Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 21 novembre 2005 relatif aux prescriptions spécifiques de stabilité applicables aux navires rouliers à passagers | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 november 2005 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS 24 MAI 2006. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 21 novembre 2005 relatif aux prescriptions spécifiques de stabilité applicables aux navires rouliers à passagers ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. | FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 24 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 november 2005 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 juin 1972 sur la sécurité des navires, notamment | Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid der schepen, |
l'article 4, modifié par l'arrêté royal n° 241 du 31 décembre 1983 et | inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. |
par la loi du 3 mai 1999; | 241 van 31 december 1983 en bij de wet van 3 mei 1999; |
Vu l'arrêté royal du 21 novembre 2005 relatif aux prescriptions | Gelet op het koninklijk besluit van 21 november 2005 betreffende |
spécifiques de stabilité applicables aux navires rouliers à passagers; | specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen; |
Vu l'association des gouvernements régionaux à l'élaboration du | Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen |
présent arrêté; | van dit besluit betrokken zijn; |
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de | |
Vu l'urgence motivée par la circonstance qu'en vertu de l'article 2 de | omstandigheid dat artikel 2 van Richtlijn 2005/12/EG van de Commissie |
la Directive 2005/12/CE de la Commission des Communautés européennes | |
du 18 février 2005 modifiant les annexes Ire et II de la Directive | van de Europese Gemeenschappen van 18 februari 2005 tot wijziging van |
2003/25/CE du Parlement européen et du Conseil relative aux prescriptions spécifiques de stabilité applicables aux navires rouliers à passagers, les Etats membres doivent mettre en vigueur au plus tard le 11 mars 2006, les dispositions législatives, réglementaires et administratives nécessaires pour se conformer à la Directive; Considérant que la Commission des Communautés européennes peut mettre la Belgique en demeure pour la non transposition de la Directive dans les délais impartis; que la Belgique est tenue en conséquence de transposer immédiatement la Directive en droit national; | de bijlagen I en II van Richtlijn 2003/25/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen bepaalt dat de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om uiterlijk op 11 maart 2006 aan de Richtlijn te voldoen; Overwegende dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen België in gebreke kan stellen wegens niet tijdige omzetting van de Richtlijn; dat België bijgevolg onverwijld de Richtlijn moet omzetten in nationaal recht; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 8 mai 2006; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 mei 2006; |
Vu l'avis 40.480/4 du Conseil d'Etat, donné le 22 mai 2006, en | Gelet op advies 40.480/4 van de Raad van State, gegeven op 22 mei |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois | 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
coordonnées sur le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Sur la proposition de Notre Ministre de la Mobilité, | Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.A l'article 1er de l'arrêté royal du 21 novembre 2005 |
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 november |
relatif aux prescriptions spécifiques de stabilité applicables aux | 2005 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor |
navires rouliers à passagers, les mots « Pour l'application du présent | ro-ro-passagiers-schepen worden de woorden « Voor de toepassing van |
arrêté transposant la Directive 2003/25/CE du Parlement européen et du | dit besluit ter omzetting van de Richtlijn 2003/25/EG van het Europees |
Conseil de l'Union européenne du 14 avril 2003 relative aux | Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 april 2003 |
prescriptions spécifiques de stabilité applicables aux navires | betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor |
rouliers à passagers, on entend par : » sont remplacés par les mots « | ro-ro-passagiersschepen wordt verstaan onder : » vervangen door de |
Pour l'application du présent arrêté transposant la Directive | woorden « Voor de toepassing van dit besluit ter omzetting van de |
2003/25/CE du Parlement européen et du Conseil du 14 avril 2003 | Richtlijn 2003/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 |
relative aux prescriptions spécifiques de stabilité applicables aux | april 2003 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor |
navires rouliers à passagers, modifiée par la Directive 2005/12/CE de | ro-ro-passagiersschepen, gewijzigd bij Richtlijn 2005/12/EG van de |
la Commission du 18 février 2005, on entend par : ». | Commissie van 18 februari 2005 wordt verstaan onder : ». |
Art. 2.Dans l'annexe Ire, partie I B du même arrêté, le point 2.3. |
Art. 2.In bijlage I, deel I B, wordt punt 2.3. van hetzelfde besluit |
est remplacé comme suit : | vervangen als volgt : |
« 2.3. Les cloisons transversales ou longitudinales qui sont | « 2.3. De waterdichtheid van dwars- of langsschotten die in aanmerking |
considérées comme efficaces pour retenir le volume hypothétique d'eau | komen om op doelmatige wijze het aangenomen verzameld zeewater in de |
de mer accumulée dans le compartiment concerné sur le pont roulier | betreffende afdeling van het beschadigde ro-ro-dek in te sluiten moet |
endommagé doivent avoir une étanchéité en rapport avec le système | in overeenstemming zijn met de capaciteit van het afvoersysteem, en |
d'assèchement, et doivent résister à la pression hydrostatique donnée | |
par les résultats des calculs d'avarie. Ces cloisons doivent avoir une | moet de hydrostatische druk overeenkomstig de lekberekening, |
hauteur d'au moins 4 m, à moins que la hauteur d'eau soit inférieure à | weerstaan. Zulke schotten moeten tenminste 4 m hoog zijn, tenzij de |
0,5 m. Dans ce cas, la hauteur de la cloison peut être calculée selon | waterhoogte minder dan 0,5 m bedraagt. In die gevallen kan de hoogte |
la formule suivante : | van het schot als volgt berekend worden : |
Bh = 8hw | Bh = 8hw |
dans laquelle : | waarbij : |
Bh est la hauteur de la cloison, | Bh de schothoogte is, |
et hw la hauteur d'eau. | en hw de waterhoogte. |
En tout état de cause, ces cloisons doivent avoir une hauteur minimale | In ieder geval moeten deze schotten minstens 2,2 m hoog zijn. In het |
de 2,2 m. Cependant, dans le cas d'un navire doté de ponts garages | geval van een schip met hangende autodekken mag de minimumhoogte van |
suspendus, la hauteur minimale de la cloison ne doit pas être | het schot evenwel niet minder zijn dan de hoogte tot de onderkant van |
inférieure à la hauteur libre sous le pont garage suspendu lorsque | |
celui-ci est en position abaissée; ». | het hangende dek in neergelaten toestand; ». |
Art. 3.Dans l'annexe Ire, partie I B du même arrêté, l'appendice |
Art. 3.In bijlage I, deel I B van hetzelfde besluit wordt het |
intitulé « Méthode d'essai sur modèle », est remplacé par le texte | Aanhangsel « Methode voor modelproeven » vervangen door de tekst van |
figurant à l'annexe I du présent arrêté. | bijlage I bij dit besluit. |
Art. 4.Dans l'annexe II du même arrêté, la partie B, « Essai sur |
Art. 4.In bijlage II van hetzelfde besluit wordt deel B « Modelproef |
modèle » est remplacé par le texte figurant à l'annexe II du présent | » vervangen door de tekst van bijlage II bij dit besluit. |
arrêté. Art. 5.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
au Moniteur belge. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 6.Notre ministre qui a la Mobilité dans ses attributions est |
Art. 6.Onze Minister bevoegd voor Mobiliteit is belast met de |
chargé de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 24 mai 2006. | Gegeven te Brussel, 24 mei 2006. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de la Mobilité, | De Minister van Mobiliteit, |
R. LANDUYT | R. LANDUYT |
Annexe Ire | Bijlage I |
« Appendice | « Aanhangsel |
Méthode d'essai sur modèle | Modelbeproevingsmethode |
1. Objectifs | 1. Doelstellingen |
La présente méthode d'essai est une révision de la méthode présentée | Deze gewijzigde modelbeproevingsmethode is een herziening van de |
dans l'appendice de la résolution 14 de la conférence SOLAS de 1995. | methode in het Aanhangsel bij de bijlage bij resolutie 14 van de |
Depuis l'entrée en vigueur de l'accord de Stockholm, plusieurs essais | SOLAS-Conferentie van 1995. Sinds de inwerkingtreding van de |
sur modèle ont été effectués conformément à la méthode d'essai | |
appliquée précédemment. Ces essais ont mis en évidence plusieurs | overeenkomst van Stockholm zijn een aantal modelproeven uitgevoerd |
possibilités d'améliorer les procédures. La nouvelle méthode d'essai | overeenkomstig de vroeger geldende beproevingsmethode. Gedurende die |
sur modèle exposée ci-après vise à apporter ces améliorations et, avec | proeven zijn de beproevingsmethoden op een aantal punten verfijnd. |
les notes d'orientation qui y sont jointes, à proposer une procédure | Deze verfijningen zijn verwerkt in de nieuwe modelbeproevingsmethode |
plus fiable pour évaluer la capacité de survie d'un navire roulier à | en samen met de bijgaande richtsnoeren vormt zij een degelijker |
passagers après avarie sur une mer formée. Dans le cadre des essais | methode voor het beoordelen van het overlevingsvermogen van een |
prévus au paragraphe 1.4 des prescriptions de stabilité définies dans | beschadigd ro-ro-passagiersschip in een zeegang. Bij de proeven als |
l'annexe I, le navire devrait pouvoir résister à une mer formée selon | bedoeld in punt 1.4 van de stabiliteitsvereisten in Bijlage I, moet |
la définition figurant au paragraphe 4 ci-dessous, dans le cas | het schip een zeegang als omschreven in onderstaand punt 4 kunnen |
d'avarie le plus défavorable. | weerstaan in het ongunstigste schadegeval. |
2. Définitions | 2. Definities |
LBP est la longueur entre perpendiculaires. | LBP is de lengte tussen loodlijnen. |
HS est la hauteur de houle significative. | HS is de significante golfhoogte. |
B est la largeur hors membres du navire. | B is de spantbreedte van het schip. |
TP est la période maximale. | TP is de piekperiode. |
TZ est la période moyenne au niveau zéro. | TZ is de nuldoorgangsperiode. |
3. Modèle de navire | 3. Scheepsmodel |
3.1. Le modèle devrait reproduire le navire réel pour ce qui est tant | |
de la configuration extérieure que de l'agencement intérieur - en | 3.1. Het model moet zowel de uiterlijke vorm als de inwendige indeling |
particulier tous les espaces endommagés - qui ont une incidence sur le | van het werkelijke schip weergeven, met name alle beschadigde ruimten |
processus d'envahissement et d'embarquement d'eau. Le tirant d'eau | die van invloed zijn op het gevuld raken en overkrijgen van water. |
intact, l'assiette, la gîte et le KG limite en exploitation devraient | Intacte diepgang, trim, helling en beperking van de operationele KG |
correspondre au cas d'avarie le plus défavorable. En outre, le ou les | overeenkomende met het (de) ongunstigste schadegeval(len) moeten |
cas examinés lors des essais devraient représenter le ou les cas | worden toegepast. Voorts moet(en) de te beschouwen testcase(s) het |
d'avarie les plus défavorables définis aux fins de satisfaire aux | (de) ongunstigste schadegeval(len) weergeven, zoals omschreven voor de |
dispositions de la règle II-1/8.2.3.2 de la convention SOLAS (norme | toepassing van voorschrift II-1/8.2.3.2 van het SOLAS-verdrag (SOLAS |
SOLAS 90) eu égard à l'aire totale sous-tendue par la courbe positive | 90 norm) met betrekking tot het totale gebied onder de positieve |
du bras de levier de redressement, et l'axe de la brèche devrait être | GZ-curve, en de middenlijn van het gat moet zich binnen het volgende |
situé dans les limites suivantes : | gebied bevinden : |
3.1.1. + 35 % LBP pris au milieu du navire; | 3.1.1. + 35 % LBP vanaf midscheeps; |
3.1.2 un essai supplémentaire est requis pour le cas d'avarie le plus | 3.1.2. een aanvullende proef is vereist voor de ergste schade binnen + |
défavorable où l'avarie visée au point 1 se situe dans une fourchette | 10 % LBP vanaf het midden van het schip, indien het in 1 bedoelde |
de + 10 % LBP pris au milieu du navire. | schadegeval zich buiten het gebied + 10 % LBP van het midden van het |
3.2. Le modèle devrait satisfaire aux prescriptions suivantes : | schip bevindt. 3.2. Het model moet aan het volgende voldoen : |
3.2.1. la longueur entre perpendiculaires (LBP) devrait être égale à 3 | 3.2.1. de lengte tussen de loodlijnen (LBP) moet minstens 3 m bedragen |
m au moins ou être la longueur correspondant à un modèle à l'échelle 1 | of overeenkomen met die van een schaalmodel van 1 :40, welke lengte |
:40, si cette valeur est supérieure, et l'étendue verticale doit | |
représenter au moins 3 hauteurs normales de superstructure au-dessus | het grootst is, en de verticale afmeting moet tenminste 3 maal de |
du pont de cloisonnement (ou pont de franc-bord); | |
3.2.2. l'épaisseur de la coque au niveau des espaces envahis ne | standaardhoogte van de bovenbouw boven het schottendek (vrijboord) bedragen; |
devrait pas être supérieure à 4 mm; | 3.2.2. de wanddikte van ondergelopen ruimten mag niet meer dan 4 mm |
3.2.3. à l'état intact comme après avarie, le modèle devrait respecter | bedragen; 3.2.3. zowel in onbeschadigde als beschadigde toestand moet het model |
les échelles de déplacement et de tirant d'eau correctes (TA, TM, TF, | de juiste waterverplaatsing hebben en diepgangsmerken (TA, TM, TF, |
bâbord et tribord), une tolérance maximale de + 2 mm étant prévue pour une marque de tirant d'eau, quelle qu'elle soit. Les échelles des tirants d'eau à l'avant et à l'arrière devraient être situées le plus près possible de la perpendiculaire avant et de la perpendiculaire arrière; 3.2.4. tous les compartiments et espaces rouliers endommagés devraient avoir été construits avec les perméabilités correctes de surface et de volume (valeurs et distributions réelles) et l'on devrait veiller à représenter correctement la masse d'eau correspondant à l'envahissement et la répartition de la masse; 3.2.5. les caractéristiques du mouvement du modèle devraient représenter fidèlement celles du navire réel, une attention particulière étant apportée à la tolérance de la distance métacentrique à l'état intact et aux rayons de giration lors du roulis et du tangage. Les deux rayons devraient être mesurés en dehors de | bakboord en stuurboord) met een maximale toegestane afwijking voor ieder diepgangsmerk van + 2 mm. De diepgangsmerken op voor- en achterschip moeten zich zo dicht mogelijk bij PF en AP bevinden als praktisch uitvoerbaar is; 3.2.4. alle beschadigde afdelingen en de ro-ro-ruimten moeten op schaal worden gebracht met de juiste oppervlakte en volume permeabiliteit (reële waarden en verdelingen), zodat de massa van het binnenstromend water en de massaverdeling correct worden voorgesteld; 3.2.5. de bewegingskarakteristieken van het werkelijke schip moeten nauwkeurig op schaal worden gebracht, met speciale aandacht voor de intacte GM-tolerantie en de traagheidsstralen bij het slingeren en stampen. Beide stralen moeten worden gemeten in de lucht en voor wat |
l'eau et se situer entre 0,35 B et 0,4 B pour le roulis, et entre 0,2 | de slingerbeweging betreft tussen de 0,35 B tot 0,4 B en wat de |
LOA et 0,25 LOA pour le tangage; | stampbeweging betreft tussen 0,2 LOA tot 0,25 LOA liggen; |
3.2.6. les principaux éléments de conception tels que cloisons | 3.2.6. de belangrijkste constructie-eigenschappen, zoals waterdichte |
étanches à l'eau, ouvertures d'aération, etc., se trouvant au-dessus | schotten, luchtuitlaten, enz., boven en onder het schottendek, die |
et au-dessous du pont de cloisonnement, qui peuvent entraîner un | kunnen resulteren in het asymmetrisch vollopen moeten nauwkeurig op |
envahissement asymétrique, devraient représenter fidèlement, dans la | schaal worden gebracht, voor zover het praktisch uitvoerbaar is om de |
mesure du possible, ceux du navire réel. Les dispositifs de | werkelijke situatie weer te geven; de ventilatie- en |
ventilation et d'équilibrage devraient être construits avec une | overvloeivoorzieningen moeten geconstrueerd zijn met een |
section transversale minimale de 500 mm2; | minimumdwarsdoorsnede van 500 mm2; |
3.2.7. La brèche dans la bordée de muraille devrait avoir la forme suivante : | 3.2.7. De vorm van het gat moet als volgt zijn : |
1) un trapèze dont le côté forme un angle de 15° avec la verticale et | 1) trapeziumvormig profiel, waarvan de verticale zijden een helling |
l'étendue longitudinale à la flottaison prévue devrait être celle qui | van 15° hebben, en de breedte bij de ontwerpwaterlijn overeenkomstig |
est définie à la règle II-1/8.4.1 de la convention SOLAS; | voorschrift II-1/8.4.1 van het SOLAS-verdrag, is; |
2) dans le plan horizontal, un triangle isocèle d'une hauteur égale à | 2) profiel in de vorm van een gelijkbenige driehoek in het horizontale |
vlak met een hoogte die gelijk is aan B/5 overeenkomstig voorschrift | |
B/5, conformément à la règle II-1/8.4.2 de la convention SOLAS. Si des | II-1/8.4.2 van het SOLAS-verdrag. Indien er binnen B/5 schachten zijn |
caissons latéraux sont installés dans B/5, la longueur de l'avarie au | aangebracht, moet de lengte van de beschadiging ter plaatse van de |
droit des caissons latéraux ne devrait pas être inférieure à 25 mm; | schachten minstens 25 mm bedragen; |
3) nonobstant les dispositions des points 3.2.7.1 et 3.2.7.2 | 3) onverminderd de bepalingen van bovenstaande punten 3.2.7.1 en |
ci-dessus, tous les compartiments considérés comme endommagés dans le | 3.2.7.2 moeten alle afdelingen die bij de berekening van het (de) |
calcul du ou des cas d'avarie les plus défavorables mentionnés au | ongunstigste schadegeval(len) als bedoeld in punt 3.1 als geacht |
paragraphe 3.1 devraient être envahis dans les essais sur modèle. | worden beschadigd te zijn bij de modelproeven vollopen. |
3.3. Le modèle en équilibre après envahissement devrait être incliné à | 3.3. Het model in volgelopen evenwichtstoestand moet hellen met een |
un angle supplémentaire correspondant à l'angle créé par le moment | extra hoek overeenkomende met die welke wordt teweeggebracht door het |
d'inclinaison Mh = max (Mpass; Mlaunch) - Mwind, mais en aucun cas | hellende moment Mh = max (Mpass; Mlaunch) - Mwind, maar in geen geval |
l'inclinaison finale ne devrait être inférieure à 1° en direction de | mag de uiteindelijke slagzij naar de schade toe minder dan 1° |
la brèche. Les valeurs de Mpass, Mlaunch et Mwind sont telles que | bedragen. Mpass, Mlaunch en Mwind zijn deze zoals omschreven in |
définies à la règle II-1/8.2.3.4 de la convention SOLAS. Pour les | voorschrift II-1/8.2.3.4 van het SOLAS-verdrag. Voor bestaande schepen |
navires existants, on peut considérer cet angle égal à 1°. | mag een hoek van 1° worden genomen. |
4. Modalités des essais | 4. Werkwijze |
4.1. Le modèle devrait être mis à l'essai sur une houle irrégulière à | 4.1. Het model wordt onderworpen aan een langkammige onregelmatige |
crête longue définie par le spectre JONSWAP, avec une hauteur de houle | zeegang, zoals omschreven door het JONSWAP spectrum met een |
significative HS, un coefficient d'accroissement maximal gamma = 3,3 | significante golfhoogte HS, een piekverhogingsfactor gamma = 3,3 en |
et une période maximale TP = 4 V HS (TZ = TP / 1,285). La valeur HS | een piekperiode TP = 4 V HS (TZ = TP / 1,285). HS is de significante |
est la hauteur de houle significative pour la zone d'exploitation, | golfhoogte voor het vaargebied, die niet wordt overschreden met een |
dont la probabilité de dépassement annuelle n'est pas supérieure à 10 | waarschijnlijkheid van meer dan 10 % per jaar, maar die beperkt is tot |
%, mais qui est limitée à un maximum de 4 m. | een maximum van 4 m. |
En outre, | Voorts geldt het volgende : |
4.1.1. la largeur du bassin devrait être suffisante pour éviter que le | 4.1.1. de breedte van het bassin moet voldoende zijn om contact of |
modèle heurte les bords et il est recommandé qu'elle ne soit pas | andere interacties met de kanten van het bassin te vermijden; |
inférieure à LBP + 2 m; | aanbevolen wordt dat deze ten minste LBP + 2 m bedraagt; |
4.1.2. la profondeur du bassin devrait être suffisante pour permettre | 4.1.2. de diepte van het bassin moet voldoende zijn voor een passende |
une bonne modélisation de la houle, mais ne devrait pas être inférieure à 1 m; | golfvorming maar moet ten minste 1 m bedragen; |
4.1.3. pour que le train d'ondes soit reproduit de manière | 4.1.3. voor de toepassing van een representatieve golftrein moeten |
représentative, des mesures devraient être prises avant l'essai dans | voorafgaand aan de proef op drie verschillende plaatsen binnen het |
trois emplacements différents dans les limites de la dérive due au | drijfgebied metingen worden verricht; |
courant; 4.1.4. la sonde de la houle la plus proche du générateur de houle | 4.1.4. de zich het dichtst bij de golfopwekker bevindende golfmeter |
devrait être placée à l'endroit où se trouve le modèle au début de | moet worden aangebracht op de plaats waar het model bij het begin van |
l'essai; | de proef geplaatst wordt; |
4.1.5. pour les trois emplacements, les valeurs HS et TP ne devraient | 4.1.5. de variatie in HS en TP mag voor de drie plaatsen niet meer dan |
pas varier de plus de + 5 %, et | + 5 % bedragen; en |
4.1.6. pendant les essais, aux fins d'approbation, une tolérance de + | 4.1.6. tijdens de proeven moet voor goedkeuring een tolerantie van + |
2,5 % pour HS, + 2,5 % pour TP et + 5 % pour TZ devrait être | 2,5 % in HS, + 2,5 % in TP en + 5 % in TZ worden toegestaan met |
admissible pour la sonde la plus proche du générateur de houle. | betrekking tot de meter die zich het dichtst bij de golfopwekker |
4.2. Le modèle devrait pouvoir dériver librement et être placé par mer | bevindt. 4.2. Het model moet vrij kunnen drijven en dwarszees (koers 90 °) |
de travers (cap de 90°), la brèche faisant face à la houle. Le modèle | worden geplaatst met het gat naar de aankomende golven, zonder dat het |
ne devrait être attaché à aucun système d'amarrage. Pour maintenir un | model permanent aan een meersysteem is bevestigd. Om een dwarszeekoers |
cap d'environ 90° par mer de travers pendant l'essai sur modèle, il | van ongeveer 90° aan te houden tijdens de modelproef moet aan de |
faudrait respecter les conditions suivantes : | volgende eisen worden voldaan : |
4.2.1. les lignes de contrôle du cap, destinées à des ajustements | 4.2.1. stuurlijnen voor kleinere koerscorrecties moeten op de |
mineurs, devraient être placées dans l'axe de l'étrave et de l'arrière | middellijn van achter- en voorsteven worden vastgemaakt, op |
de manière symétrique, entre la position de KG et la flottaison après | symmetrische wijze en op een hoogte tussen de plaats van KG en de |
avarie, et | beschadigde waterlijn; en |
4.2.2. la vitesse du chariot devrait être égale à la vitesse de dérive | 4.2.2. de snelheid van de brug moet gelijk zijn aan de werkelijke |
réelle du modèle et peut être ajustée si nécessaire. | drijfsnelheid van het model en wordt indien nodig aangepast. |
4.3. On devrait effectuer au moins dix essais. La durée de chacun des | 4.3. Er moeten minstens tien proeven worden uitgevoerd. De duur van |
essais devrait être suffisante pour permettre au modèle de parvenir à | iedere proef moet zodanig zijn dat er een stationaire toestand wordt |
un état stationnaire, mais ne devrait pas être inférieure à 30 minutes | bereikt, maar mag niet minder dan 30 minuten in reële tijd bedragen. |
en temps réel. Un train d'ondes différent devrait être utilisé pour chaque essai. | Voor elke proef moet een verschillende golftrein worden toegepast. |
5. Critère de survie | 5. Overlevingscriteria |
Le modèle devrait être considéré comme ayant survécu s'il est parvenu | Het model wordt geacht te overleven indien een stationaire toestand |
à un état stationnaire lors des essais successifs prescrits au | wordt bereikt bij de opeenvolgende reeksen van proeven zoals |
paragraphe 4.3. Le modèle devrait être considéré comme ayant chaviré | voorgeschreven in punt 4.3. Het model wordt geacht te zijn gekapseisd |
lorsque l'on observe des angles de roulis supérieurs à 30° par rapport | indien zich rolhoeken van meer dan 30° ten opzichte van de verticale |
à l'axe vertical ou lorsque la gîte stable (moyenne) est supérieure à | as of een constante (gemiddelde) negatieve stabiliteit van meer dan |
20° pendant plus de 3 minutes en temps réel, même si le modèle | 20° gedurende een periode van meer dan 3 minuten reële tijd voordoen, |
parvient à un état stationnaire. | ook indien een stationaire toestand wordt bereikt. |
6. Procès-verbal d'essai | 6. Documentatie met betrekking tot de proef |
6.1. Le programme d'essai sur modèle devrait être approuvé au | 6.1. Het modelbeproevingsprogramma moet van tevoren door de met de |
préalable par l'agent chargé du contrôle de la navigation désigné à | scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe aangesteld is, |
cet effet. | worden goedgekeurd. |
6.2. Il faudrait établir un compte rendu des essais, comportant un | 6.2. Van de proef moet een verslag en een video-opname of een andere |
procès-verbal et une vidéocassette ou un autre enregistrement visuel | visuele registratie worden gemaakt, waarin alle relevante informatie |
présentant toutes les données pertinentes sur le modèle et les | over het model en de proefresultaten die door de met de |
résultats des essais, lesquels doivent être approuvés par l'agent | scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe aangesteld is, |
chargé du contrôle de la navigation désigné à cet effet. Ces données | moeten worden goedgekeurd, is vastgelegd. Deze omvatten tenminste de |
devraient inclure, au minimum, les spectres de houle théorique et | |
mesurés ainsi que des statistiques (HS, TP, TZ) sur l'élévation de la | theoretische en gemeten golfspectra en statistieken (HS, TP, TZ) van |
houle aux trois différents emplacements choisis dans le bassin pour | de golfhoogte op de drie verschillende plaatsen in het bassin voor een |
obtenir un train d'ondes représentatif, et pour les essais sur modèle, | |
les périodes de temps des principales statistiques de l'élévation de | representatieve weergave, en voor de proeven met het model, de |
la houle mesurée près du générateur de houle, et des indications des | tijdreeks van de belangrijkste statistieken van de gemeten golfhoogte |
mouvements dus au roulis, au pilonnement et au tangage, ainsi que de | dichtbij de golfopwekker en registraties van de bewegingen van het |
la vitesse de dérive. » | model (rollen, rijzen en stampen) en van de drijfsnelheid. » |
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 24 mai 2006 modifiant l'arrêté | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 mei 2006 tot |
royal du 21 novembre 2005 relatif aux prescriptions spécifiques de | wijziging van het koninklijk besluit van 21 november 2005 betreffende |
stabilité applicables aux navires rouliers à passagers. | specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de la Mobilité, | De Minister van Mobiliteit, |
R. LANDUYT | R. LANDUYT |
Annexe II | Bijlage II |
« PARTIE B | « DEEL B |
ESSAIS SUR MODELE | MODELPROEF |
Les présentes lignes directrices ont pour but de garantir l'uniformité | Doel van deze richtsnoeren is te zorgen voor uniformiteit in de |
des méthodes employées pour construire et vérifier le modèle, ainsi | methoden die bij de constructie en verificatie van het model worden |
que lors de la réalisation et de l'analyse des essais. Le sens des | toegepast alsook bij het uitvoeren en analyseren van de modelproeven. |
paragraphes 1 et 2 de l'appendice de l'annexe 1, est évident. | De inhoud van punten 1 en 2 van het Aanhangsel bij Bijlage I behoeft |
Paragraphe 3 - Modèle de navire | geen nadere uitleg. Punt 3 - Scheepsmodel |
3.1. Le matériau dans lequel le modèle est construit n'a pas | 3.1. Van welk materiaal het model is gemaakt is op zich niet |
d'importance en soi, pour autant que la rigidité du modèle à l'état | belangrijk, mits het model zowel in onbeschadigde als in beschadigde |
intact et après avarie soit suffisante pour que ses caractéristiques hydrostatiques soient identiques à celles du navire réel et pour que la flexion de la coque dans la houle soit négligeable. Il convient également de veiller à ce que les compartiments endommagés soient reproduits le plus fidèlement possible, de manière que le volume d'eau représenté soit correct. Des mesures devront être prises pour empêcher l'eau de pénétrer (même en faibles quantités) dans les parties intactes du modèle, ce qui aurait des incidences sur son comportement. Dans les essais sur modèle portant sur les cas d'avaries les plus défavorables prévus par la convention SOLAS près des extrémités du navire, il a été observé qu'un envahissement progressif n'était pas possible en raison de la tendance de l'eau se trouvant sur le pont à s'accumuler près de la brèche de l'avarie, et donc à s'écouler vers l'extérieur. De tels modèles se sont avérés capables de survivre dans des états de grosse mer, alors qu'ils ont chaviré dans des états de mer moins forte après avoir subi des avaries moins importantes que celles qui sont prévues par la convention SOLAS, loin des extrémités. | toestand voldoende stijf is om te waarborgen dat de hydrostatische eigenschappen dezelfde zijn als die van het echte schip en ook dat de vervorming van de romp in golven te verwaarlozen is. Het is eveneens belangrijk dat de beschadigde afdelingen zo nauwkeurig mogelijk gemodelleerd zijn om ervoor te zorgen dat de correcte hoeveelheid ingestroomd water wordt weergegeven. Aangezien het binnendringen van water (ook kleine hoeveelheden) in de onbeschadigde delen van het model van invloed is op het gedrag ervan, moeten maatregelen worden genomen om dat te voorkomen. Bij modelproeven met betrekking tot de ongunstigste schadegevallen overeenkomstig het SOLAS-verdrag in de buurt van voor- of achtersteven is waargenomen dat geleidelijk vollopen niet mogelijk was of omdat het water op het dek zich steeds bij het gat verzamelde en er daar uitstroomde. Aangezien deze modellen zeetoestanden met zeer hoge golven konden overleven, terwijl ze bij minder hoge golven en in minder ernstige schadegevallen volgens het SOLAS-verdrag verder weg |
Pour éviter cela, la limite de + 35 % a été introduite. Des recherches approfondies visant à élaborer des critères appropriés pour les navires neufs ont clairement montré que si la hauteur métacentrique et le franc-bord constituaient des paramètres importants pour la capacité de survie des navires à passagers, l'aire sous-tendue par la courbe de stabilité résiduelle était aussi un facteur primordial. En conséquence, le cas d'avarie le plus défavorable prévu par la convention SOLAS à retenir pour satisfaire aux prescriptions du paragraphe 3.1 doit être celui pour lequel l'aire sous-tendue par la courbe de stabilité résiduelle est la plus petite. 3.2. Détails du modèle 3.2.1. Il convient de réduire autant que possible les effets d'échelle, qui risqueraient d'influencer fortement le comportement du modèle pendant les essais. Le modèle doit être aussi grand que possible. Les détails des compartiments endommagés sont plus faciles à | van de uiteinden van het schip kapseisden, is de grens van + 35 % ingevoerd om dit te voorkomen. Uitgebreid onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling van geschikte criteria voor nieuwe vaartuigen heeft duidelijk aangetoond dat, naast belangrijke parameters voor het overlevingsvermogen van passagiersschepen als GM en vrijboord, het oppervlak onder de reststabiliteitskromme eveneens een belangrijke factor vormt. Bij het kiezen van de ongunstigste beschadiging volgens het SOLAS-verdrag om aan het vereiste van punt 3.1 te voldoen moet als ongunstigste beschadiging die worden genomen welke het kleinste gebied onder de reststabiliteitskromme oplevert. 3.2. Bijzonderheden van het model 3.2.1. Aangezien schaaleffecten een belangrijke rol spelen in het gedrag van het model tijdens de proeven, is het belangrijk dat ervoor wordt gezorgd dat deze effecten zo veel mogelijk tot een minimum worden beperkt. Het model moet zo groot mogelijk zijn, omdat details van beschadigde afdelingen gemakkelijker worden geconstrueerd in |
reproduire sur de grands modèles et les effets d'échelle sont moins | grotere modellen en de schaaleffecten worden beperkt. Derhalve is |
importants. Il est donc conseillé de reproduire le modèle à une | vereist dat de lengte van het model ten minste met een schaal van 1 |
échelle qui ne soit pas inférieure à 1 :40, ou à 3 m si cette valeur est supérieure. Des essais ont montré que la dimension verticale du modèle peut influencer les résultats lors des essais dynamiques. La hauteur du navire au-dessus du pont de cloisonnement (franc-bord) doit donc correspondre à au moins trois hauteurs standard d'une superstructure pour que les grosses vagues du train d'ondes ne déferlent pas sur le modèle. 3.2.2. Le modèle doit être aussi mince que possible au niveau de l'avarie hypothétique afin que la quantité d'eau entrante et son centre de gravité soient correctement représentés. L'épaisseur de la | :40 overeenkomt of 3 m bedraagt, waarbij de grootste lengte gekozen wordt. Bij de proeven is geconstateerd dat de verticale afmeting van het model van invloed kan zijn op de resultaten bij dynamische beproeving. Het is dan ook nodig dat voor het model van het schip tot ten minste driemaal de standaardhoogte van de bovenbouw boven het schottendek (vrijboord) wordt gebruikt, zodat de grote golven van de golftrein niet over het model breken. 3.2.2. Het model moet ter plaatse van de aangenomen beschadigingen zo dun mogelijk zijn om ervoor te zorgen dat de hoeveelheid ingestroomd water en het zwaartepunt de werkelijkheid zo getrouw mogelijk |
coque ne devrait pas dépasser 4 mm. Etant donné qu'il pourrait | nabootsen. De dikte van de scheepswand mag niet meer dan 4 mm |
s'avérer impossible de construire avec suffisamment de détail la coque | bedragen. Aangenomen wordt dat het onmogelijk kan zijn de modelromp en |
du modèle et les éléments des compartimentages primaire et secondaire | de elementen van primaire en secundaire indeling ter plaatse van de |
beschadiging in voldoende detail te bouwen en dat het wegens deze | |
au droit de l'avarie, il sera peut-être impossible de calculer avec | constructiebeperkingen onmogelijk kan zijn de aangenomen |
précision la perméabilité de l'espace. | permeabiliteit van de ruimte nauwkeurig te berekenen. |
3.2.3. Il convient de ne pas vérifier uniquement les tirants d'eau à | 3.2.3. Het is belangrijk dat niet alleen de diepgang in onbeschadigde |
l'état intact mais aussi de mesurer correctement les tirants d'eau | toestand wordt gecontroleerd, maar ook de diepgang van het beschadigde |
après avarie afin de les mettre en corrélation avec ceux résultant du | model nauwkeurig wordt gemeten om deze te correleren met die welke is |
calcul de stabilité après avarie. Pour des raisons pratiques, une | afgeleid uit de lekstabiliteitsberekening. Om praktische redenen wordt |
tolérance de + 2 mm est acceptée pour tout tirant d'eau. | een tolerantie van + 2 mm voor iedere diepgang toegestaan. |
3.2.4. Après avoir mesuré les tirants d'eau après avarie, il peut être | 3.2.4. Na meting van de diepgang in beschadigde toestand kunnen |
nécessaire de corriger la perméabilité du compartiment endommagé en introduisant des volumes intacts ou en ajoutant du poids. Il faut également veiller à représenter correctement le centre de gravité de l'eau qui pénètre dans le modèle. Toutes les corrections doivent être effectuées avec des marges de sécurité suffisantes. Si le pont du modèle doit être équipé de barrières et que la hauteur de ces barrières est inférieure à celle prescrite ci-dessous, le modèle doit être doté d'un système de télévision en circuit fermé (CCTV), de manière à observer les projections et l'accumulation d'eau dans la partie non endommagée du pont. Un enregistrement vidéo doit dans ce cas être joint au rapport d'essais. La hauteur des cloisons transversales ou longitudinales considérées comme confinant efficacement le volume hypothétique d'eau de mer accumulée dans le compartiment touché du pont roulier endommagé | aanpassingen in de permeabiliteit van de beschadigde afdeling noodzakelijk blijken door het invoeren van onbeschadigde volumes of het toevoegen van gewichten. Het is echter eveneens belangrijk dat het zwaartepunt van het vloedwater nauwkeurig wordt weergegeven. In dit geval moet bij eventuele aanpassingen het zekere voor het onzekere worden genomen. Indien het model moet worden voorzien van afsluitingen op het dek en de afsluitingen minder hoog zijn dan de hieronder aangegeven schothoogte, moet het model worden uitgerust met videowaarneming (CCTV) zodat eventueel « overspatten » en eventuele verzameling van water op het onbeschadigde gebied van het dek kan worden gecontroleerd. In dit geval moet een video-opname worden gemaakt die deel uitmaakt van het beproevingsverslag. De hoogte van dwars- en langschotten die in aanmerking komen om op doelmatige wijzen het aangenomen verzamelde zeewater in de betreffende |
devrait avoir une hauteur d'au moins 4 m, à moins que la hauteur d'eau | afdeling van het beschadigde ro-ro-dek in te sluiten moet ten minste 4 |
soit inférieure à 0,5 m. Dans de tels cas, la hauteur de la cloison | m bedragen, tenzij de waterhoogte minder dan 0,5 m bedraagt. In deze |
peut être calculée à l'aide de la formule suivante : | gevallen mag de hoogte van het schot op onderstaande wijze worden berekend : |
Bh = 8hw | Bh = 8hw |
dans laquelle Bh est la hauteur de cloison, et | waarbij Bh de hoogte van het schot is en |
hw est la hauteur d'eau. | hw de hoogte van het water. |
Dans tous les cas, la hauteur minimale de la cloison ne devrait pas | De minimumhoogte van het schot moet ten minste 2,2 m bedragen. In het |
être inférieure à 2,2 m. Cependant, dans le cas d'un navire doté de | geval van een schip met hangende autodekken mag de minimumhoogte van |
ponts garages suspendus, la hauteur minimale de la cloison ne devrait | het schot evenwel niet minder zijn dan de hoogte tot de onderkant van |
pas être inférieure à la hauteur libre sous le pont garage suspendu | het hangende autodek in neergelaten toestand. |
lorsque celui-ci est en position abaissée. | 3.2.5. Om ervoor te zorgen dat de bewegingskarakteristieken van het |
3.2.5. Pour s'assurer que les caractéristiques du mouvement du modèle | model die van het reële schip weergeven, is het belangrijk dat men het |
représentent ceux du navire réel, il est important de faire subir un | model in onbeschadigde toestand zowel doet hellen als slingeren, zodat |
essai de stabilité au modèle à l'état intact afin de vérifier la | de GM in onbeschadigde toestand en de massaverdeling worden |
hauteur métacentrique à l'état intact. La distribution de la masse | gecontroleerd. De massaverdeling dient in de lucht te worden gemeten. |
devrait être mesurée en dehors de l'eau. Le rayon de giration | De dwarsscheepse traagheidsstraal van het reële schip mag niet meer |
transversal du navire réel devrait se situer entre 0,35 B et 0,4 B et | bedragen dan 0,35 B tot 0,4 B en de langscheepse traagheidsstraal niet |
le rayon de giration longitudinal devrait se situer entre 0,2 L et 0,25 L. | meer dan 0,2 L tot 0,25 L. |
Remarque : bien qu'il soit acceptable de soumettre à des essais | Noot : hoewel het doen hellen en slingeren van het model in |
d'inclinaison et de roulis le modèle après avarie pour vérifier la | beschadigde toestand kan worden aanvaard als controle van de |
courbe de stabilité résiduelle, ces essais ne devraient pas être | reststabiliteitskromme, mogen dergelijke proeven niet worden aanvaard |
acceptés en remplacement des essais à l'état intact. | ter vervanging van de proeven in onbeschadigde toestand. |
3.2.6. Il est admis que les manches à air du compartiment endommagé du | 3.2.6. Aangenomen wordt dat de ventilatoren van de beschadigde |
navire réel sont telles que l'envahissement et le mouvement de l'eau | afdeling van het reële schip het gevuld raken en de bewegingen van het |
dans le compartiment ne sont pas gênés. Toutefois, la reproduction des | vloedwater niet belemmeren. Bij het op schaal brengen van de |
dispositifs d'aération du navire réel à une échelle moins importante | ventilatievoorzieningen van het reële schip kunnen echter ongewenste |
peut avoir des effets indésirables. Pour éviter cela, il est | schaaleffecten optreden. Ter voorkoming van schaaleffecten wordt |
recommandé de construire les dispositifs d'aération à une plus grande | aanbevolen de ventilatievoorzieningen op een grotere schaal te bouwen |
échelle que celle du modèle mais en veillant à ce que cela ne porte | dan die van het model, waarbij ervoor wordt gezorgd dat dit niet van |
pas préjudice à l'écoulement de l'eau sur le pont-garage. | invloed is op de stroming van het water op het autodek. |
3.2.7. Il est jugé souhaitable de considérer une avarie d'une forme | 3.2.7. Geschikt voor bestudering wordt geacht een bres waarvan de vorm |
qui soit représentative de la section transversale du navire abordeur | representatief is voor een dwarsdoorsnede van het aanvarende schip in |
dans la région de l'étrave. L'angle de 15° est basé sur une étude de | de voorsteven. De hoek van 15° is gebaseerd op een studie van de |
la section transversale à une distance de B/5 de l'étrave pour une | dwarsdoorsnede op een afstand van B/5 van de boeg met betrekking tot |
sélection représentative de navires de types et dimensions différents. | een representatieve selectie van vaartuigen van verschillend type en |
verschillende grootte. | |
L'aspect en triangle isocèle de la brèche en forme de prisme | Het gelijkbenige driehoeksprofiel van de prismatische bresvorm is dat |
correspond à la flottaison en charge. | ter hoogte van de lastlijn. |
Par ailleurs, lorsque des caissons latéraux de stabilité d'une largeur | In gevallen waarin schachten in de zijde met een breedte van minder |
dan B/5 zijn aangebracht en ter voorkoming van mogelijke | |
inférieure à B/5 sont installés, la longueur de l'avarie au niveau des | schaaleffecten, mag bovendien de lengte van de beschadiging ter |
caissons ne doit pas être inférieure à 25 mm afin d'éviter tout effet d'échelle. | plaatse van de schachten in de zijde niet minder dan 25 mm bedragen. |
3.3. Dans la méthode d'essai sur modèle initiale décrite dans la | |
résolution 14 de la conférence SOLAS de 1995, l'effet de l'inclinaison | 3.3. De oorspronkelijke modelbeproevingsmethode van resolutie 14 van |
résultant du moment d'inclinaison maximal dû au rassemblement des | de SOLAS-conferentie van 1995 hield geen rekening met het effect van |
passagers, à la mise à l'eau des embarcations et radeaux de sauvetage, | kapseizen dat werd teweeggebracht door het maximummoment als gevolg |
à l'effet du vent et à la giration n'a pas été pris en considération, | van het samendrommen van passagiers, het te water laten van |
bien qu'il le soit dans la convention SOLAS. Toutefois, les résultats | reddingsboten, de wind en draaien, hoewel dit effect deel uitmaakte |
d'une étude ont montré qu'il serait prudent de tenir compte de ces | van het SOLAS-verdrag. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat het |
effets et de conserver, pour des raisons pratiques, l'angle | verstandig zou zijn met deze effecten rekening te houden en een |
d'inclinaison minimal de 1° en direction de l'avarie. Il y a lieu de | minimum van 1° slagzij naar de schadekant aan te houden om praktische |
noter que l'inclinaison due à la giration n'a pas été jugée | redenen. Opgemerkt zij dat slagzij als gevolg van draaien als niet |
pertinente. | relevant werd beschouwd. |
3.4. Lorsque la hauteur métacentrique comporte une marge par rapport à | 3.4. In gevallen waarin er een marge in GM is in de reële |
la courbe limite de la hauteur métacentrique (donnée par la norme | beladingstoestand ten opzichte van de GM-beperkende krommme (afgeleid |
SOLAS 90) dans les conditions de chargement réelles, l'agent chargé du | van SOLAS 90 norm), kan de met de scheepvaartcontrole belaste |
contrôle de la navigation désigné à cet effet, peut accepter qu'il en | ambtenaar die daartoe is aangesteld, aanvaarden dat deze marge bij de |
soit tiré parti dans l'essai sur modèle. Dans de tels cas, la courbe | modelproef wordt benut. In dergelijke gevallen moet de GM-beperkende |
limite de la hauteur métacentrique devrait être ajustée. Un tel ajustement peut être effectué comme suit : | kromme worden aangepast. Deze aanpassing kan als volgt worden gedaan : |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
d = dS-0,6 (dS-dLS) | d = dS-0,6 (dS-dLS) |
où : dS est le tirant d'eau de compartimentage; et dLS est le tirant | waarbij : dS is de indelingsdiepgang; en dLS de diepgang bij leeg |
d'eau du navire à l'état lège. | schip. |
La courbe ajustée est la ligne droite reliant la hauteur métacentrique | |
utilisée dans l'essai sur modèle qui correspond au tirant d'eau de | De aangepaste curve is een rechte lijn tussen de bij de modelproef |
compartimentage et le point d'intersection entre la courbe initiale de | gebruikte met de indelingsdiepgang overeenkomende gebruikte GM en het |
la norme SOLAS 90 et le tirant d'eau d. | snijpunt tussen de oorspronkelijke curve van de SOLAS 90 norm en de |
Paragraphe 4 - Modalités des essais | diepgang d. Punt 4 - Werkwijze |
4.1. Spectre de houle | 4.1. Golfspectra |
Il convient d'utiliser le spectre JONSWAP, qui décrit les états de mer | Het JONSWAP-spectrum moet worden gebruikt, omdat dit qua strijklengte |
du vent et de mer non complètement développée qui correspondent à la | en duur beperkte zeetoestanden beschrijft, die overeenkomen met de |
plupart des conditions observées sur les mers du globe. A cet égard, il est important non seulement de vérifier la période maximale du train d'ondes mais également de veiller à ce que la période moyenne au niveau zéro soit correcte. Pour chaque essai effectué, il faut enregistrer le train d'ondes et consigner les données y relatives. Les relèvements des mesures enregistrées devraient être pris à la sonde la plus proche du générateur de houle. Il faut aussi que le modèle soit pourvu d'instruments afin que ses mouvements (roulis, levée et tangage) et son attitude (gîte, enfoncement et assiette) soient surveillés et consignés. Il a été constaté qu'il n'était pas pratique de fixer des limites absolues pour les hauteurs de houle significatives, les périodes maximales et les périodes moyennes au niveau zéro des spectres de houle du modèle; en conséquence, une marge acceptable a été introduite. 4.2. Pour éviter que le système d'amarrage ne gêne la dynamique du navire, le chariot remorqueur (auquel le système d'amarrage est | meeste zeetoestanden in de wereld. In dit verband is het niet alleen belangrijk dat de piekperiode van de golftrein wordt gecontroleerd, maar ook dat de nuldoorgangsperiode correct is. Voor iedere proefreeks moet het golfspectrum worden geregistreerd en gedocumenteerd. Metingen voor deze registratie moeten worden verricht bij de meter die zich het dichtst bij de golfopwekker bevindt. Voorts moet het model van apparatuur zijn voorzien, waarmee de bewegingen (rollen, rijzen en stampen) en de stand ervan (slagzij, inzinking en trim) gedurende de gehele proef worden gecontroleerd en geregistreerd. Het is in de praktijk niet uitvoerbaar gebleken voor significante golfhoogten, piekperioden en nuldoorgangsperioden van de modelgolfspectra absolute grenzen vast te stellen. Daarom is een aanvaardbare marge ingevoerd. 4.2. Om te voorkomen dat het meersysteem de dynamica van het schip stoort, moet de rijdende brug (waaraan het meersysteem is bevestigd) |
attaché) devrait suivre le modèle à sa vitesse de dérive réelle. Dans | het model volgen met de reële drijfsnelheid. Bij een zeetoestand met |
un état de mer où la houle est irrégulière, la vitesse de dérive n'est | onregelmatige golven zal de drijfsnelheid niet gelijkmatig zijn; een |
pas constante; une vitesse de remorquage constante entraînerait des | constante snelheid van de rijdende brug zal resulteren in |
oscillations de la dérive d'une grande amplitude et d'une faible | drijfoscillaties met grote amplitude en lage frequentie, hetgeen van |
fréquence, ce qui pourrait affecter le comportement du modèle. | invloed kan zijn op het gedrag van het model. |
4.3. Il est nécessaire de mener un nombre suffisant d'essais dans | 4.3. Met het oog op de statistische betrouwbaarheid moet een voldoende |
différents trains d'ondes pour obtenir une fiabilité statistique, | aantal proeven met verschillende golftreinen worden uitgevoerd; de |
l'objectif étant de déterminer de manière quasi certaine qu'un navire | bedoeling is met hoge mate van betrouwbaarheid te bepalen dat een |
qui ne répond pas à des critères de sécurité chavirera dans les | onveilig schip in de gekozen omstandigheden zal kenteren. Voor een |
conditions choisies pour l'étude. On estime qu'un nombre minimal de | redelijke mate van betrouwbaarheid worden minstens tien proevenreeksen |
dix essais offre un degré de fiabilité raisonnable. | noodzakelijk geacht. |
Paragraphe 5 - Critères de survie | Punt 5 - Overlevingscriteria |
Le sens de ce paragraphe est évident. | De inhoud van dit punt wordt duidelijk geacht. |
Paragraphe 6 - Approbation de l'essai | Punt 6 - Goedkeuring van de proef |
Les documents suivants doivent être joints au rapport remis à l'agent | De volgende documenten moeten deel uitmaken van het verslag voor de |
chargé du contrôle de la navigation désigné à cet effet : | met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld |
a) calculs de stabilité après avarie dans le cas d'avarie le plus | : a) lekstabiliteitsberekeningen voor ongunstigste SOLAS- en midscheepse |
défavorable prévu par la convention SOLAS et dans le cas d'avarie au | |
milieu du navire (s'ils sont différents); | beschadiging (voorzover deze verschillend zijn); |
b) schéma de l'agencement général du modèle, accompagné de détails | b) tekening van de algemene inrichting van het model, met |
concernant sa construction et les instruments dont il est pourvu; | bijzonderheden inzake bouw en instrumentatie; |
c) essai de stabilité et mesures des rayons de giration; | c) hellingproef en metingen van de traagheidsstralen; |
d) spectres de houle nominaux et mesurés (aux trois emplacements | d) nominale en gemeten golfspectra (op drie verschillende plaatsen |
différents afin d'obtenir des données représentatives et, pour les | voor een representatieve voorstelling en voor de proeven met het model |
essais sur modèle, à la sonde la plus proche du générateur de houle); | vanaf de zich het dichtst bij de golfopwekker bevindende golfmeter); |
e) données représentatives des mouvements, du comportement et de la | e) representatieve registratie van de bewegingen, positie en drift van |
dérive du modèle; | het model; |
f) enregistrements pertinents sur vidéocassette. | f) relevante video-opnames. |
Remarque : | Noot : |
L'agent chargé du contrôle de la navigation désigné à cet effet, doit | De met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is |
assister à tous les essais. » | aangesteld, moet getuige zijn van alle proeven. » |
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 24 mai 2006 modifiant l'arrêté | Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van 24 mei 2006 tot |
royal du 21 novembre 2005 relatif aux prescriptions spécifiques de | wijziging van het koninklijk besluit van 21 november 2005 betreffende |
stabilité applicables aux navires rouliers à passagers. | specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de la Mobilité, | De Minister van Mobiliteit, |
R. LANDUYT | R. LANDUYT |