Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêté Royal du 16/11/1999
← Retour vers "Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 25 novembre 1997, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal, relative à la sécurité d'emploi "
Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 25 novembre 1997, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour le commerce du métal, relative à la sécurité d'emploi Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de werkzekerheid
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
16 NOVEMBRE 1999. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention 16 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend
collective de travail du 25 novembre 1997, conclue au sein de la wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november
Sous-commission paritaire pour le commerce du métal, relative à la 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel,
sécurité d'emploi (1) betreffende de werkzekerheid (1)
ALBERT II, Roi des Belges, ALBERT II, Koning der Belgen,
A tous, présents et à venir, Salut. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28;
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour le commerce du arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
métal; 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, Op de voordracht van Onze Minister Werkgelegenheid,
Nous avons arrêté et arrêtons : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

travail du 25 novembre 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 1997,
Sous-commission paritaire pour le commerce du métal, relative à la gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende
sécurité d'emploi. de werkzekerheid.

Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

présent arrêté. van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 16 novembre 1999. Gegeven te Brussel, 16 november 1999.
ALBERT ALBERT
Par le Roi : Van Koningswege :
La Ministre de l'Emploi, De Minister van Werkgelegenheid,
Mme L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Note Nota
(1) Référence au Moniteur belge : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe Bijlage
Sous-commission paritaire pour le commerce du métal Paritair Subcomité voor de metaalhandel
Convention collective de travail du 25 novembre 1997 Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 1997
Sécurité d'emploi Werkzekerheid
(Convention enregistrée le 9 février 1998 (Overeenkomst geregistreerd op 9 februari 1998
sous le numéro 47070/CO/149.04) onder het nummer 47070/CO/149.04)
CHAPITRE Ier. - Champ d'application HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

aux employeurs et aux ouvriers des entreprises ressortissant à la de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorten onder
Sous-commission paritaire du commerce de métal. het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Pour l'application de la présente convention collective de travail, on Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt
entend par ouvriers : les ouvriers et ouvrières. onder werklieden verstaan : de werklieden en de werksters.
CHAPITRE II. - Objet HOOFDSTUK II. - Voorwerp
Section 1re. - Principe Afdeling 1. - Principe

Art. 2.Pendant la durée du présent accord, aucune entreprise ne

Art. 2.Voor de duur van dit akkoord zal in geen enkele onderneming

overgegaan worden tot meervoudig ontslag vooraleer andere
procédera à des licenciements multiples avant d'avoir épuisé toutes tewerkstellingsbehoudende maatregelen - met inbegrip van tijdelijke
les autres mesures de maintien de l'emploi - y compris le chômage werkloosheid - uitgeput zijn en vooraleer de mogelijkheid tot
temporaire - et examiné la possibilité de formation professionnelle beroepsopleiding voor de getroffen werklieden werd onderzocht. Voor de
pour les ouvriers touchés. Pour les ouvriers de plus de 45 ans, on werklieden ouder dan 45 jaar zal prioritair naar
cherchera par priorité des mesures visant à sauvegarder l'emploi. tewerkstellingsbehoudende maatregelen worden gezocht.
Section 2. - Définition. Afdeling 2. - Definities

Art. 3.Par "licenciement", il faut entendre : tout licenciement pour

Art. 3.Als "ontslag" wordt beschouwd : elk ontslag en om economische,

raisons économiques, financières, structurelles, techniques et toute financiële, structurele, technische en alle andere redenen
autre raison indépendante de la volonté des ouvriers, à l'exception du onafhankelijk van de wil van de werklieden, met uitzondering van het
licenciement pour motif grave. ontslag om dringende redenen.

Art. 4.Par licenciement "multiple", il faut entendre : tout

Art. 4.Als "meervoudig" ontslag wordt beschouwd : een ontslag van ten

licenciement d'au moins 2 ouvriers dans les entreprises occupant 29 travailleurs et moins, d'au moins 3 ouvriers dans les entreprises occupant entre 30 et 59 travailleurs et d'au moins 6 ouvriers dans les entreprises occupant 60 travailleurs et plus et ce, dans un délai de soixante jours calendrier.Section 3. - Procédure.

Art. 5.En cas de circonstances économiques et/ou financières imprévisibles et imprévues, rendant par exemple le chômage temporaire ou d'autres mesures équivalentes intenables sur le plan socio-économique, la procédure de concertation sectorielle ci-après - durant laquelle on ne peut pas procéder à des licenciements - sera respectée : 1. Lorsque l'employeur envisage de procéder au licenciement de plusieurs travailleurs, licenciement pouvant être considéré comme multiplie, il en informe au préalable le conseil d'entreprise ou, à défaut, le délégué syndical. A défaut de conseil d'entreprise ou de délégation syndicale, il informe préalablement par écrit et de façon individuelle les travailleurs concernés. 2. Dans les quinze jours calendrier suivant la communication de l'information aux représentants syndicaux des ouvriers, les parties doivent entamer les pourparlers au niveau de l'entreprise sur les mesures pouvant être prises en la matière. Si cette concertation ne donne pas de solution, il est fait appel dans les huit jours civils suivant le constat de désaccord au niveau de l'entreprise, au bureau de conciliation à l'initiative de la partie la plus diligente. 3. En cas d'absence de conseil d'entreprise ou de délégation syndicale dans l'entreprise, il peut être entamé dans les quinze jours civils suivant la communication de l'information aux travailleurs la même procédure de concertation à l'initiative des organisations syndicales qui représentent les ouvriers. Cette procédure est également applicable en cas de faillite. Section 4. - Sanction.

Art. 6.En cas de non-respect de la procédure fixée à l'article 5, l'employeur en défaut est tenu de payer une indemnité aux ouvriers concernés, outre le délai de préavis normal. Cette indemnité est égale au salaire dû pour le délai de préavis précité. En cas de litige, il est fait appel au bureau de conciliation à la demande de la partie la plus diligente. L'absence d'un employeur à la réunion du bureau de conciliation, prévue par la présente procédure, est considérée comme un non-respect de ladite procédure. L'employeur peut se faire représenter par un délégué compétent appartenant à son entreprise. Cette sanction s'applique également à l'employeur qui ne respecte pas l'avis unanime du bureau de conciliation. CHAPITRE III. - Validité

Art. 7.La présente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 1997 et cesse d'être en vigueur le 30 juin 1999. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 16 novembre 1999. La Ministre de l'Emploi,

minste 2 werklieden in ondernemingen met 29 werknemers en minder, van tenminste 3 werklieden in ondernemingen van 30 tot 59 werknemers en van tenminste 6 werklieden in ondernemingen met 60 werknemers en meer, dit alles in de loop van een periode van zestig kalenderdagen.Afdeling 3. - Procedure

Art. 5.Wanneer zich onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden zouden voordoen waardoor bijvoorbeeld tijdelijke werkloosheid of andere equivalente maatregelen sociaal-economisch onhoudbaar worden, zal de volgende sectorale overlegprocedure - tijdens dewelke niet tot ontslag kan worden overgaan - worden nageleefd : 1. Wanneer de werkgever voornemens is over te gaan tot ontslag van meerdere werknemers, dat als meervoudig ontslag kan worden beschouwd, licht hij voorafgaandelijk de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de vakbondsafgevaardigde in. In geval er geen ondernemingsraad of vakbondsafgevaardigde bestaat, licht hij voorafgaandelijk individueel de betrokken werknemers schriftelijk in. 2. Binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de werknemersvertegenwoordigers van de werklieden dienen partijen op ondernemingsvlak de besprekingen te starten over de maatregelen die ter zake kunnen worden genomen. Indien dit overleg niet tot een oplossing leidt, dan wordt binnen de acht kalenderdagen na het vaststellen van een niet-akkoord op ondernemingsvlak, beroep gedaan op het verzoeningsbureau op initiatief van de meest gerede partij. 3. In geval er geen ondernemingsraad of vakbondsafgevaardiging bestaat in de onderneming, kan, binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de werknemers, dezelfde overlegprocedure worden ingeleid op initiatief van de vakbondsorganisaties die de werklieden vertegenwoordigen. Deze procedure is eveneens van toepassing bij faillissement. Afdeling 4. - Sanctie

Art. 6.Bij niet naleving van de procedure bepaald in artikel 5, dient de in gebreke zijnde werkgever, naast de normale opzeggingstermijn, aan de betrokken werklieden een vergoeding te betalen. Deze vergoeding is gelijk aan het loon verschuldigd voor de genoemde opzeggingstermijn. In geval van betwisting wordt beroep gedaan op het verzoeningsbureau op vraag van de meest gerede partij. De afwezigheid van een werkgever op de in deze procedure voorziene bijeenkomst van het verzoeningsbureau wordt beschouwd als een niet naleving van de bovenstaande procedure. De werkgever kan zich laten vertegenwoordigen door een bevoegde afgevaardigde behorende tot zijn onderneming. De sanctie is eveneens van toepassing op de werkgever die een unaniem advies van het verzoeningsbureau niet toepast. HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1999. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 november 1999. De Minister van Werkgelegenheid,

Mme L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^