| Arrêté royal relatif à la réduction de la durée du travail dans les entreprises qui ressortissent à la Commission paritaire de la construction | Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur-vermindering in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren |
|---|---|
| MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 22 MARS 1999. - Arrêté royal relatif à la réduction de la durée du | 22 MAART 1999. - Koninklijk besluit betreffende de |
| travail dans les entreprises qui ressortissent à la Commission | arbeidsduur-vermindering in de ondernemingen die onder het Paritair |
| paritaire de la construction (1) | Comité voor het bouwbedrijf ressorteren (1) |
| ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu l'arrêté royal n° 213 du 26 septembre 1983 relatif à la durée du | Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 |
| travail dans les entreprises qui ressortissent à la Commission | betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair |
| paritaire de la construction, notamment l'article 2, troisième alinéa, | Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, inzonderheid op artikel 2, |
| et l'article 6, quatorzième alinéa, respectivement modifié et inséré | derde lid, en op artikel 6, veertiende lid, respectievelijk vervangen |
| par la loi du 29 décembre 1990; | en ingevoegd bij de wet van 29 december 1990; |
| Vu l'avis de la Commission paritaire de la construction du 24 septembre 1998; | Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf van 24 september 1998; |
| Vu l'avis de l'Inspection des Finances du 30 octobre 1998; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 30 oktober |
| Vu la délibération du Conseil des Ministres du 25 février 1999; | 1998; Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad op 25 februari 1999; |
| Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Considérant qu'il s'impose que les ouvriers et les employeurs du | Overwegende dat de werklieden en de werkgevers van de bouwsector |
| secteur de la construction soient avertis sans délai du nombre de | onverwijld moeten worden verwittigd van het aantal rustdagen die |
| jours de repos qui doivent être accordés pour la réduction de la durée | tijdens het jaar 1999 moeten toegekend worden voor de vermindering van |
| du travail au cours de l'année 1999; | de arbeidsduur; |
| Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi et du Travail et de | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van |
| Notre Ministre des Affaires sociales et de l'avis de Nos Ministres qui | Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad |
| en ont délibéré en Conseil, | vergaderde Ministers, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Le présent arrêté s'applique aux employeurs qui |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder |
| ressortissent à la Commission paritaire de la construction et aux | het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de |
| ouvriers qu'ils occupent. | werklieden die ze tewerkstellen. |
Art. 2.Les ouvriers, visés à l'article 1er, ont droit en 1999 à six |
Art. 2.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 1999 recht op |
| jours de repos. | zes rustdagen. |
Art. 3.Les ouvriers qui ont été occupés pendant les jours de repos |
|
| visés à l'article 2 ont droit à un repos compensatoire. | Art. 3.De werklieden die gedurende de bij artikel 2 bedoelde |
| Ces jours de repos compensatoire doivent être octroyés dans les six | rustdagen worden tewerkgesteld, hebben recht op inhaalrust. |
| semaines qui suivent le jour où le travail a été effectué, dans le cas | Deze inhaalrustdagen moeten worden toegekend binnen zes weken die |
| où la mise au travail s'est faite en application de l'article 3, | volgen op de dag waarop arbeid werd verricht, in het geval de |
| deuxième alinéa, 1° et 2°, de l'arrêté royal n° 213 du 26 septembre | tewerkstelling is gebeurd in toepassing van artikel 3, tweede lid, 1° |
| 1983 relatif à la durée du travail dans les entreprises qui | en 2°, van het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 |
| ressortissent à la Commission paritaire de la construction. | betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair |
| A la fin du contrat de travail, l'employeur doit mentionner le nombre | Comité voor het bouwbedrijf ressorteren. |
| de jours de repos compensatoire qui n'ont pas été octroyés sur le | Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever het |
| aantal niet toegekende inhaalrustdagen vermelden op het bewijs van | |
| certificat de chômage complet C4. | volledige werkloosheid C4. |
Art. 4.La quote-part due par les employeurs visés à l'article 1er et |
Art. 4.De bijdrage verschuldigd door de in artikel 1 bedoelde |
| destinée à financer le salaire forfaitaire pour les jours de repos, | werkgevers en bestemd voor de financiering van het forfaitair loon |
| est déterminée comme suit : | voor de rustdagen, wordt als volgt bepaald : |
| pour l'année 1999 la quote-part est égale à 2,6 % du montant porté à | voor het jaar 1999 is de bijdrage gelijk aan 2,6 % van het op 108 % |
| 108 % de tous les salaires déclarés à l'Office national de Sécurité | gebrachte bedrag van alle lonen die bij de Rijksdienst voor Sociale |
| sociale en rapport avec les ouvriers visés à l'article 1er, | Zekerheid zijn aangegeven met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde |
| respectivement pour le quatrième trimestre de 1998, et pour le | werklieden en dit respectievelijk voor het vierde kwartaal van 1998, |
| premier, deuxième et troisième trimestre de 1999. | en voor het eerste, tweede en derde kwartaal van 1999. |
Art. 5.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 1999. |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999. |
Art. 6.Notre Ministre de l'Emploi et du Travail et Notre Ministre des |
Art. 6.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister |
| Affaires sociales sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de | van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de |
| l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 22 mars 1999. | Gegeven te Brussel, 22 maart 1999. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de l'Emploi et du Travail, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
| Mme M. SMET | Mevr. M. SMET |
| La Ministre des Affaires sociales, | De Minister van Sociale Zaken, |
| Mme. M. DE GALAN | Mevr. M. DE GALAN |
| _______ | _______ |
| Note | Nota |
| (1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
| Arrêté royal n° 213 du 26 septembre 1983, Moniteur belge du 7 octobre | Koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983, Belgisch Staatsblad |
| 1983. | van 7 oktober 1983. |
| Loi du 29 décembre 1990, Moniteur belge du 9 janvier 1991. | Wet van 29 december 1990, Belgisch Staatsblad van 9 januari 1991. |