← Retour vers "Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires de sécurité "
Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires de sécurité | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS 28 AVRIL 2009. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires de sécurité ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. | FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 28 APRIL 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 21 juin 1985 relative aux conditions techniques | Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen |
auxquelles doivent répondre tout véhicule de transport par terre, ses | waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, |
éléments ainsi que les accessoires de sécurité, notamment l'article 1er, | evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, inzonderheid op |
modifié par les lois des 18 juillet 1990, 5 avril 1995, 4 août 1996 et | artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990, 5 april 1995, 4 |
27 novembre 1996 et par l'arrêté royal du 20 juillet 2000; | augustus 1996 en 27 november 1996 en bij koninklijk besluit van 20 |
Vu l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les | juli 2000; Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen |
conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules | reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, |
automobiles, leurs remorques, leurs éléments ainsi que les accessoires | hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, |
de sécurité, notamment l'article 55, modifié par les arrêtés royaux | inzonderheid op artikel 55, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van |
des 21 décembre 1979 et 19 juin 1989; | 21 december 1979 en 19 juni 1989; |
Vu l'avis de la Commission Consultative Administration-Industrie, | Gelet op het advies van de Raadgevende Commissie |
donné le 8 octobre 2007; | Administratie-Nijverheid gegeven op 8 oktober 2007; |
Vu l'association des gouvernements de région à l'élaboration du | Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen |
présent arrêté; | van dit besluit betrokken zijn; |
Vu l'avis 46.025/4 du Conseil d'Etat, donné le 9 mars 2009, en | Gelet op het advies 46.025/4 van de Raad van State, gegeven op 9 maart |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois sur le | 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition du Premier Ministre et du Secrétaire d'Etat à la | Op de voordracht van de Eerste Minister en de Staatssecretaris voor |
Mobilité; | Mobiliteit; |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Le présent arrêté transpose la directive 2006/20/CE de la |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van richtlijn |
Commission du 17 février 2006 modifiant, aux fins de son adaptation au | 2006/20/EG van de Commissie van 17 februari 2006 tot wijziging van |
progrès technique, la directive 70/221/CEE du Conseil relative aux | richtlijn 70/221/EEG van de Raad betreffende brandstofreservoirs en |
réservoirs de carburant et aux dispositifs de protection arrière des | beschermingsinrichtingen aan de achterzijde van motorvoertuigen en |
véhicules à moteur et de leurs remorques. | aanhangwagens daarvan, met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang. |
Art. 2.A l'article 55 de l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant |
Art. 2.In het artikel 55 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 |
règlement général sur les conditions techniques auxquelles doivent | houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, |
répondre les véhicules automobiles, leurs remorques, leurs éléments | hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten |
ainsi que les accessoires de sécurité, modifié par les arrêtés royaux | voldoen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 januari 1971, |
des 14 janvier 1971, 21 décembre 1979 et 19 juin 1989, sont apportées | 21 december 1979 en 19 juni 1989 worden de volgende wijzigingen |
les modifications suivantes : | aangebracht : |
1° l'intitulé de l'article est remplacé comme suit : | 1° het opschrift van het artikel wordt als volgt vervangen : |
« PROTECTION ARRIERE ET PROTECTION LATERALE » | « BESCHERMING AAN DE ACHTERZIJDE EN ZIJDELINGSE BESCHERMING » |
2° le § 1er est remplacé par la disposition suivante : | 2° de § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : |
« § 1er. Tout véhicule doit être construit et/ou équipé de manière à | « § 1. Elk voertuig moet zo gebouwd en/of uitgerust worden dat het |
offrir sur toute la largeur une protection efficace contre | achteraan bij een aanrijding over de hele breedte bescherming biedt |
l'encastrement des véhicules des catégories M1 et N1 le heurtant à | tegen het klemrijden van voertuigen van de categorieën M1 en N1. |
l'arrière. Un dispositif de protection arrière, ci-après dénommé « dispositif », | Een beschermingsinrichting aan de achterzijde, hierna te noemen « |
consiste en règle générale en une traverse et en éléments de | inrichting », bestaat in de regel uit een dwarsligger en |
raccordement aux longerons ou à ce qui en tient lieu. | |
Le dispositif est monté aussi près que possible de l'arrière du | verbindingsstukken met de langsliggers of met wat deze vervangt. |
véhicule. Le véhicule étant à vide, le bord inférieur du dispositif ne | De inrichting wordt zo dicht mogelijk bij de achterzijde van het |
doit être en aucun point à une hauteur au-dessus du sol supérieure à | voertuig aangebracht. Wanneer het voertuig onbelast is, moet de |
55 cm. | onderzijde van de inrichting zich op minder dan 55 cm van de grond |
La largeur du dispositif ne dépasse en aucun point celle de l'essieu | bevinden. De inrichting mag nergens breder zijn dan de achterste as, gemeten aan |
arrière, mesurée aux points extrêmes des roues, à l'exclusion du | de uiterste punten van de wielen, de zwelling van de luchtbanden in de |
renflement des pneumatiques au voisinage du sol; elle ne peut lui être | omgeving van hun raakpunt aan de grond niet meegerekend, en mag aan |
inférieure de plus de 10 cm de chaque côté. S'il existe plusieurs | weerszijden niet meer dan 10 cm smaller zijn. Indien er meerdere |
essieux arrière, la largeur à considérer est celle de l'essieu le plus | achterste assen zijn, wordt de breedte van de breedste as in |
large. | aanmerking genomen. |
La hauteur du profil de la traverse est d'au moins 10 cm. Les | De hoogte van het profiel van de dwarsligger bedraagt ten minste 10 |
extrémités latérales de la traverse ne peuvent être recourbées vers | cm. De uiteinden van de dwarsligger mogen niet naar achteren gebogen |
l'arrière, ni présenter aucun bord coupant vers l'extérieur. | zijn en geen snijdende kanten naar buiten vertonen. |
Le dispositif peut aussi être réalisé de manière à permettre une | De inrichting mag ook zo ontworpen worden dat haar positie aan de |
modification de sa position à l'arrière du véhicule. Dans ce cas, doit | achterzijde van het voertuig gewijzigd kan worden. In dat geval moet |
être garanti en position de service un verrouillage excluant toute | een grendeling ervoor zorgen dat in gebruikstoestand, de positie niet |
modification de position involontaire. La position du dispositif doit | ongewild gewijzigd kan worden. De positie van de inrichting moet |
pouvoir être modifiée par application, par l'opérateur, d'une force ne | kunnen gewijzigd worden door de uitoefening van een kracht van minder |
dépassant pas 40 daN. | dan 40 daN. |
Le dispositif possède une résistance suffisante aux forces appliquées | De inrichting biedt voldoende weerstand aan de krachten die parallel |
parallèlement à l'axe longitudinal du véhicule et est relié, en | uitgeoefend worden op de overlangse as van het voertuig en moet in |
position de service, aux longerons du véhicule ou à ce qui en tient | gebruikstoestand bevestigd worden aan de langsliggers daarvoor in de |
plaats aanwezige constructiegedeelte of met wat deze vervangt. Tijdens | |
lieu. Pendant et après application de ces forces, la distance | en na uitoefening van deze krachten mag de horizontale afstand tussen |
horizontale entre l'arrière du dispositif et la partie extrême arrière | het achterste gedeelte van de inrichting en de uiterste achterzijde |
du véhicule ne peut dépasser 40 cm. Cette distance est mesurée à | van het voertuig ten hoogste 40 cm bedragen. Wanneer het voertuig |
onbelast is wordt deze afstand gemeten zonder rekening te houden met | |
l'exclusion de toute partie du véhicule située à plus de 3 m au-dessus | het gedeelte van het voertuig dat zich op meer dan 3 m van de grond |
du sol, le véhicule étant à vide. | bevindt. |
Sur les véhicules équipés d'une plate-forme de levage, l'installation | Op voertuigen uitgerust met een hefplatform mag de installatie van de |
du dispositif peut être interrompue pour les besoins du mécanisme. | inrichting onderbroken worden voor de bediening van het hefplatform. |
Dans ce cas, la distance latérale entre les éléments de fixation du | In dat geval mag de laterale afstand tussen de bevestigingselementen |
dispositif et les éléments de la plate-forme, qui rendent nécessaire | van de inrichting en de elementen van het platform die de onderbreking |
l'interruption, ne peut excéder 2,5 cm. Les éléments individuels du | nodig maken, de 2,5 cm niet overschrijden. De individuele elementen |
dispositif doivent, dans chaque cas, avoir une superficie active d'au | van de inrichting moeten in elk geval een actieve oppervlakte van ten |
moins 350 cm2. | minste 350 cm2 hebben. |
Par dérogation, les véhicules des types suivants peuvent ne pas être | De volgende voertuigtypes mogen afwijken van de bovenvermelde |
conformes aux dispositions précitées : tracteurs pour semi-remorques, | bepalingen : trekkers voor opleggers, mallejans en andere soortgelijke |
remorques « triqueballes » et autres remorques analogues destinées au | aanhangwagens bestemd voor het vervoer van boomstammen of andere lange |
transport de bois en grume ou d'autres pièces de grande longueur, | voorwerpen, voertuigen waarbij de aanwezigheid van een |
véhicules pour lesquels l'existence d'une protection arrière est | beschermingsinrichting aan de achterzijde onverenigbaar is met hun |
incompatible avec leur utilisation. ». | gebruiksdoel. ». |
3° il est inséré un § 2 rédigé comme suit : | 3° een § 2, luidend als volgt, wordt ingevoegd : |
« § 2. A compter du 11 septembre 2007, le respect des prescriptions de | « § 2. Met ingang van 11 september 2007 moeten de voorschriften van de |
la directive 2006/20/CE de la Commission du 17 février 2006 modifiant, | Richtlijn 2006/20/EG van de Commissie van 17 februari 2006 tot |
aux fins de son adaptation au progrès technique, la directive | wijziging van Richtlijn 70/220/EEG van de Raad betreffende |
70/220/CEE du Conseil relative aux réservoirs et aux dispositifs de | brandstofreservoirs en beschermingsinrichtingen aan de achterzijde van |
protection arrière des véhicules à moteur et de leurs remorques est | motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, met het oog op de aanpassing |
obligatoire quant à l'obtention : | aan de technische vooruitgang, nageleefd worden : |
- pour un type de véhicule, de la réception par type CE ou de la | - voor de EG-typegoedkeuring of de nationale typegoedkeuring van een |
réception par type nationale, | voertuigtype; |
- pour un dispositif de protection arrière en tant qu'entité | - voor de EG-typegoedkeuring of de nationale typegoedkeuring van een |
technique, de la réception par type CE ou de la réception par type nationale. ». | beschermingsinrichting aan de achterzijde als technische eenheid. ». |
4° il est inséré un § 3 rédigé comme suit : | 4° een § 3, luidend als volgt, wordt ingevoegd : |
« § 3. A compter du 11 mars 2010, le respect des prescriptions de la | « § 3. Met ingang van 11 maart 2010 moeten de voorschriften van de |
directive 2006/20/CE précitée est obligatoire quant à : | voormelde Richtlijn 2006/20/EG nageleefd worden op het gebied van : |
- l'immatriculation, la vente ou l'entrée en service de véhicules | - de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van nieuwe |
neufs, | voertuigen, |
- la vente ou l'entrée en service d'un dispositif de protection | - de verkoop of het in het verkeer brengen van een |
arrière en tant qu'entité technique. ». | beschermingsinrichting aan de achterzijde als technische eenheid. ». |
5° les §§ 2, 3 et 4 deviennent respectivement les §§ 4, 5 et 6. | 5° de §§ 2, 3 en 4 worden respectievelijk de §§ 4, 5 en 6. |
Art. 3.Dispositions transitoires. |
Art. 3.Overgangsbepalingen. |
En ce qui concerne l'immatriculation, la vente ou l'entrée en service | Voor de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van |
de véhicules neufs ainsi que la vente ou l'entrée en service d'un | nieuwe voertuigen of de verkoop of het in het verkeer brengen van een |
dispositif de protection arrière en tant qu'entité technique, les | beschermingsinrichting aan de achterzijde als technische eenheid, |
dispositions de l'article 55, § 1er, de l'arrêté royal du 15 mars 1968 | blijven de bepalingen van artikel 55, § 1, van het koninklijk besluit |
dans son contenu antérieur à l'entrée en vigueur du présent arrêté, | van 15 maart 1968, zoals ze bestonden voor de inwerkingtreding van dit |
restent d'application jusqu'au 10 mars 2010. A dater du 11 mars 2010, | besluit, van toepassing tot 10 maart 2010. Met ingang van 11 maart |
le § 1er précité est remplacé par le nouveau § visé à l'article 2, 2° | 2010 wordt de voormelde § 1 vervangen door de nieuwe § bedoeld in het |
du présent arrêté. | artikel 2, 2° van dit besluit. |
Art. 4.Le ministre compétent pour la circulation routière est chargé |
Art. 4.De minister bevoegd voor het wegverkeer is belast met de |
de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 28 avril 2009. | Gegeven te Brussel, 28 april 2009. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Premier Ministre, | De Eerste Minister, |
H. VAN ROMPUY | H. VAN ROMPUY |
Le Secrétaire d'Etat à la Mobilité, | De Staatssecretaris voor Mobiliteit, |
E. SCHOUPPE | E. SCHOUPPE |