Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 12 septembre 2019, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande, relative aux conditions de rémunération dans l'aide aux familles et les soins à domicile complémentaires en exécution du cinquième Vlaams intersectoraal akkoord voor de non-profit/social-profitsector 2018-2020 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de loonvoorwaarden in de gezinszorg en aanvullende thuiszorg ter uitvoering van het vijfde Vlaams intersectoraal akkoord voor de non-profit/social-profitsector 2018-2020 |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
27 SEPTEMBRE 2020. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 27 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 12 septembre 2019, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september |
Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et | 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- |
des aides seniors de la Communauté flamande, relative aux conditions | en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de |
de rémunération dans l'aide aux familles et les soins à domicile | loonvoorwaarden in de gezinszorg en aanvullende thuiszorg ter |
complémentaires en exécution du cinquième Vlaams intersectoraal | uitvoering van het vijfde Vlaams intersectoraal akkoord voor de |
akkoord voor de non-profit/social-profitsector 2018-2020 (1) | non-profit/social-profitsector 2018-2020 (1) |
PHILIPPE, Roi des Belges, | FILIP, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les services des | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor |
aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande; | gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap; |
Sur la proposition de la Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 12 septembre 2019, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019, |
Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et | gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en |
des aides seniors de la Communauté flamande, relative aux conditions | bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de |
de rémunération dans l'aide aux familles et les soins à domicile | loonvoorwaarden in de gezinszorg en aanvullende thuiszorg ter |
complémentaires en exécution du cinquième Vlaams intersectoraal | uitvoering van het vijfde Vlaams intersectoraal akkoord voor de |
akkoord voor de non-profit/social-profitsector 2018-2020. | non-profit/social-profitsector 2018-2020. |
Art. 2.Le ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de |
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
l'exécution du présent arrêté. | dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 27 septembre 2020. | Gegeven te Brussel, 27 september 2020. |
PHILIPPE | FILIP |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales | Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- |
et des aides seniors de la Communauté flamande | en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap |
Convention collective de travail du 12 septembre 2019 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 september 2019 |
Conditions de rémunération dans l'aide aux familles et les soins à | |
domicile complémentaires en exécution du cinquième Vlaams | Loonvoorwaarden in de gezinszorg en aanvullende thuiszorg ter |
intersectoraal akkoord voor de non-profit/social-profitsector | uitvoering van het vijfde Vlaams intersectoraal akkoord voor de |
non-profit/social-profitsector 2018-2020 (Overeenkomst geregistreerd | |
2018-2020 (Convention enregistrée le 24 octobre 2019 sous le numéro | op 24 oktober 2019 onder het nummer 154711/CO/318.02) |
154711/CO/318.02) | |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.§ 1er. La présente convention collective de travail |
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing |
s'applique aux employeurs des services d'aide aux familles et de soins | op de werkgevers van de diensten voor gezinszorg en aanvullende |
à domicile complémentaires de la Communauté flamande. | thuiszorg van de Vlaamse Gemeenschap. |
La présente convention collective de travail s'applique au personnel | Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op het |
ouvrier et employé des services d'aide aux familles et de soins à | arbeiders- en bediendenpersoneel van de diensten voor gezinszorg en |
domicile complémentaires de la Communauté flamande, y compris les | aanvullende thuiszorg van de Vlaamse gemeenschap, inbegrepen de |
travailleurs rémunérés grâce à des moyens Maribel social et les | werknemers betaald uit de Sociale Maribel middelen en de werknemers |
travailleurs occupés sous un statut ACS, à l'exception des | tewerkgesteld in een GESCO-statuut, met uitzondering van de werknemers |
travailleurs énumérés au § 2. | opgesomd in § 2. |
§ 2. La présente convention collective de travail ne s'applique pas : | § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op : |
1) aux travailleurs des groupes cibles, tels que définis à l'article 6 | 1) de doelgroepwerknemers, zoals gedefinieerd in het artikel 6 van het |
du décret du 22 novembre 2013 relatif à l'économie de services locaux | decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale diensteneconomie |
(Moniteur belge du 7 janvier 2014) qui fournissent des prestations | (Belgisch Staatsblad van 7 januari 2014) die prestaties leveren in een |
dans une division sui generis des services des aides familiales et des | sui generis-afdeling van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van |
aides seniors de la Communauté flamande ayant obtenu un agrément en | de Vlaamse Gemeenschap waarvoor een erkenning lokale diensteneconomie |
tant qu'économie de services locaux; | is bekomen; |
2) aux travailleurs fournissant des prestations dans le cadre de | 2) de werknemers die prestaties leveren in het kader van |
programmes pour l'emploi ou de transition professionnelle régis par | tewerkstellings- of doorstromingsprogramma's die door de Vlaamse |
l'autorité flamande; | overheid gereglementeerd worden; |
3) aux travailleurs occupés dans le cadre de titres-services, y | 3) de werknemers tewerkgesteld in het kader van dienstencheques, |
compris le personnel d'encadrement (personnel administratif et | inclusief het omkaderingspersoneel (begeleidend en administratief) die |
accompagnant), qui sont rémunérés sur la base des conditions de | |
rémunération et de travail prévues dans la convention collective de | verloond worden op basis van de loon- en arbeidsvoorwaarden voorzien |
travail du 5 juin 2014 (122707/CO/318.02). | in de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juni 2014 |
(122707/CO/318.02). | |
CHAPITRE II. - Barèmes minimums | HOOFDSTUK II. - Minimum loonschalen |
1. Dispositions générales | 1. Algemene bepalingen |
Art. 2.§ 1er. Les salaires annuels bruts minimums pour les travailleurs visés à l'article 1er et les dates d'application sont déterminés conformément aux barèmes joints à l'annexe 1re. L'application de ces salaires annuels bruts minimums et les indexations futures ne peuvent porter atteinte aux salaires annuels bruts plus favorables pour les travailleurs là où semblable situation existe. § 2. Pour déterminer les salaires mensuels bruts correspondants, il convient de diviser les salaires annuels bruts par douze. Pour déterminer les salaires horaires bruts correspondants, les salaires annuels bruts doivent être divisés par le nombre résultant de la |
Art. 2.§ 1. De minimum bruto-jaarlonen voor de in artikel 1 bedoelde werknemers en de toepassingsdata worden bepaald overeenkomstig de in bijlage 1 gevoegde loonschalen. De toepassing van deze minimum bruto-jaarlonen en toekomstige indexeringen mag geen afbreuk doen aan de bruto-jaarlonen die voor de werknemers gunstiger zijn daar waar dergelijke toestand bestaat. § 2. Om de overeenstemmende bruto-maandlonen te bepalen moeten de bruto-jaarlonen gedeeld worden door twaalf. Om de overeenstemmende bruto-uurlonen te bepalen moeten de bruto-jaarlonen gedeeld worden |
multiplication de la durée de travail hebdomadaire prévue dans le | door het getal dat het resultaat vormt van de vermenigvuldiging van de |
secteur, à savoir 38 heures par 52, ce qui donne 1976. | wekelijkse arbeidsduur, zoals bepaald in de sector, zijnde 38 uur met |
52, wat resulteert in 1976. | |
Les salaires horaires et mensuels bruts seront fixés conformément au | De bruto-uurlonen en -maandlonen worden vastgesteld overeenkomstig de |
mode de calcul prévu par le présent article et joints à l'annexe 1re à | berekeningswijze bepaald in dit artikel en als bijlage 1 aan deze |
la présente convention collective de travail. | collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen. |
§ 3. Pour les autres modalités de calcul du salaire mensuel brut et du | § 3. Voor de verdere berekeningsmodaliteiten van het bruto-maandloon |
salaire horaire brut, il est renvoyé à la disposition de l'article 21 | en het bruto-uurloon wordt verwezen naar het bepaalde onder artikel 21 |
relative à la liaison des rémunérations et traitements à l'indice des | aangaande de koppeling van de lonen en wedden aan het indexcijfer van |
prix à la consommation. | de consumptieprijzen. |
2. Attribution de barèmes minimums, conditions d'embauche et | 2. Toekenning van minimum loonschalen, aanwervingsvoorwaarden en |
conditions d'accès éventuelles | eventuele toegangsvereisten |
Art. 3.Pour les travailleurs, les salaires annuels bruts minimums et |
Art. 3.Voor de werknemers worden de minimum bruto jaarlonen en de |
les conditions d'accès éventuelles par fonction sont fixés conformément au tableau ci-après. Ils mentionnent également les conditions minimales d'accès auxquelles il faut satisfaire pour pouvoir exercer une fonction donnée. Si les conditions d'accès minimales concernent le niveau d'études, elles ne s'appliquent que pour autant qu'un diplôme soit requis pour satisfaire à l'arrêté en vigueur du gouvernement flamand avec annexes relatif à la programmation, aux conditions d'agrément et au régime de subventionnement de structures de services de soins et de logement et d'associations d'usagers et d'intervenants de proximité. Services et fonctions Barème Conditions minimales d'accès | eventuele toegangsvereisten per functie vastgesteld overeenkomstig de hierna opgenomen tabel. Zij vermelden eveneens de minimale toegangsvereisten waaraan eventueel moet voldaan worden om een bepaalde functie te kunnen uitoefenen. Indien de minimale toegangsvereisten betrekking hebben op het studieniveau, zijn ze enkel van toepassing voor zover een diploma vereist is om te voldoen aan het geldende besluit van de Vlaamse regering, met bijlagen, betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers. Diensten en functies Barema Minimale toegangsvereisten |
I. Membre du personnel soignant | I. Verzorgende personeelslid |
B2b | B2b |
Satisfaire aux conditions pour le personnel soignant lors de l'entrée | Voldoen aan de voorwaarden voor verzorgend personeel bij de |
en service dans les services d'aide aux familles comme décrit dans | |
l'arrêté du gouvernement flamand relatif à la programmation, aux | indiensttreding in diensten voor gezinszorg, zoals beschreven in het |
conditions d'agrément et au régime de subventionnement de structures | geldende besluit van de Vlaamse regering, met bijlagen, betreffende de |
de services de soins et de logement et d'associations d'usagers et | programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor |
d'intervenants de proximité | woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers |
II. Membre du personnel logistique (aide au nettoyage, aide aux petits travaux ou garde) | II. Logistiek personeelslid (schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp) |
B4 | B4 |
Pas de dispositions particulières | Geen bijzondere bepalingen |
III. Services administratifs | III. Administratieve Diensten |
- Collaborateur administratif | - Administratief medewerker |
- Chef de service administration | - Diensthoofd administratie |
A1 | A1 |
A2 | A2 |
A3 | A3 |
B1B | B1B |
Enseignement supérieur | Hoger onderwijs |
- Minimum 3ème degré de l'enseignement secondaire | - Minimaal 3de graad secundair onderwijs |
- Minimum 2ème degré de l'enseignement secondaire après 10 années | - Minimaal 2de graad secundair onderwijs na 10 jaar dienstanciënniteit |
d'ancienneté de service et 240 heures de formation complémentaire en | en 240 uren bijkomende administratieve en/of informaticatechnische |
administration et/ou techniques informatiques | opleiding Minimaal 2de graad secundair onderwijs |
Minimum 2ème degré de l'enseignement secondaire | |
Enseignement supérieur | Hoger onderwijs |
IV. Membre du personnel d'accompagnement ou un membre du personnel d'encadrement | IV. Begeleidend personeelslid of een lid van het omkaderingspersoneel |
B1Bbis | B1Bbis |
Satisfaire aux conditions pour le personnel d'accompagnement ou un | Voldoen aan de voorwaarden voor begeleidend personeelslid of een lid |
membre du personnel d'encadrement dans les services d'aide aux | van het omkaderingspersoneel in diensten voor gezinszorg, zoals |
familles comme décrit dans l'arrêté du gouvernement flamand relatif à | |
la programmation, aux conditions d'agrément et au régime de | beschreven in het geldende besluit van de Vlaamse regering, met |
subventionnement de structures de services de soins et de logement et | bijlagen, betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de |
d'associations d'usagers et d'intervenants de proximité | subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor |
mantelzorgers en gebruikers | |
V. Membre du personnel dirigeant | V. Leidinggevend personeelslid |
De K5 à K1 Satisfaire aux conditions pour le personnel dirigeant dans les services d'aide aux familles comme décrit dans l'arrêté du gouvernement flamand relatif à la programmation, aux conditions d'agrément et au régime de subventionnement de structures de services de soins et de logement et d'associations d'usagers et d'intervenants de proximité | K5 tot K1 Voldoen aan de voorwaarden voor leidinggevend personeelslid in diensten voor gezinszorg, zoals beschreven in het geldende besluit van de Vlaamse regering, met bijlagen, betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers Art. 4.De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur voor voltijdse |
Art. 4.La durée du travail hebdomadaire moyenne est de 38 heures pour |
tewerkstelling bedraagt 38 uur. De wettelijk voorziene rustpauzes |
un emploi à temps plein. Les pauses prévues par la loi sont en | |
principe prises en dehors du temps de travail proprement dit. | worden in principe genomen buiten de eigenlijke arbeidstijd. |
CHAPITRE III. - Octroi de l'allocation de foyer ou de résidence | HOOFDSTUK III. - Toekenning van de haard- of standplaatstoelage |
Art. 5.Aux membres du personnel visés à l'article 1er, § 1er de la |
Art. 5.Aan de bij artikel 1, § 1 van deze collectieve |
présente convention collective de travail, une allocation de foyer ou | arbeidsovereenkomst bedoelde personeelsleden wordt een haard- of |
de résidence est octroyée selon les modalités précisées ci-après. | standplaatstoelage toegekend volgens de hierna bepaalde modaliteiten. |
Art. 6.Une allocation de foyer est octroyée : 1. Aux membres du personnel cohabitant effectivement avec un partenaire, sauf si une telle allocation est octroyée à leur partenaire dans n'importe quel régime. Quand les deux partenaires satisfont chacun aux conditions pour obtenir l'allocation de foyer, celle-ci est octroyée au conjoint ayant le salaire annuel brut le plus bas, comme fixé pour des prestations complètes. En cas de salaires annuels égaux, les partenaires peuvent décider de commun accord lequel des deux sera le bénéficiaire de l'allocation de foyer. Les travailleurs non mariés doivent prouver leur cohabitation au moyen d'une attestation fournie par le service population de la commune; 2. Aux autres membres du personnel qui ont un ou plusieurs enfants à charge, pour lesquels ils reçoivent effectivement des allocations familiales. Une allocation de résidence est octroyée aux membres du personnel qui ne reçoivent pas d'allocation de foyer. |
Art. 6.Een haardtoelage wordt toegekend aan : 1. De werknemers die effectief samenwonen met een partner, behalve wanneer aan hun partner, onder welk stelsel ook, een dergelijke toelage wordt toegekend. Wanneer aan beide partners een haardtoelage zou kunnen worden toegekend, wordt deze toegekend aan de partner met het laagste bruto-jaarloon zoals dat is vastgesteld voor volledige prestaties. Bij gelijke jaarbedragen kunnen de partners met wederzijds akkoord bepalen wie van beiden begunstigde zal zijn van de haardtoelage. Voor niet-gehuwden moet het samenwonen bewezen worden door een attest afgeleverd door de dienst bevolking van de gemeente; 2. De andere personeelsleden die één of meer kinderen ten laste hebben voor wie zij de kinderbijslagen werkelijk ontvangen. Een standplaatstoelage wordt toegekend aan de personeelsleden die geen haardtoelage krijgen. |
Art. 7.Le montant annuel de l'allocation de foyer ou de résidence est |
Art. 7.Het jaarlijks bedrag van de haard- of standplaatstoelage |
fixé conformément au tableau ci-dessous, en fonction du salaire annuel | wordt, afhankelijk van het bruto-jaarloon, vastgesteld volgens |
brut : | onderstaande tabel : |
Bruto jaarloon/Salaire annuel brut | Bruto jaarloon/Salaire annuel brut |
Haardtoelage/Allocation de foyer | Haardtoelage/Allocation de foyer |
Standplaatstoelage/Allocation de résidence | Standplaatstoelage/Allocation de résidence |
Tot/jusqu'à 26 875,20 EUR | Tot/jusqu'à 26 875,20 EUR |
1 228,85 EUR | 1 228,85 EUR |
614,42 EUR | 614,42 EUR |
Tot/jusqu'à 30 497,58 EUR | Tot/jusqu'à 30 497,58 EUR |
614,42 EUR | 614,42 EUR |
307,22 EUR | 307,22 EUR |
(montants au 1er octobre 2018 à l'indice-pivot 105,10) | (bedragen op 1 oktober 2018 aan spilindex 105,10) |
Si le salaire annuel brut d'un travailleur dépasse les plafonds de 26 | Indien het bruto-jaarloon van een werknemer het grensbedrag van 26 |
875,20 EUR ou de 30 497,58 EUR, son salaire brut, augmenté le cas | 875,20 EUR respectievelijk 30 497,58 EUR overschrijdt, kan zijn |
échéant de l'allocation de foyer ou de résidence correspondante, ne | brutoloon, in voorkomend geval vermeerderd met de overeenstemmende |
peut pas être inférieur au plafond, augmenté du montant de | haard- of standplaatstoelage, niet minder bedragen dan het grensbedrag |
l'allocation de foyer ou de résidence correspondant. L'allocation qui | vermeerderd met het bedrag van de overeenstemmende haard- of |
lui est attribuée est augmentée à concurrence de l'écart ou une allocation partielle lui est accordée. Art. 8.§ 1er. L'allocation de foyer ou de résidence est octroyée aux membres du personnel dont les prestations de travail sont incomplètes au prorata de ces prestations de travail. § 2. L'allocation de foyer ou de résidence est payée mensuellement en même temps que le traitement du mois auquel elle se rapporte. Lorsqu'un fait modifiant le droit à l'allocation se présente au cours du mois, le régime le plus avantageux sera appliqué pour tout le mois. Lorsque seulement un traitement mensuel partiel est dû, l'allocation est octroyée aux mêmes conditions que celles applicables au traitement, c'est-à-dire au prorata des prestations de travail du mois. |
standplaatstoelage. Ten belope van het verschil wordt de hem toegekende toelage vermeerderd of wordt hem een gedeeltelijke toelage toegekend. Art. 8.§ 1. De haard- of standplaatstoelage wordt aan personeelsleden met onvolledige dienstprestaties toegekend in evenredigheid met deze prestaties. § 2. De haard- of standplaatstoelage wordt maandelijks betaald, samen met het loon van de maand waarvoor zij verschuldigd is. Wanneer in de loop van de maand zich een feit voordoet dat het recht op de toelage wijzigt, wordt het voordeligste stelsel voor de volledige maand toegepast. Wanneer voor de maand geen volledig maandloon verschuldigd is, wordt de toelage betaald volgens dezelfde voorwaarden als het loon, dit wil zeggen pro rata de tewerkstelling in deze maand. |
§ 3. Pour les travailleurs à temps partiel, le traitement à prendre en | § 3. Voor deeltijdse werknemers bedraagt het in aanmerking te nemen |
compte pour le calcul au prorata de l'allocation de foyer ou de | loon voor de pro rata berekening van de haard- of standplaatstoelage, |
résidence est le salaire qui serait octroyé si l'emploi à temps | dat wat zou worden toegekend indien de deeltijdse betrekking van de |
partiel du travailleur était un emploi à temps plein. | werknemer een voltijdse betrekking zou zijn. |
§ 4. En application des principes susmentionnés, l'allocation de foyer | § 4. In toepassing van voormelde beginselen, dient de haard- of |
ou de résidence pour les travailleurs exerçant plusieurs fonctions à | standplaatstoelage voor de werknemers die verschillende deeltijdse |
temps partiel, doit être calculée sur le salaire pour chaque fonction | functies uitoefenen berekend te worden op het loon voor elke functie |
séparée, à transformer à chaque fois en une fonction à temps plein, | afzonderlijk, telkens om te zetten in een voltijdse functie, om het |
pour en connaître le montant, sans que la somme totale ne puisse | bedrag ervan te kennen, zonder dat de totale som echter meer mag |
toutefois dépasser l'allocation de foyer ou de résidence qui aurait | bedragen dan wat aan haard- of standplaatsvergoeding zou worden |
été octroyée dans le cas d'un seul emploi à temps plein. | toegekend indien het één voltijdse betrekking zou zijn. |
§ 5. L'allocation se calcule sur la base des barèmes salariaux, sans | § 5. De toelage wordt berekend op de loonschalen zonder rekening te |
tenir compte des primes, allocations et autres suppléments de | houden met premies, toeslagen of andere weddesupplementen. |
traitement. § 6. L'allocation est soumise aux cotisations à l'Office national de | § 6. De toelage is onderworpen aan de bijdragen voor de Rijksdienst |
sécurité sociale et jointe à la masse salariale totale pour le calcul | voor Sociale Zekerheid en wordt bij de totale loonmassa gevoegd voor |
du pécule de vacances. | de berekening van het vakantiegeld. |
Art. 9.L'allocation de foyer n'est payée qu'après présentation d'une |
Art. 9.De haardtoelage wordt slechts betaald na voorlegging van een |
déclaration sur l'honneur signée par le membre du personnel concerné | door het betrokken personeelslid ondertekende verklaring op eer, in |
en double exemplaire, dont le modèle est repris à l'annexe 2. A cette | dubbel exemplaar, waarvan het model in bijlage 2 wordt gevoegd. Te |
fin, l'employeur fournit un tel exemplaire au travailleur concerné. | dien einde bezorgt de werkgever aan de betrokken werknemer een dergelijk exemplaar. |
CHAPITRE IV. - Ancienneté barémique | HOOFDSTUK IV. - Baremieke anciënniteit |
1. Reprise d'ancienneté barémique d'employeurs précédents | 1. Overname baremieke anciënniteit vorige werkgevers |
Art. 10.Pour la détermination de l'ancienneté barémique à laquelle un |
Art. 10.Voor het bepalen van de baremieke anciënniteit waarop een |
travailleur a droit au moment de son entrée en service concernant les | werknemer bij zijn indiensttreding recht heeft met betrekking tot de |
barèmes salariaux minimums, les périodes couvertes par un contrat de | minimumloonschalen komen de periodes gedekt door een |
travail pour une même fonction, que le travailleur peut prouver au | arbeidsovereenkomst voor eenzelfde functie in aanmerking die de |
sein d'un service d'aide familiale comme prévu à l'article 1er, sont | werknemer kan aantonen binnen een dienst voor gezinszorg zoals bepaald |
prises en considération. | in artikel 1. |
Sont également prises en compte pour la détermination de l'ancienneté | Komen eveneens in aanmerking voor het bepalen van de baremieke |
barémique, les périodes couvertes par un contrat de travail dans les | anciënniteit de perioden gedekt door een arbeidsovereenkomst in de |
sous-secteurs concernés par le VIA : | deelsectoren betrokken in het VIA : |
- Etablissements et services d'éducation (commission paritaire | |
319.01); - Entreprises de travail adapté et ateliers sociaux (commission | - Opvoedings- en huisvestingsinrichtingen (paritair comité 319.01); |
paritaire 327.01); | - Beschutte en sociale werkplaatsen (paritair comité 327.01); |
- Secteur socio-culturel (commission paritaire 329.01); | - Socioculturele sector (paritair comité 329.01); |
- Secteur flamand de l'aide sociale et des soins de santé (commission | - Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (paritair comité 331); |
paritaire 331); - Secteurs régionalisés de la commission paritaire 330 (maisons de | - Geregionaliseerde sectoren van paritair comité 330 (psychiatrische |
soins psychiatriques, hôpitaux de revalidation, soins aux personnes | verzorgingstehuizen, revalidatieziekenhuizen, ouderenzorg, |
âgées, centres de revalidation et habitations protégées); | revalidatiecentra en beschut wonen); |
- Aide aux familles et soins à domicile complémentaires (commission paritaire 318.02). | - Gezinszorg en aanvullende thuiszorg (paritair comité 318.02). |
Sont également prises en compte pour la détermination de l'ancienneté | Komen tevens in aanmerking voor het bepalen van de baremieke |
barémique, les périodes couvertes par un contrat de travail dans : | anciënniteit de perioden gedekt door een arbeidsovereenkomst in : |
- les services publics d'aide aux familles; | - de openbare diensten gezinszorg; |
- les garderies publiques et les services pour familles d'accueil. | - de openbare kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen. |
La pertinence de l'expérience dans un autre sous-secteur pour la | De relevantie van de ervaring in een andere deelsector voor de te |
fonction à remplir est déterminante pour la reprise de cette ancienneté : | begeven functie is bepalend voor de overname van deze anciënniteit : |
- non pertinent - reprise de 25 p.c., après 5 ans - reprise de 50 | - niet relevant - 25 pct. overname, na 5 jaar - 50 pct. overname, na |
p.c., après 10 ans - reprise de 100 p.c.; | 10 jaar - 100 pct. overname; |
- de pertinence limitée - reprise de 60 p.c., après 5 ans - reprise de | - beperkt relevant - 60 pct. overname, na 5 jaar - 100 pct. overname; |
- relevant - 80 pct. overname, na 1 jaar - 100 pct. overname. | |
De over te nemen anciënniteit wordt uitgedrukt in jaren, maanden en | |
100 p.c.; - pertinent - reprise de 80 p.c., après 1 an - reprise de 100 p.c.. | dagen. De percentages lager dan 100 pct. worden berekend op het totaal |
L'ancienneté à reprendre est exprimée en années, mois et jours. Les | aantal dagen over te nemen anciënniteit en terug omgezet in jaren (365 |
pourcentages inférieurs à 100 p.c. sont calculés sur le nombre total | |
de jours d'ancienneté à reprendre et reconvertis en années (365 | dagen), maanden (30 dagen) en dagen. De aanpassing van de over te |
jours), mois (30 jours) et jours. L'adaptation de l'ancienneté à | nemen anciënniteit gaat in de eerste van de maand volgend op het |
reprendre prend effet le premier du mois suivant celui pendant lequel | |
un an d'ancienneté barémique est atteint. | bereiken van een jaar baremieke anciënniteit. |
Art. 11.§ 1er. La preuve des jours travaillés doit être fournie par |
Art. 11.§ 1. De bewijslevering van de gepresteerde arbeidsdagen moet |
le travailleur à la demande de l'employeur. Le travailleur dispose à | op verzoek van de werkgever door de werknemer gevoerd worden. Deze |
cette fin d'un délai de 6 mois commençant au moment de l'entrée en | laatste beschikt hiervoor over een termijn van 6 maanden die aanvangt |
service. Comme moyens de preuve sont notamment acceptés les comptes | vanaf de indiensttreding. Als geldige bewijsmiddelen worden onder meer |
individuels du travailleur et les attestations d'employeurs. | de individuele rekeningen van de werknemer en werkgeversattesten |
§ 2. L'employeur fournit au travailleur, dans un délai de 3 mois après | aanvaard. § 2. De werkgever bezorgt de werknemer binnen een termijn van 3 |
la fourniture de la preuve comme prévue au § 1er, un relevé de | maanden na de bewijslevering, zoals bepaald in § 1, opgave van de door |
l'ancienneté auprès d'employeurs précédents prise en compte par lui. | hem in aanmerking genomen anciënniteit van vorige werkgevers. Deze |
Ce relevé contient - le cas échéant par employeur précédent - le | opgave bevat - desgevallend per vorige werkgever - de berekening van |
calcul du nombre d'années, de mois et de jours et le calcul de | het aantal jaren, maanden en dagen en de berekening van de percentages |
pourcentages comme prévus à l'article 10. | zoals bepaald in artikel 10. |
2. Constitution de l'ancienneté barémique auprès d'un même employeur | 2. Opbouw baremieke anciënniteit bij eenzelfde werkgever |
Art. 12.§ 1er. L'ancienneté barémique est calculée à partir de la |
Art. 12.§ 1. De baremieke anciënniteit wordt berekend vanaf de datum |
date où le membre du personnel, ayant satisfait aux conditions d'accès | dat het personeelslid, mits voldaan is aan de minimale |
minimales, commence le travail. | toegangsvereisten, de tewerkstelling aanvat. |
§ 2. Si le travailleur, à son entrée en service, n'avait pas encore | § 2. Indien de werknemer bij zijn indiensttreding nog niet voorheen |
été occupé auprès d'un service d'aide familiale ou un autre secteur du | bij een dienst voor gezinszorg of in een andere sector van het VIA, |
VIA tel que prévu à l'article 10 de la présente convention collective | zoals bepaald in artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, |
de travail, il est en principe catégorisé dans les barèmes salariaux | tewerkgesteld was geweest, wordt hij, in principe, ingeschaald in de |
minimums, avec une ancienneté barémique de 0 ans. | minimumloonschalen met een baremieke anciënniteit van 0 jaar. |
Art. 13.§ 1er. Pour la détermination de l'ancienneté barémique, il |
Art. 13.§ 1. Voor de bepaling van de baremieke anciënniteit wordt |
n'est pas fait de distinction entre les prestations à temps partiel et | geen onderscheid gemaakt tussen de deeltijdse en voltijdse prestaties. |
les prestations à temps plein. | |
§ 2. Les prestations fournies dans le cadre des programmes dits pour | § 2. De prestaties geleverd binnen de zogenaamde |
l'emploi, autres que TCT et ACS, sont prises en compte pour le calcul | tewerkstellingsprogramma's, andere dan DAC en GESCO, worden, met |
de l'ancienneté barémique, à l'exclusion des 12 premiers mois. | uitzondering van de eerste 12 maanden, in aanmerking genomen voor de |
berekening van de baremieke anciënniteit. | |
Art. 14.Une augmentation de l'ancienneté barémique dans le barème |
Art. 14.Een verhoging van de baremieke anciënniteit binnen het |
salarial prend effet le premier jour du mois suivant le mois dans | loonbarema gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand |
lequel une année d'ancienneté barémique est atteinte. | waarin een jaar baremieke anciënniteit wordt bereikt. |
Art. 15.§ 1er. Les suspensions suivantes du contrat de travail ne |
Art. 15.§ 1. Volgende schorsingen van de arbeidsovereenkomst geven, |
contribuent pas, pour l'application de la présente convention | voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, geen |
collective de travail, à la constitution d'une ancienneté barémique : | aanleiding tot opbouw van baremieke anciënniteit : |
1. les périodes d'interruption complète de carrière; | 1. periodes van volledige beroepsloopbaanonderbreking. |
2. les périodes de suspension du contrat de travail non couvertes par | 2. periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst die niet gedekt |
le salaire, hormis les assimilations prévues par la législation | zijn door loon, behalve de gelijkstellingen voorzien in de wetgeving |
relative aux vacances annuelles du 28 juin 1971. | op de jaarlijkse vakantie van 28 juni 1971. |
§ 2. En dérogation au § 1er, les suspensions suivantes donnent lieu à | § 2. In uitzondering van § 1 geven volgende schorsingen wel aanleiding |
la constitution d'ancienneté barémique : les périodes d'interruption | tot opbouw van baremieke anciënniteit : de periodes van volledige |
complète de carrière en raison de soins palliatifs ou de soins à un | beroepsloopbaanonderbreking ingevolge palliatieve zorg of verzorging |
membre de la famille gravement malade. | van een zwaar ziek gezinslid. |
Art. 16.§ 1er. En cas de changement de fonction au sein du même |
Art. 16.§ 1. Bij een wijziging van functie binnen dezelfde dienst |
service d'aide aux familles, l'expérience constituée en tant que | voor gezinszorg wordt de ervaring die men heeft opgedaan als werknemer |
travailleur dans l'aide aux familles et les soins à domicile | |
complémentaires est reprise comme étant de pertinence limitée, comme | in de gezinszorg en aanvullende thuiszorg als beperkt relevant |
prévu à l'article 10 de la présente convention collective de travail. | overgenomen, zoals voorzien in artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. |
§ 2. L'ancienneté barémique des travailleurs qui ont changé de | § 2. De baremieke anciënniteit van de werknemers die in de periode van |
fonction au cours de la période du 1er avril 2015 au 31 mars 2020 | 1 april 2015 tot en met 31 maart 2020 van functie zijn gewijzigd, zal |
inclus, sera adaptée à partir du 1er avril 2020, sans effet | vanaf 1 april 2020 en zonder retroactiviteit worden aangepast aan de |
rétroactif, à la règle prévue à l'article 16, § 1er, pour autant que | regeling voorzien in het artikel 16, § 1, voor zover dit geen |
cela n'entraîne pas une diminution dans l'ancienneté barémique. | verlaging in baremieke anciënniteit als gevolg heeft. |
CHAPITRE V. - Salaire minimum garanti à 21 ans | HOOFDSTUK V. - Gewaarborgd minimumloon op 21 jaar |
Art. 17.§ 1er. Aux membres du personnel, un salaire annuel minimum |
Art. 17.§ 1. Aan de personeelsleden vanaf de leeftijd van 21 jaar |
brut de 19 858,80 EUR, y compris l'allocation de foyer ou de | wordt een minimum bruto jaarloon gewaarborgd van 19 858,80 EUR |
résidence, est garanti à partir de l'âge de 21 ans. Ce montant est lié | inclusief de haard- of standplaatsvergoeding. Dit bedrag is gekoppeld |
à l'indice-pivot 105,10 (base septembre 2018). | aan de spilindex 105,10 (basis september 2018). |
§ 2. L'ascension dans le barème salarial est appliquée à partir du | § 2. De opklimming in het loonbarema wordt toegepast vanaf het |
moment où le salaire du barème salarial atteint ou dépasse le salaire | ogenblik dat het loon van het loonbarema het gewaarborgd bruto-uurloon |
garanti brut horaire ou mensuel. | of bruto-maandloon bereikt of overschrijdt. |
§ 3. Pour les travailleurs ayant un emploi incomplet, le salaire | § 3. Voor werknemers met een onvolledige dienstbetrekking wordt het |
annuel minimum brut est garanti au prorata des prestations de travail. | minimum bruto-jaarloon in evenredigheid met de arbeidsprestaties |
CHAPITRE VI. - Augmentation des barèmes B1Bbis | gewaarborgd. HOOFDSTUK VI. - Verhoging barema B1Bbis |
et B2B à partir du 1er avril 2020 | en barema B2B vanaf 1 april 2020 |
Art. 18.Le personnel accompagnant et le personnel d'encadrement ont |
Art. 18.Het begeleidend personeel en omkaderingspersoneel heeft vanaf |
droit, à partir du 1er avril 2020, à une augmentation linéaire des | 1 april 2020 recht op een lineaire verhoging van de lonen binnen het |
salaires dans le barème B1Bbis, comme repris à l'annexe 1re de la | barema B1Bbis, zoals opgenomen in bijlage 1 van deze collectieve |
présente convention collective de travail sous le titre B1Bbis. | arbeidsovereenkomst onder de titel B1Bbis. |
Art. 19.Le personnel soignant a droit, à partir du 1er avril 2020, à |
Art. 19.Het verzorgend personeel heeft vanaf 1 april 2020 recht op |
une augmentation par paliers des salaires et est rémunéré selon le | een getrapte verhoging van de lonen en wordt verloond volgens het |
barème B2Bbis comme repris à l'annexe 1re de la présente convention | barema B2Bbis zoals opgenomen in bijlage 1 van deze collectieve |
collective de travail. | arbeidsovereenkomst. |
Art. 20.Les salaires fixés en annexe à la présente convention |
Art. 20.De in bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst |
collective de travail sont indexés de la même manière et au même | vastgestelde lonen worden op dezelfde wijze en op hetzelfde tijdstip |
moment que les salaires appliqués dans le secteur. | geïndexeerd als de lonen die van toepassing zijn in de sector. |
CHAPITRE VII. - Liaison des salaires à l'indice des prix à la | HOOFDSTUK VII. - Koppeling van de lonen |
consommation | aan het indexcijfer der consumptieprijzen |
Art. 21.§ 1er. Les salaires minimums fixés à l'annexe 1re de la |
Art. 21.§ 1. De in bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst |
présente convention collective de travail sont liés à l'indice des | vastgestelde minimumlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de |
prix à la consommation, fixé mensuellement par le Ministère des | consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Ministerie van |
Affaires économiques et publié au Moniteur belge, selon les | Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad volgens |
dispositions de la convention collective de travail du 20 mars 1989 | de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1989 |
relative à la liaison des salaires à l'indice des prix à la | betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de |
consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk | |
consommation, rendue obligatoire par arrêté royal du 12 septembre 1989 | besluit van 12 september 1989 (Belgisch Staatsblad van 14 oktober |
(Moniteur belge du 14 octobre 1989). | 1989). |
Les salaires minimums fixés en annexe 1re sont les salaires minimums | De in bijlage 1 vastgestelde minimumlonen zijn geïndexeerde |
indexés au 1er octobre 2018. | minimumlonen op 1 oktober 2018. |
§ 2. Les partenaires sociaux envisagent à l'avenir des barèmes | § 2. De sociale partners beogen in de toekomst gelijklopende |
salariaux minimums indexés à la Sous-commission paritaire pour les | geïndexeerde minimum loonschalen in het Paritair Subcomité voor de |
services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté | diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap met |
flamande parallèles à ceux de la Sous-commission paritaire des | het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen |
établissements et services d'éducation et d'hébergement de la | en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap. |
Communauté flamande. | |
Art. 22.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 22.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 12 |
au 12 septembre 2019 et remplace la convention collective de travail | september 2019 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 |
du 16 décembre 2003 (n° 107449) relative aux conditions de | december 2003 (nr. 107449) betreffende de loonvoorwaarden (Vlaamse |
rémunération (Communauté flamande) en exécution du Vlaams | Gemeenschap) in uitvoering van het Vlaams intersectoraal akkoord voor |
intersectoraal akkoord voor de social-profitsector du 29 mars 2000. | de social-profitsector van 29 maart 2000. |
Art. 23.La présente convention collective de travail est conclue pour |
Art. 23.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten voor |
une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par chacune des | onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door elk van de partijen mits |
parties moyennant un délai de préavis de 3 mois, à signifier par | een opzeggingstermijn van 3 maanden, per aangetekend schrijven gericht |
courrier recommandé au président de la sous-commission paritaire. | aan de voorzitter van het paritair subcomité. |
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 27 septembre 2020. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 |
september 2020. | |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 27 septembre 2020. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 |
september 2020. | |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 27 septembre 2020. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 |
september 2020. | |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
N. MUYLLE | N. MUYLLE |