← Retour vers "Arrêté royal en exécution de l'article 6, alinéa 2, de la loi du 7 mai 2020 portant des mesures exceptionnelles dans le cadre de la pandémie COVID-19 en matière de pensions, pension complémentaire et autres avantages complémentaires en matière de sécurité sociale "
Arrêté royal en exécution de l'article 6, alinéa 2, de la loi du 7 mai 2020 portant des mesures exceptionnelles dans le cadre de la pandémie COVID-19 en matière de pensions, pension complémentaire et autres avantages complémentaires en matière de sécurité sociale | Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 6, tweede lid, van de wet van 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID |
18 AVRIL 2021. - Arrêté royal en exécution de l'article 6, alinéa 2, | 18 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 6, |
de la loi du 7 mai 2020 portant des mesures exceptionnelles dans le | tweede lid, van de wet van 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke |
cadre de la pandémie COVID-19 en matière de pensions, pension | maatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, |
complémentaire et autres avantages complémentaires en matière de | aanvullende pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale |
sécurité sociale | zekerheid |
PHILIPPE, Roi des Belges, | FILIP, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 7 mai 2020 portant des mesures exceptionnelles dans le | Gelet op de wet van 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in |
cadre de la pandémie COVID-19 en matière de pensions, pension | het kader van de COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende |
complémentaire et autres avantages complémentaires en matière de | pensioenen en andere aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, |
sécurité sociale, l'article 6, alinéa 2; | artikel 6, tweede lid; |
Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 21 février 2021; | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 |
februari 2021; | |
Vu l'accord de la Secrétaire d'Etat au Budget, donné le 2 mars 2021; | Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 2 maart 2021; |
Vu l'arrêté royal du 28 septembre 1984 portant exécution de la loi du | Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering |
19 décembre 1974 organisant les relations entre les autorités | van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen |
publiques et les syndicats des agents relevant de ces autorités, | tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, artikel 5, § 1, |
l'article 5, § 1er, 3°; | 3°; |
Vu la pandémie COVID-19; | Gelet op de COVID-19-pandemie; |
Vu la loi du 18 mars 2016 relative au Service fédéral des Pensions, | Gelet de wet van 18 maart 2016 betreffende de Federale Pensioendienst, |
l'article 36; Vu l'urgence; Vu l'urgence motivée par la circonstance que la situation concernant le coronavirus COVID-19 ne permet pas d'attendre l'avis de la section de législation du Conseil d'Etat dans un délai de trente jours compte tenu notamment de la nécessité de prendre sans délai les mesures nécessaires pour atténuer les conséquences socio-économiques des mesures d'urgence prises pour limiter la propagation du coronavirus COVID-19; | artikel 36; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de situatie met betrekking tot het coronavirus COVID-19, het niet mogelijk maakt het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen de dertig dagen af te wachten, in het bijzonder rekening houdend met de noodzaak om onverwijld de nodige maatregelen te nemen om de sociaaleconomische gevolgen te verzachten van de noodmaatregelen die zijn genomen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; |
Considérant que les arrêtés royaux des 6 juillet 2020 et 17 novembre | Overwegende dat de koninklijk besluiten van 6 juli 2020 en van 17 |
2020 en exécution de l'article 6, alinéa 2, de la loi du 7 mai 2020 | november 2020 tot uitvoering van artikel 6, tweede lid, van de wet van |
portant des mesures exceptionnelles dans le cadre de la pandémie | 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de |
COVID-19 en matière de pensions, pension complémentaire et autres | COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere |
avantages complémentaires en matière de sécurité sociale, ont prolongé | aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, de periode bedoeld in |
la période visée à l'article 6, alinéa 1er, de la loi du 7 mai 2020 | artikel 6, eerste lid, van de voormelde wet van 7 mei 2020, voor de |
précitée pour l'application des articles 3, 4 et 5 de cette loi, | toepassing van de artikelen 3, 4 en 5 van deze wet, hebben verlengd |
jusqu'au 31 mars 2021 inclus; | tot en met 31 maart 2021; |
Que le gouvernement, dans le cadre de la prolongation du vaste | Dat de regering - in het kader van de verlenging van het breed |
programme de soutien socio-économique qu'il a proposée le 12 février | sociaaleconomisch steunpakket die zij op 12 februari 2021 voorstelde - |
2021, a décidé de prolonger à nouveau cette période, cette fois | heeft beslist om deze periode opnieuw te verlengen, ditmaal tot en met |
jusqu'au 30 juin 2021 inclus; | 30 juni 2021; |
Vu l'avis n° 69.157/1 du Conseil d'Etat donné le 6 avril 2021, en | Gelet op het advies nr. 69.157/1 van de Raad van State, gegeven op 6 |
application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 3°, des lois sur le | april 2021 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de |
Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Sur la proposition de la Ministre des Pensions, | Op de voordracht van de Minister van Pensioenen, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.La période visée à l'article 6, alinéa 1er, de la loi du |
Artikel 1.De periode bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de wet van |
7 mai 2020 portant des mesures exceptionnelles dans le cadre de la | 7 mei 2020 houdende uitzonderlijke maatregelen in het kader van de |
pandémie COVID-19 en matière de pensions, pension complémentaire et | COVID-19-pandemie inzake pensioenen, aanvullende pensioenen en andere |
autres avantages complémentaires en matière de sécurité sociale, qui a | aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, die een aanvang nam |
pris cours à partir du 1er mars 2020 et qui prend fin le 31 mars 2021, | vanaf 1 maart 2020 en een einde neemt op 31 maart 2021, wordt voor de |
est prolongée jusqu'au 30 juin 2021 inclus pour l'application des articles 3, 4 et 5 de cette loi. | toepassing van de artikelen 3, 4 en 5 van deze wet verlengd tot en met 30 juni 2021. |
Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 1er avril 2021. |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2021. |
Art. 3.Le ministre qui a les Pensions dans ses attributions est |
Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de |
chargée de l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 18 avril 2021. | Gegeven te Brussel, 18 april 2021. |
PHILIPPE | FILIP |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre des Pensions, | De Minister van Pensioenen, |
K. LALIEUX | K. LALIEUX |