← Retour vers "Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage concernant l'augmentation des minima dans le cadre de la lutte contre la pauvreté "
| Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage concernant l'augmentation des minima dans le cadre de la lutte contre la pauvreté | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering betreffende het verhogen van de minima in het kader van de strijd tegen de armoede |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE 22 DECEMBRE 2020. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage concernant l'augmentation des minima dans le cadre de la lutte contre la pauvreté PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 22 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering betreffende het verhogen van de minima in het kader van de strijd tegen de armoede FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des | Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
| travailleurs, l'article 7, § 1er, alinéa 3, i, remplacé par la loi du | maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, |
| 14 février 1961, et § 1octies, alinéas 3 et 4, insérés par la loi du | i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, en § 1octies, derde en |
| 25 avril 2014; | vierde lid, ingevoegd bij de wet van 25 april 2014; |
| Vu l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du | Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de |
| chômage; | werkloosheidsreglementering; |
| Vu l'avis 2020/0237 de l'Inspecteur des Finances, donné le 31 octobre 2020; | Gelet op advies 2020/0237 van de inspecteur van Financiën, gegeven op 31 oktober 2020; |
| Vu l'avis du Comité de gestion de l'Office national de l'Emploi, donné | Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor |
| le 5 novembre 2020; | Arbeidsvoorziening, gegeven op 5 november 2020; |
| Vu l'accord de la Secrétaire d'Etat du Budget, donné le 9 décembre 2020; | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 9 december 2020; |
| Vu l'avis 68.478/1 du Conseil d'Etat, donné le 18 décembre 2020, en | Gelet op advies 68.478/1 van de Raad van State, gegeven op 18 december |
| application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le | 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
| Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Sur la proposition du Ministre du Travail, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.A l'article 114 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 |
Artikel 1.In artikel 114 van het koninklijk besluit van 25 november |
| portant réglementation du chômage, remplacé par l'arrêté royal du 23 | 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het |
| juillet 2012 et modifié par les arrêtés royaux des 17 août 2013, 20 | koninklijk besluit van 23 juli 2012 en gewijzigd bij de koninklijke |
| juillet 2015, 3 septembre 2017 et 2 juin 2019, les modifications | besluiten van 17 augustus 2013, 20 juli 2015, 3 september 2017 en 2 |
| suivantes sont apportées: | juni 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: |
| 1° au paragraphe 3, 3°, le montant de "15,42 euros" est remplacé comme | 1° in paragraaf, 3, 3°, wordt het bedrag van "15,42 euro" vervangen |
| suit: | als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "15,59 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "15,59 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "15,77 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "15,77 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "15,95 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "15,95 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "16,13 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "16,13 euro"; |
| 2° au paragraphe 4, alinéa 1er, le montant de "21,06 euros" est | 2° in paragraaf 4, eerste lid, wordt het bedrag van "21,06 euro" |
| remplacé deux fois comme suit: | tweemaal vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "21,30 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "21,30 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "21,54 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "21,54 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "21,78 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "21,78 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "22,02 euros". | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "22,02 euro". |
Art. 2.A l'article 115 du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du |
Art. 2.In artikel 115 van hetzelfde besluit, vervangen bij het |
| 3 septembre 2017 et modifié par l'arrêté royal du 2 juin 2019, les | koninklijk besluit van 3 september 2017 en gewijzigd bij het |
| modifications suivantes sont apportées: | koninklijk besluit van 2 juni 2019, worden de volgende wijzigingen |
| 1° au paragraphe 1er, 1°, le montant de "36,14 euros" est remplacé | aangebracht: 1° in paragraaf 1, 1°, wordt het bedrag van "36,14 euro" vervangen als |
| comme suit: | volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "36,55 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "36,55 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "36,96 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "36,96 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "37,38 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "37,38 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "37,80 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "37,80 euro"; |
| 2° au paragraphe 1er, 2°, le montant de "29,61 euros" est remplacé | 2° in paragraaf 1, 2°, wordt het bedrag van "29,61 euro" vervangen als |
| comme suit: | volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "29,94 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "29,94 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "30,28 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "30,28 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "30,62 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "30,62 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "30,96 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "30,96 euro"; |
| 3° au paragraphe 1er, un alinéa 2 est inséré, rédigé comme suit: | 3° in paragraaf 1 wordt een tweede lid ingevoegd, luidend: |
| "Le montant journalier minimum de l'allocation de chômage pour le | "Het minimum dagbedrag van de werkloosheidsuitkering voor de werknemer |
| travailleur qui bénéficie du régime de chômage avec complément | die het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag of de aanvullende |
| d'entreprise ou bénéficie de l'indemnité complémentaire pour les | vergoeding van ontslagen bejaarde grensarbeiders geniet, wordt |
| travailleurs frontaliers âgés licenciés, est fixé à: | vastgesteld op: |
| 1° 36,14 euros pour le travailleur ayant charge de famille; | 1° 36,14 euro voor de werknemer met gezinslast; |
| 2° 29,61 euros pour le travailleur isolé.". | 2° 29,61 euro voor de alleenwonende werknemer.". |
| 4° au paragraphe 2, alinéa 1er, 1°, le montant de "28,61 euros" est | 4° in paragraaf 2, eerste lid, 1°, wordt het bedrag van "28,61 euro" |
| remplacé comme suit: | vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "28,93 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "28,93 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "29,26 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "29,26 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "29,59 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "29,59 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "29,92 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "29,92 euro"; |
| 5° au paragraphe 2, alinéa 1er, 2°, le montant de "26,41 euros" est | 5° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, wordt het bedrag van "26,41 euro" |
| remplacé comme suit: | vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "26,71 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "26,71 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "27,01 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "27,01 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "27,31 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "27,31 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "27,62 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "27,62 euro"; |
| 6° au paragraphe 2, alinéa 1er, 3° en 4°, a), le montant de "21,89 | 6° in paragraaf 2, eerste lid, 3° en 4°, a), wordt het bedrag van |
| euros" est remplacé comme suit: | "21,89 euro" vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "22,14 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "22,14 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "22,39 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "22,39 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "22,64 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "22,64 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "22,89 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "22,89 euro"; |
| 7° au paragraphe 2, alinéa 1er, 4°, b), le montant de "21,06 euros" | 7° in paragraaf 2, eerste lid, 4°, b), wordt het bedrag van "21,06 |
| est remplacé comme suit: | euro" vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "21,30 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "21,30 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "21,54 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "21,54 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "21,78 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "21,78 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "22,02 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "22,02 euro"; |
| 8° au paragraphe 2, alinéa 2, les mots "est égal au montant visé à | 8° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "is gelijk aan het |
| l'alinéa 1er, 2°," sont remplacés par les mots "est fixé à 26,41 | bedrag bedoeld in het eerste lid, 2°," vervangen door de woorden |
| euros". | "wordt vastgesteld op 26,41 euro". |
Art. 3.A l'article 124 du même arrêté, modifié par les arrêtés royaux |
Art. 3.In artikel 124 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
| des 23 juillet 2012, 17 août 2013, 20 juillet 2015, 3 septembre 2017, | koninklijke besluiten van 23 juli 2012, 17 augustus 2013, 20 juli |
| 15 octobre 2018 et 2 juin 2019, les modifications suivantes sont | 2015, 3 september 2017, 15 oktober 2018 en 2 juni 2019, worden de |
| apportées: | volgende wijzigingen aangebracht: |
| 1° à l'alinéa 1er, 1°, le montant de "35,21 euros" est remplacé comme | 1° in het eerste lid, 1°, wordt het bedrag van "35,21 euro" vervangen |
| suit: | als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "35,61 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "35,61 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "36,01 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "36,01 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "36,42 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "36,42 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "36,82 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "36,82 euro"; |
| 2° à l'alinéa 1er, 2°, a), le montant de "9,83 euros" est remplacé | 2° in het eerste lid, 2°, a), wordt het bedrag van "9,83 euro" |
| comme suit: | vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "9,94 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "9,94 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "10,05 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "10,05 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "10,16 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "10,16 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "10,28 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "10,28 euro"; |
| 3° à l'alinéa 1er, 2°, b), le montant de "15,45 euros" est remplacé | 3° in het eerste lid, 2°, b), wordt het bedrag van "15,45 euro" |
| comme suit: | vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "15,62 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "15,62 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "15,80 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "15,80 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "15,98 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "15,98 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "16,16 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "16,16 euro"; |
| 4° à l'alinéa 1er, 2°, c), le montant de "25,82 euros" est remplacé | 4° in het eerste lid, 2°, c), wordt het bedrag van "25,82 euro" |
| comme suit: | vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "26,11 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "26,11 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "26,40 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "26,40 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "26,70 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "26,70 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "27,00 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "27,00 euro"; |
| 5° à l'alinéa 1er, 3°, a), le montant de "8,17 euros" est remplacé | 5° in het eerste lid, 3°, a), wordt het bedrag van "8,17 euro" |
| comme suit: | vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "8,26 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "8,26 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "8,35 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "8,35 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "8,44 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "8,44 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "8,53 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "8,53 euro"; |
| 6° à l'alinéa 1er, 3°, b), le montant de "13,03 euros" est remplacé | 6° in het eerste lid, 3°, b), wordt het bedrag van "13,03 euro" |
| comme suit: | vervangen als volgt: |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "13,18 euros"; | a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "13,18 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "13,33 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "13,33 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "13,48 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "13,48 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "13,63 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "13,63 euro"; |
| 7° à l'alinéa 2 le montant de "8,98 euros" est remplacé comme suit: | 7° in het tweede lid wordt het bedrag van "8,98 euro" vervangen als |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "9,08 euros"; | volgt: a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "9,08 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "9,18 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "9,18 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "9,28 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "9,28 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "9,39 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "9,39 euro"; |
| 8° à l'alinéa 2 le montant de "14,43 euros" est remplacé comme suit: | 8° in het tweede lid wordt het bedrag van "14,43 euro" vervangen als |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "14,59 euros"; | volgt: a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "14,59 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "14,75 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "14,75 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "14,92 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "14,92 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "15,09 euros"; | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "15,09 euro"; |
| 9° à l'alinéa 3 le montant de "36,59 euros" est remplacé comme suit: | 9° in het derde lid wordt het bedrag van "36,59 euro" vervangen als |
| a) à partir du 1er janvier 2021 par le montant de "37,00 euros"; | volgt: a) vanaf 1 januari 2021 door het bedrag van "37,00 euro"; |
| b) à partir du 1er janvier 2022 par le montant de "37,42 euros"; | b) vanaf 1 januari 2022 door het bedrag van "37,42 euro"; |
| c) à partir du 1er janvier 2023 par le montant de "37,84 euros"; | c) vanaf 1 januari 2023 door het bedrag van "37,84 euro"; |
| d) à partir du 1er janvier 2024 par le montant de "38,27 euros". | d) vanaf 1 januari 2024 door het bedrag van "38,27 euro". |
Art. 4.§ 1. Entrent en vigueur au 1er janvier 2021: |
Art. 4.§ 1. Treden in werking op 1 januari 2021: |
| 1° l'article 1er, 1°, a), et 2°, a); | 1° artikel 1, 1°, a), en 2°, a); |
| 2° l'article 2, 1°, a), 2°, a), 3°, a), 4°, a), 5°, a), 6°, a), et 7°; | 2° artikel 2, 1°, a), 2°, a), 3°, a), 4°, a), 5°, a), 6°, a), en 7°; |
| 3° l'article 3, 1°, a), 2°, a), 3°, a), 4°, a), 5°, a), 6°, a), 7°, | 3° artikel 3, 1°, a), 2°, a), 3°, a), 4°, a), 5°, a), 6°, a), 7°, a), |
| a), 8°, a), et 9°, a). | 8°, a), en 9°, a). |
| § 2. Entrent en vigueur au 1er janvier 2022: | § 2. Treden in werking op 1 januari 2022: |
| 1° l'article 1er, 1°, b), et 2°, b); | 1° artikel 1, 1°, b), en 2°, b); |
| 2° l'article 2, 1°, b), 2°, b), 3°, b), 4°, b), 5°, b), et 6°, b); | 2° artikel 2, 1°, b), 2°, b), 3°, b), 4°, b), 5°, b), en 6°, b); |
| 3° l'article 3, 1°, b), 2°, b), 3°, b), 4°, b), 5°, b), 6°, b), 7°, | 3° artikel 3, 1°, b), 2°, b), 3°, b), 4°, b), 5°, b), 6°, b), 7°, b), |
| b), 8°, b), et 9°, b). | 8°, b), en 9°, b). |
| § 3. Entrent en vigueur au 1er janvier 2023: | § 3. Treden in werking op 1 januari 2023: |
| 1° l'article 1er, 1°, c), et 2°, c); | 1° artikel 1, 1°, c), en 2°, c); |
| 2° l'article 2, 1°, c), 2°, c), 3°, c), 4°, c), 5°, c), et 6°, c); | 2° artikel 2, 1°, c), 2°, c), 3°, c), 4°, c), 5°, c), en 6°, c); |
| 3° l'article 3, 1°, c), 2°, c), 3°, c), 4°, c), 5°, c), 6°, c), 7°, | 3° artikel 3, 1°, c), 2°, c), 3°, c), 4°, c), 5°, c), 6°, c), 7°, c), |
| c), 8°, c), et 9°, c). | 8°, c), en 9°, c). |
| § 4. Entrent en vigueur au 1er janvier 2024: | § 4. Treden in werking op 1 januari 2024: |
| 1° l'article 1er, 1°, d), et 2°, d); | 1° artikel 1, 1°, d), en 2°, d); |
| 2° l'article 2, 1°, d), 2°, d), 3°, d), 4°, d), 5°, d), et 6°, d); | 2° artikel 2, 1°, d), 2°, d), 3°, d), 4°, d), 5°, d), en 6°, d); |
| 3° l'article 3, 1°, d), 2°, d), 3°, d), 4°, d), 5°, d), 6°, d), 7°, | 3° artikel 3, 1°, d), 2°, d), 3°, d), 4°, d), 5°, d), 6°, d), 7°, d), |
| d), 8°, d), et 9°, d). | 8°, d), en 9°, d). |
Art. 5.Le ministre qui a le Travail dans ses attributions est chargé |
Art. 5.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
| de l'exécution du présent arrêté. | dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 22 décembre 2020. | Gegeven te Brussel, 22 december 2020 |
| PHILIPPE | FILIP |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Ministre du Travail, | De Minister van Werk, |
| P.-Y. DERMAGNE | P.-Y. DERMAGNE |