Arrêté royal relatif à la sécurité des équipements d'aires de jeux | Koninklijk besluit betreffende de veiligheid van speeltoestellen |
---|---|
MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES | MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN |
28 MARS 2001. - Arrêté royal relatif à la sécurité des équipements | 28 MAART 2001. - Koninklijk besluit betreffende de veiligheid van |
d'aires de jeux | speeltoestellen |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des consommateurs, | Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de |
notamment l'article 4; | consumenten, inzonderheid op artikel 4; |
Considérant que les formalités, prescrites par la directive 98/34/CE | Overwegende dat werd voldaan aan de formaliteiten bepaald in de |
du Parlement européen et du Conseil du 22 juin 1998 prévoyant une | Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni |
procédure d'information dans le domaine des normes et réglementations | 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en |
techniques et des règles relatives aux services de la société de | technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de |
l'information, ont été accomplies, modifiée par la directive 98/48/CE du 20 juillet 1998; | informatiemaatschappij, gewijzigd bij de Richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998; |
Vu la demande adressée le 7 juillet 1999 à la Commission de la | Gelet op de aanvraag die op 7 juli 1999 bij de Commissie voor de |
Veiligheid van de Consumenten is ingediend en gelet op het feit dat | |
Sécurité des Consommateurs et l'absence d'avis dans le délai fixé par | geen advies is verstrekt binnen de termijn bepaald door de Minister, |
le Ministre, conformément à l'article 4 de la loi du 9 février 1994 | overeenkomstig artikel 4 van de wet van 9 februari 1994 betreffende de |
relative à la sécurité des consommateurs; | veiligheid van de consumenten; |
Vu le fait que la Ministre de la Protection de la consommation a | Gelet op het feit dat de Minister van Consumentenzaken de producenten |
entendu les producteurs le 10 février 2000; | heeft gehoord op 10 februari 2000; |
Vu l'avis 30.816/1 du Conseil d'Etat, donné le 8 février 2001; | Gelet op het advies 30.816/1 van de Raad van State, gegeven op 8 |
februari 2001; | |
Considérant que la normalisation prend une place importante dans la | Overwegende dat de normalisatie een belangrijke plaats inneemt bij de |
sécurité des produits et que le respect des normes constituent une | veiligheid der producten en dat de naleving van de normen een |
présomption de conformité à l'obligation générale de sécurité; | vermoeden van overeenstemming met de algemene veiligheidsverplichting vormt; |
Sur la proposition de Notre Ministre de la Protection de la | Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, |
consommation, Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, il y a lieu |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan |
d'entendre par : | onder : |
1° équipement d'aires de jeux : un produit destiné à l'amusement ou à | 1° speeltoestel : een product bestemd voor vermaak of ontspanning, |
la détente, conçu pour ou manifestement destiné à être utilisé par des | ontworpen of kennelijk bestemd om te worden gebruikt door personen die |
personnes qui n'ont pas encore atteint l'âge de dix-huit ans, où | de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, waarbij |
intervient exclusivement la pesanteur ou la force physique de l'être | uitsluitend van zwaartekracht of van fysieke kracht van de mens |
humain, et destiné à un usage collectif sur une aire de jeux | gebruik wordt gemaakt en bestemd voor collectief gebruik op een |
temporaire ou permanente. | tijdelijk of blijvend speelterrein. |
2° la loi : la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des | 2° de wet : de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van |
consommateurs. | de consumenten. |
Art. 2.§ 1er. Un équipement d'aires de jeux peut uniquement être mis |
Art. 2.§ 1. Een speeltoestel mag slechts op de markt worden gebracht |
sur le marché lorsqu'il satisfait : | indien wordt voldaan : |
1° à l'obligation générale de sécurité prévue à l'article 2 de la loi | 1° aan de algemene veiligheidsverplichting bepaald in artikel 2 van de |
et | wet en |
2° aux principes de sécurité concernant la conception et la | 2° aan de veiligheidsbeginselen inzake ontwerp en vervaardiging, |
fabrication qui sont énumérés dans l'annexe du présent arrêté. | opgesomd in de bijlage bij dit besluit. |
§ 2. Un équipement d'aires de jeux en conformité avec une norme non | § 2. Een speeltoestel dat in overeenstemming is met een |
obligatoire qui transpose une norme européenne ou, lorsqu'elle existe, | niet-verplichte norm waarin een Europese norm of, indien deze bestaat, |
une spécification technique communautaire, contenant une ou plusieurs | een communautaire technische specificatie, is omgezet, die één of meer |
exigences de sécurité en matière de sécurité des équipements d'aires | veiligheidseisen omvat betreffende de veiligheid van speeltoestellen, |
de jeux, est supposé, pour les aspects de dangers y afférents, | wordt, voor de desbetreffende gevaarsaspecten, vermoed te voldoen aan |
satisfaire à l'obligation générale de sécurité et/ou principes de | de algemene veiligheidsverplichting en/of veiligheidsbeginselen. |
sécurité. Art. 3.Les équipements d'aires de jeux qui ne sont pas conformes aux dispositions du présent arrêté peuvent être exposés et présentés à l'occasion de foires annuelles, d'expositions et lors de démonstrations à condition qu'il soit indiqué sur un panneau bien visible, dans la ou les langue(s) de la région, que les équipements concernés ne sont pas conformes au présent arrêté et qu'ils ne peuvent être mis sur le marché ou exploités avant qu'ils n'aient été rendus conformes, par le producteur, aux dispositions du présent arrêté. Lors de ces démonstrations, toutes les mesures de sécurité adéquates doivent être prises pour garantir la sécurité des personnes. |
Art. 3.Speeltoestellen die niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit besluit mogen op jaarbeurzen, exposities en bij demonstraties worden tentoongesteld en gedemonstreerd, mits op een zichtbaar bord, in de taal of de talen van het gebied, is aangegeven dat de betrokken toestellen niet in overeenstemming zijn met dit besluit en dat zij niet op de markt gebracht of uitgebaat mogen worden voordat ze door de producent in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit zijn gebracht. Bij deze demonstraties moeten alle passende veiligheidsmaatregelen worden genomen om de veiligheid van personen te waarborgen. |
Art. 4.Chaque équipement d'aires de jeux doit porter, de manière non |
Art. 4.Elk speeltoestel moet zijn voorzien van de volgende, |
détachable, sur ou dans l'équipement, les inscriptions ou indications | onlosmakelijk op of in het toestel aangebrachte, onuitwisbare |
indélébiles suivantes : | opschriften of aanduidingen : |
- le nom, la dénomination de la société ou la marque du producteur; | - de naam, de naam van de vennootschap of het merk van de producent; |
- l'adresse du producteur; | - het adres van de producent; |
- l'année de production et, si d'application, le numéro-type. | - het productiejaar en, indien van toepassing, het typenummer. |
Art. 5.Les prescriptions de montage et d'installation et les |
Art. 5.De montage- en installatievoorschriften en de relevante |
informations pertinentes, prescrites à l'article 7, alinéa 1er, de la | informatie, voorgeschreven door artikel 7, eerste lid, van de wet, |
loi, doivent être fournies par le producteur sous forme d'un document | dienen te worden verstrekt door de producent onder de vorm van een |
accompagnant l'équipement d'aires de jeux. | document dat het speeltoestel vergezelt. |
Ce document doit au moins être rédigé dans la ou les langue(s) de la | Dit document moet ten minste zijn opgesteld in de taal of talen van |
région linguistique où l'équipement de jeux est mis sur le marché. | het taalgebied waar het speeltoestel op de markt wordt gebracht. |
Art. 6.Notre Ministre de la Protection de la consommation est chargé |
Art. 6.Onze Minister van Consumentenzaken is belast met de uitvoering |
de l'exécution du présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 28 mars 2001. | Gegeven te Brussel, 28 maart 2001. |
ALBERT Par le Roi : La Ministre de la Protection de la consommation, Mme M. AELVOET Annexe Principes de sécurité à respecter lors de la conception et de la fabrication : 1. l'équipement d'aires de jeux doit être fabriqué de façon à ce qu'il puisse fonctionner et être reglé et entretenu sans que l'on soit exposé à des dangers, au point de vue de la sécurité, lorsque ces actes sont accomplis dans les circonstances fixées par le fabricant; 2. les précautions prises doivent veiller à exclure tout danger dans les conditions d'utilisation normales ou prévisibles, pendant la durée de vie escomptée de l'équipement; 3. le degré de danger qu'entraîne l'utilisation de l'équipement d'aires de jeux doit être en rapport avec l'aptitude des utilisateurs. Afin de mettre ce principe en pratique, il y a lieu, là où c'est nécessaire, de fixer un âge minimum pour les utilisateurs de l'équipement d'aires de jeux; 4. pour choisir les solutions les plus adéquates, le fabricant doit appliquer les principes suivants dans l'ordre indiqué : 1° exclure ou limiter au maximum les dangers en intégrant de façon optimale l'aspect de sécurité lors de la conception et la fabrication de l'équipement; 2° prendre les précautions de sécurité nécessaires pour les dangers ne pouvant être exclus; 3° informer des dangers résiduels dus à l'efficacité incomplète des mesures de protection prises, indiquer si une formation particulière est exigée et signaler que certains équipements de protection individuelle doivent être utilisés; 5. lors de la conception et de la fabrication d'un équipement d'aires de jeux ainsi que de l'élaboration du mode d'emploi, le fabricant ne doit pas seulement envisager une utilisation normale de l'équipement mais aussi une utilisation raisonnablement prévisible; 6. l'équipement d'aires de jeux doit être conçu de façon à éviter une utilisation anormale si celle-ci comporte des dangers; 7. lors de la conception et de la fabrication d'un équipement d'aires de jeux, ainsi que de l'élaboration du mode d'emploi, le fabricant doit tenir compte du comportement spécifique des enfants; 8. lors de la conception et de la fabrication d'un équipement d'aires de jeux, le fabricant doit tenir compte des obstacles que celui qui va utiliser l'équipement peut rencontrer par l'utilisation, nécessaire ou prévisible, d'équipements de protection individuelle; 9. l'équipement d'aires de jeux doit être livré avec tous les équipements et accessoires spéciaux qui sont essentiels pour prévenir les dangers lors du montage, du démontage, du transport, du réglage, de l'entretien et de l'utilisation; 10. lors de la conception et de la fabrication d'un équipement d'aires de jeux, le fabricant doit prendre en compte les aspects de dangers suivants : 10.1. dangers résultant de la portance insuffisante de l'équipement, compte tenu de la résistance, de la rigidité et de la capacité de déformation des matériaux utilisés; 10.2. dangers résultant de la perte d'équilibre de l'équipement, compte tenu du soutènement de l'équipement et des sols possibles, ainsi que des charges éventuelles de l'équipement; 10.3. dangers résultant de l'utilisation de l'équipement, parmi lesquels la chute, la coupure, l'étranglement, le coincement, l'étouffement, la strangulation, la noyade, le choc et la surcharge du corps; 10.4. dangers résultant de l'accessibilité de l'équipement, y compris l'accessibilité en cas de pannes et d'états d'urgence et la possibilité d'évacuation; 10.5. dangers résultant d'interactions éventuelles de l'équipement et des utilisateurs avec : - l'environnement potentiel et - le public; 10.6. dangers résultant du milieu ambiant dans les espaces clos, y compris le manque de ventilation et de luminosité; 10.7. dangers résultant de possibilités déficientes d'entretien; 10.8. dangers résultant d'un incendie; 10.9. dangers résultant de rayonnements néfastes; 11. les composants et les parties détachables des équipements d'aires de jeux manifestement destinés aux enfants de moins de 36 mois doivent être de dimension suffisante pour ne pas pouvoir être avalés et/ou inhalés; 12. les équipements d'aires de jeux destinés à porter ou à supporter l'enfant sur l'eau doivent être conçus et fabriqués de façon à réduire le plus possible, compte tenu de l'usage préconisé des équipements d'aires de jeux, les dangers de perte de la flottabilité de l'équipement d'aires de jeux et de perte de l'appui donné à l'enfant; 13. les équipements d'aires de jeux doivent être composés de matériaux qui : - soit ne brûlent pas sous l'action directe d'une flamme, d'une étincelle ou de tout autre foyer potentiel d'incendie; - soit sont difficilement inflammables (la flamme s'éteint dès qu'il n'y a plus de cause d'incendie); - soit s'ils s'enflamment, brûlent lentement et présentent une faible vitesse de propagation de la flamme; - soit sont traités, quelle que soit la composition chimique de l'équipement d'aires de jeux, de manière à retarder le processus de combustion. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 28 mars 2001, relatif à la sécurité des équipements d'aires de jeux. ALBERT Par le Roi : La Ministre de la Protection de la consommation, | ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Mevr. M. AELVOET Bijlage Bij het ontwerp en de vervaardiging te eerbiedigen veiligheidsbeginselen : 1. het speeltoestel dient zodanig te zijn vervaardigd dat het kan functioneren en kan worden afgesteld en onderhouden zonder dat men aan gevaren voor de veiligheid blootstaat wanneer deze handelingen worden voltrokken onder door de fabrikant vastgestelde omstandigheden; 2. de getroffen voorzieningen moeten erop gericht zijn elk gevaar onder de normale of voorzienbare gebruiksomstandigheden gedurende de te verwachten levensduur van het toestel uit te sluiten; 3. de mate van gevaar die het gebruik van het speeltoestel meebrengt moet in verhouding staan tot de vaardigheden van de gebruikers. Om dit beginsel in de praktijk te brengen moet, waar nodig, een minimumleeftijd voor de gebruikers van het speeltoestel worden aangegeven; 4. om de meest passende oplossingen te kiezen, moet de fabrikant de volgende beginselen toepassen in de opgegeven volgorde : 1° de gevaren uitsluiten of zoveel mogelijk beperken door het aspect veiligheid optimaal te verwerken in het ontwerp en bij de vervaardiging van het toestel; 2° de noodzakelijke beveiligingsvoorzieningen treffen voor gevaren die niet kunnen worden uitgesloten; 3° de gevaren signaleren die nog aanwezig zijn als gevolg van een niet volledige doelmatigheid van de getroffen beveiligingsvoorzieningen, aangeven of een bijzondere opleiding is vereist en signaleren dat bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gebruikt; 5. bij het ontwerpen en vervaardigen van een speeltoestel, alsmede bij de opstelling van de gebruiksaanwijzing, moet de fabrikant niet alleen uitgaan van een normaal gebruik van het toestel maar tevens van het redelijkerwijze voorzienbare gebruik daarvan; 6. het speeltoestel dient zodanig te zijn ontworpen dat abnormaal gebruik, indien gevaarlijk, wordt voorkomen; 7. bij het ontwerpen en vervaardigen van een speeltoestel, alsmede bij de opstelling van de gebruiksaanwijzing, moet de fabrikant rekening houden met het specifieke gedrag van kinderen; 8. bij het ontwerpen en vervaardigen van een speeltoestel dient de fabrikant rekening te houden met de belemmeringen die diegene die het toestel zal gebruiken kan ondervinden door een noodzakelijk of te voorzien gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen; 9. het speeltoestel moet worden geleverd met alle speciale uitrustingen en accessoires die essentieel zijn voor het voorkomen van gevaren bij montage, demontage, transport, afstelling, onderhoud en gebruik; 10. bij het ontwerpen en vervaardigen van een speeltoestel dient de fabrikant volgende gevaarsaspecten in acht te nemen : 10.1. gevaren ten gevolge van onvoldoende draagkracht van het toestel, rekening houdend met de sterkte, de stijfheid en de vervormingscapaciteit van de gebruikte materialen; 10.2. gevaren ten gevolge van het verlies van evenwicht van het toestel, rekening houdend met de ondersteuning van het toestel en de mogelijke ondergronden, alsmede mogelijke belastingen van het toestel; 10.3. gevaren ten gevolge van het gebruik van het toestel, waaronder vallen, snijden, beklemming, afklemming, verstikking, wurging, verdrinking, botsen en overbelasting van het lichaam; 10.4. gevaren ten gevolge van de toegankelijkheid van het toestel, hierbij inbegrepen de toegankelijkheid bij defecten en noodsituaties en de mogelijkheid tot evacuatie; 10.5. gevaren ten gevolge van mogelijke interacties van het toestel en de gebruikers met : - de mogelijke omgeving en - de omstanders; 10.6. gevaren ten gevolge van het klimaat binnen omsloten ruimten, waarbij inbegrepen onvoldoende ventilatie en onvoldoende verlichting; 10.7. gevaren ten gevolge van gebrekkige onderhoudsmogelijkheden; 10.8. gevaren ten gevolge van brand; 10.9. gevaren ten gevolge van hinderlijke straling; 11. onderdelen en afneembare delen van speeltoestellen die kennelijk bestemd zijn voor kinderen beneden de 36 maanden, moeten zo groot zijn dat zij niet kunnen worden ingeslikt en/of ingeademd; 12. speeltoestellen die bestemd zijn om het kind te dragen of drijvende te houden op water, moeten gelet op het voorgestelde gebruik van speeltoestellen, zodanig ontworpen en vervaardigd zijn dat het gevaar voor verlies van het drijfvermogen van het speeltoestel alsmede van de steun die het aan het kind geeft, zo klein mogelijk is; 13. speeltoestellen dienen samengesteld te zijn uit materialen die : - ofwel, niet branden onder de directe inwerking van een vlam, een vonk of enige andere potentiële oorzaak van ontbranding; - ofwel, moeilijk ontvlambaar zijn (het vuur moet doven zodra de oorzaak van ontbranding verwijderd is); - ofwel, indien zij vlam vatten, traag branden, waarbij de vlam zich langzaam verspreidt; - ofwel, ongeacht de chemische samenstelling van het speeltoestel, zodanig zijn behandeld dat het verbrandingsproces wordt vertraagd. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 maart 2001 betreffende de veiligheid van speeltoestellen. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, |
Mme M. AELVOET | Mevr. M. AELVOET |