← Retour vers "Arrêté royal fixant certaines attributions ministérielles "
| Arrêté royal fixant certaines attributions ministérielles | Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden |
|---|---|
| SERVICES DU PREMIER MINISTRE | DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER |
| 20 JUILLET 1999. - Arrêté royal fixant certaines attributions | 20 JULI 1999. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van bepaalde |
| ministérielles (I) | ministeriële bevoegdheden (I) |
| ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu les articles 37 et 96 de la Constitution; | Gelet op de artikelen 37 en 96 van de Grondwet; |
| Vu l'arrêté royal du 12 juillet 1999 portant nomination des Membres du | Gelet op het koninklijk besluit van 12 juli 1999 houdende benoeming |
| Gouvernement; | van de Regeringsleden; |
| Sur la proposition de Notre Premier Ministre et de l'avis de Nos | Op de voordracht van Onze Eerste Minister en op het advies van Onze in |
| Ministres qui en ont délibéré en Conseil, | Raad vergaderde Ministers, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Sont compétents en matière de : |
Artikel 1.Zijn bevoegd voor wat betreft : |
| 1° politique d'égalité des chances entre hommes et femmes : la | 1° beleid van gelijke kansen tussen mannen en vrouwen : de Minister |
| Ministre de l'Emploi; | van Werkgelegenheid; |
| 2° réformes institutionnelles : le Vice-Premier Ministre et Ministre | 2° institutionele hervormingen : de Vice-Eerste Minister en Minister |
| des Affaires étrangères, et le Vice-Premier Ministre et Ministre du | van Buitenlandse Zaken, en de Vice-Eerste Minister en Minister van |
| Budget, de l'Intégration sociale et de l'Economie sociale; | Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie; |
| 3° pauvreté : le Ministre de l'Intégration sociale; | 3° armoedebeleid : de Minister van Maatschappelijke Integratie; |
| 4° sécurité routière : la Ministre de la Mobilité et des Transports; | 4° verkeersveiligheid : de Minister van Mobiliteit en Vervoer; |
| 5° enquêtes relatives aux produits : la Ministre de la Protection de | 5° onderzoek inzake produkten : de Minister van Consumentenzaken; |
| la consommation; 6° réglementation commerciale et protection des consommateurs : la | 6° handelsreglementering en bescherming van de consumentenrechten : de |
| Ministre de la Protection de la consommation; | Minister van Consumentenzaken; |
| 7° endettement : la Ministre de la Protection de la consommation et le | 7° schuldenbeleid : de Minister van Consumentenzaken en de Minister |
| Ministre de l'Economie; | van Economie; |
| 8° bien-être des animaux : la Ministre de la Protection de la | 8° welzijn der dieren : de Minister van Consumentenzaken, |
| consommation, de la Santé publique et de l'Environnement; | Volksgezondheid en Leefmilieu; |
| 9° accès au territoire, séjour, établissement et éloignement des | 9° toegang tot het grondgebied, verblijf, vestiging en verwijdering |
| étrangers : le Ministre de l'Intérieur; | van vreemdelingen : de Minister van Binnenlandse Zaken; |
| 10° suivi de l'exécution de l'Accord de Schengen : le Ministre de | 10° opvolging van de uitvoering van het Schengenakkoord : de Minister |
| l'Intérieur et le Ministre de la Justice, en fonction des compétences | van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie, in functie van de |
| respectives du Ministère de l'Intérieur et du Ministère de la Justice, | respectieve bevoegdheden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en |
| étant toutefois entendu que la Présidence sera assurée par le Ministre | het Ministerie van Justitie, met dien verstande dat het |
| de l'Intérieur; | Voorzitterschap zal uitgeoefend worden door de Minister van |
| Binnenlandse Zaken; | |
| 11° victimes de la guerre : le Ministre de la Défense; | 11° oorlogsslachtoffers : de Minister van Landsverdediging; |
| 12° statut social des indépendants : le Ministre des Classes moyennes, | 12° sociaal statuut der zelfstandigen : de Minister van Middenstand, |
| conjointement avec le Ministre des Pensions en ce qui concerne les pensions; | gezamenlijk met de Minister van Pensioenen, wat de pensioenen betreft; |
| 13° entreprises publiques, à l'exception de la Société nationale des | 13° overheidsbedrijven, met uitzondering van de Nationale Maatschappij |
| Chemins de fer belges : le Ministre des Télécommunications et des | der Belgische Spoorwegen : de Minister van Telecommunicatie en |
| Entreprises et Participations publiques; | Overheidsbedrijven en Participaties; |
| 14° Régie des bâtiments : le Ministre des Télécommunications et des | 14° Regie der gebouwen : de Minister van Telecommunicatie en |
| Entreprises et Participations publiques; | Overheidsbedrijven en Participaties; |
| 15° Loterie nationale : le Ministre des Télécommunications et des | 15° Nationale Loterij : de Minister van Telecommunicatie en |
| Entreprises et Participations publiques; | Overheidsbedrijven en Participaties; |
| 16° Société nationale des Chemins de fer belges : la Ministre de la | 16° Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen : de Minister van |
| Mobilité et des Transports. | Mobiliteit en Vervoer. |
Art. 2.En cas d'empêchement légal du Ministre de la Justice, ses |
Art. 2.In geval van wettige verhindering van de Minister van |
| attributions sont exercées par le Ministre des Télécommunications et | Justitie, worden zijn bevoegdheden uitgeoefend door de Minister van |
| des Entreprises et Participations publiques. | Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. |
Art. 3.Sont abrogés : |
Art. 3.Worden opgeheven : |
| 1° l'arrêté royal du 3 juillet 1995 fixant certaines attributions | 1° het koninklijk besluit van 3 juli 1995 houdende vaststelling van |
| ministérielles; | bepaalde ministeriële bevoegdheden; |
| 2° l'arrêté royal du 4 juillet 1995 relatif à certaines attributions | 2° het koninklijk besluit van 4 juli 1995 met betrekking tot bepaalde |
| du Ministre de la Fonction publique. | bevoegdheden van de Minister van Ambtenarenzaken. |
Art. 4.Le présent arrêté produit ses effets le 12 juillet 1999. |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 12 juli 1999. |
Art. 5.Notre Premier Ministre et Nos Ministres et Secrétaires d'Etat |
Art. 5.Onze Eerste Minister en Onze Ministers en Staatssecretarissen |
| sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté. | zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 20 juillet 1999. | Gegeven te Brussel, 20 juli 1999. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Premier Ministre, | De Eerste Minister, |
| G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |