 35650/CO/110) | mei 1994 onder het nummer 35650/CO/110) |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs, ouvriers et ouvrières des entreprises ressortissant à | de werkgevers, de werklieden en werksters van de ondernemingen |
la Commission paritaire des blanchisseries et des entreprises de | ressorterend onder het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- |
teinturerie et de dégraissage. | en ontvettingsbedrijf. |
Art. 2.L'article 6, alinéa premier de la convention collective de |
Art. 2.Artikel 6, eerste lid van de collectieve arbeidsovereenkomst |
travail du 7 mai 1993, rendue obligatoire par arrêté royal du 31 | van 7 mei 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit |
janvier 1995 octroyant une prime de fin d'année, est remplacé par la | van 31 januari 1995 tot toekenning van een eindejaarspremie wordt |
disposition suivante : | vervangen door de volgende bepaling. |
« Art. 6.Les travailleurs qui quittent volontairement l'entreprise avant le 31 décembre 1994 en qualité de pensionné, de prépensionné ou pour des raisons médicales, ont également droit au paiement de la prime de fin d'année prévue à l'article 3, au prorata du nombre d'heures effectivement prestées au cours de la période de référence. Cette prime est payée au moment où l'ouvrier(ière) quitte l'entreprise. ». Art. 3.La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 1993 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 1994. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 30 mai 1997. La Ministre de l'Emploi et du Travail, |
« Art. 6.De werknemers die voor 31 december 1994 vrijwillig de onderneming verlaten wegens pensioen, brugpensioen of medische redenen, hebben eveneens recht op de uitkering van de in artikel 3 bedoelde eindejaarspremie, pro rata het aantal effectief gepresteerde uren tijdens de referteperiode. Deze premie wordt betaald op het ogenblik dat de werkman/werkster het bedrijf verlaat. ». Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1994. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van30 mei 1997. De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mme M. SMET | Mevr. M. SMET |