Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 26 septembre 2001, conclue au sein de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles, fixant les conditions de salaires et de travail pour le travail saisonnier et occasionnel | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor seizoen- en gelegenheidswerk |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
15 OCTOBRE 2002. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 15 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 26 septembre 2001, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles, fixant les | 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot |
conditions de salaires et de travail pour le travail saisonnier et | vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor seizoen- en |
occasionnel (1) | gelegenheidswerk (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la convention collective de travail du 7 juin 1991, conclue au sein | Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten |
de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles, instituant | in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van |
un fonds de sécurité d'existence et fixant ses statuts, rendue | een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, |
obligatoire par arrêté royal du 3 octobre 1991; | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober |
Vu la demande de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles; | 1991; Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 26 septembre 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2001, |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles, fixant les | gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot |
conditions de salaires et de travail pour le travail saisonnier et | vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor seizoen- en |
occasionnel. | gelegenheidswerk. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 15 octobre 2002. | Gegeven te Brussel, 15 oktober 2002. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Références au Moniteur belge : | (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Arrêté royal du 3 octobre 1991, Moniteur belge du 29 octobre 1991. | Koninklijk besluit van 3 oktober 1991, Belgisch Staatsblad van 29 |
oktober 1991. | |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf |
Convention collective de travail du 26 septembre 2001 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2001 |
Fixant les conditions de salaire et de travail pour le travail | Vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor seizoen- en |
saisonnier et occasionnel (Convention enregistrée le 24 octobre 2001 | gelegenheidswerk (Overeenkomst geregistreerd op 24 oktober 2001 onder |
sous le numéro 59338/CO/145) | het nummer 59338/CO/145) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs qui ressortissent au champ d'application de la | de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van het |
Commission paritaire pour les entreprises horticoles, à l'exclusion | Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, met uitsluiting van de |
des entreprises qui ont comme activité principale l'aménagement et | ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het aanleggen en |
l'entretien de parcs et jardins et la culture de champignons, et au | onderhouden van parken en tuinen en de champignonteelt, en op hun als |
personnel occasionnel occupé en tant qu'ouvrier ou ouvrière comme | arbeider of arbeidster tewerkgesteld gelegenheidspersoneel zoals |
prévu par l'article 8bis de l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en | bepaald in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november |
exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 | 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de |
décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs. | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders. | |
CHAPITRE II. - Salaires | HOOFDSTUK II. - Lonen |
Art. 2.§ 1er. Au 1er janvier 2001, les salaires horaires minimums |
Art. 2.§ 1. Op 1 januari 2001 zijn volgende minimumuurlonen van |
sont d'application au personnel occasionnel visé à l'article 1er : | toepassing op het in artikel 1 bedoelde gelegenheidspersoneel : |
- fleurs et plantes ornementales : 7,0350 EUR; | - bloemen- en sierplanten : 7,0350 EUR; |
- culture maraîchère, de semences horticoles, de truffes, de raisins : | - groenten - tuinbouwzaden - truffel - druiventeelt : 6,4155 EUR |
6,4155 EUR; - pépinières : 7,8780 EUR; | - boomkwekerijen : 7,8780 EUR; |
- pépinières d'arbres forestiers : 7,8100 EUR; | - bosboomkwekerijen : 7,8100 EUR; |
- fructiculture : 6,4155 EUR. | - fruitteelt : 6,4155 EUR. |
§ 2. Les salaires horaires minimums des ouvriers et ouvrières | § 2. De minimumuurlonen van de minderjarige werklieden en werksters |
mineur(e)s sont fixés comme suit : | worden als volgt vastgesteld : |
17 ans = 85 p.c. | 17 jaar = 85 pct. |
16 ans = 70 p.c. | 16 jaar = 70 pct. |
15 ans = 55 p.c. du salaire horaire des ouvriers et ouvrières de 18 | 15 jaar = 55 pct. van het uurloon van de werklieden en werksters van |
ans et plus de la même catégorie. | 18 jaar en ouder van dezelfde categorie. |
§ 3. Les salaires minimums mentionnés au § 1er et les salaires | § 3. De in § 1 vermelde minimumlonen en de werkelijk betaalde lonen |
réellement payés sont liés à l'indice des prix à la consommation comme | zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen zoals |
prévu par la convention collective de travail du 6 mars 1995, conclue | bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 1995, |
gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende | |
au sein de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles | de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de |
relative à la liaison des salaires à l'indice des prix à la | consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk |
consommation, rendue obligatoire par l'arrêté royal du 22 décembre | besluit van 22 december 1995 en bekendgemaakt in het Belgisch |
1995 et publiée au Moniteur belge du 7 mars 1996. | Staatsblad van 7 maart 1996. |
CHAPITRE III. - Prime de fin d'année | HOOFDSTUK III. - Eindejaarspremie |
Art. 3.Le personnel occasionnel visé à l'article 1er, qui a au cours |
Art. 3.Het in artikel 1 bedoelde gelegenheidspersoneel, dat in de |
de la période de référence du 1er janvier au 31 décembre de l'année, | loop van de referteperiode, lopende van 1 januari tot 31 december van |
au moins cinquante jours déclarés sur la carte cueillette dans une ou | het jaar, minstens vijftig dagen aangegeven op de plukkaart heeft in |
plusieurs entreprises visées à l'article 1er, a droit à une prime de | één of meerdere in artikel 1 bedoelde ondernemingen, heeft vanaf 1 |
fin d'année de 124 EUR à partir du 1er janvier 2001 à charge du Fonds | januari 2001, ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor het |
social et de garantie pour les entreprises horticoles. | tuinbouwbedrijf, recht op een eindejaarspremie van 124 EUR. |
Les modalités de paiement de la prime de fin d'année sont fixées par | De praktische uitkeringsmodaliteiten van de eindejaarspremie worden |
le conseil d'administration du Fonds social et de garantie pour les | bepaald door de raad van beheer van het Waarborg- en Sociaal Fonds |
entreprises horticoles. | voor het tuinbouwbedrijf. |
CHAPITRE IV. - Prime syndicale | HOOFDSTUK IV. - Syndicale premie |
Art. 4.Le personnel occasionnel visé à l'article 1er qui est affilié |
Art. 4.Het in artikel 1 bedoelde gelegenheidspersoneel dat |
à l'une des organisations interprofessionnelles représentatives de | aangesloten is bij één van de representatieve interprofessionele |
travailleurs représentées à la Commission paritaire pour les | werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor |
entreprises horticoles a droit à une prime syndicale de 12,40 EUR à | het tuinbouwbedrijf, heeft vanaf 1 januari 2001, ten laste van het |
partir du 1er janvier 2001 à charge du Fonds social et de garantie | Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf, recht op een |
pour les entreprises horticoles à condition qu'il ait droit à la prime | syndicale premie van 12,40 EUR indien het recht heeft op een |
de fin d'année visée à l'article 3 de cette convention collective de | eindejaarspremie zoals bedoeld in artikel 3 van deze collectieve |
travail. | arbeidsovereenkomst. |
Dispositions spéciales | Bijzondere bepalingen |
Art. 5.Les articles mentionnés dans la 1re, 8e et 10e ligne du |
Art. 5.De artikelen die in de 1e, 8e en 10e rij van de volgende tabel |
worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve | |
tableau ci-dessous se rapportent à cette convention collective de | arbeidsovereenkomst. Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de |
travail. A partir de la date d'entrée en vigueur de la présente | eerste kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van |
convention collective de travail jusqu'au 31 décembre 2001, seuls | deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen |
seront valables les montants mentionnés en francs belges dans la | die in Belgische frank worden vermeld in de tweede kolom. |
deuxième colonne. | |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
CHAPITRE VI. - Validité | HOOFDSTUK VI. - Geldigheid |
Art. 6.La présente convention collective de travail produit ses |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
effets le 1er janvier 2001 et est conclue pour une durée indéterminée. | ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur. |
Elle remplace la convention collective de travail du 30 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles, fixant les conditions de salaire et de travail pour le travail saisonnier et occasionnel. Elle peut être dénoncée par chacune des parties contractantes moyennant un préavis de minimum trois mois, à notifier par lettre recommandée à la poste, adressée au président de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 15 octobre 2002. La Ministre de l'Emploi, | Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor het seizoen- en gelegenheidswerk. Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van ten minste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 oktober 2002. De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |