Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 25 octobre 2013, conclue au sein de la Commission paritaire des employés de l'industrie papetière, relative aux mesures visant à promouvoir l'emploi et la formation | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid en de vorming |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
28 AVRIL 2014. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 28 APRIL 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
collective de travail du 25 octobre 2013, conclue au sein de la | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2013, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de | |
Commission paritaire des employés de l'industrie papetière, relative | papiernijverheid, betreffende de maatregelen tot bevordering van de |
aux mesures visant à promouvoir l'emploi et la formation (1) | werkgelegenheid en de vorming (1) |
PHILIPPE, Roi des Belges, | FILIP, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
Vu la demande de la Commission paritaire des employés de l'industrie | 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de |
papetière; | papiernijverheid; |
Sur la proposition de la Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 25 octobre 2013, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2013, |
Commission paritaire des employés de l'industrie papetière, relative | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de |
aux mesures visant à promouvoir l'emploi et la formation. | papiernijverheid, betreffende de maatregelen tot bevordering van de |
werkgelegenheid en de vorming. | |
Art. 2.Le ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
l'exécution du présent arrêté. | dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 28 avril 2014. | Gegeven te Brussel, 28 april 2014. |
PHILIPPE | FILIP |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
Mme M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire des employés de l'industrie papetière | Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid |
Convention collective de travail du 25 octobre 2013 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 oktober 2013 |
Mesures visant à promouvoir l'emploi et la formation (Convention | Maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid en de vorming |
enregistrée le 5 décembre 2013 sous le numéro 118259/CO/221) | (Overeenkomst geregistreerd op 5 december 2013 onder het nummer |
118259/CO/221) | |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs et aux employés des entreprises relevant de la | de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren |
Commission paritaire des employés de l'industrie papetière (CP 221). | onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid |
Elle est conclue en application de la loi du 26 mars 1999 relative au | (PC 221). Zij is afgesloten in toepassing van de wet van 26 maart 1999 |
plan d'action belge pour l'emploi 1998 portant des dispositions | betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 |
diverses. | houdende diverse bepalingen. |
CHAPITRE II. - Groupes à risque | HOOFDSTUK II. - Risicogroepen |
Art. 2.Ce chapitre est conclu en application de : |
Art. 2.Dit hoofdstuk wordt afgesloten in toepassing van : |
- la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses (I), | - wet houdende diverse bepalingen (I) van 27 december 2006, titel |
titre XIII, chapitre VIII, sections 1reet 2e (Moniteur belge du 28 | XIII, hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 (Belgisch Staatsblad van 28 |
décembre 2006); | december 2006); |
- l'arrêté royal du 19 février 2013 d'exécution de l'article 189, 4e | - het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van |
alinéa de la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses | artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse |
(Moniteur belge du 8 avril 2013). | bepalingen (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013). |
L'effort de 0,15 p.c. est utilisé, via le fonds de sécurité | De inspanning van 0,15 pct. wordt, langs het fonds voor |
d'existence pour stimuler des actions de formation et de recyclage | bestaanszekerheid gebruikt om de aanwervings-, vormings- en |
pour les employés du secteur. Cet effort de 0,10 p.c. pour les groupes | omscholingsmogelijkheden van de bedienden aan te zwengelen. De 0,10 |
pct.-inspanning ten voordele van de risicogroepen wordt voor de | |
à risque est augmenté pour la période 2013-2014 à 0,15 p.c. | periode 2013-2014 verhoogd tot 0,15 pct. |
Art. 3.Les personnes suivantes font parties des groupes à risque : |
Art. 3.De volgende personen behoren tot de risicogroepen : |
1. Le chômeur/le travailleur à qualification réduite : | 1. De laaggeschoolde werkloze/werknemer : |
Le demandeur d'emploi/le travailleur qui n'est titulaire ni d'un | De werkzoekende/werknemer, die noch houder is van een diploma van |
diplôme de l'enseignement universitaire, ni d'un diplôme ou certificat | universitair onderwijs, noch van een diploma of van een getuigschrift |
de l'enseignement supérieur de type long ou court, ni d'un certificat | van het hoger onderwijs van het lange of van het korte type, noch van |
de l'enseignement secondaire supérieur. | een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs. |
2. Le chômeur de longue durée : | 2. De langdurig werkloze : |
- le demandeur d'emploi qui, pendant les 6 mois qui précèdent son | - de werkzoekende, die gedurende de 6 maanden die aan zijn |
engagement, a bénéficié sans interruption d'allocations de chômage ou | indienstneming voorafgaan, zonder onderbreking werkloosheids- of |
d'attente pour tous les jours de la semaine; | wachtuitkeringen heef genoten voor alle dagen van de week; |
- le demandeur d'emploi qui, pendant les 6 mois qui précèdent son | - de werkzoekende die gedurende de 6 maanden die aan zijn |
engagement, a travaillé uniquement à temps partiel ou comme | indienstneming voorafgaan, uitsluitend deeltijds of als interimair |
intérimaire pour échapper au chômage. | heeft gewerkt om aan de werkloosheid te ontkomen. |
3. Le chômeur handicapé : | 3. De gehandicapte werkloze : |
Le demandeur d'emploi handicapé, qui au moment de son engagement, est | De werkzoekende die, op het ogenblik van zijn indienstneming, bij een |
enregistré au Fonds national de reclassement social des handicapés. | Fonds voor de sociale integratie van de mindervaliden is ingeschreven. |
4. Le jeune à scolarité obligatoire partielle : | 4. De deeltijds leerplichtige : |
Le demandeur d'emploi âgé de 18 ans qui est encore soumis à l'obligation scolaire et qui ne poursuit plus l'enseignement secondaire de plein exercice. 5. La personne qui réintègre le marché de l'emploi : Le demandeur d'emploi qui, au cours de la période de trois ans qui précède son engagement, n'a pas bénéficié d'allocations de chômage ou d'allocations d'interruption de carrière, ni exercé une activité professionnelle et qui avant cette période de trois ans a interrompu son activité professionnelle ou qui n'a jamais commencé une telle activité. | De werkzoekende van minder dan 18 jaar, die nog onder de leerplicht valt en die geen secundair onderwijs met volledig leerplan meer volgt. 5. De herintreder : De werkzoekende, die geen werkloosheids- of loopbaanonderbrekings-uitkeringen heeft genoten en die geen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend gedurende de periode van drie jaar die aan de indienstneming voorafgaat. Bovendien moet deze werkzoekende, vóór deze periode van drie jaar zijn beroepsactiviteiten onderbroken hebben of ze nooit aangevat hebben. |
6. Le bénéficiaire du minimum de moyens d'existence : | 6. De bestaansminimumtrekker : |
Le demandeur d'emploi qui, au moment de son engagement, bénéficie du | De werkzoekende die op het ogenblik van zijn indienstneming het |
minimum de moyens d'existence. | bestaansminimum ontvangt. |
7. Le chômeur âgé : | 7. De oudere werkloze : |
A partir de 50 ans. | Vanaf 50 jaar. |
8. Le travailleur licencié ou au chômage suite à une faillite ou un | 8. De werknemer die ontslagen of werkloos is ten gevolge van een |
licenciement collectif : | faillissement of een collectief ontslag : |
Le travailleur, demandeur d'emploi suite à une faillite ou un | De werknemer, die naar aanleiding van een faillissement of een |
licenciement collectif, et qui en cas de chômage de longue durée, | collectief ontslag werkzoekende is geworden en die door een langdurige |
risque de perdre l'expérience professionnelle acquise. | werkloosheid de verworven professionele ervaring zou kunnen verliezen. |
9. Le travailleur avec une qualification professionnelle inadaptée ou | 9. De werknemer met een onaangepaste of ontoereikende |
insuffisante, qui doit suivre une formation pour sauvegarder sa | beroepsbekwaamheid, die een bijscholing of opleiding moet volgen om |
sécurité d'emploi à long ou à court terme. | zich, op korte of lange termijn, in zijn functie te kunnen handhaven. |
10. Les jeunes engagés sous contrat de premier emploi. | 10. De doelgroep jongeren die met een startbaan aangeworven worden. |
Art. 4.Au moins 0,05 p.c. de la cotisation sera affecté en faveur |
Art. 4.Tenminste 0,05 pct. van de bijdrage zal worden voorbehouden |
d'un ou plusieurs des groupes à risque suivants : | voor een of meerdere van de volgende risicogroepen : |
1) Les travailleurs âgés d'au moins 50 ans qui travaillent dans le | 1) Werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken; |
secteur; 2) Les travailleurs âgés d'au moins 40 ans qui travaillent dans le | 2) Werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en |
secteur et qui sont menacés par un licenciement : | bedreigd zijn met ontslag : |
a. soit parce qu'il a été mis fin à leur contrat de travail moyennant | a. hetzij doordat hun arbeidsovereenkomst werd opgezegd en de |
un préavis et que le délai de préavis est en cours; | opzeggingstermijn loopt; |
b. soit parce qu'ils sont occupés dans une entreprise reconnue comme | b. hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend |
étant en difficultés ou en restructuration; | is als onderneming in moeilijkheden of herstructurering; |
c. soit parce qu'ils sont occupés dans une entreprise où un | c. hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een |
licenciement collectif a été annoncé; | collectief ontslag is aangekondigd; |
3) Les personnes inoccupées et les personnes qui travaillent depuis | 3) Niet-werkenden en personen die sinds minder dan een jaar werken en |
moins d'un an et qui étaient inoccupées au moment de leur entrée en | niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding. Onder |
service. Par "personnes inoccupées", on entend : | "niet-werkenden" wordt verstaan : |
a. les demandeurs d'emploi de longue durée, à savoir les personnes en | a. langdurig werkzoekenden, dit zijn personen die in het bezit zijn |
possession d'une carte de travail (article 13 de l'arrêté royal du 19 | van een werkkaart (artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 |
décembre 2001); | december 2001); |
b. les chômeurs indemnisés; | b. uitkeringsgerechtigde werklozen; |
c. les demandeurs d'emploi peu qualifiés, c'est-à-dire les jeunes qui | c. werkzoekenden die laaggeschoold zijn, dit zijn de jongeren die geen |
ne sont pas titulaires d'un certificat ou diplôme de l'enseignement | getuigschrift of diploma van het hoger secundair onderwijs bezitten, |
secondaire supérieur, ou les demandeurs d'emploi très peu qualifiés, | of werkzoekenden die erg laaggeschoold zijn, dit zijn de jongeren die |
c'est-à-dire les jeunes qui ne sont pas titulaires d'un certificat du | geen getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs |
second degré de l'enseignement secondaire ou de l'enseignement | bezitten of van het lager secundair onderwijs bezitten (cfr. |
secondaire inférieur (cf. définition de l'article 24 de la loi du 24 | definities uit artikel 24 van de wet van 24 december 1999); |
décembre 1999); d. les personnes qui réintègrent le marché du travail après une | d. herintreders, zijnde de personen die zich na een onderbreking van |
interruption d'au moins 1 an; | minstens 1 jaar terug op arbeidsmarkt begeven; |
e. les personnes ayant droit à l'intégration sociale en application de | e. personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in |
la loi du 26 mai 2002, les personnes ayant droit à l'aide sociale en | toepassing van de wet van 26 mei 2002, personen die gerechtigd zijn op |
application de la loi organique des CPAS du 8 juillet 1976; | maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli |
1976 betreffende de OCMW's; | |
f. les travailleurs qui sont en possession d'une carte de réduction | f. werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart |
restructurations (cf. arrêté royal du 9 mars 2006); | herstructureringen (cfr. koninklijk besluit van 9 maart 2006); |
g. les demandeurs d'emploi qui ne possèdent pas la nationalité d'un | g. werkzoekenden die niet de nationaliteit van een lidstaat van de |
Etat membre de l'Union européenne ou dont au moins l'un des parents ne | Europese Unie bezitten of van wie minstens één van de ouders deze |
possède pas cette nationalité ou ne la possédait pas au moment de son | nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie |
décès ou dont au moins deux des grands-parents ne possèdent pas cette | minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of |
nationalité ou ne la possédaient pas au moment de leur décès; | bezaten bij overlijden; |
4) Les personnes avec une aptitude au travail réduite, c'est-à-dire : | 4) De personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk : |
a. les personnes qui satisfont aux conditions pour être inscrites dans | a. de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te |
une agence régionale pour les personnes handicapées; | worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap; |
b. les personnes avec une inaptitude au travail définitive d'au moins | b. de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens |
33 p.c.; | 33 pct.; |
c. les personnes qui satisfont aux conditions médicales pour | c. de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te |
bénéficier d'une allocation de remplacement de revenu ou d'une | hebben op een inkomens vervangende- of een integratie-tegemoetkoming |
allocation d'intégration (en vertu de la loi du 27 février 1987 | (cfr. wet van 27 februari 1987 op de tegemoetkomingen aan personen met |
relative aux allocations aux personnes handicapées); | een handicap); |
d. les personnes qui sont ou étaient occupées comme travailleurs du | d. de personen die als doelgroepwerknemer tewerkgesteld zijn of waren |
groupe cible chez un employeur qui tombe dans le champ d'application | bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het |
de la Commission paritaire pour les entreprises de travail adapté et | Paritair Comité voor de beschutte en sociale werkplaatsen; |
les ateliers sociaux; e. la personne handicapée qui ouvre le droit aux allocations | e. de gehandicapte die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op |
familiales majorées sur la base d'une incapacité physique ou mentale | basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens |
de 66 p.c. au moins; | 66 pct.; |
f. les personnes qui sont en possession d'une attestation délivrée par | f. de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de |
la Direction générale Personnes handicapées du SPF Sécurité sociale | Algemene Directie Personen met een Handicap van de FOD Sociale |
pour l'octroi des avantages sociaux et fiscaux; | Zekerheid voor het verstrekken van sociale en fiscale voordelen; |
g. la personne bénéficiant d'une indemnité d'invalidité ou d'une | g. de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor |
indemnité pour accident de travail ou maladie professionnelle dans le | arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programma's tot |
cadre de programmes de reprise du travail; | werkhervatting; |
5) Les jeunes qui n'ont pas encore 26 ans et qui suivent une formation | 5) De jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden hetzij |
soit dans un système de formation en alternance, soit dans le cadre | in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een |
d'une formation professionnelle individuelle en entreprise (cf. | individuele beroepsopleiding in een onderneming (cfr. artikel 27, 6° |
article 27, 6° de l'arrêté royal du 25 novembre 1991), soit dans le | van het koninklijk besluit van 25 november 1991), hetzij in het kader |
cadre d'un stage de transition (article 36quater de l'arrêté royal du | van een instapstage (artikel 36quater van het koninklijk besluit van |
25 novembre 1991). | 25 november 1991). |
Art. 5.Au moins la moitié de l'effort mentionné dans l'article 4, |
Art. 5.Van de in artikel 4 bedoelde inspanning moet minstens de helft |
doit être affecté à des initiatives en faveur d'un ou plusieurs des | besteed worden aan initiatieven ten voordele van één of meerdere van |
groupes suivants : | de volgende groepen : |
a. les jeunes concernés dans l'article 4, 5); | a. de in artikel 4, 5) bedoelde jongeren; |
b. les personnes concernées dans l'article 4, 3) et 4), qui n'ont pas encore atteint l'âge de 26 ans. | b. de in artikel 4, 3) en 4) bedoelde personen die nog geen 26 jaar |
Art. 6.L'application pratique de ces mesures via le règlement, relève |
zijn. Art. 6.De praktische toepassing van deze maatregel, via het |
de la responsabilité du comité de gestion du fonds de sécurité | reglement, behoort tot de verantwoordelijkheid van het beheerscomité |
d'existence. | van het fonds voor bestaanszekerheid. |
CHAPITRE III. - Formation et qualification | HOOFDSTUK III. - Vorming en opleiding |
Art. 7.1) Pour stimuler la formation permanente dans les entreprises |
Art. 7.1) Om de permanente vorming in de bedrijven te stimuleren en |
en vue de la sauvegarde de l'emploi, les parties s'engagent à employer | met het oog op het behoud van de werkzekerheid, verbinden de partijen |
0,55 p.c. des salaires bruts en faveur de ces formations pour la | er zich toe om 0,55 pct. van de brutolonen te besteden voor deze |
période 2013-2014; | opleidingen in de periode 2013-2014; |
2) Le taux de participation à la formation sera augmenté de 5 p.c. par an. Art. 8.Les dossiers de formation doivent être soumis au conseil d'entreprise. Il s'agit ici de toutes les initiatives en matière de formation. Les membres du conseil d'entreprise peuvent formuler des remarques, qui seront ajoutées à ces dossiers de formation lorsqu'ils seront introduits auprès du fonds de sécurité d'existence. CHAPITRE IV. - Premiers emplois Art. 9.Les parties signataires sont d'accord pour donner un avis positif au Ministre de l'Emploi, concernant une dérogation sectorielle pour les premiers emplois pour une période qui court du 1er janvier 2013 jusqu'au 31 décembre 2014. Sur la base de la loi en vigueur, cette dérogation est possible vu l'engagement permanent des employeurs relevant de la Commission paritaire des employés de l'industrie papetière, à verser une cotisation extraordinaire de 0,15 p.c. des salaires bruts en faveur des groupes à risque. Les employeurs relevant de la commission paritaire précitée s'engagent à fournir un effort particulier en faveur de la formation des jeunes. Le dossier de demande, composé conformément la législation en vigueur, sera accompagné de l'avis positif de la commission paritaire, adressé au Ministre de l'Emploi. Lors de l'application de la dérogation accordée par le Ministre de l'Emploi, les employeurs s'engagent à transmettre aux membres du conseil d'entreprise, ou à défaut aux membres du comité pour la prévention et la protection au travail ou à défaut aux membres de la délégation syndicale, l'argumentaire sectoriel transmis au Ministre. Si les organisations syndicales ne sont pas d'accord avec l'argumentaire sectoriel, elles peuvent déposer une demande de conciliation auprès du président de la commission paritaire. Afin de permettre à la commission paritaire de faire une évaluation, toute l'information sera également transmise au président de la commission paritaire. Les partenaires sociaux demandent aux entreprises d'informer les travailleurs, au sein des conseils d'entreprise, sur les motifs de la dérogation sectorielle. CHAPITRE V. - Dispositions finales - Durée de validité Art. 10.Cette convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2013 et cesse de l'être le 31 décembre 2014. En cas de changement de loi, cette convention collective peut être adaptée à la demande de la partie la plus diligente. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 28 avril 2014. La Ministre de l'Emploi, |
2) De participatiegraad voor vorming wordt verhoogd met 5 pct. op jaarbasis. Art. 8.De vormingsdossiers dienen aan de ondernemingsraad te worden voorgelegd. Het betreft hier alle initiatieven betreffende de vorming. De leden van de ondernemingsraad kunnen opmerkingen formuleren die, bij het ter financiering indienen van deze vormingsdossiers bij het fonds voor bestaanszekerheid, zullen worden gevoegd. HOOFDSTUK IV. - Startbanen Art. 9.De ondertekenende partijen gaan akkoord om een positief advies te geven aan de Minister van Werk inzake een sectorale afwijking voor de startbanen voor de periode die loopt van 1 januari 2013 tot 31 december 2014. De vigerende wetgeving laat dit toe, gelet op de blijvende verbintenis van de werkgevers vallend onder Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid om een bijzondere bijdrage van 0,15 pct. op de brutolonen te storten voor de risicogroepen. De werkgevers vallend onder voormeld paritair comité verbinden er zich toe om een bijzondere inspanning te leveren voor de opleiding van jongeren. Het aanvraagdossier, samengesteld conform de geldende wetgeving, zal, samen met het positief advies van het paritair comité gericht worden aan de Minister van Werk. De werkgevers verbinden er zich toe, ingeval van toekenning van de afwijking door de Minister van Werk, de aan de Minister overgemaakte sectorale argumentatie ter informatie te bezorgen aan de leden van de ondernemingsraad, en bij ontstentenis daarvan aan de leden van het comité voor bescherming en preventie op de werkvloer, of bij ontstentenis daarvan aan de leden van de syndicale delegatie. Indien de syndicale organisaties niet akkoord gaan met de sectorale argumentatie, kunnen zij een verzoek tot verzoening indienen bij de voorzitter van het paritair comité. Om het paritair comité toe te laten een evaluatie te maken zal alle informatie ook overgemaakt worden aan de voorzitter van het paritair comité. De sociale partners vragen de ondernemingen hun werknemers in de schoot van de ondernemingsraad te informeren betreffende de motieven voor de vraag tot sectorale afwijking. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen - Geldigheidsduur Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2013 en loopt tot 31 december 2014. Ingeval van wetswijziging kan deze collectieve arbeidsovereenkomst op verzoek van de meest gerede partij tussentijds worden aangepast. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2014. De Minister van Werk, |
Mme M. DE CONINCK | Mevr. M. DE CONINCK |