← Retour vers "Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 20 juillet 2000 déterminant les modalités d'évaluation des magistrats, les critères d'évaluation et leur pondération "
| Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 20 juillet 2000 déterminant les modalités d'évaluation des magistrats, les critères d'évaluation et leur pondération | Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot vaststelling van de nadere regels voor de evaluatie van magistraten, de evaluatiecriteria en hun weging |
|---|---|
| SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 17 AOUT 2007. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 20 juillet 2000 déterminant les modalités d'évaluation des magistrats, les critères d'évaluation et leur pondération ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu le Code judiciaire, notamment l'article 259novies, § 1er, alinéa 6, | FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 17 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot vaststelling van de nadere regels voor de evaluatie van magistraten, de evaluatiecriteria en hun weging ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 259novies, |
| remplacé par la loi du 18 décembre 2006; | § 1, zesde lid, zoals vervangen bij de wet van 18 december 2006; |
| Vu les propositions du Conseil supérieur de la Justice du 30 mai 2007 | Gelet op de voorstellen van de Hoge Raad voor de Justitie van 30 mei |
| concernant les critères d'évaluation et la pondération des critères | 2007 met betrekking tot de evaluatiecriteria en tot de weging van de |
| d'évaluation qui ont été transmis au Ministre de la Justice le 19 juin | evaluatiecriteria, die op 19 juni 2007 werden bezorgd aan de Minister |
| 2007; | van Justitie; |
| Vu les lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, zoals vervangen bij de wet van 4 | |
| notamment l'article 3, § 1er, remplacé par la loi du 4 juilllet 1989 | juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996; |
| et modifié par la loi du 4 août 1996; Vu l'urgence; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Considérant que les juges au tribunal de l'application des peines et | Overwegende dat aangezien de rechters in de |
| les substituts du procureur du Roi spécialisés en application des | strafuitvoeringsrechtbanken en de substituten-procureur des Konings |
| peines étant entrés en fonction le 1er février 2007 les premières | gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken in functie zijn getreden op 1 |
| évaluations devront être terminées avant le 1er octobre 2007 | februari 2007, de eerste evaluaties moeten zijn afgerond voor 1 |
| conformément à l'article 259undecies, § 1er, du Code judiciaire; | oktober 2007, overeenkomstig artikel 259undecies, § 1, van het |
| Considérant au vu de la durée de l'évaluation qu'il convient d'adapter | Gerechtelijk Wetboek; Overwegende dat gelet op de duur van de evaluatie het koninklijk |
| l'arrêté royal du 20 juillet 2000 sans attendre; | besluit van 20 juli 2000 onverwijld moet worden aangepast; |
| Sur la proposition de Notre Ministre de la Justice, | Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.L'article 2, § 2, de l'arrêté du 20 juillet 2000 |
Artikel 1.Artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 20 juli 2000 |
| déterminant les modalités d'évaluation des magistrats, les critères | tot vaststelling van de nadere regels voor de evaluatie van |
| d'évaluation et leur pondération est complété comme suit : | magistraten, de evaluatiecriteria en hun weging wordt aangevuld als |
| « 4° pour le juge au tribunal de l'application des peines : qualités | volgt : « 4° voor de rechter in de strafuitvoeringsrechtbank : sociale en |
| sociales et psychologiques; | psychologische kwaliteiten; |
| 5° pour le magistrat de liaison en matière de jeunesse : | 5° voor de verbindingsmagistraat in jeugdzaken : |
| a. connaissance pratique du secteur de la protection de la jeunesse; | a. praktische kennis van de sector jeugdbescherming; |
| b. qualités sociales et psychologiques; ». | b. sociale en psychologische kwaliteiten; ». |
Art. 2.L'article 3, § 3, du même arrêté est remplacé par la |
Art. 2.Artikel 3, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen als |
| disposition suivante : | volgt : |
| « § 3. Pour les titulaires d'un mandat spécifique les critères | « § 3. Voor de titularissen van een bijzonder mandaat worden aan groep |
| suivants sont ajoutés au groupe A : | A de volgende criteria toegevoegd : |
| 1° pour le magistrat fédéral : | 1° voor de federaal magistraat : |
| a. aptitude à la coordination et à la direction des l'enquêtes; | a. geschiktheid voor het coördineren en voor het leiden van een |
| b. connaissance spécifique; | onderzoek; b. specifieke kennis; |
| 2° pour le substitut du procureur du Roi spécialisé en application des | 2° voor de substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in |
| peines : qualités sociales et psychologiques; ». | strafuitvoeringszaken : sociale en psychologische kwaliteiten; ». |
Art. 3.A l'article 4, § 2, alinéa 2, du même arrêté, modifié par |
Art. 3.In artikel 4, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit, |
| l'arrêté du 13 septembre 2004, sont apportées les modifications | gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 september 2004, worden de |
| suivantes : | volgende wijzigingen aangebracht : |
| a. le point A est complété comme suit : | a. punt A wordt aangevuld als volgt : |
| « - juge au tribunal de l'application des peines : annexe 29; | « - rechter in de strafuitvoeringsrechtbank : bijlage 29; |
| - magistrat de liaison en matière de jeunesse : annexe 30; | - verbindingsmagistraat in jeugdzaken : bijlage 30; » |
| b. le point B est complété comme suit : | b. punt B wordt aangevuld als volgt : |
| « - substitut du procureur du Roi spécialisé en application des peines | « - substituut-procureur des Konings gespecialiseerd in |
| : annexe 31 ». | strafuitvoeringszaken : bijlage 31. » |
Art. 4.L'article 9 du même arrêté est abrogé. |
Art. 4.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. |
Art. 5.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| au Moniteur belge. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
Art. 6.Notre Ministre de la Justice est chargée de l'exécution du |
Art. 6.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit |
| présent arrêté. | besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 17 août 2007. | Gegeven te Brussel, 17 augustus 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de la Justice, | De Minister van Justitie, |
| Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| Annexe 29 | Bijlage 29 |
| Juge au tribunal de l'application des peines | Rechter in de strafuitvoeringsrechtbank |
| GROUPE A | GROEP A |
| 1. Connaissances juridiques requises pour les matières traitées. | 1. Juridische kennis vereist voor de te behandelen materies. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir la maîtrise des matières juridiques traitées par référence aux | - beheerst de juridische materies die behandeld worden rekening |
| données, faits et situations soumis au magistrat dans l'exercice de sa | houdend met de gegevens, feiten en situaties die de magistraat worden |
| fonction de juger; | voorgelegd in de uitoefening van zijn rechtsprekende functie; |
| - avoir la maîtrise du droit pénal et de la procédure pénale; | - beheerst het strafrecht en het strafprocesrecht; |
| - connaissance approfondie de la législation relative à l'exécution | - heeft een grondige kennis van de wetgeving over de strafuitvoering, |
| des peines, aux droits des détenus et des victimes; | de rechten van de gedetineerden en de slachtoffers; |
| - manifester de l'intérêt pour ces matières; | - toont belangstelling voor deze materies; |
| - motiver ses décisions tant en fait qu'en droit; | - motiveert zijn beslissingen zowel in rechte als in feite; |
| - ... | - ... |
| 2. Efficience et efficacité du travail. | 2. Doeltreffendheid en doelmatigheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - faire preuve de capacité d'analyse et de synthèse; | - geeft blijk van analyse- en synthesevermogen; |
| - démontrer une capacité de gestion dans l'organisation du travail | - geeft blijk van organisatorische vaardigheden in de organisatie van |
| d'une équipe et dans la direction de celle-ci; | het werk en de leiding van een groep; |
| - motiver les collègues et collaborateurs; | - motiveert collegae en medewerkers; |
| - être efficace : gérer son travail et offrir des solutions efficaces | - werkt doeltreffend : is bekwaam om zijn eigen werk te organiseren en |
| aux problèmes rencontrés; | een doeltreffende oplossing te vinden voor de problemen die zich |
| - témoigner d'esprit d'initiative, de bon sens et d'esprit pratique; | voordoen; - heeft zin voor initiatief, getuigt van gezond verstand en praktisch inzicht; |
| - équilibrer : | - behoudt een evenwicht tussen : |
| > a qualité du travail : | > de kwaliteit van het werk : |
| - conscience professionnelle; | - professionele nauwgezetheid; |
| - créativité; | - creativiteit; |
| > la quantité du travail : | > de kwantiteit van het werk; |
| - méthode de travail; | - werkmethode; |
| - suivi des dossiers; | - opvolging van dossiers; |
| - être ponctuel : respect des heures fixées et des délais; | - is stipt : respecteert vastgestelde uren en termijnen; |
| - être capable de diriger une audience ou une réunion; | - is bekwaam om een zitting of vergadering te leiden; |
| - ... | - ... |
| 3. Aptitude à la communication et qualité de l'expression. | 3. Communicatie - en uitdrukkingsvaardigheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| ? La disposition à l'écoute : | ? Luisterbereidheid : |
| - rechercher les motivations (explicites et implicites) des | - achterhaalt uitdrukkelijke en impliciete motieven bij de |
| interlocuteurs; | gesprekspartners; |
| - être capable d'identifier les informations importantes dans les | - is in staat om in mondelinge gesprekken belangrijke informatie te |
| communications orales, de poser des questions et de réagir | achterhalen, door het stellen van vragen en gepast te reageren op de |
| adéquatement aux interventions; | tussenkomsten; |
| - être apte à choisir le mode d'échange le plus adéquat; | - kan de meest geschikte communicatievorm kiezen; |
| - être poli et courtois; | - is hoffelijk en beleefd; |
| - ... | - ... |
| ? L'expression orale et écrite : | ? Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : |
| - s'exprimer de manière pondérée, réfléchie et correcte; | - drukt zich op een evenwichtige, bedachtzame en correcte wijze uit; |
| - expression écrite : rédiger des décisions claires, précises et | - schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : duidelijke, nauwkeurige en |
| exécutables; les écrits sont structurés, argumentés, grammaticalement | uitvoerbare beslissingen opstellen; de geschreven documenten zijn |
| corrects, rédigés avec logique et dans une langue compréhensible; | gestructureerd, geargumenteerd, grammaticaal correct, logisch, en in |
| een begrijpelijke taal opgesteld; | |
| - expression orale : aisée, claire, concise et précise; | - mondelinge uitdrukkingsvaardigheid : vlot, helder, bondig en precies; |
| - esprit de synthèse; | - synthetisch vermogen; |
| - ... | - ... |
| ? La qualité des relations professionnelles : | ? Professionele relationele vaardigheid : |
| - être attentif à préserver une relation de qualité avec les avocats, | - heeft aandacht voor de kwaliteit van de relaties met advocaten, |
| les collaborateurs de justice (enquêteurs, greffiers, juristes, | justitiële medewerkers (griffiers, juristen, onderzoekers, stagiairs |
| stagiaires,...), l'administration pénitentiaire, les justiciables, les | ...), de penitentiaire administratie, de rechtsonderhorigen, de |
| services sociaux, les assesseurs et les collègues; | sociale diensten, de assessoren, en de collegae; |
| - avoir le souci de la concertation et du relais de l'information; | - heeft aandacht voor overleg, en informatieoverdracht; |
| - ... | - ... |
| 4. Esprit de décision. | 4. Besluitvaardigheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - prendre ses responsabilités nonobstant la difficulté des matières et | - neemt zijn verantwoordelijkheid op niettegenstaande de |
| moeilijkheidsgraad van de zaken en situaties waarin beslissingen | |
| situations soumises à décisions; | moeten worden genomen; |
| - prendre des décisions dans un délai raisonnable; | - neemt beslissingen binnen een redelijke termijn; |
| - éviter des décisions et actes de procédures susceptibles de retarder | - vermijdt nutteloze beslissingen of tussenvonnissen; |
| inutilement l'issue d'un litige; | |
| - ... | - ... |
| 5. Ethique professionnelle. | 5. Beroepsethiek. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - être impartial dans toutes les décisions et tout au long du | - is onpartijdig in alle beslissingen tijdens het hele |
| processus décisionnel; | beslissingsproces; |
| - respecter l'éthique professionnelle et la déontologie généralement | - gedraagt zich met respect voor de algemeen aanvaarde beroepsethiek |
| acceptées; | en deontologie; |
| - avoir le sens du service public en favorisant notamment la confiance | - is bezorgd voor de openbare dienstverlening en bevordert in het |
| bijzonder het vertrouwen van de rechtsonderhorige in de | |
| du justiciable en la justice; | rechtsbedeling; |
| - exercer les fonctions en toute indépendance, à l'abri de toute | - oefent in alle onafhankelijkheid zijn bevoegdheden uit en duldt |
| influence; | hierbij geen enkele invloed; |
| - être apte à résister à toute pression, provocation ou contrainte; | - is bestand tegen elke druk, provocatie of dwang; |
| - être attentif aux droits de l'homme et au déroulement équitable des | - heeft aandacht voor de rechten van de mens en het rechtvaardig |
| débats; | verloop van de debatten; |
| - faire preuve de réserve; | - neemt een zekere gereserveerdheid in acht; |
| - ... | - ... |
| 6. Qualités sociales et psychologiques. | 6. Sociale en psychologische kwaliteiten. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - faire preuve de disposition particulière à l'écoute des parties; | - getuigt van een bijzondere luisterbereidheid t.o.v. de partijen; |
| - faire preuve de disponibilité tant à l'égard de la victime que du | - heeft oog voor het slachtoffer en de veroordeelde en kan een |
| condamné et avoir une approche équilibrée des différents intérêts en | evenwichtige afweging maken van de belangen die in het dossier een rol |
| présence; | spelen; |
| - être capable d'interroger avec nuance, doigté et finesse; | - is in staat met fijnzinnigheid, tact en nuance te ondervragen; |
| - avoir une bonne connaissance du milieu carcéral et du réseau | - heeft een goede kennis van het gevangeniswezen en van het |
| psychosocial de terrain; | psychosociale netwerk van het terrein; |
| - ... | - ... |
| GROUPE B | GROEP B |
| 1. Collégialité. | 1. Collegialiteit. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir le sens de la collégialité : participation à la réalisation | - is collegiaal ingesteld : zet zich in om de gemeenschappelijke |
| des objectifs communs poursuivis; | doelstellingen van de groep te realiseren; |
| - transmettre le savoir-faire et l'information; | - wisselt professionele knowhow en informatie uit; |
| - avoir le sens du travail d'équipe : recherche et exercice des | - heeft zin voor groepswerk : zoekt en neemt verantwoordelijkheid op |
| responsabilités; | zich; |
| - être loyal envers les autres et les décisions prises; | - is loyaal t.o.v. de anderen en de genomen beslissingen; |
| - être capable d'optimaliser la plus-value que peuvent apporter les | - is in staat de meerwaarde die de assessoren kunnen aanbrengen, te |
| assesseurs; | optimaliseren; |
| - ... | - ... |
| 2. Maîtrise de soi. | 2. Zelfbeheersing. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| ? comportement équilibré : | ? evenwichtig gedrag : |
| - assumer les décisions prises; | - gedraagt zich naar de genomen beslissingen; |
| - surmonter les difficultés rencontrées dans l'exercice de ses | - overwint de moeilijkheden waarmee hij geconfronteerd wordt in de |
| fonctions; | uitoefening van zijn functie; |
| ? capacité à supporter le stress : | ? stressbestendigheid : |
| - supporter la charge de travail; | - kan de werkdruk aan; |
| - être capable de se maîtriser même en cas de provocation; | - behoudt zijn zelfbeheersing zelfs indien hij uitgedaagd wordt; |
| - pouvoir prendre du recul par rapport aux situations de crise; | - kan afstand nemen in geval van crisissituaties; |
| - ... | - ... |
| GROUPE C | GROEP C |
| 1. Intérêt pour une formation continue. | 1. Vormingsbereidheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir le souci de se perfectionner et d'améliorer ses compétences; | - is bekommerd om zijn bekwaamheid te vervolledigen of te verbeteren; |
| - prendre des initiatives pour améliorer sa formation; | - neemt initiatief om zijn opleiding te verbeteren; |
| - maintenir un équilibre entre travail et formation; | - behoudt evenwicht tussen werk en vorming; |
| - avoir le souci de développer des compétences dans le domaine psychosocial; | - is bekommerd om psychosociale bekwaamheden te ontwikkelen; |
| - ... | - ... |
| 2. Faculté d'adaptation. | 2. Aanpassingsvermogen. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir la capacité de s'adapter au milieu carcéral et de prendre en | - is in staat om zich aan een penitentiaire omgeving aan te passen en |
| considération les aspects psychosociaux; | de psychosociale aspecten in aanmerking te nemen; |
| - se porter volontaire pour des activités nouvelles et s'y montrer | - is bereid nieuwe activiteiten uit te oefenen en toont zich hierin |
| efficace; | doeltreffend; |
| - envisager de manière positive tout changement ou remplacement | - bekijkt elke verandering of gevraagde vervanging vanuit een |
| demandé; | positieve ingesteldheid; |
| - ... | - ... |
| 3. Ouverture d'esprit et engagement. | 3. Openheid van geest en engagement. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - être disponible pour prendre des initiatives constructives tout en | - is beschikbaar om opbouwende initiatieven te nemen of er aan mee te |
| préservant un juste équilibre entre les activités principales et | werken, maar blijft in staat een goed evenwicht te bewaren tussen de |
| subsidiaires; | hoofd- en nevenactiviteiten; |
| - participer à des activités susceptibles de contribuer à une | - neemt deel aan activiteiten die bijdragen tot een beter inzicht in |
| meilleure perception des réalités sociales; | de maatschappelijke werkelijkheid; |
| - ... | - ... |
| Vu pour être annexé à Notre arrêté du 17 août 2007. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 augustus 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de la Justice, | De Minister van Justitie, |
| Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| Annexe 30 | Bijlage 30 |
| Critères d'évaluation et indicateurs | Evaluatiecriteria en indicatoren |
| Magistrats de liaison en matière de jeunesse | Verbindingsmagistraten in jeugdzaken |
| GROUPE A | GROEP A |
| 1. Connaissances juridiques requises pour les matières traitées. | 1. Juridische kennis vereist voor de te behandelen materies. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - connaissance de la législation et de la réglementation fédérales, | - kent de relevante federale en communautaire wetgeving en regelgeving |
| communautaires et régionales pertinentes en matière de protection et | inzake jeugdbescherming en bijzondere jeugdbijstand; |
| d'aide à la jeunesse; | |
| - manifester de l'intérêt pour ces matières; | - toont belangstelling voor deze materies; |
| - ... | - ... |
| 2. Connaissance pratique du secteur de la protection de la jeunesse. | 2. Praktische kennis van de sector jeugdbescherming. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - connaissance pratique du secteur de la protection de la jeunesse | - heeft praktische kennis van de sector jeugdbescherming in al zijn |
| sous ses différentes facettes : aspects judiciaires et mesures dont la | facetten : gerechtelijke aspecten en maatregelen waarvan de toepassing |
| mise en oeuvre relève d'autres institutions; | tot andere instellingen behoort; |
| - connaissance des acteurs fédéraux, communautaires et régionaux du | - kent de federale en communautaire actoren voor jeugdbescherming, |
| système de la protection et de l'aide à la jeunesse et du droit pénal, | bijzondere jeugdbijstand en strafrecht, en weet wat hun respectieve |
| et de leurs rôles respectifs; | rol is; |
| - vision claire du processus de décision des magistrats de la jeunesse; | - heeft inzicht in het beslissingproces van jeugdmagistraten; |
| - ... | - ... |
| 3. Efficience et efficacité du travail. | 3. Doeltreffendheid en doelmatigheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - faire preuve de capacité d'analyse; | - geeft blijk van analytisch vermogen; |
| - démontrer une capacité de gestion dans l'organisation du travail; | - geeft blijk van organisatorische vaardigheden in de organisatie van |
| - informer et sensibiliser les magistrats de la jeunesse, les acteurs | het werk; - informeert de jeugdmagistraten, de actoren van het terrein en de |
| de terrain et les autorités compétentes; | bevoegde overheden, en maakt hen bewust voor de materie; |
| - être efficace : gérer son travail et offrir des solutions efficaces | - werkt doeltreffend : is bekwaam om zijn eigen werk te organiseren en |
| aux problèmes rencontrés; | een doeltreffende oplossing te vinden voor de problemen die zich |
| - témoigner d'esprit d'initiative, de bon sens, d'esprit pratique et | voordoen; - heeft zin voor initiatief, getuigt van gezond verstand, praktisch |
| de créativité; | inzicht en creativiteit; |
| - équilibrer : | - behoudt een evenwicht tussen : |
| > la qualité du travail : | > de kwaliteit van het werk : |
| - conscience professionnelle; | - professionele nauwgezetheid; |
| - créativité; | - creativiteit; |
| > la quantité du travail : | > de kwantiteit van het werk : |
| - méthode de travail; | - werkmethode; |
| - suivi des dossiers; | - opvolging van dossiers; |
| - être ponctuel : respect des heures fixées et des délais; | - is stipt : respecteert vastgestelde uren en termijnen; |
| - être capable de diriger une réunion; | - is bekwaam om een vergadering te leiden; |
| - être capable de tracer des perspectives; | - is in staat vooruit te denken; |
| - être en mesure de détecter l'essentiel et de déterminer les | - is in staat de essentie van iets te identificeren en te bepalen wat |
| priorités par référence à ses missions; | voor zijn opdracht prioritair is; |
| - ... | - ... |
| 4. Aptitude à la communication et qualité de l'expression. | 4. Communicatie- en uitdrukkingsvaardigheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| ? la disposition à l'écoute : | ? luisterbereidheid : |
| - rechercher les attentes (explicites et implicites) des | - achterhaalt uitdrukkelijke en impliciete verwachtingen bij de |
| interlocuteurs; | gesprekspartners; |
| - être capable d'identifier les informations importantes dans les | - is in staat om in mondelinge gesprekken belangrijke informatie te |
| communications orales, de poser des questions et de réagir | achterhalen, door het stellen van vragen en gepast te reageren op de |
| adéquatement aux interventions; | tussenkomsten; |
| - être poli et courtois; | - is hoffelijk en beleefd; |
| - être diplomate; | - is diplomatisch; |
| - ... | - ... |
| ? l'expression orale et écrite : | ? mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : |
| - s'exprimer de manière pondérée, réfléchie et correcte; | - drukt zich op een evenwichtige, bedachtzame en correcte wijze uit; |
| - expression écrite : les écrits sont structurés, argumentés avec | - schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : de geschreven documenten |
| clarté, grammaticalement corrects, rédigés avec logique et précision | zijn gestructureerd, duidelijk geargumenteerd, grammaticaal correct, |
| dans une langue compréhensible, ils sont rédigés avec nuance et tact; | logisch en precies opgesteld, in een begrijpelijke taal; |
| - expression orale : aisée, claire, concise et précise; | - mondelinge uitdrukkingsvaardigheid : vlot, helder, bondig en precies; |
| - esprit de synthèse; | - synthetisch vermogen; |
| - ... | - ... |
| ? la qualité des relations professionnelles : | ? professionele relationele vaardigheid : |
| - être attentif à préserver une relation de qualité avec ses | - heeft aandacht voor de kwaliteit van de relaties met zijn |
| interlocuteurs; | gesprekspartners; |
| - avoir le souci de la concertation et de la conciliation; | - heeft aandacht voor overleg en verzoening; |
| - ... | - ... |
| 5. Esprit de décision : | 5. Besluitvaardigheid : |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - prendre ses responsabilités nonobstant les difficultés des matières | - neemt zijn verantwoordelijkheid op niettegenstaande de moeilijkheden |
| et situations soumises à décisions; | van de zaken en situaties waarin beslissingen moeten worden genomen; |
| - prendre des décisions dans un délai raisonnable; | - neemt beslissingen binnen een redelijke termijn; |
| - pourvoir prendre des décisions dans l'urgence; | - is in staat dringende beslissingen te nemen; |
| - veiller à faire accepter ses suggestions et décisions; | - slaagt erin zijn suggesties en beslissingen te doen aanvaarden; |
| - ... | - ... |
| 6. Ethique professionnelle. | 6. Beroepsethiek. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - être impartial dans toutes les décisions et tout au long du | - is onpartijdig in alle beslissingen tijdens het hele |
| processus décisionnel; | beslissingsproces; |
| - respecter l'éthique professionnelle et la déontologie généralement | - gedraagt zich met respect voor de algemeen aanvaarde beroepsethiek |
| acceptées; | en deontologie; |
| - avoir le sens du service public en favorisant notamment la confiance | - is bezorgd voor de openbare dienstverlening en bevordert in het |
| bijzonder het vertrouwen van de rechtsonderhorige in de | |
| du justiciable en la justice; | rechtsbedeling; |
| - exercer les fonctions en toute indépendance, à l'abri de toute | - oefent in alle onafhankelijkheid zijn bevoegdheden uit en duldt |
| influence; | hierbij geen enkele invloed; |
| - être apte à résister à toute pression, provocation ou contrainte; | - is bestand tegen elke druk, provocatie of dwang; |
| - être attentif aux droits de l'homme; | - heeft aandacht voor de rechten van de mens; |
| - faire preuve de réserve; | - neemt een zekere gereserveerdheid in acht; |
| - ... | - ... |
| 7. Qualités sociales et psychologiques. | 7. Sociale en psychologische kwaliteiten. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - faire preuve de disposition particulière à l'écoute des autres; | - getuigt van een bijzondere luisterbereidheid t.o.v. de gesprekspartners; |
| - faire preuve de disponibilité; | - getuigt van beschikbaarheid; |
| - faire preuve de capacité de négociation et de conciliation; | - geeft blijk van een bekwaamheid tot overleg en verzoening; |
| - faire preuve d'empathie et de qualités pédagogiques; | - getuigt van empathie en pedagogische kwaliteiten; |
| - respecter la liberté d'autrui quelles que soient ses convictions | - heeft respect voor andermans vrijheid welke ook zijn persoonlijke |
| personnelles; | overtuiging is; |
| - avoir une vision claire du processus de décision des magistrats de la jeunesse; | - heeft inzicht in het beslissingproces van jeugdmagistraten; |
| - ... | - ... |
| GROUPE B | GROEP B |
| 1. Collégialité. | 1. Collegialiteit. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir le sens de la collégialité : participation à la réalisation | - is collegiaal ingesteld : zet zich in om de gemeenschappelijke |
| des objectifs communs poursuivis; | doelstellingen van de groep te realiseren; |
| - transmettre le savoir-faire et l'information; | - wisselt professionele knowhow en informatie uit; |
| - avoir le sens du travail d'équipe : recherche et exercice des | - heeft zin voor groepswerk : zoekt en neemt verantwoordelijkheid op |
| responsabilités; | zich; |
| - être loyal envers les autres et les décisions prises; | - is loyaal t.o.v. de anderen en de genomen beslissingen; |
| - ... | - ... |
| 2. Maîtrise de soi. | 2. Zelfbeheersing. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| ? comportement équilibré : | ? evenwichtig gedrag : |
| - assumer les décisions prises; | - gedraagt zich naar de genomen beslissingen; |
| - surmonter les difficultés rencontrées en toutes circonstances; | - overwint de moeilijkheden waarmee hij geconfronteerd wordt in alle |
| ? capacité à supporter le stress : | omstandigheden; ? stressbestendigheid : |
| - supporter la charge de travail; | - kan de werkdruk aan; |
| - être capable de se maîtriser même en cas de provocation; | - behoudt zijn zelfbeheersing zelfs indien hij uitgedaagd wordt; |
| - pouvoir prendre du recul par rapport aux situations de crise; | - kan afstand nemen in geval van crisissituaties; |
| - faire preuve de persévérance; | - getuigt van doorzettingsvermogen; |
| - ... | - ... |
| GROUPE C | GROEP C |
| 1. Intérêt pour une formation continue. | 1. Vormingsbereidheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir le souci de se perfectionner et d'améliorer ses compétences | - is bekommerd om zijn bekwaamheid te vervolledigen of te verbeteren, |
| notamment dans les matières non juridiques en liaison avec ses | meer bepaald in de nietjuridische materies die verband houden met zijn |
| missions; | opdracht; |
| - prendre des initiatives pour améliorer sa formation; | - neemt initiatief om zijn opleiding te verbeteren; |
| - maintenir un équilibre entre travail et formation; | - behoudt evenwicht tussen werk en vorming; |
| - ... | - ... |
| 2. Faculté d'adaptation. | 2. Aanpassingsvermogen |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - se porter volontaire pour des activités nouvelles et s'y montrer | - is bereid nieuwe activiteiten uit te oefenen en toont zich hierin |
| efficace; | doeltreffend; |
| - envisager de manière positive tout changement ou remplacement | - bekijkt elke verandering of gevraagde vervanging vanuit een |
| demandé; | positieve ingesteldheid; |
| - ... | - ... |
| 3. Ouverture d'esprit et engagement. | 3. Openheid van geest en engagement. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - être disponible pour prendre des initiatives constructives tout en | - is beschikbaar om opbouwende initiatieven te nemen of er aan mee te |
| préservant un juste équilibre entre les activités principales et | werken, maar blijft in staat een goed evenwicht te bewaren tussen de |
| subsidiaires; | hoofd- en nevenactiviteiten; |
| - participer à des activités susceptibles de contribuer à une | - neemt deel aan activiteiten die bijdragen tot een beter inzicht in |
| meilleure perception des réalités sociales; | de maatschappelijke werkelijkheid; |
| - ... | - ... |
| Vu pour être annexé à Notre arrêté du 17 août 2007. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 augustus 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de la Justice, | De Minister van Justitie, |
| Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| Annexe 31 | Bijlage 31 |
| Critères d'évaluation et indicateurs | Evaluatiecriteria en indicatoren. |
| Substitut du procureur du Roi | Substituut-procureur des Konings |
| spécialisé en application des peines | gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken |
| GROUPE A | GROEP A |
| 1. Connaissances juridiques requises pour les matières traitées. | 1. Juridische kennis vereist voor de te behandelen materies. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir la maîtrise des matières juridiques traitées par référence aux | - beheerst de juridische materies die behandeld worden rekening |
| données, faits et situations soumis au magistrat; | houdend met de gegevens, feiten en situaties die de magistraat worden |
| - avoir la maîtrise du droit pénal et de la procédure pénale; | voorgelegd; - beheerst het strafrecht en het strafprocesrecht; |
| - connaissance approfondie de la législation relative à l'exécution | - heeft een grondige kennis van de wetgeving over de strafuitvoering, |
| des peines, aux droits des détenus et des victimes; | de rechten van de gedetineerden en de slachtoffers; |
| - manifester de l'intérêt pour ces matières; | - toont belangstelling voor deze materies; |
| - ... | - ... |
| 2. Efficience et efficacité du travail. | 2. Doeltreffendheid en doelmatigheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - faire preuve de capacité d'analyse et de synthèse; | - geeft blijk van analytisch en synthetisch vermogen; |
| - démontrer une capacité de gestion dans l'organisation du travail | - geeft blijk van organisatorische vaardigheden in de organisatie van |
| d'une équipe; | het teamwerk; |
| - motiver les collègues et collaborateurs; | - motiveert collegae en medewerkers; |
| - être efficace : gérer son travail et offrir des solutions efficaces | - werkt doeltreffend : is bekwaam om zijn eigen werk te organiseren en |
| om een doeltreffende oplossing te vinden voor de problemen die zich | |
| aux problèmes rencontrés; | voordoen; |
| - témoigner d'esprit d'initiative, de bon sens et d'esprit pratique; | - heeft zin voor initiatief, getuigt van gezond verstand en praktisch inzicht; |
| - équilibrer : | - behoudt een evenwicht tussen : |
| > la qualité du travail : | > de kwaliteit van het werk : |
| - conscience professionnelle; | - professionele nauwgezetheid; |
| - créativité; | - creativiteit; |
| > la quantité du travail : | > de kwantiteit van het werk : |
| - méthode de travail; | - werkmethode; |
| - suivi des dossiers; | - opvolging van dossiers; |
| - être ponctuel : respect des heures fixées (audiences...) et des | - is stipt : respecteert vastgestelde uren (zittingen...) en |
| délais; | termijnen; |
| - être capable de diriger une réunion; | - is bekwaam om een vergadering te leiden; |
| - ... | - ... |
| 3. Aptitude à la communication et qualité de l'expression. | 3. Communicatie- en uitdrukkingsvaardigheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| ? la disposition à l'écoute : | ? Luisterbereidheid : |
| - être à l'écoute de chacun et particulièrement attentif aux attentes | - heeft bijzondere aandacht voor de verwachtingen en de rechten van de |
| et aux droits des victimes; | slachtoffers; |
| - rechercher les motivations (explicites et implicites) des | - achterhaalt uitdrukkelijke en impliciete motieven bij de |
| interlocuteurs; | gesprekspartners; |
| - être capable d'identifier les informations importantes dans les | - is in staat om in mondelinge gesprekken belangrijke informatie te |
| communications orales, de poser des questions et de réagir | achterhalen, door het stellen van vragen en gepast te reageren op de |
| adéquatement aux interventions; | tussenkomsten; |
| - être apte à choisir le mode d'échange le plus adéquat; | - kan de meest geschikte communicatievorm kiezen; |
| - être poli et courtois; | - is hoffelijk en beleefd; |
| - ... | - ... |
| ? l'expression orale et écrite : | ? Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : |
| - s'exprimer de manière pondérée, réfléchie et correcte; | - drukt zich op een evenwichtige, bedachtzame en correcte wijze uit; |
| - expression écrite : les écrits sont structurés, argumentés avec | - schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid : de geschreven documenten |
| clarté, grammaticalement corrects, rédigés avec logique et précision | zijn gestructureerd, duidelijk geargumenteerd, grammaticaal correct, |
| dans une langue compréhensible; | logisch en precies opgesteld in een begrijpelijke taal; |
| - expression orale : aisée, claire, concise et précise; | - mondelinge uitdrukkingsvaardigheid : vlot, helder, bondig en precies; |
| - esprit de synthèse; | - synthetisch vermogen; |
| - ... | - ... |
| ? La qualité des relations professionnelles : | ? Professionele relationele vaardigheid : |
| - être attentif à préserver une relation de qualité avec les avocats, | - heeft aandacht voor de kwaliteit van de relaties met advocaten, |
| les collaborateurs de justice (enquêteurs, secrétaires, juristes, | justitiële medewerkers (onderzoekers, parketsecretarissen, griffiers, |
| greffiers, stagiaires,...), l'administration pénitentiaire, les | juristen, stagiairs...), de penitentiaire administratie, de |
| justiciables, les services administratifs et sociaux et les collègues; | rechtsonderhorigen, de administratieve en sociale diensten, en de collegae; |
| - ... | - ... |
| 4. Esprit de décision. | 4. Besluitvaardigheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - prendre ses responsabilités nonobstant la difficulté des matières et | - Neemt zijn verantwoordelijkheid op niettegenstaande de |
| moeilijkheidsgraad van de zaken en situaties waarin beslissingen | |
| situations soumises à décisions; | moeten worden genomen; |
| - prendre des décisions dans un délai raisonnable; | - Neemt beslissingen binnen een redelijke termijn; |
| - ... | - ... |
| 5. Ethique professionnelle. | 5. Beroepsethiek. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - être impartial; | - is onpartijdig; |
| - respecter l'éthique professionnelle et la déontologie généralement | - gedraagt zich met respect voor de algemeen aanvaarde beroepsethiek |
| acceptées; | en deontologie; |
| - avoir le sens du service public en favorisant notamment la confiance | - is bezorgd voor de openbare dienstverlening en bevordert in het |
| bijzonder het vertrouwen van de rechtsonderhorige in de | |
| du justiciable en la justice; | rechtsbedeling; |
| - exercer les fonctions en toute indépendance, à l'abri de toute | - oefent in alle onafhankelijkheid zijn bevoegdheden uit en duldt |
| influence; | hierbij geen enkele invloed; |
| - être apte à résister à toute pression, provocation ou contrainte; | - is bestand tegen elke druk, provocatie of dwang; |
| - être attentif aux droits de l'homme et au déroulement équitable des | - heeft aandacht voor de rechten van de mens en het rechtvaardig |
| débats (sensu lato); | verloop van het proces (sensu latu); |
| - faire preuve de réserve; | - neemt een zekere gereserveerdheid in acht; |
| - ... | - ... |
| 6. Politique criminelle. | 6. Beleid in strafzaken. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - être capable de décider de l'opportunité d'une saisine du tribunal; | - is in staat te oordelen over de opportuniteit een zaak bij de rechtbank aanhangig te maken; |
| - pouvoir faire précéder sa décision d'une réflexion sur la dimension | - kan zijn beslissing laten voorafgaan door een reflectie over de |
| sociale de celle-ci; | sociale dimensie ervan; |
| - ... | - ... |
| 7. Qualités sociales et psychologiques. | 7. Sociale en psychologische kwaliteiten. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - faire preuve de disposition particulière à l'écoute des parties; | - getuigt van een bijzondere luisterbereidheid t.o.v. de partijen; |
| - faire preuve de disponibilité tant à l'égard de la victime que du | - heeft oog voor het slachtoffer en de veroordeelde en kan een |
| condamné et avoir une approche équilibrée des différents intérêts en | evenwichtige afweging maken van de belangen die in het dossier een rol |
| présence; | spelen; |
| - être capable d'interroger avec nuance, doigté et finesse; | - is in staat met fijnzinnigheid, tact en nuance te ondervragen; |
| - avoir une bonne connaissance du milieu carcéral et du réseau | - heeft een goede kennis van het gevangeniswezen en van het |
| psychosocial de terrain; | psychosociale netwerk van het terrein; |
| - ... | - ... |
| GROUPE B | GROEP B |
| 1. Collégialité. | 1. Collegialiteit. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir le sens de la collégialité : participation à la réalisation | - is collegiaal ingesteld : zet zich in om de gemeenschappelijke |
| des objectifs communs poursuivis; | doelstellingen van de groep te realiseren; |
| - transmettre le savoir-faire et de l'information; | - wisselt professionele knowhow en informatie uit; |
| - avoir le sens du travail d'équipe : recherche et exercer des | - heeft zin voor groepswerk : zoekt en neemt verantwoordelijkheid op |
| responsabilités sans se décharger au préjudice de collègues; | zich; - is loyaal t.o.v. de anderen en de genomen beslissingen; |
| - être loyal envers les autres et les décisions prises; | |
| - ... | - ... |
| 2. Maîtrise de soi. | 2. Zelfbeheersing. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| ? comportement équilibré : | ? evenwichtig gedrag : |
| - assumer les décisions prises; | - gedraagt zich naar de genomen beslissingen; |
| - surmonter les difficultés rencontrées dans son cabinet, à | - overwint de moeilijkheden waarmee hij geconfronteerd wordt in zijn |
| l'audience, ou en toutes autres circonstances; | kabinet, op de zitting of in alle andere omstandigheden; |
| ? capacité à supporter le stress : | ? stressbestendigheid : |
| - supporter la charge de travail; | - kan de werkdruk aan; |
| - être capable de se maîtriser même en cas de provocation; | - behoudt zijn zelfbeheersing zelfs indien hij uitgedaagd wordt; |
| - ... | - ... |
| 3. Aptitude à travailler dans une structure hiérarchique. | 3. Samenwerkingsvermogen in hiërarchisch verband. |
| - pouvoir travailler de manière autonome sous autorité; | - kan autonoom werken onder een gesteld gezag; |
| - ... | - ... |
| GROUPE C | GROEP C |
| 1. Intérêt pour une formation continue. | 1. Vormingsbereidheid. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir le souci de se perfectionner et d'améliorer ses compétences; | - is bekommerd om zijn bekwaamheid te vervolledigen of te verbeteren; |
| - prendre des initiatives pour améliorer sa formation; | - neemt initiatief om zijn opleiding te verbeteren; |
| - maintenir un équilibre entre travail et formation; | - behoudt evenwicht tussen werk en vorming; |
| - avoir le souci de développer des compétences dans le domaine psychosocial; | - is bekommerd om psychosociale bekwaamheden te ontwikkelen; |
| - ... | - ... |
| 2. Faculté d'adaptation. | 2. Aanpassingsvermogen. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - avoir la capacité de s'adapter au milieu carcéral et de prendre en | - is in staat om zich aan een penitentiaire omgeving aan te passen en |
| considération les aspects psychosociaux; | de psychosociale aspecten in aanmerking te nemen; |
| - se porter volontaire pour des activités nouvelles et s'y montrer | - is bereid nieuwe activiteiten uit te oefenen en toont zich hierin |
| efficace; | doeltreffend; |
| - envisager de manière positive tout changement ou remplacement | - bekijkt elke verandering of gevraagde vervanging vanuit een |
| demandé; | positieve ingesteldheid; |
| - ... | - ... |
| 3. Ouverture d'esprit et engagement. | 3. Openheid van geest en engagement. |
| Indicateurs : | Indicatoren : |
| - être disponible pour prendre des initiatives constructives tant au | - is beschikbaar om, zowel binnen zijn jurisdictie als erbuiten, |
| sein de sa juridiction qu'en dehors, tout en préservant un juste | opbouwende initiatieven te nemen of er aan mee te werken, maar blijft |
| équilibre entre les activités principales et subsidiaires; | in staat een goed evenwicht te bewaren tussen de hoofd- en nevenactiviteiten; |
| - participer à des activités susceptibles de contribuer à une | - neemt deel aan activiteiten die bijdragen tot een beter inzicht in |
| meilleure perception des réalités sociales; | de maatschappelijke werkelijkheid; |
| - ... | - ... |
| Vu pour être annexé à Notre arrêté du 17 août 2007. | Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 augustus 2007. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de la Justice, | De Minister van Justitie, |
| Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |