Arrêté royal fixant les délais de préavis pour les entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire pour les métaux précieux | Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de edele metalen ressorteren |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
21 JUIN 2001. - Arrêté royal fixant les délais de préavis pour les | 21 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de |
entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire pour les | opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van |
métaux précieux (1) | het Paritair Subcomité voor de edele metalen ressorteren (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, | Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, |
notamment l'article 61, § 1er, modifié par la loi du 20 juillet 1991; | inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli |
Vu la proposition de la Sous-commission paritaire pour les métaux | 1991; Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor de edele |
précieux; | metalen; |
Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Considérant qu'il est nécessaire de modifier sans retard les délais de | Overwegende dat het noodzakelijk is zonder uitstel de |
préavis, pour les entreprises ressortissant à la Sous-commission | opzeggings-termijnen voor de ondernemingen die ressorteren onder het |
paritaire pour les métaux précieux, afin de garantir le statut | Paritair Subcomité voor de edele metalen, te wijzigen, teneinde de |
juridique des travailleurs concernés; | rechtspositie van de betrokken werknemers te waarborgen; |
Sur la proposition de notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Le présent arrêté s'applique aux employeurs et aux |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de |
ouvriers des entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire | werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor |
pour les métaux précieux. | de edele metalen ressorteren. |
Art. 2.Par dérogation aux dispositions de l'article 59 de la loi du 3 |
Art. 2.In afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 |
juillet 1978 relative aux contrats de travail, le délai de préavis à respecter pour mettre fin à un contrat de travail d'ouvrier, conclu pour une durée indéterminée, est fixé à : - quatre semaines lorsque le congé est donné par l'employeur et à deux semaines lorsqu'il est donné par l'ouvrier, quand il s'agit d'ouvriers demeurés sans interruption au service de la même entreprise pendant moins de cinq ans; - cinq semaines lorsque le congé est donné par l'employeur et à deux semaines lorsqu'il est donné par l'ouvrier, quand il s'agit d'ouvriers demeurés sans interruption au service de la même entreprise de cinq ans à moins de dix ans; - dix semaines lorsque le congé est donné par l'employeur et à quatre semaines lorsqu'il est donné par l'ouvrier, quand il s'agit d'ouvriers demeurés sans interruption au service de la même entreprise de dix ans à moins de quinze ans; - quatorze semaines lorsque le congé est donné par l'employeur et à quatre semaines lorsqu'il est donné par l'ouvrier, quand il s'agit d'ouvriers demeurés sans interruption au service de la même entreprise de quinze ans à moins de vingt ans; - dix-huit semaines lorsque le congé est donné par l'employeur et à | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt de te geven opzeggingstermijn bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden, gesloten voor onbepaalde tijd, vastgesteld op : - vier weken wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en twee weken wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die minder dan vijf jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven ; - vijf weken wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en twee weken wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - tien weken wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en vier weken wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - veertien weken wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en vier weken wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaren ononderbroken |
quatre semaines lorsqu'il est donné par l'ouvrier, quand il s'agit | bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; |
d'ouvriers demeurés sans interruption au service de la même entreprise | - achttien weken wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en vier |
de vingt ans à moins de vingt-cinq ans; - vingt-deux semaines lorsque le congé est donné par l'employeur et à quatre semaines lorsqu'il est donné par l'ouvrier, quand il s'agit d'ouvriers demeurés sans interruption au service de la même entreprise de vingt-cinq ans à moins de trente ans; - vingt-six semaines lorsque le congé est donné par l'employeur et à quatre semaines lorsqu'il est donné par l'ouvrier, quand il s'agit d'ouvriers demeurés sans interruption au service de la même entreprise pendant trente ans et plus. | weken wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die tussen twintig en minder dan vijfentwintig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - tweeëntwintig weken wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en vier weken wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die tussen vijfentwintig en minder dan dertig jaren ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven; - zesentwintig weken wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat en vier weken wanneer de opzegging van de werknemer uitgaat wat de werklieden betreft die dertig jaren en meer ononderbroken bij dezelfde onderneming in dienst zijn gebleven. |
Art. 3.Dans le cadre d'un licenciement en vue de la prépension, les |
Art. 3.In geval van opzegging met het oog op brugpensioen gelden de |
délais de préavis applicables sont ceux prévus à l'article 59 de la | opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli |
loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail. | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Art. 4.Les préavis notifiés avant l'entrée en vigueur du présent |
Art. 4.De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit |
arrêté continuent à sortir tous leurs effets. | besluit blijven al hun gevolgen behouden. |
Art. 5.L'arrêté royal du 12 août 1993 fixant les délais de préavis |
Art. 5.Het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 tot vaststelling |
pour les entreprises ressortissant à la Sous-commission paritaire pour | van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de |
bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de edele metalen | |
les métaux précieux, est abrogé. | ressorteren, wordt opgeheven. |
Art. 6.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
au Moniteur belge. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 7.Notre Ministre de l'Emploi est chargée de l'exécution du |
Art. 7.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 21 juin 2001. | Gegeven te Brussel, 21 juni 2001. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 3 juillet 1978, Moniteur belge du 22 août 1978. | Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. |
Loi du 20 juillet 1991, Moniteur belge du 1er août 1991. | Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991. |