← Retour vers "Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 6 décembre 1978 relatif à la lutte contre la brucellose bovine et l'arrêté royal du 30 avril 1999 relatif aux conditions de police sanitaire régissant les échanges intracommunautaires de bovins et de porcins "
| Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 6 décembre 1978 relatif à la lutte contre la brucellose bovine et l'arrêté royal du 30 avril 1999 relatif aux conditions de police sanitaire régissant les échanges intracommunautaires de bovins et de porcins | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van de runderbrucellose en het koninklijk besluit van 30 april 1999 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautair verkeer van runderen en varkens |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE |
| ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT AGENCE FEDERALE POUR LA SECURITE DE LA | VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN |
| CHAINE ALIMENTAIRE | DE VOEDSELKETEN |
| 21 DECEMBRE 2006. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 6 | 21 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het |
| décembre 1978 relatif à la lutte contre la brucellose bovine et | koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de bestrijding van |
| l'arrêté royal du 30 avril 1999 relatif aux conditions de police | de runderbrucellose en het koninklijk besluit van 30 april 1999 |
| sanitaire régissant les échanges intracommunautaires de bovins et de | betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het |
| porcins | intracommunautair verkeer van runderen en varkens |
| ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu la loi du 24 mars 1987 relative à la santé des animaux, notamment | Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, inzonderheid op |
| le chapitre III, modifié par les lois des 28 mars 2003 et 27 décembre | hoofdstuk III, gewijzigd bij de wetten van 28 maart 2003 en 27 |
| 2005; | december 2005; |
| Vu l'arrêté royal du 6 décembre 1978 relatif à la lutte contre la | Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende de |
| brucellose bovine modifié par les arrêtés royaux des 20 janvier 1988, | bestrijding van de runderbrucellose gewijzigd door de koninklijke |
| 27 janvier 1989, 10 janvier 1990, 9 janvier 1991, 28 novembre 1991, 17 | besluiten van 20 januari 1988, 27 januari 1989, 10 januari 1990, 9 |
| avril 1992, 19 août 1992, 20 octobre 1992, 19 juillet 1996, 10 | januari 1991, 28 november 1991, 17 april 1992, 19 augustus 1992, 20 |
| septembre 1996 et 13 juillet 2001; | oktober 1992, 19 juli 1996, 10 september 1996 en 13 juli 2001; |
| Vu l'arrêté royal du 30 avril 1999 relatif aux conditions de police | Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1999 betreffende de |
| sanitaire régissant les échanges intracommunautaires de bovins et de | veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautair verkeer |
| porcins; | van runderen en varkens; |
| Considérant le règlement (CE) n° 535/2002 de la Commission du 21 mars | Overwegende de verordening (EG) nr. 535/2002 van de Commissie van 21 |
| 2002 modifiant l'annexe C de la directive 64/432/CEE du Conseil et la | maart 2002 tot wijziging van bijlage C bij richtlijn 64/432/EEG van de |
| décision 2000/330/CE; | Raad en van beschikking 2000/330/EG; |
| Considérant la décision 2003/467/CE de la Commission du 23 juin 2003 | Overwegende de beschikking 2003/467/EG van de Commissie van 23 juni |
| établissant le statut officiellement indemne de tuberculose, de | 2003 houdende erkenning van bepaalde lidstaten en delen van lidstaten |
| brucellose et de leucose bovine enzootique des troupeaux de certains | als officieel tuberculosevrij, officieel brucellosevrij en officieel |
| Etats membres et régions d'Etats membres; | vrij van enzoötische boviene leukose ten aanzien van de |
| rundveebeslagen; | |
| Considérant la décision 2004/226/CE de la Commission du 4 mars 2004 | Overwegende de beschikking 2004/226/EG van de Commissie van 4 maart |
| autorisant les essais de recherche d'anticorps contre la brucellose | 2004 houdende erkenning van tests voor de opsporing van antilichamen |
| bovine dans le cadre de la directive 64/432/CEE du Conseil; | tegen runderbrucellose in het kader van richtlijn 64/432/EEG van de Raad; |
| Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 25 octobre 2005; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 |
| Vu la concertation entre les Gouvernements régionaux et l'Autorité | oktober 2005; Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale |
| fédérale le 24 avril 2006; | Overheid op 24 april 2006; |
| Gelet op het advies van het Wetenschappelijk Comité, ingesteld bij het | |
| Vu l'avis du Comité scientifique institué auprès de l'Agence fédérale | Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op |
| pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire, donné le 15 mars 2006; | 15 maart 2006; |
| Vu l'avis n° 41.306/3 du Conseil d'Etat, donné le 28 septembre 2006, | Gelet op het advies nr. 41.306/3 van de Raad van State gegeven op 28 |
| en application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois | september 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, |
| coordonnées sur le Conseil d'Etat; | van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la | Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en |
| Santé publique; | Volksgezondheid; |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Dans l'article 2 de l'arrêté royal du 6 décembre 1978 |
Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 6 december 1978 |
| relatif à la lutte contre la brucellose bovine, les points 1 et 2 sont | betreffende de bestrijding van runderbrucellose, worden de punten 1 en |
| remplacés par la disposition suivante : | 2 vervangen als volgt : |
| « 1. Bovin atteint de brucellose : le bovin chez lequel les examens de | « 1. Rund aangetast door brucellose : het rund bij hetwelk |
| laboratoire ont décelé soit : | laboratoriumonderzoeken hebben uitgewezen hetzij : |
| a. la présence de brucellas; | a. de aanwezigheid van brucella's; |
| b. un ELISA positif réalisé par le Laboratoire national de référence. | b. een door het Nationaal Referentielaboratorium uitgevoerde positieve ELISA. |
| Et, dans le cas particulier d'un foyer ou dans les exploitations | En, in het bijzonder geval van een haard of in besmette of verdacht |
| contaminées ou suspectes de l'être, le bovin qui présente des signes | besmette bedrijven, het rund dat klinische verschijnselen van |
| cliniques de brucellose. | brucellose vertoont. |
| 2. Bovin suspect d'être atteint de brucellose : est suspect d'être | 2. Rund verdacht aangetast door brucellose : wordt beschouwd als |
| atteint de brucellose le bovin qui soit : | verdacht aangetast het rund dat hetzij : |
| a) a avorté ou présente des symptômes avant-coureurs d'un avortement | a) verworpen heeft of symptomen vertoont die een verwerping voorafgaan |
| ou consécutifs à celui-ci, | of volgen; |
| b) présente une réaction positive lors de l'épreuve de l'anneau sur le lait, | b) bij een ringtest op een melkmonster een positieve reactie vertoont; |
| c) fait partie d'un troupeau dont l'épreuve de l'anneau sur le lait de | c) behoort tot een veebeslag waar de ringtest op een mengmelkmonster |
| mélange présente une réaction positive; | een positieve reactie vertoont; |
| d) présente un titre agglutinique égal ou supérieur à 30 U.I. par millilitre lors d'un examen sérologique. ». | d) bij een serologisch onderzoek een agglutinatietiter gelijk aan of hoger dan 30 I.E. per milliliter heeft. ». |
Art. 2.L'annexe Ire du même arrêté est remplacée par l'annexe 1re du |
Art. 2.Bijlage I van hetzelfde besluit wordt vervangen door de |
| présent arrêté. | bijlage 1 van dit besluit. |
Art. 3.L'annexe II du même arrêté est remplacée par l'annexe 2 du présent arrêté. |
Art. 3.Bijlage II van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 2 van dit besluit. |
Art. 4.L'article 7.2.b) de l'arrêté royal du 30 avril 1999 relatif |
Art. 4.Artikel 7.2.b) van het koninklijk besluit van 30 april 1999 |
| aux conditions de police sanitaire régissant les échanges | betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het |
| intracommunautaires de bovins et de porcins est remplacé par la | intracommunautair verkeer van runderen en varkens wordt vervangen als |
| disposition suivante : | volgt : |
| « b) provenir d'une exploitation bovine officiellement indemne de | « b) zij moeten afkomstig zijn van een officieel brucellosevrij |
| rundveebedrijf en wanneer het gaat om niet-gecastreerde dieren ouder | |
| brucellose, et dans le cas d'animaux non castrés, âgés de plus de | dan twaalf maanden, een brucellatiter hebben vertoond van minder dan |
| douze mois, avoir présenté un titre brucellique inférieur à 30 unités | 30 internationale agglutinatie-eenheden per milliliter bij een |
| internationales agglutinantes par millilitre lors d'une | |
| séroagglutination ou un titre brucellique inférieur à 20 unités | serumagglutinatietest of minder dan 20 internationale |
| internationales de Fixation du Complément par ml d'une épreuve de | Complementbindingsreactie-eenheden per milliliter bij een |
| complementbindingsreactieeenheden of een negatieve reactie hebben op | |
| fixation du complément ou une réaction négative d'une épreuve à | een gebufferde brucella-antigeentest of een ELISA, die in de laatste |
| l'antigène brucellique tamponné ou d'un ELISA, effectué dans les 30 | 30 dagen voordat zij het beslag van oorsprong hebben verlaten, is |
| jours précédant la sortie du troupeau, et conformément aux dispositions de l'annexe 2. | uitgevoerd en dit overeenkomstig de voorschriften van bijlage 2. |
| Les tests visés ci-dessus ne sont pas nécessaires si les animaux | De hierboven vermelde testen zijn niet vereist wanneer de dieren |
| proviennent d'une partie de territoire du Royaume reconnu | afkomstig zijn uit een gedeelte van het grondgebied van het Rijk dat |
| officiellement indemne de brucellose ou faisant partie d'un réseau de | als officieel brucellosevrij erkend is of dat deel uitmaakt van een |
| surveillance reconnu. | erkend netwerk van toezicht. |
| Lorsqu'un des tests mentionnés ci-dessus est utilisé à des fins de | Wanneer een van de bovenvermelde testen wordt gebruikt voor |
| certification, le test est indiqué dans la colonne "test" des tableaux | certificering, moet die test worden vermeld in de kolom "test" van de |
| figurant au point 3 de la section A, deuxième tiret, et au point 5 de | tabellen in afdeling A, punt 3, tweede streepje, en in punt 5, van |
| la section A de l'annexe F, modèle 1 en application de la directive | afdeling A van bijlage F, model 1 in toepassing van richtlijn |
| 64/432/CEE. ». | 64/432/EEG. ». |
Art. 5.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| au Moniteur belge. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 6.Notre ministre qui a la santé publique dans ses attributions |
Art. 6.Onze minister bevoegd voor volksgezondheid is belast met de |
| est chargé de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, 21 décembre 2006. | Gegeven te Brussel, 21 december 2006. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
| R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
| Annexe Ire | Bijlage I |
| Statut sanitaire des troupeaux | Gezondheidsstatuut van de beslagen |
| A. Par troupeau avec statut sanitaire B1, on entend : un troupeau dans | A. Onder beslag met gezondheidsstatuut B1 wordt verstaan : een beslag |
| lequel les antécédents cliniques et la situation quant à la | waarvan de klinische antecedenten en de toestand op het gebied van de |
| vaccination et au statut sérologique sont inconnus. | inenting en op serologisch gebied onbekend zijn. |
| B. Par troupeau avec statut sanitaire B2, on entend : un troupeau dans | B. Onder beslag met gezondheidsstatuut B2 wordt verstaan : een beslag |
| lequel les antécédents cliniques, la situation quant à la vaccination | waarvan de klinische antecedenten, de toestand op het gebied van de |
| et au statut sérologique sont connus et dans lequel des épreuves de | inenting en op serologisch gebied bekend zijn en waarbij |
| contrôle de routine sont effectuées conformément au point C pour | routinecontroletests worden verricht overeenkomstig bijlage 1 C, nodig |
| amener ce troupeau bovin au statut sanitaire de type B3 (indemne de | om dergelijk beslag een B3 (brucellosevrij) of B4 (officieel |
| brucellose) ou B4 (officiellement indemne de brucellose). | brucellosevrij) gezondheidsstatuut te geven. |
| C. Par troupeau avec statut sanitaire B3 ou indemne de brucellose, on | C. Onder beslag met gezondheidsstatuut B3 of brucellosevrij wordt |
| entend : un troupeau : | verstaan : een beslag : |
| a) dans lequel il ne se trouve aucun bovin mâle ayant été vacciné | a) waartoe geen mannelijk rund behoort dat tegen brucellose is |
| contre la brucellose; | ingeënt; |
| b) dans lequel toutes les femelles de l'espèce bovine ou une partie | b) waar alle of een deel van de vrouwelijke runderen zijn ingeënt : |
| d'entre elles, ont été vaccinées : | - op een leeftijd van ten hoogste zes maanden met de levende entstof |
| - à l'âge de six mois au plus à l'aide du vaccin vivant Buck 19 ou | Buck 19 of met een andere door de Europese Gemeenschap goedgekeurde entstof; |
| d'un autre vaccin agréé par la Communauté européenne; | - op een leeftijd van ten hoogste vijftien maanden, met de gedode |
| - à l'âge de quinze mois au plus, à l'aide du vaccin tué adjuvé 45/20 | geadjuveerde entstof 45/20 die officieel gecontroleerd en erkend is; |
| contrôlé et reconnu officiellement, | |
| c) dans lequel tous les bovins satisfont aux conditions indiquées au | c) waar alle runderen voldoen aan de in punt D, b) en c), vermelde |
| point D, b) et c), étant entendu que les bovins vaccinés à l'aide du | voorwaarden, met dien verstande dat de runderen die jonger zijn dan |
| vaccin vivant Buck 19, âgés de moins de trente mois, peuvent présenter | dertig maanden en die met de levende entstof Buck 19 zijn ingeënt, bij |
| un titre brucellique égal ou supérieur à 30 U.I. agglutinantes par | een bloedserumagglutinatie een brucellosetiter van 30 I.E. per |
| millilitre mais inférieur a 80 U.I. agglutinantes par millilitre pour | milliliter of meer, maar minder dan 80 I.E. per milliliter vertonen, |
| autant qu'il, présentent lors de la réaction de fixation du complément : | mits zij bij de complementbindingsreactie : |
| - un titre inférieur à 30 unités CE, s'il s'agit de femelles vaccinées | - een titer van minder dan 30 EG-eenheden vertonen, indien het |
| vrouwelijke runderen betreft die minder dan twaalf maanden geleden | |
| depuis moins de douze mois; | zijn ingeënt; |
| - un titre inférieur à 20 unités CE dans tous les autres cas. | - in alle andere gevallen een titer van minder dan 20 EG-eenheden |
| Les épreuves de séro-agglutination visées au point D, c), i), peuvent | vertonen. De serumagglutinatietests bedoeld onder punt D, c), i), mogen |
| être remplacées par des épreuves de micro-agglutination ou des | vervangen worden door microagglutinatietests of door Elisatesten |
| épreuves Elisa, effectuées conformément à l'annexe II; | uitgevoerd overeenkomstig bijlage II; |
| d) dans lequel aucun bovin n'a été introduit sans l'attestation d'un | d) waaraan geen enkel rund is toegevoegd zonder een attest van een |
| vétérinaire agréé certifiant : | dierenarts, waaruit blijkt dat : |
| - qu'il se trouve dans les conditions prévues au point D, d), ou qu'il | - het voldoet aan de in punt D, d), gestelde voorwaarden of het |
| provienne d'un troupeau avec statut sanitaire B3 ou indemne de | afkomstig is van een beslag met gezondheidsstatuut B3 of |
| brucellose, et dans ce cas, s'il est âgé de douze mois ou plus, qu'il | brucellosevrij en in dit geval, indien twaalf maanden of ouder, binnen |
| a présenté, dans les trente jours avant l'introduction dans le | dertig dagen voor de opneming in het beslag, bij een |
| troupeau, selon les dispositions de l'annexe Il, un titre brucellique | bloedserumagglutinatie, verricht overeenkomstig bijlage 2, een |
| inférieur à 30 U.I. agglutinantes par millilitre et une réaction de | brucellosetiter van minder dan 30 I.E. per milliliter en een negatieve |
| fixation du complément négative. | complementbindingsreactie heeft vertoond. |
| Toutefois, s'il s'agit d'un bovin vacciné âgé de moins de trente mois, | Betreft het echter een ingeënt rund jonger dan dertig maanden, dan mag |
| il peut présenter un titre brucellique égal ou supérieur à 30 U.I. | de bloedserumagglutinatie een brucellosetiter van 30 I.E. per |
| agglutinantes par millilitre, mais inférieur à 80 U.I. agglutinantes | milliliter of meer, maar minder dan 80 I.E. per milliliter vertonen, |
| par millilitre, pour autant qu'il présente, lors de la réaction de fixation du complément : | mits het bij de complementbindingsreactie : |
| - un titre inférieur à 30 unités CE, s'il s'agit d'un bovin femelle | - een titer van minder dan 30 EG-eenheden vertoont, indien het een |
| vrouwelijk rund betreft dat minder dan twaalf maanden geleden is | |
| vacciné depuis moins de douze mois, | ingeënt; - na de twaalfde maand volgend op de inenting een titer van minder dan |
| - un titre inférieur à 20 unités CE après le douzième mois suivant la | 20 EG-eenheden vertoont. |
| vaccination. D. Par troupeau avec statut sanitaire B4 ou troupeau officiellement | D. Onder beslag met gezondheidsstatuut B4 of officieel brucellosevrij |
| indemne de brucellose, on entend un troupeau : | wordt verstaan, een beslag : |
| a) dans lequel ne se trouvent pas de bovins vaccinés contre la | a) waartoe geen runderen behoren die tegen brucellose zijn ingeënt, |
| brucellose, à moins qu'il ne s'agisse de femelles ayant été vaccinées | tenzij het vrouwelijke runderen betreft die minstens drie jaar geleden |
| depuis au moins trois ans; | zijn ingeënt; |
| b) dans lequel tous les bovins sont exempts de signes cliniques de | b) waar alle runderen sedert ten minste zes maanden geen klinische |
| brucellose depuis six mois au moins; | brucelloseverschijnselen vertonen; |
| c) dans lequel tous les bovins âgés de vingt-quatre mois ou plus : | c) waar alle runderen die vierentwintig maanden of ouder zijn : |
| i) - ont présenté, à l'occasion de 2 séro-agglutinations pratiquées | i) - bij 2 verrichte bloedserumagglutinaties onder officieel toezicht |
| officiellement à des intervalles de trois mois au moins et de douze | met een tussenpoos van tenminste drie maanden en ten hoogste twaalf |
| mois au plus selon les dispositions de l'annexe 2 de cet arrêté, un | maanden volgens de bepalingen in de bijlage II, een brucellosetiter |
| titre brucellique inférieur à 30 U.I. agglutinantes par millilitre; | hebben vertoond van minder dan 30 I.E. per milliliter; |
| - la première séro-agglutination peut être remplacée par trois | - de eerste bloedserumagglutinatie kan worden vervangen door drie |
| épreuves de l'anneau (ringtest). Celles-ci seront effectuées à | ringtests. Deze worden uitgevoerd met een tussenpoos van drie maanden, |
| intervalle de trois mois, à la condition toutefois que la seconde | mits de tweede bloedserumagglutinatie ten minste zes weken na de derde |
| séro-agglutination sera effectuée six semaines au moins après la | |
| troisième épreuve de l'anneau; | ringtest wordt verricht; |
| - ces épreuves de séro-agglutination peuvent être remplacées par deux | - deze serumagglutinatietests mogen vervangen worden door 2 |
| épreuves de micro-agglutination ou 2 Elisa, effectuées conformément à | micro-agglutinatietests of door 2 Elisa's uitgevoerd overeenkomstig de |
| l'annexe II et effectuées à intervalle de trois mois au moins et de | bijlage II en uitgevoerd met een tussenpoos van ten minste drie en ten |
| douze mois au plus; | hoogste twaalf maanden; |
| ii) - sont contrôlés annuellement pour déterminer l'absence de brucellose par trois épreuves de l'anneau, effectuées à des intervalles d'au moins trois mois, ou deux épreuves de l'anneau sur échantillon de lait, effectuées à des intervalles d'au moins trois mois, et une épreuve sérologique (épreuve de séro-agglutination, épreuve à l'antigène brucellique tamponné, épreuve de plasmo-agglutination, épreuve de l'anneau de lait sur plasma sanguin, épreuve de micro-agglutination ou épreuve Elisa individuelle sur le sang), pratiquée six semaines au moins après la deuxième épreuve de l'anneau. Lorsque les épreuves de l'anneau sur échantillon de lait ne sont pas pratiquées, deux épreuves sérologiques (épreuve de séro-agglutination, épreuve à l'antigène brucellique tamponné, épreuve de plasmo-agglutination, épreuve de l'anneau de lait sur plasma sanguin, épreuve de micro-agglutination ou épreuve Elisa individuelle sur le sang) sont effectuées chaque année à des intervalles de trois mois au moins ou de six mois au plus. Lorsque, dans tout le Royaume ou dans une région du Royaume où la totalité des troupeaux bovins est soumise aux opérations officielles de lutte contre la brucellose, le pourcentage des troupeaux bovins infectés n'est pas supérieur à un, il suffit de procéder annuellement à deux épreuves de l'anneau à des intervalles d'au moins trois mois, ou à une épreuve sérologique (épreuve de séro-agglutination, épreuve à l'antigène brucellique tamponné, épreuve de plasmo-agglutination, épreuve de l'anneau de lait sur plasma sanguin, épreuve de micro-agglutination ou épreuve Elisa individuelle sur le sang); - En cas de contrôle sur le lait de citerne, le nombre des épreuves de l'anneau visées aux alinéas précédents est à doubler, les intervalles étant réduits de moitié; iii) il peut être renoncé aux exigences concernant le contrôle annuel de l'absence de brucellose prévu sous | ii) - jaarlijks worden gecontroleerd door middel van drie ringtests op melkmonster, verricht met een tussenpoos van ten minste drie maanden of twee ringtests op melkmonster, verricht met een tussenpoos van ten minste drie maanden en één serologische test (serumagglutinatietest, gebufferde brucella-antigeentest, plasma-agglutinatietest, plasmamelkringtest, micro-agglutinatietest of individuele Elisatest met bloedmonster), verricht ten minste zes weken na de tweede ringtest op melkmonster, ten einde de afwezigheid van brucellose vast te stellen. Indien geen ringtests op melkmonster worden uitgevoerd, dienen elk jaar twee serologische tests (serumagglutinatietest, gebufferde brucella-antigeentest, plasma-agglutinatietest, plasmamelkringtest, micro-agglutinatietest of individuele Elisa-test op bloedmonster) te worden uitgevoerd met een tussenpoos van ten minste drie en ten hoogste zes maanden. Wanneer in het ganse Rijk of een gebied van het Rijk waar voor alle rundveebeslagen officiële maatregelen inzake brucellosebestrijding gelden, het percentage besmette rundveebeslagen niet hoger ligt dan 1, behoeven jaarlijks slechts twee ringtests te worden verricht met een tussenpoos van ten minste drie maanden of één serologische test (serumagglutinatietest, gebufferde brucellaantigeentest, plasma-agglutinatietest, plasmamelkringgtest, micro-agglutinatietest of individuele Elisa-test met bloedmonster); - Wanneer ringtests worden verricht bij de controle van tankmelk wordt het aantal ringtests, bedoeld in de vorige alinea's, verdubbeld en worden de aldaar bedoelde tussenpozen gehalveerd; ii) van de eisen met |
| ii) lorsque au moins 99,80 % des troupeaux bovins sont reconnus | betrekking tot de sub ii) bedoelde jaarlijkse controle op afwezigheid |
| officiellement indemnes de brucellose depuis quatre ans au minimum, | van brucellose kan worden afgezien indien sinds ten minste vier jaar |
| Dans ce cas l'intervalle entre les contrôles à l'aide de l'une des épreuves sérologiques citées sous ii), peut être porté à trois ans. La sélection des troupeaux qui font l'objet d'un examen sérologique se fait par l'Agence Fédérale pour la Sécurité de la Chaine Alimentaire. Après une évaluation régulière de la situation épidémiologique, l'Agence Fédérale pour la Sécurité de la Chaîne Alimentaire organise un examen sanguin annuel de bovins importés provenant de pays tiers ou d'états membres non-officiellement indemnes de brucellose pendant trois années consécutives. Cet examen est réalisé au moyen d'un test de micro-agglutination et d'un Elisa pendant trois années consécutives. d) dans lequel aucun bovin n'a été introduit sans qu'une attestation d'un vétérinaire agréé ne certifie que ce bovin provient d'un troupeau avec statut sanitaire B4 ou officiellement indemne de brucellose et, s'il est âgé de douze mois au plus, qu'il a présenté un titre | minstens 99,80 % van de rundveebeslagen officieel als brucellosevrij erkend zijn. In dat geval kan de tussenpoos voor de controle door middel van één van de onder sub ii) genoemde serologische proeven tot drie jaar worden verlengd. De selectie van de beslagen voor serologisch onderzoek gebeurt door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Na regelmatige evaluatie van de epidemiologische situatie organiseert het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen jaarlijks het serologisch onderzoek van importrunderen afkomstig uit derde landen of lidstaten die niet officieel brucellosevrij zijn. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door middel van een micro-agglutinatietest en een Elisa gedurende drie opeenvolgende jaren. d) waaraan geen enkel rund is toegevoegd zonder een attest van een aangenomen dierenarts, waaruit blijkt dat het afkomstig is van een beslag met gezondheidsstatuut B4 of officieel brucellosevrij en indien het twaalf maand of ouder is, dat bij een bloedserumagglutinatie die binnen de dertig dagen voor de toevoeging aan het beslag werd verricht overeenkomstig het bepaalde in bijlage II, een brucellosetiter van |
| brucellique inférieur à 30 U.I. agglutinantes par millilitre, lors | minder dan 30 I.E. per milliliter heeft vertoond; |
| d'une séro-agglutination pratiquée selon les dispositions de l'annexe | i) de bloedserumagglutinatie behoort echter niet te worden geëist, |
| 2, dans les trente jours avant l'introduction dans le troupeau; | |
| i) toutefois, la séro-agglutination peut ne pas être exigée quand le | wanneer het percentage haarden sinds ten minste twee jaar niet hoger |
| pourcentage de foyers n'est pas, depuis deux ans au moins, supérieur à | |
| 0,2 et s'il résulte d'une attestation d'un vétérinaire agréé que le | ligt dan 0,2 en wanneer uit een attest van een aangenomen dierenarts |
| bovin : | blijkt dat het desbetreffende rund : |
| 1. est dûment identifié; | 1. behoorlijk is geïdentificeerd; |
| 2. provient d'un troupeau avec statut sanitaire B4 ou officiellement | 2. afkomstig is uit een beslag met gezondheidsstatuut B4 of officieel |
| indemne de brucellose; | brucellosevrij; |
| 3. n'est pas entré en contact, à l'occasion de son transport, avec des | 3. bij zijn vervoer niet in aanraking is gekomen met runderen die niet |
| bovins ne provenant pas de troupeaux avec statut sanitaire B4 ou | afkomstig zijn uit beslagen met gezondheidsstatuut B4 of officieel |
| officiellement indemnes; | brucellosevrij; |
| ii) l'attestation prévue sous i) peut ne pas être exigée quand depuis | ii) het sub i) bedoelde attest hoeft niet te worden geëist wanneer |
| quatre ans au minimum : | sedert ten minste vier jaar : |
| - 99,80 % au moins des troupeaux ont le statut sanitaire B4 ou sont | - tenminste 99,80 % van de beslagen het gezondheidsstatuut B4 hebben |
| reconnus officiellement indemnes de brucellose et, | of officieel brucellosevrij zijn, |
| - les troupeaux qui n'ont pas le statut sanitaire B4 ou qui ne sont | - en op de beslagen die niet het gezondheidsstatuut B4 hebben of niet |
| pas officiellement indemnes se trouvent sous contrôle officiel, le | als officieel brucellosevrij erkend zijn, officieel toezicht bestaat, |
| transfert des bovins hors de ces troupeaux étant interdit, sauf s'ils | waarbij het overbrengen van runderen buiten deze beslagen verboden is |
| sont conduits à l'abattage sous le couvert d'un sauf-conduit délivré | behalve wanneer zij naar een slachthuis worden gebracht vergezeld van |
| par l'inspecteur vétérinaire. | een geleidebrief afgeleverd door de inspecteur-dierenarts. |
| Vu pour être annexe à Notre arrêté 21 décembre 2006 modifiant l'arrêté | Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van 21 december 2006 tot |
| royal du 6 décembre 1978 relatif à la lutte contre la brucellose | wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende |
| de bestrijding van de runderbrucellose en het koninklijk besluit van | |
| bovine et l'arrêté royal du 30 avril 1999 relatif au>. conditions de | 30 april 1999 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor |
| police sanitaire régissant les échanges intracommunautaires de bovins et de porcins. | het intracommunautair verkeer van runderen en varkens. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
| R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
| Annexe II | Bijlage II |
| Epreuves biologiques identification de l'agent | Biologische proeven |
| 1. IDENTIFICATION DE L'AGENT | 1. IDENTIFICATIE VAN HET AGENS |
| La démonstration par coloration acido-résistante modifiée ou | Wanneer aan de hand van een gemodificeerde zuurvaste kleurmethode of |
| immunospécifique de la présence d'organismes ayant la morphologie de Brucella dans des matières abortives, des sécrétions vaginales ou du lait, indique la possibilité de brucellose, notamment lorsqu'elle est corroborée par des tests sérologiques. Après avoir isolé les micro-organismes, l'espèce et le biovar doivent être identifiés par lyse de phages et/ou des tests du métabolisme oxydatif seIon des critères culturaux, biochimiques et sérologiques. Les techniques et les moyens utilisés, leur standardisation et l'interprétation des résultats doivent être conformes aux indications figurant dans le Manuel des normes de l'OIE pour les tests de diagnostic et les vaccins, quatrième édition, 2000, chapitre 2.3.1 (brucellose bovine), chapitre 2.4.2. (brucellose caprine et ovine) et chapitre 2.6.2. (brucellose porcine). 2 TESTS IMMUNOLOGIQUES 2.1 Normes | een immuunkleuring de aanwezigheid van morfologisch op brucella gelijkende micro-organismen kan worden aangetoond in abortusmateriaal, vaginale secreties of melk, geldt dat als afdoende bewijs voor een besmetting met brucella, vooral wanneer deze bevinding wordt ondersteund door de resultaten van serologische tests. Na isolatie van de micro-organismen moeten de soort en de biovar worden geïdentificeerd door middel van bacteriofaaglysistests en/of oxidatieve metabolismetests, dan wel cultuur, biochemische en serologische eigenschappen van het isolaat. De gebruikte technieken en media, de standaardisering ervan en de interpretatie van de resultaten moeten in overeenstemming zijn met die van het "Manual of Standards for Diagnostic tests and Vaccines" (Handboek voor normen inzake diagnostische tests en vaccins) van het OIE, vierde editie, 2000, hoofdstuk 2.3.1 (runderbrucellose), hoofdstuk 2.4.2 (schapen- en geitenbrucellose) en hoofdstuk 2.6.2 (varkensbrucellose). 2. IMMUNOLOGISCHE TESTS 2.1. Standaarden |
| 2.1.1. La souche n° 99 de Weybridge ou la souche USDA 1119-3 du biovar | 2.1.1. Voor de bereiding van alle antigenen voor gebruik in de |
| 1 de Brucella abortus doit être utilisée pour la préparation de tous | Bengaals-roodtest (BRT), de serumagglutinatietest (SAT), de |
| les antigènes employés dans le test au rose bengale, l'épreuve de | complementbindingsreactie (CBR) en de Abortus Bang Ringtest (ABR) moet |
| séro-agglutination, l'épreuve de fixation du complément et l'épreuve | gebruik worden gemaakt van de Weybridgestam nr. 99 of de USDA-stam |
| de l'anneau sur le lait. | 1119-3 van Brucella-abortus biovar 1. |
| 2.1.2. Le sérum étalon pour les tests susmentionnés est le sérum | 2.1.2. Het standaardreferentieserum voor de bovengenoemde tests is het |
| étalon international de l'OIE (OIEISS) antérieurement dénommé second | internationaal referentiestandaardserum van het OIE (OIEISS) dat |
| sérum étalon international anti-Brucella abortus de l'OMS. | vroeger bekend stond onder de naam WHO tweede internationaal |
| anti-Brucella-abortusserum (ISAbS). | |
| 2.1.3. Les sérums étalons pour les tests ELISA sont les suivants | 2.1.3. De standaardreferentiesera voor Elisa's zijn : |
| - Le sérum étalon de référence international de l'OIE (OIEISS), | - het internationale standaard referentieserum van het OIE (OIEISS), |
| - le sérum étalon ELISA faiblement positif de l'OIE (OIEELISAWPSS), | - het zwak positieve OIE ELISA standaardserum (OIEELISAWPSS), |
| - le sérum étalon ELISA fortement positif de l'OEI (OIEELISASPSS), | - het sterk positieve OIE ELISA standaardserum (OIEELISASPSS), |
| - le sérum étalon ELISA négatif de l'OIE (OIEELISANSS). | - het negatieve OIE ELISA standaardserum (OIEELISANSS). |
| 2.1.4. Les sérums étalons énumérés ci-dessus sont fournis par l'Agence | 2.1.4. De bovengenoemde standaardsera kunnen worden betrokken bij het |
| des laboratoires vétérinaires [« Veterinary Laboratories Agency (VLA) | Veterinary Laboratories Agency (VLA) in Weybridge, Verenigd |
| », de Weybridge - Royaume-Uni)] | Koninkrijk. |
| 2.1.5. Les OIEISS, OIEELISAWPSS, OIEELISASPSS, OIEELISANSS sont des | 2.1.5. Het OIEISS, het OIEELISAWPSS, het OIEELISASPSS en het OIEELISANSS |
| étalons primaires internationaux à partir desquels des étalons | zijn de internationale primaire standaarden waarvan een secundaire |
| secondaires nationaux (« étalons de travail ») doivent être établis | nationale referentiestandaard ("werkstandaard") moet worden afgeleid |
| pour chaque test. | voor elke test die wordt gebruikt. |
| 2.2. Epreuve d'immuno-absorption enzymatique (ELISA) ou autres | 2.2. Enzyme-linked immunosorbent assays (ELISA's) of andere |
| épreuves d'agglutination destinées à la détection de la brucellose | bindingstests voor de opsporing van runderbrucellose in serum of melk. |
| bovine dans le sérum ou le lait. | 2.2.1. Materiaal en reagentia |
| 2.2. I. Matériel et réactifs | |
| La technique utilisée et l'interprétation des résultats doivent avoir | De gebruikte techniek en de interpretatie van de resultaten moeten |
| été validées conformément aux principes établis au chapitre 1.1.3. de | zijn gevalideerd overeenkomstig de principes die zijn vastgesteld in |
| la quatrième édition 2000 du Manuel des normes pour les tests de | hoofdstuk 1.1.3 van het "Manual of Standards for Diagnostic tests and |
| diagnostic et les vaccins de l'OIE et doivent comprendre au minimum | Vaccines" (Handboek voor normen inzake diagnostische tests en vaccins) |
| des études de laboratoire et de diagnostic. | van het OIE, vierde editie, 2000, en moeten ten minste |
| laboratoriumonderzoek en diagnostisch onderzoek omvatten. | |
| 2.2.2. Standardisation de l'épreuve | 2.2.2. Standaardisatie van de test |
| 2.2.2.1. Standardisation de la procédure de test pour les échantillons | 2.2.2.1. Standaardisatie van de testprocedure voor individuele |
| individuels de sérum : | serummonsters : |
| a) une prédilution de l'OIEISS au 1/150 (1) ou une prédilution de | a) een 1/150 voorverdunning (1) van het OIEISS of een 1/2 |
| l'OIEELISAMWPSS au 1/2 ou une prédilution de l'OIEELISASPSS au 1/16 | voorverdunning van het OIEELISAWPSS of een 1/16 voorverdunning van het |
| réalisée dans un sérum négatif (ou dans un mélange de sérums négatifs) | OIEELISAWPSS of een 1/16 voorverdunning van het OIEELISASPSS in |
| doit produire une réaction positive; | negatief serum (of in een negatief mengmonster van sera) moet positief reageren; |
| b) une prédilution du sérum OIEISS au 1/600 ou une prédilution du | b) een 1/600 voorverdunning van het OIENS of een 1/8 voorverdunning |
| sérum OIEELISAWPSS au 1/8 ou une prédilution de l'OIEELISASPSS au 1/64 | van het OIEELISAWPSS of een 1/64 voorverdunning van het OIEELISASPSS |
| réalisée dans un sérum négatif (ou dans un mélange de sérums négatifs) | in negatief serum (of in een negatief mengmonster van sera) moet |
| doit produire une réaction négative; | negatief reageren; |
| c) l'OIEELISANSS doit dans tous les cas produire une réaction | c) het OIEELISANSS moet steeds negatief reageren. |
| négative. 2.2.2.2. Standardisation de la procédure de test pour les échantillons | 2.2.2.2. Standaardisatie van de testprocedure voor mengmonsters van |
| de sérums en mélange : | sera : |
| a) une prédilution de l'OIEISS au 1/150 ou une prédilution de | a) een 1/150 voorverdunning van het OIEISS of een 1/2 voorverdunning |
| l'OIEELISAMWPSS au 1/2 ou une prédilution de l'OIEELISASPSS au 1/16 | van het OIEELISAWPSS of een 1/16 voorverdunning van het OIEELISASPSS |
| réalisée dans un sérum négatif (ou dans un mélange de sérums négatifs) | in negatief serum (of in een negatief mengmonster van sera) en |
| et à nouveau diluée dans des sérums négatifs avec un facteur de | vervolgens opnieuw verdund in negatieve sera met een factor die |
| dilution identique au nombre de sérums constituant le mélange doit | overeenkomt met het aantal monsters in het mengmonster, moet positief |
| produire une réaction positive; | reageren; |
| b) l'OIEELISANSS doit dans tous les cas produire une réaction | b) het OIEELISANSS moet steeds negatief reageren; |
| négative; c) le test doit être en mesure de détecter la présence d'une infection | c) de test moet toereikend zijn voor het aantonen van een infectie bij |
| chez un seul animal du groupe d'animaux dont des échantillons de | een enkel dier van een groep dieren waarvan de serummonsters tot een |
| sérums constituent le mélange. | mengmonster zijn samengevoegd. |
| 2.2.2.3. Standardisation de la procédure de test pour les mélanges de | 2.2.2.3. Standaardisatie van de testprocedure voor mengmonsters van |
| lait ou de lactosérum : | melk of wei : |
| a) une prédilution de l'OIEISS au 1/1 000 ou une prédilution de | a) een 1/1 000 voorverdunning van het OIEISS of een 1/16 |
| l'OIEELISAWPSS au 1/16 ou une prédilution de l'OIEELISASPSS au 1/125 | voorverdunning van het OIEELISAWPSS of een 1/125 voorverdunning van |
| réalisée dans un sérum négatif (ou dans un mélange de sérums négatifs) | het OIEELISASPSS in negatief serum (of in een negatief mengmonster van |
| et diluée à nouveau au 1/10 dans du lait négatif doit produire une | sera) en vervolgens opnieuw verdund in een verhouding 1/10 in |
| réaction positive, | negatieve melk, moet positief reageren; |
| b) l'OIEELISANSS dilué au 1/10 dans du lait négatif doit produire dans | b) het OIEELISANSS verdund in een verhouding 1/10 in negatieve melk, |
| tous les cas une réaction négative; | moet steeds negatief reageren; |
| c) le test doit être en mesure de détecter la présence d'une infection | c) de test moet toereikend zijn voor het aantonen van een infectie bij |
| chez un seul animal du groupe d'animaux dont les échantillons de lait | een enkel dier van een groep dieren waarvan de melk of weimonsters tot |
| ou de lactosérum constituent le mélange. | een mengmonster zijn samengevoegd. |
| 2.2.3. Conditions d'utilisation. des tests ELISA dans le diagnostic de | 2.2.3. Voorschriften voor het gebruik van de ELISA voor de diagnose |
| la brucellose bovine | van runderbrucellose |
| 2.2.3.1. Si l'on utilise les conditions d'étalonnage susmentionnées | 2.2.3.1. Bij toepassing van bovengenoemde kalibratievoorschriften voor |
| pour les tests ELISA sur des échantillons de sérum, la sensibilité | de ELISA met gebruikmaking van serummonsters en met inachtneming van |
| diagnostique de l'ELISA doit être égale ou supérieure à celle du test | de epizoötiologische situatie waarin de test wordt toegepast, moet de |
| au rose bengale ou de l'épreuve de fixation du complément compte tenu | diagnostische gevoeligheid van de ELISA ten minste gelijk zijn aan die |
| de la situation épidémiologique dans laquelle l'épreuve est utilisée. | van de BRT, de CBR of de SAT. |
| 2.2.3.2. Si l'on utilise les conditions de standardisation | 2.2.3.2. Bij toepassing van bovengenoemde kalibratievoorschriften voor |
| susmentionnées pour l'ELISA sur des échantillons de lait de mélange, | de ELISA met gebruikmaking van mengmonsters van melk en met |
| la sensibilité diagnostique de l'ELISA doit être égale ou supérieure à | inachtneming van niet alleen de epizoötiologische situatie maar ook de |
| celle de l'épreuve de l'anneau sur le lait compte tenu non seulement | gemiddelde en de te verwachten extreme veehouderijsystemen, moet de |
| de la situation épidémiologique mais également des effectifs moyens ou élevés des élevages considérés. 2.2.3.3. Lorsque les tests ELISA sont utilisés à des fins de certification conformément à la Directive 64/432/CEE, article 6, paragraphe 1, ou pour l'établissement et le maintien du statut d'un troupeau conformément à la Directive 64/432/CEE, annexe A, titre II, point 10, le mélange d'échantillons de sérum doit être effectué de manière à ce que les résultats des tests puissent être rapportés de manière indiscutable aux différents animaux inclus dans le mélange. Tout test de confirmation doit être effectué sur des échantillons de sérum individuels. 2.2.3.4. Les tests ELISA peuvent être appliqués à un échantillon de lait prélevé sur le lait collecté dans une exploitation comptant au | diagnostische gevoeligheid van de ELISA ten minste gelijk zijn aan die van de ABR. 2.2.3.3. Wanneer een ELISA wordt gebruikt voor certificeringsdoeleinden overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG, artikel 6, lid 1 of voor het bepalen en handhaven van de gezondheidsstatus van een beslag overeenkomstig Richtlijn 64/432/EEG, bijlage A II, punt 10, moet het vormen van mengmonsters van serum zo worden uitgevoerd dat de testresultaten onomstotelijk kunnen worden gerelateerd aan elk individueel dier in het mengmonster. Tests ter bevestiging moeten worden uitgevoerd op serummonsters van individuele dieren. 2.2.3.4. De ELISA kan worden gebruikt op een verzamelmelkmonster |
| moins 30 % de vaches en période de lactation. Si cette méthode est | genomen op een bedrijf met ten minste 30 % lacterende melkkoeien. |
| utilisée, des mesures doivent être prises afin que les échantillons | Wanneer deze methode wordt toegepast, moeten maatregelen worden |
| prélevés pour être examinés puissent être rapportés de manière | genomen om erop toe te zien dat de voor onderzoek genomen monsters |
| indiscutable aux différents animaux dont provient le lait. Tout test | onomstotelijk kunnen worden gerelateerd aan elk individueel dier |
| de confirmation doit être effectué sur des échantillons de sérum | waarvan melk is verkregen. Tests ter bevestiging moeten worden |
| individuels. | uitgevoerd'op serummonsters van individuele dieren. |
| 2.3. Test de fixation du complément (TFC) | 2.3. Complementbindingsreactie (CBR) |
| 2.3.1. L'antigène consiste en une suspension bactérienne dans une | 2.3.1. Het antigeen bestaat uit een bacteriesuspensie in een |
| solution saline phénolée [NaCI à 0.85 % (m/v) et phénol à 0,5 % (v/v)] | fysiologische zoutoplossing (0,85 % NaCI (m/v) met 0,5 % (v/v) fenol |
| ou dans du tampon véronal. Les antigènes peuvent être livrés à l'état | of in een veronalbufferoplossing. De antigenen mogen geconcentreerd |
| concentré pour autant que le facteur de dilution à utiliser soit | worden aangeleverd, op voorwaarde dat de te gebruiken |
| mentionné sur l'étiquette du flacon. L'antigène doit être stocké à une | verdunningsfactor is aangegeven op het etiket van de fles. Het |
| température de 4 °C et ne doit pas être congelé. | antigeen moet worden bewaard bij 4 °C en mag niet worden bevroren. |
| 2.3.2. les sérums doivent être inactivés de la manière suivante : | 2.3.2. De sera moeten als volgt worden geïnactiveerd : |
| - sérum bovin : à une température de 56 à 60 °C pendant 30 à 50 | - runderserum : 30-50 minuten bij 56-60 °C |
| minutes, - sérum porcin : à une température de 60 °C pendant 30 à 50 minutes. | - varkensserum : 30-50 minuten bij 60 °C |
| 2.3.3. Afin d'obtenir une réaction satisfaisante, il convient | 2.3.3. Voor het verkrijgen van een juiste reactie dient een |
| d'utiliser une dose de complément supérieure à la dose minimale | complementdosis te worden gebruikt die groter is dan de voor een |
| nécessaire pour une hémolyse complète. | volledige hemolyse vereiste minimumdosis. |
| 2.3.4. Les contrôles suivants doivent être effectués lors de chaque | 2.3.4. Bij de uitvoering van de complementbindingsreactie moeten |
| série d'épreuves de fixation du complément : | telkens de volgende controles worden verricht : |
| a) contrôle du pouvoir anti complémentaire du sérum; | a) controle van het anticomplementaire effect van het serum; |
| b) contrôle de l'antigène; | b) controle van het antigeen; |
| c) contrôle des hématies sensibilisées; | c) controle van de gesensibiliseerde rode bloedlichaampjes; |
| d) contrôle du complément; | d) controle van het complement; |
| e) contrôle à l'aide d'un sérum positif de la sensibilité au | e) controle van de gevoeligheid met gebruikmaking van een positief |
| déclenchement de la réaction; | controleserum vanaf het begin van de reactie; |
| f) contrôle de la spécificité de la réaction à l'aide d'un sérum | f) controle van de specificiteit van de reactie met gebruikmaking van |
| négatif. | een negatief controleserum. |
| 2.3.5. Calcul des résultats : | 2.3.5. Berekening van de resultaten : |
| L'OIEISS contient 1 000 unités internationales de FC (UIFC) par ml. Si | Het OIEISS bevat 1 000 internationale |
| l'OIEISS est testé dans une méthode donnée, le résultat est exprimé | complementbindingsreactie-eenheden (ICFTU) per ml. Indien het OIEISS |
| sous la forme d'un titre (TOIEISS). Le résultat de l'épreuve pour un | wordt getest met een bepaalde methode, wordt het resultaat weergegeven |
| sérum exprimé sous la forme de titre (TTESTSERUM) doit être converti | als een titer (TOIEISS). Het als titer (TTESTSERUM) weergeven |
| eu UIFC par ml. De manière à convertir l'expression d'un titre en | testresultaat voor het testserum moet worden uitgedrukt in ICFTU per |
| UIFC, le facteur (F) nécessaire à la conversion du titre d'un sérum | ml. Voor de omrekening van een titer in ICFTU, wordt de factor (F) die |
| inconnu (TTESTSERUM) éprouvé au moyen de cette méthode est obtenu au | nodig is voor de omrekening van de titer van een onbekend testserum (TTESTSERUM) |
| moyen de la formule suivante : | dat met die methode is getest naar de ICFTU, verkregen aan de hand van de formule : |
| F = 1 000 x 1/TOIEISS | F = 1 000 X 1/TOIESS |
| Et le contenu en UIFC par ml du sérum (UIFCTESTSERUM) par la formule | en de hoeveelheid ICFTU per ml testserum aan de hand van de formule |
| UIFCTESTSERUM = F x TTESTSERUM | ICFTUTESTSERUM = F x TTESTSERUM |
| 2.3.6. Interprétation des résultats | 2.3.6. Interpretatie van de resultaten. |
| Un sérum contenant 20 ou plus d'UIFC par ml est considéré comme positif. | Serum met 20 of meer ICFTU per ml wordt als positief aangemerkt. |
| 2.4. Epreuve de l'anneau sur le lait | 2.4. Abortus Bang Ringtest (ABR) |
| 2.4.1. L'antigène consiste en une suspension bactérienne dans une | 2.4.1. Het antigeen bestaat uit een bacteriesuspensie in een |
| solution saline phénolée [NaCI à 0,85 % (m/v) et phénol à 0,5 % (v/v)] | fysiologische zoutoplossing (0,85 % NaCI (m/v) met 0,5 % (v/v) fenol, |
| colorée à l'hématoxyline. L'antigène doit être stocké à une température de 4 °C et ne doit pas être congelé. | gekleurd met hematoxyline. Het antigeen moet worden opgeslagen bij 4 |
| 2.4.2. La sensibilité de l'antigène doit être étalonnée par rapport au | °C en mag niet worden bevroren. |
| sérum étalon OIEISS de manière à obtenir une réaction positive avec | 2.4.2. De gevoeligheid van het antigeen moet worden gestandaardiseerd |
| une dilution du 1/500 de ce sérum étalon dans du lait négatif et une | tegenover het OIEISS op zodanige wijze dat een 1/500 verdunning van |
| réaction négative à une dilution du 1/1 000 de ce même sérum. | het OIEISS in negatieve melk positief reageert terwijl een 1/1 000 |
| verdunning negatief reageert. | |
| 2.4.3. L'épreuve de l'anneau doit être effectuée sur des échantillons | 2.4.3. De ringtest moet worden uitgevoerd op monsters die zijn genomen |
| représentatifs du contenu de chaque bidon de lait ou du contenu de | uit de inhoud van elke melkbus of uit de inhoud van elke melktank van |
| chaque tank de l'exploitation. | het bedrijf. |
| 2.4.4. Les échantillons de lait ne doivent pas avoir été congelés, | 2.4.4. De melkmonsters mogen niet bevroren noch verhit zijn en mogen |
| chauffés ni violemment agités. | evenmin heftig zijn geschud. |
| 2.4.5. la réaction doit être réalisée en utilisant l'une des méthodes | 2.4.5. De reactie moet worden uitgevoerd volgens een van de volgende |
| suivantes : | methoden : |
| - sur une colonne de lait d'au moins 25 mm de hauteur et un volume de | - op een melkkolom met een hoogte van ten minste 25 mm en op een |
| lait de 1 ml additionné de 0,03 ou 0,05 ml d'un antigène coloré et | hoeveelheid melk van 1 ml waaraan 0,03 ml, dan wel 0,05 ml van een |
| titré. | gestandaardiseerd gekleurd antigeen is toegevoegd; |
| - sur une colonne de lait d'au moins 25 mm de hauteur et un volume de | - op een melkkolom met een hoogte van ten minste 25 mm en op een |
| lait de 2 ml additionné de 0,05 ml d'un antigène coloré et titré, | hoeveelheid melk van 2 ml waaraan 0,05 ml van een gestandaardiseerd |
| gekleurd antigeen is toegevoegd; | |
| - sur un volume de lait de 8 ml additionné de 0,08 ml d'un antigène | - op een hoeveelheid melk van 8 ml waaraan 0,08 ml van een |
| coloré et titré. | |
| 2.4.6. Le mélange de lait et d'antigène doit être incubé à 37 °C | gestandaardiseerd gekleurd antigeen is toegevoegd. |
| pendant 60 minutes et l'épreuve doit être effectuée parallèlement sur | 2.4.6. Het mengsel van melk en antigeen moet gedurende 60 minuten bij |
| des laits de contrôle positif et négatif. La sensibilité de l'épreuve | 37 °C worden geïncubeerd samen met de positieve en de negatieve |
| est améliorée si l'incubation est prolongée à 4 °C durant une période | werkstandaarden. Een daaropvolgende incubatie bij 4 °C gedurende 16 à |
| de 16 à 24 heures. | 24 uur verhoogt de gevoeligheid van de test. |
| 2.4.7. Interprétation des résultats | 2.4.7. Interpretatie van de resultaten : |
| a) réaction négative : lait coloré, crème non colorée; | a) negatieve reactie : gekleurde melk, kleurloze room; |
| b) réaction positive : | b) positieve reactie : |
| - lait et crème colorés de façon identique, ou | - melk en room op gelijke wijze gekleurd, of |
| - lait non coloré et crème colorée. | - kleurloze melk en gekleurde room. |
| 2.5. Epreuve sur lame au rose bengale (RB) | 2.5. Bengaals-roodtest (BRT) |
| 2.5.1. L'antigène consiste en une suspension bactérienne dans un | 2.5.1. Het antigeen bestaat uit een bacteriesuspensie in een |
| diluant d'antigène de Brucella tamponné à pH 3,65 + 0,05 colorée au | gebufferde brucella-antigeen verdunningsvloeistof met een pH van 3,65 |
| rose bengale. L'antigène doit être livré prêt à l'emploi, stocké à une | + 0,05, gekleurd met Bengaalsrood. Het antigeen wordt gebruiksklaar |
| température de 4 °C et ne doit pas être congelé. | aangeleverd, moet worden opgeslagen bij 4 °C en mag niet worden |
| 2.5.2. L'antigène est préparé sans référence à la concentration | bevroren. 2.5.2. Het antigeen wordt bereid zonder rekening te houden met de |
| cellulaire, mais sa sensibilité doit être étalonnée par rapport à | celconcentratie maar de gevoeligheid ervan moet worden gekalibreerd |
| l'OIEISS de manière à obtenir une réaction positive pour une dilution | ten opzichte van het OIEISS op zodanige wijze, dat een verdunning van |
| de sérum de 1/45 et une réaction négative pour une dilution du 1/55. | 1/45 van het OIEISS positief reageert en een verdunning van 1/55 |
| negatief reageert. | |
| 2.5.3. Le test RB est réalisé de la manière suivante : | 2.5.3. De BRT wordt uitgevoerd op de volgende manier : |
| a) Une goutte de sérum (20-30 µl) est mélangé avec un volume égal | a) een druppel serum (20-30 µl) wordt gemengd met eenzelfde volume |
| d'antigène sur un carreau blanc ou une plaque émaillée pour produire | antigeen op een wit plaatje of op een emailplaatje zodat een diameter |
| une zone d'un diamètre de 2 cm environ. Le mélange est agité | van ongeveer 2 cm wordt verkregen. Het mengsel wordt zachtjes geschud |
| délicatement pendant 4 minutes à la température ambiante puis est | gedurende 4 minuten bij omgevingstemperatuur en wordt vervolgens bij |
| observé sous un bon éclairage pour visualiser toute agglutination; | goede verlichting onderzocht op agglutinatie; |
| b) une méthode automatisée peut être utilisée pour lutant qu'elle soit | b) een geautomatiseerde methode mag worden gebruikt maar die moet ten |
| au moins aussi sensible et exacte que la méthode manuelle. | minste even gevoelig en nauwkeurig zijn als de manuele methode. |
| 2.5.4. Interprétation. des résultats | 2.5.4. Interpretatie van de resultaten |
| Toute réaction visible est considérée comme positive à moins que le | Elke zichtbare reactie wordt als positief beschouwd tenzij er sprake |
| séchage ne soit excessif sur les bords. | is van overmatige droging aan de randen. |
| Des sérums de contrôle positifs et négatifs doivent être inclus dans | Positieve en negatieve werkstandaarden moeten in elke testserie worden |
| chaque série d'épreuves. | opgenomen. |
| 2.6. Epreuve de séro-agglutination | 2.6. Serumagglutinatietest (SAT) |
| 2.6.1. L'antigène consiste en une suspension bactérienne dans une | 2.6.1. Het antigeen bestaat uit een bacteriesuspensie in een |
| solution saline au phénol [NaCI à 0,85 % (m/v) et phénol à 0,5 % | fysiologische zoutoplossing (0,85 % NaCI (m/v) met 0,5 % (v/v) fenol. |
| (v/v)]. Le formaldéhyde ne doit pas être utilisé. | Formaldehyde mag niet worden gebruikt. |
| L'antigène peut être livré à l'état concentré pour autant que le | De antigenen mogen geconcentreerd worden geleverd op voorwaarde dat op |
| facteur de dilution à utiliser soit mentionné sur l'étiquette du flacon. | het etiket van de fles de vereiste verdunningfactor is aangegeven. |
| De l'EDTA peut être ajouté à la suspension d'antigène jusqu'à | Aan de antigeensuspensie mag EDTA worden toegevoegd tot een |
| l'obtention d'une dilution finale d'épreuve de 5 mM afin de réduire le | concentratie van 5 mM in de te testen eindverdunning teneinde het |
| taux de réactions faussement positives dans l'épreuve de | aantal valspositieve resultaten met de serumagglutinatie te |
| séro-agglutination. Le pH doit ultérieurement être réajusté à 7,2 dans | verminderen. Vervolgens moet de pH van de antigeensuspensie worden |
| la suspension d'antigène. | bijgesteld tot een pH van 7,2. |
| 2.6.2. L'OIEISS contient 1 000 unités internationales d'agglutination. | 2.6.2. Het OIEISS bevat 1 000 internationale agglutinatie-eenheden. |
| 2.6.3. L'antigène est préparé sans référence à la concentration | 2.6.3. Het antigeen wordt bereid zonder rekening te houden met de |
| cellulaire mais sa sensibilité doit être étalonnée par rapport à | celconcentratie maar de gevoeligheid ervan moet worden gekalibreerd |
| POIEISS de manière à obtenir une agglutination de 50 % pour une | ten opzichte van het OIEISS op zodanige wijze dat : hetzij een 50 |
| dilution finale du sérum entre le 1/600 et le 1/1 000 ou une | %-agglutinatie optreedt bij een eindverdunning van het OIEISS tussen |
| agglutination de 75 % pour une dilution finale du sérum entre le 1/500 | 1/600 en 1/1 000 hetzij een 75 %-agglutinatie bij een eindverdunning |
| et le 1/750. | van het OIEISS tussen 1/500 en 1/750. |
| Il peut également être utile de comparer la réactivité de nouveaux | Het verdient aanbeveling de reactiviteit van nieuwe batches antigeen |
| lots d'antigène et des lots d'antigène étalonnés antérieurement en | te vergelijken met reeds vroeger gestandaardiseerde batches antigeen |
| utilisant un groupe de sérum définis. | met gebruikmaking van een set van welomschreven sera. |
| 2.6.4. Le test est effectué dans des tubes ou sur des microplaques. Le | 2.6.4. De test wordt uitgevoerd in buisjes of in microtiterplaten. Het |
| mélange d'antigène et de dilution de sérum doit être incubé pendant | mengsel van antigeen en serumverdunningen moet worden geïncubeerd bij |
| une durée : de 16 à 24 heures à une température de 37° C. | 37 °C gedurende 16 à 24 uur. |
| Trois dilutions au moins doivent être préparées pour chaque sérum. Les | Van elk serum moeten ten minste drie verdunningen worden aangelegd. |
| dilutions de sérum suspect doivent être effectuées de manière à ce que | Serum moet zo worden verdund dat de minimale positieve waarde (30 |
| la lecture de la réaction à la limite de la positivité (30 UI/ml) soit | IE/ml) in het middelste buisje (of het middelste putje van de |
| réalisée dans le tube intermédiaire (ou le puits intermédiaire pour le | verdunningsreeks in een microtiterplaat wordt afgelezen. |
| méthode des microplaques). | |
| 2.6.5. Interprétation des résultats | 2.6.5. Interpretatie van de resultaten |
| Le degré d'agglutination de Brucella dans un sérum doit être exprimé | Het testresultaat van de serumagglutinatie van een serum wordt |
| en unités internationales (UI) par ml. | uitgedrukt in internationale eenheden (IE) per ml. |
| Un sérum contenant 30 UI par ml ou plus est considéré comme positif. | Een serum dat ten minste 30 IE per ml bevat, wordt als positief beschouwd. |
| 3. TESTS COMPLEMENTAIRES | 3. AANVULLENDE TESTS |
| 3.1. Test cutané de la brucellose | 3.1. Intradermale test op brucellose (brucellinetest) |
| 3.1.1. Conditions d'utilisation du test | 3.1.1. Voorschiften voor het gebruik van de brucellinetest |
| a) Le test cutané de la brucellose ne peut être utilisé à des fins de | a) De brucellinetest mag niet worden gebruikt in het kader van de |
| certification dans les échanges intracommunautaires. | certificering voor het intracommunautaire handelsverkeer. |
| b) Le test cutané de la brucellose est l'une des épreuves les plus | b) De brucellinetest is één van de meest specifieke tests voor de |
| spécifiques pour la détection de la brucellose chez les animaux non | opsporing van de brucellose bij niet-gevaccineerde dieren maar de |
| vaccinés; le diagnostic ne doit toutefois pas reposer sur des | diagnose mag niet worden gesteld op basis van positieve intradermale |
| réactions intradermiques positives. | reacties alleen. |
| c) Les animaux de l'espèce bovine ayant produit un résultat négatif à | c) Runderen die negatief hebben gereageerd bij één van de in deze |
| l'un des tests sérologiques définis à la présente annexe et une | bijlage omschreven serologische tests en die positief reageren bij de |
| réaction positive au test cutané de la brucellose sont considérés | brucellinetest worden als besmet beschouwd. |
| comme infectés. | |
| d) Les animaux de l'espèce bovine ayant donné un résultat positif à | d) Runderen die positief hebben gereageerd bij één van de in deze |
| l'un des tests sérologiques définis à la présente annexe peuvent être | bijlage omschreven serologische tests, kunnen aan een brucellinetest |
| soumis à un test cutané de la brucellose afin de confirmer l'interprétation des résultats des tests sérologiques notamment quand une réaction croisée avec des anticorps dirigés contre d'autres bactéries ne peut être exclue dans le cas des troupeaux indemnes ou officiellement indemnes de brucellose. 3.1.2. L'épreuve doit être effectuée en utilisant une préparation allergénique standardisée et définie ne contenant : pas d'antigène lipopolyosidique (LPS) lisse, celui-ci pouvant provoquer des réactions inflammatoires non spécifiques ou interférer avec des tests sérologiques ultérieurs. L'une de ces préparations est la brucellone INRA provenant d'une souche non lisse de B.melitensis. Les conditions de sa production sont | worden onderworpen om de interpretatie van de resultaten van de serologische test te bevestigen, vooral wanneer bij brucellosevrije of officieel brucellosevrije beslagen een kruisreactie met antilichamen tegen andere bacteriën niet kan worden uitgesloten. 3.1.2. De test moet worden uitgevoerd met gebruikmaking van een gestandaardiseerd en gedefinieerd brucellinepreparaat dat geen glad lipopolysaccharide (LPS) antigeen bevat, aangezien dit een niet-specifieke ontstekingsreactie kan veroorzaken of het resultaat van latere serologische tests kan beïnvloeden. Een voorbeeld van een dergelijk preparaat is het brucelline van het INRA, bereid van een nietgladde stam van Brucella melitensis. De productievoorschriften zijn beschreven in deel B2 van hoofdstuk 2.4.2 |
| décrites en détail à la section B2 du chapitre 2.4.2 du Manuel des | van het "Manual of Standards for Diagnostic tests en Vaccines" |
| normes pour les tests de diagnostic et les vaccins de l'OIE, quatrième | (Handboek inzake normen voor diagnostische tests en vaccins) van het |
| édition, 2000. | OIE, vierde editie, 2000. |
| 3.1.3. Procédure du test | 3.1.3. Testprocedure |
| 3.1.3.1. Un volume de 0,1 ml d'allergène de la brucellose est injecté | 3.1.3.1. 0,1 ml brucelline wordt intradermaal geïnjecteerd in de |
| par voie intradermique au pli caudal, au flanc ou sur le côté de | staartplooi, de flankhuid of de zijkant van de nek. |
| l'encolure. | |
| 3.1.3.2. Le test est lu au bout de 48 à 72 heures. | 3.1.3.2. De test wordt afgelezen na 48 - 72 uur. |
| 3.1.3.3. Avant l'injection et lors du réexamen, l'épaisseur de la peau | 3.1.3.3. De dikte van de huid op de plaats van injectie wordt gemeten |
| au site d'injection est mesurée avec un cutimètre. | met een krompasser of schuifmaat vóór de injectie en bij aflezing. |
| 3.1.3.4. Interprétation des résultats | 3.1.3.4. Interpretatie van de resultaten : |
| Les réactions fortes sont facilement identifiables en raison d'une | |
| inflammation et d'une induration locales. Un épaississement de la peau | Sterke reacties worden gemakkelijk herkend aan de hand van de lokale |
| de 1,5 à 2 mm est considéré comme réaction positive au test cutané de | zwelling en verharding. Een huidverdikking van 1,5 à 2 mm moet worden |
| la brucellose. | beschouwd als een positieve reactie op de brucellinetest. |
| 3.2. Test d'immuno-absorption enzymatique de compétition (cELISA) | 3.2. Competitie-Elisa (cELISA) |
| 3.2.1. Conditions d'utilisation du test cELISA | 3.2.1. Voorwaarden voor het gebruik van de cELISA |
| a) le test cELISA ne peut pas être utilisé à des fins de certification | a) de cELISA mag niet worden gebruikt in het kader van de |
| dans les échanges intracommunautaires. | certificering voor het intracommunautaire handelsverkeer. |
| b) Le test cELISA a été démontré comme plus spécifique que par exemple | b) De cELISA kan als hulpmiddel worden gebruikt bij de interpretatie |
| van de resultaten van de overige serologische testen aangezien is | |
| le test ELISA indirect et peut ainsi être utilisé pour aider à | aangetoond dat de cELISA een hogere specificiteit bezit dan |
| l'interprétation de résultats de tests sérologiques. | bijvoorbeeld de indirecte ELISA. |
| 3.2.2. Procédure du test | 3.2.2. Testprocedure |
| Le test sera mis en oeuvre selon les prescriptions du chapitre 2.3.1 | De test moet worden uitgevoerd zoals vastgesteld in het "Manual of |
| (2) (a) du manuel des normes de l'OIE pour les tests de diagnostic et | Standards for Diagnostic tests en Vaccines" (Handboek inzake normen |
| voor diagnostische tests en vaccins) van het OIE, vierde editie, 2000, | |
| les vaccins, quatrième édition, 2000. | hoofdstuk 2.3.1 (2)(a). |
| 4. LABORATOIRES NATIONAUX DE REFERENCF, | 4. NATIONALE REFERENTIELABORATORIA |
| 4.1. Tâches et responsabilités | 4.1. Taken en bevoegdheden |
| Les tâches du laboratoire national de référence sont les suivantes : | De nationale referentielaboratoria zijn verantwoordelijk voor : |
| a) approbation des résultats des études de validation démontrant la | a) de goedkeuring van de resultaten van de validatiestudies waaruit |
| fiabilité de la méthode de test utilisé dans l'Etat membre; | moet blijken dat de in de lidstaat gebruikte testmethode betrouwbaar |
| b) détermination du nombre maximal d'échantillons pouvant constituer | is; b) de bepaling van het maximumaantal monsters dat mag worden |
| un mélange dans les kits ELISA utilisés; | samengevoegd in de gebruikte ELISA-kits; |
| c) étalonnage des sérums étalons nationaux secondaires (« étalons de | c) de kalibratie van de nationale secundaire referentiestandaardsera |
| travail ») par rapport au sérum étalon primaire international visé au | (werkstandaarden) ten opzichte van het internationale primaire |
| paragraphe 2.1; | standaardserum als bedoeld in lid 2.1; |
| d) contrôle de la qualité de tous les lots de kits ELISA et | d) de kwaliteitscontroles van alle antigenen en alle batches |
| d'antigènes utilisés dans le Royaume; | ELISA-kits die in de lidstaat worden gebruikt; |
| e) coopération au sein du réseau des laboratoires nationaux de | e) de samenwerking met het netwerk van nationale referentielaboratoria |
| référence de la Communauté européenne pour la brucellose; | voor brucellose van de Europese Gemeenschap; |
| f) collecte et typage systématique des souches, ainsi que leur | f) het verzamelen en systematisch typeren van de stammen, alsook hun |
| centralisation et archivage; | centralisatie en archivering; |
| g) confirmation des tests sérologiques et bactériologiques positifs; | g) de bevestiging van positieve serologische en bacteriologische tests; |
| h) organisation et définition des ring tests; | h) organisatie en definitie van ringtests; |
| i) suivi de l'évolution de la situation épidémiologique dans les | i) de opvolging van de epidemiologische situatie in andere landen; |
| autres pays; j) tâches de coordination technique. | j) de taken in verband met technische coordinatie |
| 4.2. Laboratoire national de référence | 4.2. Nationaal referentielaboratorium |
| Centre d'études et de recherches vétérinaires et agrochimiques (CERVA/CODA) | Centrum voor onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CERVA/CODA) |
| Groeselenberg 99 | Groeselenberg 99 |
| B - 1180 Bruxelles | B - 1180 Brussel |
| Vu pour être annexe à Notre arrêté royal 21 décembre 2006 modifiant | Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van 21 december 2006 tot |
| l'arrêté royal du 6 décembre 1978 relatif à la lutte contre la | wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1978 betreffende |
| brucellose bovine et l'arrêté royal du 30 avril 1991 relatif aux | de bestrijding van de runderbrucellose en het koninklijk besluit van |
| conditions de police sanitaire régissant les échanges | 30 april 1999 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften voor |
| intracommunautaires de bovins et de porcins. | het intracommunautair verkeer van runderen en varkens. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, | De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, |
| R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |
| _______ | _______ |
| Notes | Nota's |
| (1) Aux fins de la présente annexe, les dilutions indiquées pour la | (1) In deze bijlage worden de voor het aanmaken van vloeibare |
| préparation des réactifs liquides sont exprimées par exemple comme | reagentia aan te leggen verdunningen uitgedrukt als b.v. 1/150, wat |
| 1/150, c'est-à-dire une dilution de 1 pour 150. | neerkomt op een verdunning van 1 op 150. |