← Retour vers "Arrêté royal relatif aux jurys des examens linguistiques fixés par la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à l'armée "
| Arrêté royal relatif aux jurys des examens linguistiques fixés par la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à l'armée | Koninklijk besluit betreffende de examencommissies van de taalexamens bepaald door de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger |
|---|---|
| MINISTERE DE LA DEFENSE | MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING |
| 19 MAI 2004. - Arrêté royal relatif aux jurys des examens | 19 MEI 2004. - Koninklijk besluit betreffende de examencommissies van |
| linguistiques fixés par la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage | de taalexamens bepaald door de wet van 30 juli 1938 betreffende het |
| des langues à l'armée | gebruik der talen bij het leger |
| ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à l'armée, | Gelet op de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij |
| modifiée par les lois des 30 juillet 1955 et 27 décembre 1961, | het leger, gewijzigd bij de wetten van 30 juli 1955 en 27 december |
| l'arrêté royal du 15 octobre 1963, les lois des 10 juin 1970, 13 | 1961, het koninklijk besluit van 15 oktober 1963, de wetten van 10 |
| novembre 1974, 13 juillet 1976, 22 juillet 1980, 24 juillet 1981, 28 | juni 1970, 13 november 1974, 13 juli 1976, 22 juli 1980, 24 juli 1981, |
| décembre 1990, 20 mai 1994, 26 mars 1999, 22 mars 2001, 2 août 2002 et | 28 december 1990, 20 mei 1994, 26 maart 1999, 22 maart 2001, 2 |
| 27 mars 2003; | augustus 2002 en 27 maart 2003; |
| Vu l'arrêté royal du 15 mars 1984 portant organisation des jurys | Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1984 houdende inrichting |
| d'examen chargés de faire subir les épreuves des examens linguistiques | van de examencommissies belast met het afnemen van de proeven van de |
| définis par la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à | taalexamens bepaald door de wet van 30 juli 1938 betreffende het |
| l'armée, modifié par les arrêtés royaux du 3 mai 1993 et du 18 mars 2004; | gebruik der talen bij het leger, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 mei 1993 en van 18 maart 2004; |
| Vu le protocole du Comité de négociation du personnel militaire des | Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair |
| forces armées, clôturé le 23 février 2004; | personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 23 februari 2004; |
| Vu l'avis 36.794/4 du Conseil d'Etat, donné le 19 avril 2004; | Gelet op het advies 36.794/4 van de Raad van State, gegeven op 19 april 2004; |
| Sur la proposition de Notre Ministre de la Défense, | Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Les jurys chargés d'apprécier les épreuves linguistiques |
Artikel 1.De examencommissies belast met de beoordeling van de |
| fixées par la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à | taalexamens bepaald door de wet van 30 juli 1938 betreffende het |
| l'armée sont composés, pour chaque session d'examen, soit d'un | gebruik der talen bij het leger bestaan, voor elke examenperiode, |
| président, d'un membre militaire, d'un membre civil et d'un | ofwel uit een voorzitter, een militair lid, een burgerlijk lid en een |
| examinateur, soit d'un président et de plusieurs sous-commissions. Chaque sous-commission est composée d'un vice-président, d'un membre militaire, d'un membre civil et d'un examinateur. Toutefois, pour l'appréciation des parties écrites des épreuves linguistiques, plusieurs membres militaires ou civils peuvent être désignés. Art. 2.Les présidents et vice-présidents doivent avoir la connaissance approfondie des deux langues nationales. Les membres civils et militaires doivent avoir la connaissance approfondie de la langue dans laquelle les candidats doivent être examinés. |
examinator, ofwel uit een voorzitter en verscheidene subcommissies. Elke subcommissie bestaat uit een ondervoorzitter, een militair lid, een burgerlijk lid en een examinator. Voor de beoordeling van de schriftelijke gedeelten van de taalexamens kunnen evenwel meerdere militaire of burgerlijke leden aangewezen worden. Art. 2.De voorzitters en ondervoorzitters moeten een grondige kennis hebben van de twee landstalen. De burgerlijke en militaire leden moeten een grondige kennis hebben van de taal waarin de kandidaten moeten worden ondervraagd. |
Art. 3.§ 1er. Tout président, vice-président, membre ou examinateur |
Art. 3.§ 1. Elke voorzitter, ondervoorzitter, lid of examinator van |
| d'un jury est tenu de s'abstenir de siéger lorsqu'il sait qu'il existe | een examencommissie moet ervan afzien zitting te hebben wanneer hij |
| une cause de récusation en sa personne. | weet dat er ten opzichte van hem een wrakingsgrond bestaat. |
| Tout candidat peut faire valoir une cause de récusation auprès du | Elke kandidaat kan een wrakingsgrond doen gelden bij de voorzitter van |
| président de la session concernée. | de betrokken examenperiode. |
| La cause de récusation doit être envoyée par lettre recommandée ou | De reden tot wraking moet bij aangetekende brief of ingeschreven bij |
| enregistrée au service des estafettes militaires, au plus tard quinze | de dienst der militaire estafetten worden verzonden, ten laatste |
| jours ouvrables avant le début de la session concernée. | vijftien werkdagen vóór het begin van elke zitting. |
| § 2. Lorsqu'une cause de récusation est invoquée et que la personne | § 2. Wanneer een wrakingsgrond wordt aangevoerd en de betrokken |
| concernée refuse de s'abstenir de siéger, il est statué sur cette | persoon weigert ervan af te zien zitting te hebben, wordt over deze |
| cause de récusation : | wrakingsgrond uitspraak gedaan : |
| 1° par le président de la session concernée, si la cause de récusation | 1° door de voorzitter van de betrokken examenperiode, indien de |
| concerne un vice-président, un membre ou un examinateur de la session; | wrakingsgrond een ondervoorzitter, een lid of een examinator van de zitting betreft; |
| 2° par le directeur général human resources, si la cause de récusation | 2° door de directeur-generaal human resources, indien de wrakingsgrond |
| concerne le président de la session concernée. | de voorzitter van de betrokken examenperiode betreft. |
Art. 4.Les présidents et les vice-présidents visés à l'article 1er |
Art. 4.De voorzitters en de ondervoorzitters bedoeld in artikel 1 |
| sont désignés par le Ministre de la Défense parmi : | worden door de Minister van Landsverdediging aangewezen uit : |
| 1° les officiers revêtus minimum du grade de lieutenant-colonel; | 1° de officieren ten minste bekleed met de graad van luitenant-kolonel; |
| 2° les fonctionnaires civils du ministère de la Défense revêtus | 2° de burgerlijke ambtenaren van het ministerie van Landsverdediging |
| minimum d'un grade de rang 13, ayant fourni la preuve de leur | ten minste bekleed met een graad van rang 13, die het bewijs van hun |
| bilinguisme conformément aux dispositions, selon le cas, de l'article | tweetaligheid hebben geleverd overeenkomstig de bepalingen, naargelang |
| 7, § 1er, 5°, de la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des | het geval, van artikel 7, § 1, 5°, van de wet van 30 juli 1938 |
| langues à l'armée ou de l'article 43, § 3, alinéa 3, des lois du 18 | betreffende het gebruik der talen bij het leger of van artikel 43, § |
| juillet 1966 sur l'emploi des langues en matière administrative. | 3, derde lid, van de wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de |
Art. 5.Les membres militaires visés à l'article 1er sont désignés par |
talen in bestuurszaken. Art. 5.De militaire leden bedoeld in artikel 1 worden door de |
| le Ministre de la Défense parmi les officiers des forces armées. | Minister van Landsverdediging aangewezen uit de officieren van de |
Art. 6.Les membres civils visés à l'article 1er sont désignés par le |
krijgsmacht. Art. 6.De burgerlijke leden bedoeld in artikel 1 worden door de |
| Ministre de la Défense parmi : | Minister van Landsverdediging aangewezen uit : |
| 1° les professeurs, en fonction, en disponibilité ou à la retraite, de | 1° de leraars van het hoger onderwijs of van het hoger secundair |
| l'enseignement supérieur ou de l'enseignement secondaire supérieur; | onderwijs, in dienst, in disponibiliteit of gepensioneerd; |
| 2° les personnes qui ont été membres du personnel enseignant civil de | 2° de gewezen leden van het burgerlijk onderwijzend personeel van de |
| l'Ecole royale militaire, de l'école royale des cadets ou d'une école | Koninklijke Militaire School, van de koninklijke kadettenschool of van |
| pour sous-officiers; | een school voor onderofficieren; |
| 3° les agents de l'Etat du niveau 1 appartenant au Ministère de la | 3° de rijksambtenaren van niveau 1 behorend tot het Ministerie van |
| Défense et ayant le grade de traducteur-réviseur-directeur ou | Landsverdediging en met de graad van vertaler-revisor-directeur of |
| traducteur-réviseur et, à défaut des fonctionnaires précités, les | vertaler-revisor en, bij onstentenis van voormelde ambtenaren, de |
| agents de l'Etat du niveau B appartenant au Ministère de la Défense; | rijksambtenaren van niveau B behorend tot het Ministerie van Landsverdediging; |
| 4° les autres agents de l'Etat du niveau 1. | 4° de overige rijksambtenaren van niveau 1. |
Art. 7.Les examinateurs visés à l'article 1er sont désignés par le |
Art. 7.De examinatoren bedoeld in artikel 1 worden door de Minister |
| Ministre de la Défense parmi les membres du personnel enseignant civil | van Landsverdediging aangewezen uit de leden van het burgerlijk |
| dépendant de la direction générale de la formation. | onderwijzend personeel ressorterend onder de algemene directie |
Art. 8.A l'exception des agents de l'Etat du niveau 1 visés à |
vorming. Art. 8.Met uitzondering van de rijksambtenaren van niveau 1 bedoeld |
| l'article 6, 3°, les membres civils et les examinateurs doivent être | in artikel 6, 3°, moeten de burgerlijke leden en de examinatoren |
| titulaires d'au moins un des titres suivants : | houder zijn van ten minste één van de volgende titels : |
| 1° docteur en philosophie et lettres; | 1° doctor in de letteren en wijsbegeerte; |
| 2° licencié en langue et littératures romanes ou germaniques; | 2° licentiaat in de Romaanse of Germaanse talen en letterkunde; |
| 3° licencié en philologie romane ou germanique; | 3° licentiaat in de Romaanse of Germaanse filologie; |
| 4° licencié traducteur; | 4° licentiaat-vertaler; |
| 5° licencié interprète. | 5° licentiaat-tolk. |
Art. 9.Le Ministre de la Défense nomme un inspecteur permanent des |
Art. 9.De Minister van Landsverdediging benoemt een permanent |
| épreuves linguistiques. | inspecteur van de taalexamens. |
| Outre les tâches qui lui sont dévolues par le Ministre de la Défense, | Behalve de taken welke hem door de Minister van Landsverdediging |
| l'inspecteur permanent veille, pour les différentes sessions | worden opgedragen, ziet de permanente inspecteur erop toe dat de |
| d'examens, à l'uniformité du mode d'appréciation des candidats par les | kandidaten in de verschillende examenperiodes door de examencommissie |
| jurys et par les sous-commissions. | en door de subcommissies op eenvormige wijze worden beoordeeld. |
Art. 10.Les modalités relatives aux examens linguistiques sont fixées |
Art. 10.De nadere regels betreffende de taalexamens worden |
| dans un règlement arrêté par le Ministre de la Défense. | vastgesteld in een reglement uitgevaardigd door de Minister van |
| Landsverdediging. | |
Art. 11.L'arrêté royal du 15 mars 1984 portant organisation des jurys |
Art. 11.Het koninklijk besluit van 15 maart 1984 houdende inrichting |
| d'examen chargés de faire subir les épreuves des examens linguistiques | van de examencommissies belast met het afnemen van de proeven van de |
| définis par la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à | taalexamens bepaald door de wet van 30 juli 1938 betreffende het |
| gebruik der talen bij het leger, gewijzigd bij de koninklijke | |
| l'armée, modifié par les arrêtés royaux du 3 mai 1993 et du 18 mars | besluiten van 3 mei 1993 en van 18 maart 2004, wordt opgeheven. |
| 2004, est abrogé. | |
Art. 12.Notre Ministre de la Défense est chargé de l'exécution du |
Art. 12.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de |
| présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 19 mai 2004. | Gegeven te Brussel, 19 mei 2004. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| Le Ministre de la Défense, | De Minister van Landsverdediging, |
| A. FLAHAUT | A. FLAHAUT |