Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 19 juin 2001, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, contenant l'accord de paix sociale 2001-2002 | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, houdende akkoord van sociale vrede 2001-2002 |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
27 SEPTEMBRE 2006. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 27 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 19 juin 2001, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, |
Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
de la confection, contenant l'accord de paix sociale 2001-2002 (1) | confectiebedrijf, houdende akkoord van sociale vrede 2001-2002 (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la convention collective de travail du 22 mai 1991, conclue au sein | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1991, gesloten |
de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de | in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
l'habillement et de la confection, instituant un régime d'indemnité | confectiebedrijf, tot invoering van een regeling van aanvullende |
complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en cas de | vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers in geval van |
licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 28 novembre 1991, | ontslag, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 28 |
modifiée par les conventions collectives de travail du 23 décembre | november 1991, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van |
1993, 11 mai 1994 et 27 septembre 1995, rendues obligatoires | 23 december 1993, 11 mei 1994 en 27 september 1995, respectievelijk |
algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 18 | |
respectivement par les arrêtés royaux du 18 janvier 1995, 7 août 1995 | januari 1995, 7 augustus 1995 en 20 mei 1997, inzonderheid op de |
et 20 mai 1997, notamment les articles 2, 3, 4, 7bis, 17 et 21; | artikelen 2, 3, 4, 7bis, 17 en 21; |
Vu la convention collective de travail du 9 septembre 1991, conclue au | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991, |
sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
l'habillement et de la confection, fixant l'intervention des | confectiebedrijf, tot vaststelling van de tussenkomst van de |
employeurs dans les frais de transport des employés, rendue | werkgevers in de vervoerkosten van de bedienden, algemeen verbindend |
obligatoire par l'arrêté royal du 19 juin 1992, dernièrement modifiée | verklaard bij koninklijk besluit van 19 juni 1992, laatst gewijzigd |
par la convention collective de travail du 3 juin 1997, notamment les | bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, inzonderheid |
articles 1er et 10; | op de artikelen 1 en 10; |
Vu la convention collective de travail du 19 avril 1979, conclue au | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979, |
sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de | gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
l'habillement et de la confection, portant coordination des statuts du | confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het |
"Fonds social de garantie pour employés de l'industrie de | "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en |
l'habillement et de la confection", rendue obligatoire par arrêté | confectiebedrijf", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
royal du 11 décembre 1979, modifiée par les conventions collectives de | besluit van 11 december 1979, gewijzigd bij de collectieve |
travail du 8 avril 1981, 18 décembre 1985, 4 février 1987, 14 avril | arbeidsovereenkomsten van 8 april 1981, 18 december 1985, 4 februari |
1987, 21 mars 1989, 11 avril 1990, 22 mai 1991, 23 mars 1993 et 25 | 1987, 14 april 1987, 21 maart 1989, 11 april 1990, 22 mei 1991, 23 |
octobre 1994, rendues obligatoires respectivement par les arrêtés | maart 1993 en 25 oktober 1994, respectievelijk algemeen verbindend |
royaux du 21 septembre 1981, 10 octobre 1986, 10 septembre 1987, 20 | verklaard bij de koninklijke besluiten van 21 september 1981, 10 |
novembre 1987, 6 mars 1990, 14 septembre 1990, 10 avril 1992, 15 | oktober 1986, 10 september 1987, 20 november 1987, 6 maart 1990, 14 |
septembre 1994 et 6 juin 1997, notamment l'article 14 des statuts; | september 1990, 10 april 1992, 15 september 1994 en 6 juni 1997, |
Vu la demande de la Commission paritaire pour employés de l'industrie | inzonderheid op artikel 14 van de statuten; |
de l'habillement et de la confection; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het |
kleding- en confectiebedrijf; | |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 19 juin 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001, gesloten |
Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et | in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
de la confection, contenant l'accord de paix sociale 2001-2002. | confectiebedrijf, houdende akkoord van sociale vrede 2001-2002. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
présent arrêté. | besluit. |
Donné à Bruxelles, le 27 septembre 2006. | Gegeven te Brussel, 27 september 2006. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Arrêté royal du 28 novembre 1991, Moniteur belge du 4 février 1992. | Koninklijk besluit van 28 november 1991, Belgisch Staatsblad van 4 |
februari 1992. | |
Arrêté royal du 18 janvier 1995, Moniteur belge du 21 avril 1995. | Koninklijk besluit van 18 januari 1995, Belgisch Staatsblad van 21 april 1995. |
Arrêté royal du 7 août 1995, Moniteur belge du 6 octobre 1995. | Koninklijk besluit van 7 augustus 1995, Belgisch Staatsblad van 6 |
Arrêté royal du 20 mai 1997, Moniteur belge du 11 septembre 1997. | oktober 1995. Koninklijk besluit van 20 mei 1997, Belgisch Staatsblad van 11 september 1997. |
Arrêté royal du 19 juin 1992, Moniteur belge du 5 mai 1992. | Koninklijk besluit van 19 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 5 mei |
Arrêté royal du 11 décembre 1979, Moniteur belge du 9 janvier 1980. | 1992. Koninklijk besluit van 11 december 1979, Belgisch Staatsblad van 9 januari 1980. |
Arrêté royal du 21 septembre 1981, Moniteur belge du 14 octobre 1981. | Koninklijk besluit van 21 september 1981, Belgisch Staatsblad van 14 oktober 1981. |
Arrêté royal du 10 octobre 1986, Moniteur belge du 8 novembre 1986. | Koninklijk besluit van 10 oktober 1986, Belgisch Staatsblad van 8 |
november 1986. | |
Arrêté royal du 10 septembre 1987, Moniteur belge du 9 octobre 1987. | Koninklijk besluit van 10 september 1987, Belgisch Staatsblad van 9 |
Arrêté royal du 20 novembre 1987, Moniteur belge du 15 décembre 1987. | oktober 1987. Koninklijk besluit van 20 november 1987, Belgisch Staatsblad van 15 december 1987. |
Arrêté royal du 6 mars 1990, Moniteur belge du 6 avril 1990. | Koninklijk besluit van 6 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 6 april 1990. |
Arrêté royal du 14 septembre 1990, Moniteur belge du 1er novembre | Koninklijk besluit van 14 september 1990, Belgisch Staatsblad van 1 |
1990. | november 1990. |
Arrêté royal du 10 avril 1992, Moniteur belge du 14 mai 1992. | Koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 14 mei |
Arrêté royal du 15 septembre 1994, Moniteur belge du 24 novembre 1994. | 1992. Koninklijk besluit van 15 september 1994, Belgisch Staatsblad van 24 november 1994. |
Arrêté royal du 6 juin 1997, Moniteur belge du 11 septembre 1997. | Koninklijk besluit van 6 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 11 |
september 1997. | |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et | Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf |
de la confection | |
Convention collective de travail du 19 juin 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2001 |
Accord de paix sociale 2001-2002 | Akkoord van sociale vrede 2001-2002 |
(Convention enregistrée le 13 août 2001 sous le numéro 58559/CO/215) | (Overeenkomst geregistreerd op 13 augustus 2001 onder het nummer 58559/CO/215) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs ressortissant à la Commission paritaire pour employés | de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair |
de l'industrie de l'habillement et de la confection. | Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en op de |
bedienden die zij tewerkstellen. | |
CHAPITRE II. - Durée | HOOFDSTUK II. - Duur |
Art. 2.La présente convention collective de travail est applicable à |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 |
partir du 1er janvier 2001 jusqu'au 31 décembre 2002 inclus et | januari 2001 tot en met 31 december 2002 en bevat de nieuwe afspraken |
contient les nouveaux accords valables durant cette période. | geldend gedurende deze periode. |
CHAPITRE III. - Conditions de travail | HOOFDSTUK III. - Arbeidsvoorwaarden |
Art. 3.Les salaires minimums mensuels, ainsi que les salaires |
Art. 3.De minimummaandwedden evenals de effectief uitbetaalde wedden |
réellement payés seront augmentés de 1 000 BEF (24,79 EUR) au 1er | worden verhoogd met 1 000 BEF (24,79 EUR) op 1 juli 2001 en met 15,50 |
juillet 2001 et de 15,50 EUR (625 BEF) au 1er janvier 2002. | EUR (625 BEF) op 1 januari 2002. |
Pour ce qui concerne les employés liés par un contrat de travail à | Voor de bedienden die zijn tewerkgesteld met een deeltijdse |
temps partiel les rémunérations mensuelles ainsi que les rémunérations | arbeidsovereenkomst worden de minimummaandlonen evenals de effectief |
effectives seront majorées au prorata des prestations. | uitbetaalde lonen verhoogd pro rata van hun arbeidstijdregeling. |
CHAPITRE IV. - Prépension conventionnelle à temps plein | HOOFDSTUK IV. - Conventioneel voltijds brugpensioen |
Art. 4.Le régime de la prépension conventionnelle à temps plein, |
Art. 4.Het stelsel van het conventioneel voltijds brugpensioen, |
instauré à l'époque par la convention collective de travail du 8 avril | destijds ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april |
1981, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés de | 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het |
l'industrie de l'habillement et de la confection, instituant un régime | kleding- en confectiebedrijf, tot invoering van een regeling van |
d'indemnité complémentaire en faveur de certains travailleurs âgés en | aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers in |
cas de licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 21 | geval van ontslag, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
septembre 1981 et prolongée par la suite, pour la dernière fois | besluit van 21 september 1981 en sedertdien verlengd, voor het laatst |
jusqu'au 31 décembre 2000 par la convention collective de travail du | tot 31 december 2000 bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni |
23 juin 1999, sera poursuivi durant la période du 1er janvier 2001 | 1999, wordt verdergezet gedurende de periode van 1 januari 2001 tot 31 |
jusqu'au 31 décembre 2002, conformément aux conditions fixées aux | |
articles 5 et 6 de la présente convention collective de travail et | december 2002, volgens de voorwaarden bepaald in de artikelen 5 en 6 |
van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst en in de specifieke | |
dans la convention collective de travail spécifique du 17 mai 2001 | collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 2001 betreffende het |
concernant la prépension conventionnelle. | conventioneel brugpensioen. |
Art. 5.§ 1er. Conformément aux dispositions de l'article 3, § 2, de |
Art. 5.§ 1. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 3, § 2, van het |
l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de | koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van |
chômage en cas de prépension conventionnelle (Moniteur belge du 11 | werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen |
décembre 1992), l'âge minimal, depuis le 31 décembre 1999, a été fixé | (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992), wordt sedert 31 december |
à 58 ans. | 1999 de minimumleeftijd vastgesteld op 58 jaar. |
§ 2. Naast de anciënniteitsvoorwaarden, vastgesteld door voormeld | |
§ 2. Outre les conditions d'ancienneté, fixées par l'arrêté royal du 7 | koninklijk besluit van 7 december 1992, dienen de bedienden, om te |
décembre 1992 précité, les employés, doivent, pour pouvoir bénéficier | |
de la prépension conventionnelle, satisfaire en outre à l'une des | kunnen genieten van het conventioneel brugpensioen, bovendien te |
conditions d'ancienneté suivantes : | voldoen aan één van volgende an-ciënniteitsvoorwaarden : |
- soit une occupation ininterrompue d'au moins 5 ans précédant | - hetzij een ononderbroken tewerkstelling van minstens 5 jaar |
immédiatement le licenciement, qui donne droit à la prépension, dans | onmiddellijk voor het ontslag, dat het recht op brugpensioen opent, in |
une ou plusieurs entreprises ressortissant à la Commission paritaire | één of meerdere ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité |
pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection; | voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf; |
- soit une carrière d'au moins 10 années d'occupation dans des | - hetzij een loopbaan van minstens 10 jaar tewerkstelling in |
entreprises ressortissant à la Commission paritaire pour employés de | ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden |
l'industrie de l'habillement et de la confection. | van het kleding- en confectiebedrijf. |
Art. 6.Les conditions et engagements précis concernant ce régime de |
Art. 6.De precieze voorwaarden en verbintenissen aangaande dit |
prépension sont réglés par la convention collective de travail séparée | brugpensioenstelsel werden geregeld bij afzonderlijke collectieve |
du 17 mai 2001, conclue au sein de la Commission paritaire pour | arbeidsovereenkomst van 17 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité |
employés de l'industrie de l'habillement et de la confection. | voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf. |
Art. 7.En cas de décès avant l'âge normal de la pension d'un employé |
Art. 7.In geval van overlijden vóór de normale pensioenleeftijd van |
prépensionné qui bénéficie d'une allocation complémentaire dans le | een bruggepensioneerde bediende die een aanvullende vergoeding in de |
sens de l'article 3 de la convention collective de travail sectorielle | zin van artikel 3 van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van |
du 17 mai 2001 concernant la prépension conventionnelle, à charge du | 17 mei 2001 betreffende het conventioneel brugpensioen ten laste van |
"Fonds social de garantie pour les employés de l'industrie de | het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en |
l'habillement et de la confection", ce fonds social de garantie | confectiebedrijf" geniet, zal dit sociaal waarborgfonds nader te |
déterminera des droits d'octroi à spécifier aux héritiers légaux. Le | bepalen rechten toekennen aan de wettelijke erfgenamen. De raad van |
conseil d'administration du fonds social de garantie élaborera les | beheer van het sociaal waarborgfonds zal de modaliteiten en een |
modalités ainsi qu'une procédure en la matière. | procedure terzake uitwerken. |
CHAPITRE V. - Prépension à mi-temps | HOOFDSTUK V. - Halftijds brugpensioen |
Art. 8.La convention collective de travail du 3 juin 1997, conclue au |
Art. 8.De collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, gesloten |
sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de | in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
l'habillement et de la confection, concernant la prépension à | confectiebedrijf, betreffende het halftijds brugpensioen algemeen |
mi-temps, rendue obligatoire par arrêté royal du 20 septembre 1998 a | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 september 1998 werd |
été prolongée sans modifications jusqu'au 31 décembre 2002 par la | ongewijzigd verlengd tot 31 december 2002 bij collectieve |
convention collective de travail du 17 mai 2001, conclue à la | arbeidsovereenkomst van 17 mei 2001, gesloten in hogervermeld paritair |
commission paritaire susmentionnée. | comité. |
CHAPITRE VI. - Fonds social de garantie | HOOFDSTUK VI. - Sociaal waarborgfonds |
Art. 9.L'article 14 de la convention collective de travail du 19 |
Art. 9.Artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april |
avril 1979, conclue au sein de la Commission paritaire pour employés | 1979, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het |
de l'industrie de l'habillement et de la confection, portant | kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van |
coordination des statuts du "Fonds social de garantie pour employés de | het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en |
l'industrie de l'habillement et de la confection" et rendu obligatoire | confectiebedrijf", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
par arrêté royal du 11 décembre 1979, sera modifié par la disposition | besluit van 11 december 1979 zal worden vervangen door volgende |
suivante : | bepaling : |
" Art. 14.Du 1er janvier 2001 au 31 décembre 2002, les cotisations |
" Art. 14.Van 1 januari 2001 tot 31 december 2002 worden de |
patronales sont fixées à 0,83 p.c. des salaires bruts des employés.". | werkgeversbijdragen bepaald op 0,83 pct. van de brutowedden der bedienden.". |
CHAPITRE VII. - Formation et emploi | HOOFDSTUK VII. - Vorming en tewerkstelling |
Art. 10.La convention collective de travail du 23 juin 1999, conclue |
Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999, gesloten |
au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de | in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
l'habillement et de la confection, relative à la formation et | confectiebedrijf, betreffende vorming en tewerkstelling, algemeen |
l'emploi, rendue obligatoire par arrêté royal du 10 novembre 2001, est | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 november 2001, zal |
prolongée jusqu'au 31 décembre 2002. | ongewijzigd worden verlengd tot 31 december 2002. |
CHAPITRE VIII. - Mobilité | HOOFDSTUK VIII. - Mobiliteit |
Art. 11.A l'article 10 de la convention collective de travail du 9 |
Art. 11.In artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 |
septembre 1991, conclue au sein de la Commission paritaire pour | september 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van |
employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, fixant | het kleding- en confectiebedrijf, tot vaststelling van de tussenkomst |
l'intervention des employeurs dans les frais de transport des | van de werkgevers in de vervoerskosten van de bedienden, algemeen |
employés, rendue obligatoire par arrêté royal du 19 juin 1992, | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 juni 1992, |
modifiée par la convention collective de travail du 3 juin 1997, le | gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, wordt |
montant de 800 000 BEF passera à 25.000 EUR à partir du 1er janvier | met ingang van 1 januari 2002 het bedrag van 800 000 BEF verhoogd tot |
2002. | 25.000 EUR. |
CHAPITRE IX. - Application sectorielle de la convention collective de | HOOFDSTUK IX. - Sectorale toepassing van collectieve |
travail n° 77 | arbeidsovereenkomst nr. 77 |
Art. 12.Ce chapitre réfère à la convention collective de travail n° |
Art. 12.Dit hoofdstuk verwijst naar de collectieve |
77 du 14 février 2001, conclue au sein du Conseil national du travail | arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001, gesloten in de |
instaurant un système de crédit-temps, de diminution de carrière et de | Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, |
réduction des prestations de travail à à mi-temps. Il contient le | loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een |
complément sectoriel de différentes dispositions de la convention | halftijdse betrekking. Het bevat de sectorale invulling van |
collective de travail précitée et entrera par conséquent en vigueur le | verschillende bepalingen van de voornoemde collectieve |
1er janvier 2002. | arbeidsovereenkomst en treedt derhalve in werking op 1 januari 2002. |
Art. 13.§ 1er. La période maximale d'un an pour l'exercice du droit, |
Art. 13.§ 1. De maximumperiode van één jaar voor de uitoefening van |
visée à l'article 3 de la convention collective de travail n° 77 | het recht, bedoeld in artikel 3 van de voornoemde collectieve |
précitée, est portée à trois ans pour tous les employés. | arbeidsovereenkomst nr. 77 wordt op drie jaar gebracht voor alle |
§ 2. Les employés qui, en application de l'article 3 précité, prennent | bedienden. § 2. De bedienden die in toepassing van voornoemd artikel 3 |
du crédit-temps pour une période supérieure à un an, peuvent, pour la | tijdskrediet opnemen voor een langere periode dan één jaar, kunnen dit |
deuxième et troisième année, uniquement le faire par période minimum | voor het tweede en het derde jaar slechts doen per minimumperiode van |
d'un an. | één jaar. |
Art. 14.Le seuil de 5 p.c., visé à l'article 15 de la convention |
Art. 14.De drempel van 5 pct., bedoeld in artikel 15 van voornoemde |
collective de travail n° 77 précitée, est applicable à toutes les | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 is toepasselijk voor alle |
entreprises du secteur. | ondernemingen uit de sector. |
Au niveau de l'entreprise, ce seuil peut être augmenté, moyennant | Op ondernemingsvlak kan deze drempel worden verhoogd mits akkoord van |
accord de l'employeur et en tenant compte des possibilités au niveau | de werkgever en rekening houdend met de mogelijkheden op het vlak van |
de l'organisation du travail et de l'éventuelle nécessité de | de arbeidsorganisatie en met de eventuele noodzaak tot vervanging van |
remplacement des employés qui souhaitent se référer à la convention | de bedienden die zich wensen te beroepen op de bedoelde collectieve |
collective de travail visée. | arbeidsovereenkomst. |
CHAPITRE X. - Classification de fonctions | HOOFDSTUK X. - Functieclassificatie |
Art. 15.La convention collective de travail du 3 juin 1997, conclue |
Art. 15.De collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, gesloten |
au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de | in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en |
l'habillement et de la confection, concernant les conditions de | confectiebedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden, algemeen |
travail, rendue obligatoire par arrêté royal du 11 octobre 1999, | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 oktober 1999, |
modifiée par la convention collective de travail du 23 juin 1999, | gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999, |
rendue obligatoire par arrêté royal du 27 octobre 2000, sera remplacée | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 oktober |
par trois nouvelles conventions collectives de travail, à savoir : | 2000, zal worden vervangen door drie nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten, te weten : |
- une convention collective de travail concernant une nouvelle | - een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende een nieuwe |
classification de fonctions et contenant de nouvelles échelles | functieclassificatie en houdende nieuwe loonschalen; |
salariales; - une convention collective de travail concernant la liaison des | - een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de koppeling van de |
salaires à l'indice des prix à la consommation; | lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen; |
- une convention collective de travail contenant l'article 13 de la convention collective de travail du 3 juin 1997 précitée. CHAPITRE XI. - Système d'indexation
Art. 16.Après analyse des conséquences des différentes évolutions possibles de l'inflation au sein de la Commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, un nouveau système de liaison des salaires à l'indice des prix à la consommation, qui correspond mieux à l'évolution de l'inflation, sera instauré à partir du 1er avril 2002. Ce nouveau système prévoit une adaptation semestrielle des salaires, soit chaque 1er avril et 1er octobre. Le calcul de l'adaptation s'effectue sur base de l'index des mois de février et août, précédant la date de l'adaptation. En cas de consensus au sein de la commission paritaire pour le 31 décembre 2001 au plus tard, sur la prolongation du système existant ou sur l'instauration d'un autre système, il en sera tenu compte lors de la rédaction d'une nouvelle convention collective de travail spécifique concernant la liaison des salaires à l'indice des prix à la consommation. CHAPITRE XII. - Prolongation des accords existants Art. 17.Les conventions collectives de travail, auxquelles il n'est pas référé dans la présente convention collective de travail contenant la paix sociale et qui prendront éventuellement fin au cours de la durée de validité de cette convention collective de travail, sont prolongées pour la durée de cette convention collective de travail. CHAPITRE XIII. - Incompatibilité avec d'autres avantages Art. 18.Dans les entreprises ayant déjà accordé, entre le 1er janvier 2001 et la date de conclusion de la présente convention collective de travail, des avantages au moins égaux aux avantages convenus dans la présente convention collective de travail, ces derniers avantages ne devront plus être accordés. Les entreprises qui n'ont pas appliqué cette dernière disposition sont tenues de maintenir leurs pratiques d'entreprise. CHAPITRE XIV. - Paix sociale Art. 19.Pendant la durée de la présente convention collective de travail, les parties signataires garantissent le respect de la paix sociale, ce qui implique que : 1) toutes les dispositions relatives aux salaires et aux conditions de travail seront rigoureusement observées et ne pourront être contestées par les organisations des travailleurs ou des employeurs, ni par les employés ou par les employeurs; 2) les organisations de travailleurs et les employés s'engagent à ne pas déposer de revendications au niveau national ou régional, ni au niveau de l'entreprise, étant donné que toutes les dispositions normatives individuelles sont réglées par la présente convention collective de travail. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 27 septembre 2006. Le Ministre de l'Emploi, |
- een collectieve arbeidsovereenkomst houdende artikel 13 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997. HOOFDSTUK XI. - Indexsysteem
Art. 16.Na analyse van de gevolgen van de verschillende mogelijke evoluties van de inflatie in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf wordt met ingang van 1 april 2002 overgestapt naar een nieuw systeem van koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, dat nauwer aansluit bij de evolutie van de inflatie. In dat nieuw systeem wordt een zesmaandelijkse aanpassing van de lonen voorzien, telkens op 1 april en 1 oktober. De berekening van de aanpassing gebeurt op basis van de indexcijfers van de maanden februari, een augustus voorafgaand aan de datum van de aanpassing. Indien ten laatste op 31 december 2001 binnen het paritair comité een consensus bestaat omtrent de verlenging van het bestaande systeem of de invoering van een ander systeem, wordt daarmee rekening gehouden bij het opstellen van een nieuwe specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen. HOOFDSTUK XII. - Verlenging van bestaande akkoorden Art. 17.De collectieve arbeidsovereenkomsten waarnaar niet in deze collectieve arbeidsovereenkomst houdende akkoord van sociale vrede wordt verwezen en die eventueel een einde zouden hebben genomen tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden verlengd voor de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK XIII. - Niet-cumulatie van voordelen Art. 18.In ondernemingen die reeds tussen 1 januari 2001 en de datum van afsluiten van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst voordelen hebben toegekend die minstens gelijk zijn aan de in deze collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen voordelen, dienen deze laatste niet meer te worden toegekend. Ondernemingen die deze laatste bepaling niet hebben toegepast, dienen hun bedrijfspraktijken verder aan te houden. HOOFDSTUK XIV. - Sociale vrede Art. 19.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale vrede, hetgeen het volgende inhoudt : 1) alle bepalingen betreffende de wedden en arbeidsvoorwaarden worden stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht door de werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de bedienden of de werkgevers; 2) de werknemersorganisaties en de bedienden verbinden er zich toe geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op dat van de onderneming aangezien alle individuele normatieve bepalingen geregeld zijn door de huidige collectieve arbeidsovereenkomst. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 september 2006. De Minister van Werk, |
P. VANVELTHOVEN | P. VANVELTHOVEN |