Arrêté royal relatif à la protection des porcs dans les élevages porcins | Koninklijk besluit betreffende de bescherming van varkens in varkenshouderijen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE |
ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT | VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU |
15 MAI 2003. - Arrêté royal relatif à la protection des porcs dans les | 15 MEI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de bescherming van |
élevages porcins | varkens in varkenshouderijen |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des | Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het |
animaux, modifiée par la loi du 4 mai 1995, notamment l'article 4, § | welzijn der dieren, gewijzigd bij de wet van 4 mei 1995, inzonderheid |
4; | op artikel 4, § 4; |
Vu l'arrêté royal du 23 juin 1994 relatif à la protection des porcs | Gelet op het koninklijk besluit van 23 juni 1994 betreffende de |
dans les élevages porcins; | bescherming van varkens in varkenshouderijen; |
Vu la Directive du Conseil des Communautés européennes, du 19 novembre | Gelet op de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschap van 19 |
1991 établissant les normes minimales relatives à la protection des | november 1991 tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van |
porcs (91/630/EEC), modifiée par la Directive 2001/88/CE du Conseil | varkens (91/630/EEG), gewijzigd door de Richtlijn 2001/88/EG van de |
des Communautés européennes du 23 octobre 2001 et par la Directive | Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 oktober 2001 en door |
2001/93/CE de la Commission du 9 novembre 2001; | Richtlijn 2001/93/EG van de Commissie van 9 november 2001; |
Vu l'accord des Gouvernements régionaux; | Gelet op het akkoord van de Gewestregeringen; |
Vu l'urgence motivée par la nécessité de prendre sans retard des | Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de noodzaak |
mesures en matière de protection des porcs dans les élevages porcins | om onverwijld maatregelen te nemen inzake de bescherming van varkens |
résultant de l'obligation de se conformer dans les délais prescrits à | in varkenshouderijen voortvloeiend uit de verplichting zich binnen de |
la Directive 2001/93/CE afin d'éviter toute distorsion économique par | voorgeschreven termijn te schikken naar Richtlijn 2001/93/EG teneinde |
rapport aux pays environnants de l'Union européenne et le fait que la | economische distorsies tegenover de omringende landen van de Europese |
Belgique, par une transposition tardive pourrait se trouver dans un | Unie te vermijden en het feit dat België zich bij een niet tijdige |
état d'exception au sein de l'Europe ce qui desservirait l'image de | omzetting in een uitzonderingstoestand zou bevinden binnen Europa, wat |
marque et les intérêts de notre pays; | het imago en de belangen van ons land niet ten goede zou komen; |
Vu l'avis 35.330/3 du Conseil d'Etat, donné le 15 avril 2003, en | Gelet op advies 35.330/3 van de Raad van State, gegeven op 15 april |
application de l'article 84, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur | 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de |
le Conseil d'Etat; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Sur la proposition de Notre Ministre de la Protection de la | Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, |
consommation, de la Santé publique et de l'Environnement, | Volksgezondheid en Leefmilieu, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.§ 1er. Les porcs dans les élevages porcins doivent être |
Artikel 1.§ 1. Varkens op varkensbedrijven moeten gehouden en |
détenus conformément aux dispositions de cet arrêté et à l'annexe de | verzorgd worden overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en de |
cet arrêté. | bijlage bij dit besluit. |
§ 2. Pour l'application du présent arrêté il convient d'entendre par : | § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1. Porc : un animal de l'espèce porcine, de n'importe quel âge, élevé | 1. Varken : een varken van ongeacht welke leeftijd, dat wordt gehouden |
pour la reproduction ou l'engraissement; | voor de fokkerij of de mesterij; |
2. Verrat : un porc mâle pubère, destiné à la reproduction; | 2. Beer : een geslachtsrijp mannelijk varken, bestemd voor de |
3. Truie : un porc femelle après la première mise bas; | fokkerij; 3. Zeug : vrouwelijk varken vanaf de eerste worp; |
4. Cochette : un porc femelle pubère qui n'a pas encore mis bas; | 4. Gelt : een geslachtsrijp vrouwelijk varken dat nog niet heeft |
5. Truie allaitante : un porc femelle de la période périnatale | geworpen; 5. Zogende zeug : een vrouwelijk varken in de perinatale periode |
jusqu'au sevrage des porcelets; | totdat de biggen zijn gespeend; |
6. Truie tarie et gestante : une truie entre le moment du sevrage et | 6. Guste en drachtige zeug : een zeug tussen het spenen en de |
la période périnatale; | perinatale periode; |
7. Porcelet : un porc de la naissance au sevrage; | 7. Big : een varken vanaf de geboorte tot aan het spenen; |
8. Porcelet sevré : un porc entre le début du sevrage et l'âge de dix | 8. Gespeend big : varken vanaf het spenen tot de leeftijd van tien |
semaines; | weken; |
9. Porc de production : un porc depuis l'âge de dix semaines jusqu'au | 9. Gebruiksvarken : varken vanaf de leeftijd van tien weken tot het |
moment de l'abattage ou de la saillie; | moment van dekken of slachten; |
10. Insémination : insémination naturelle (saillie) ou artificielle. | 10. Inseminatie : natuurlijke of kunstmatige inseminatie. |
CHAPITRE Ier. - Exigences minimales pour la superficie et les revêtements de sol | HOOFDSTUK I. - Minimumvoorschriften voor oppervlakte en vloeren |
Art. 2.§ 1er. Sans préjudice des conditions du chapitre II des |
Art. 2.§ 1. Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk II van de |
annexes, chaque porc sevré ou porc de production élevé en groupe, à | bijlagen moet voor elk gespeend varken of gebruiksvarken dat in een |
l'exception des cochettes après l'insémination et des truies, dispose | groep wordt gehouden, met uitzondering van gelten na inseminatie en |
obligatoirement d'une superficie d'espace libre au moins égale à : | zeugen, een vrije vloerruimte beschikbaar zijn van ten minste : |
Poids de l'animal vivant m2 | Levend gewicht (kg) m2 |
(en kilogrammes) | |
jusqu'à 10 0,15 | tot 10 0,15 |
plus de 10 et jusqu'à 20 0,20 | van 10 tot 20 0,20 |
plus de 20 et jusqu'à 30 0,30 | van 20 tot 30 0,30 |
plus de 30 et jusqu'à 50 0,40 | van 30 tot 50 0,40 |
plus de 50 et jusqu'à 85 0,55 | van 50 tot 85 0,55 |
plus de 85 et jusqu'à 110 0,65 | van 85 tot 110 0,65 |
plus de 110 1,00 | meer dan 110 1,00 |
§ 2. Lorsque le revêtement de sol utilisé pour les porcs élevés en | § 2. Indien voor de varkens, bedoeld in voorgaande paragraaf en de |
groupe mentionnés dans le paragraphe précédent et pour les porcelets, est un caillebotis en béton : | biggen, betonnen roostervloeren worden gebruikt : |
1. la largeur maximale des ouvertures est de : | 1. is de maximale grootte van de spleetbreedte : |
11 mm pour les porcelets; | 11 mm voor biggen; |
14 mm pour les porcs sevrés; | 14 mm voor gespeende varkens; |
18 mm pour les porcs de production; | 18 mm voor gebruiksvarkens; |
2. la largeur minimale des pleins est de : | 2. is de minimale balkbreedte : |
50 mm pour les porcelets et les porcs sevrés, et | 50 mm voor biggen en gespeende varkens en |
80 mm pour les porcs de production. | 80 mm voor gebruiksvarkens. |
CHAPITRE II. - Détention des cochettes et des truies | HOOFDSTUK II. - Huisvesting van gelten en zeugen |
Art. 3.§ 1er. Les truies et les cochettes doivent être détenues en |
Art. 3.§ 1. Zeugen en gelten moeten in groepen gehouden worden vanaf |
groupe pendant une période débutant quatre semaines après | |
l'insémination et s'achevant une semaine avant la date prévue de mise | vier weken na de inseminatie tot één week vóór de verwachte werpdatum. |
bas. Les côtés de l'enclos dans lequel se trouve le groupe doivent | De zijden van de box waarin de groep wordt gehouden, moeten langer |
avoir une longueur supérieure à 2,8 mètres. Lorsque le groupe comporte | zijn dan 2,8 m. Indien minder dan zes dieren in een groep worden |
moins de six individus, les côtés de l'enclos dans lequel il se trouve | gehouden, moeten de zijden van de box waarin de groep wordt gehouden |
doivent avoir une longueur supérieure à 2,4 m. | langer zijn dan 2,4 m. |
§ 2. Par dérogation aux dispositions prévues par le paragraphe | § 2. In afwijking van de bepalingen van voorgaande paragraaf mogen |
précédent les truies et les cochettes élevées dans des exploitations | zeugen en gelten die in bedrijven met minder dan 10 zeugen worden |
de moins de dix truies peuvent être maintenues individuellement | gehouden, tijdens de in voorgaande paragraaf bedoelde periode apart |
pendant la période prévue au paragraphe précédent pour autant qu'elles | worden gehouden, mits zij zich gemakkelijk in de box kunnen omdraaien. |
puissent se retourner facilement dans la case; | |
Art. 4.§ 1er. La superficie totale d'espace libre dont dispose chaque |
Art. 4.§ 1. Voor elke in groep gehouden zeug en gelt na inseminatie |
cochette et truie après l'insémination doit être respectivement d'au | |
moins 1,64 m2 et de 2,25 m2. Lorsque ces animaux cohabitent en groupes | moet de totale vrije vloerruimte respectievelijk minimaal 1,64 m2 en |
de moins de six individus, la superficie d'espace libre doit être | 2,25 m2 bedragen. Indien deze dieren in groepen van minder dan zes |
accrue de 10 %. Lorsque ces animaux cohabitent en groupes de quarante | individuen worden gehouden, moet de vrije vloerruimte worden vergroot |
individus ou plus, la superficie d'espace libre peut être diminuée de | met 10 %. Indien deze dieren in groepen van ten minste 40 worden |
10 %. | gehouden, mag de vrije vloerruimte worden verkleind met 10 %. |
§ 2. Une partie de l'aire visée au paragraphe précédent, égale au | § 2. Een deel van de in voorgaande paragraaf voorgeschreven ruimte, |
moins à 0,95 m2 par cochette et 1,3 m2 par truie, doit avoir un | dat minimaal 0,95 m2 per gelt en 1,3 m2 per zeug bedraagt, moet |
revêtement plein continu dont 15 % au maximum sont réservés aux | bestaan uit een dichte vloer waarvan maximaal 15 % bestaat uit |
ouvertures destinées à l'évacuation. Pour l'emploi de sol en | afvoergaten. Bij het gebruik van betonnen roostervloeren moet de |
caillebotis en béton, la largeur des poutres doit être d'au moins 80 | balkbreedte tenminste 80 mm bedragen en de spleetbreedte ten hoogste |
mm et celle des ouvertures d'au plus 20 mm. | 20 mm. |
Art. 5.§ 1er. La construction ou l'installation de systèmes d'attache |
Art. 5.§ 1. Het bouwen of het installeren van aanbindsystemen voor |
pour les truies et les cochettes est interdite. | zeugen en gelten is verboden. |
§ 2. L'utilisation de liens autour du cou des truies et des cochettes | § 2. Het aanbinden aan de nek van zeugen en gelten is verboden. |
est interdite. | |
§ 3. A partir du 1er janvier 2006, il est interdit d'attacher les | § 3. Met ingang van 1 januari 2006 is het aanbinden van zeugen en |
truies et les cochettes. | gelten verboden. |
Art. 6.Sans préjudice des exigences prévues à l'annexe, en ce qui |
Art. 6.Onverminderd de eisen die zijn vastgesteld in de bijlage, |
concerne les porcs élevés en groupes, les truies et les cochettes | |
doivent avoir en permanence accès à des matières manipulables | moeten zeugen en gelten permanent kunnen beschikken over los materiaal |
répondant au minimum aux exigences pertinentes de ladite annexe. | dat tenminste voldoet aan de desbetreffende eisen van die bijlage. |
Art. 7.§ 1er. Afin d'apaiser leur faim et compte tenu de la nécessité |
Art. 7.§ 1. Teneinde hun honger te verminderen en in de behoefte tot |
de mastiquer, toutes les truies taries et gestantes et les cochettes | |
doivent recevoir une quantité suffisante d'aliments volumineux ou | kauwen te voorzien, moeten alle guste en drachtige zeugen en gelten |
riches en fibres ainsi que des aliments à haute teneur énergétique. | een toereikende hoeveelheid bulk- of vezelrijk voer en energierijk |
§ 2. Le système d'alimentation des truies et des cochettes élevées en | voer krijgen. § 2. Het voedersysteem voor zeugen en gelten in groepshuisvesting moet |
groupe doit être conçu de manière à assurer à chacune une quantité | waarborgen dat ieder dier voldoende voedsel tot zich kan nemen, zelfs |
suffisante de nourriture même en présence de concurrentes. | in aanwezigheid van concurrenten. |
CHAPITRE III. - Conditions générales | HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen |
Art. 8.§ 1er. Les porcs qui doivent être élevés en groupe mais qui |
Art. 8.§ 1. Varkens die in groepen moeten worden gehouden maar |
sont particulièrement agressifs, qui ont été attaqués par d'autres | buitengewoon agressief zijn, door andere varkens zijn aangevallen of |
porcs ou qui sont malades ou blessés peuvent être mis temporairement | ziek of gewond zijn, mogen tijdelijk worden opgesloten in een aparte |
dans un enclos individuel. | box. |
§ 2. Si cela n'est pas contraire à des avis vétérinaires spécifiques, | § 2. In de gevallen bedoeld in voorgaande paragraaf moet het dier zich |
l'enclos utilisé dans ce cas doit être assez grand pour que l'animal | in die aparte box gemakkelijk kunnen omdraaien, voorzover dat niet in |
puisse s'y retourner facilement. | strijd is met specifiek veterinair advies. |
Art. 9.Les porcs qui sont détenus à l'extérieur doivent disposer d'un |
Art. 9.Varkens die buiten gehouden worden, moeten beschikken over een |
abri contre les intempéries. | beschutting tegen ongunstige weersomstandigheden. |
Art. 10.Toute personne qui emploie ou recrute des personnes chargées |
Art. 10.Eenieder die personen in dienst heeft of neemt om varkens te |
de soigner les porcs s'assure que ces personnes ont reçu des | verzorgen ziet erop toe dat deze personen instructies en richtsnoeren |
instructions et des informations concernant les dispositions | hebben gekregen inzake de desbetreffende bepalingen van dit besluit en |
pertinentes de cet arrêté et de l'annexe. | de bijlage. |
CHAPITRE IV. - Dispositions finales | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 11.Les infractions aux dispositions du présent arrêté sont |
Art. 11.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden |
recherchées, constatées et punies conformément aux dispositions de la | opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van |
loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des | de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn |
animaux. | der dieren. |
Art. 12.Les dispositions des articles 2, §§ 2, 3, 4, 6 et 8, § 2, |
Art. 12.De bepalingen van de artikelen 2, §§ 2, 3, 4, 6 en 8, § 2, |
s'appliquent à toutes les exploitations qui sont mises en service pour | zijn van toepassing op alle bedrijven die na 1 januari 2003 voor het |
la première fois, nouvellement construites ou rénovées après le 1er | eerst in gebruik worden genomen of na die datum gebouwd of verbouwd |
janvier 2003. A partir du 1er janvier 2013, ces dispositions seront | worden. Met ingang van 1 januari 2013 zijn deze bepalingen van |
appliquées à toutes les exploitations. | toepassing op alle bedrijven. |
Art. 13.L'arrêté royal du 23 juin 1994 relatif à la protection des |
Art. 13.Het koninklijk besluit van 23 juni 1994 betreffende de |
porcs dans les élevages porcins est abrogé. | bescherming van varkens in varkenshouderijen wordt opgeheven. |
Art. 14.Notre Ministre de la Protection de la Consommation, de la |
Art. 14.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en |
Santé publique et de l'Environnement est chargé de l'exécution du | Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit. |
présent arrêté. | |
Donné à Bruxelles, le 15 mai 2003. | Gegeven te Brussel, 15 mei 2003. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de la Protection de la Consommation, de la Santé Publique | De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, |
et de l'Environnement, | |
J. TAVERNIER | J. TAVERNIER |
Annexe à l'arrêté royal du 15 mai 2003 relatif à la protection des | Bijlage bij het koninklijk besluit van 15 mei 2003 betreffende de |
porcs dans les élevages porcins | bescherming van varkens in varkenshouderijen |
CHAPITRE Ier. - CONDITIONS GENERALES | HOOFDSTUK I. - ALGEMENE VOORWAARDEN |
Dans la partie du bâtiment où sont élevés les porcs, les niveaux de | In het gedeelte van het gebouw waar varkens worden gehouden, moet een |
bruit continu atteignant 85 dB doivent être évités, ainsi que tout | continu geluidsniveau van 85 dBA of hoger worden vermeden. Constant of |
bruit constant ou soudain. | plotseling lawaai moet worden vermeden. |
Les porcs doivent être exposés à une lumière d'une intensité au moins | In de ruimten waar varkens worden gehouden, moet de lichtintensiteit |
égale à 40 lux pendant un minimum de huit heures par jour. | ten minste 40 lux bedragen gedurende ten minste 8 uur per dag. |
Dans chaque porcherie construite après le 1er janvier 2003, des | Teneinde natuurlijke lichtval toe te laten moeten in elke varkensstal |
ouvertures doivent être prévues dans le toit et/ou les murs afin de | gebouwd na 1 januari 2003 lichtdoorlatende openingen in dak en/of |
permettre l'entrée de la lumière naturelle. La surface totale de | muren voorzien worden, waarvan de totale oppervlakte niet kleiner mag |
celles-ci ne peut être inférieure à 3 % de la surface totale au sol. Le logement des porcs doit être construit de manière à permettre aux animaux : - d'avoir accès à une aire de couchage sèche, propre et confortable du point de vue physique et thermique, permettant à tous les animaux de se coucher en même temps; - de se reposer et de se lever normalement; - de voir d'autres porcs; toutefois, au cours de la semaine précédant la date prévue de la mise-bas et au cours de la mise bas, les truies et cochettes peuvent être hébergées à l'écart de leurs congénères. Sans préjudice de l'article 6, les porcs doivent avoir un accès | zijn dan 3 % van de vloeroppervlakte. De varkensstallen moeten zo zijn gebouwd dat de varkens : - toegang hebben tot een schone ligruimte met een comfortabele afwerking en temperatuur en met een adequate waterafvoer, waar alle dieren tegelijk kunnen liggen; - kunnen rusten en normaal kunnen opstaan; - andere varkens kunnen zien; in de laatste week vóór het werpen en tijdens het werpen mogen zeugen en gelten evenwel uit het zicht van soortgenoten worden gehouden. |
permanent à une quantité suffisante de matériaux permettant des | Onverminderd artikel 6, moeten de varkens permanent kunnen beschikken |
activités de recherche et de manipulation suffisantes, tels que la | over voldoende materiaal om te onderzoeken en mee te spelen. bv. stro, |
paille, le foin, la sciure de bois, le compost de champignons, la | hooi, hout, zaagsel, compost van champignons, turf of een mengsel |
tourbe ou un mélange de ces matériaux qui ne compromette pas la santé | daarvan, voorzover de gezondheid van de dieren daardoor niet in gevaar |
des animaux. | komt. |
Les sols doivent être lisses mais non glissants de manière à éviter que les porcs ne se blessent et doivent être conçus, construits et entretenus de façon à ne causer ni blessure, ni souffrance aux porcs. Ils doivent être adaptés à la taille et au poids des porcs et, en l'absence de litière, former une surface rigide, plane et stable. Tous les porcs doivent être nourris au moins une fois par jour. Lorsque les porcs sont nourris en groupes et ne bénéficient pas d'une alimentation ad libitum ou d'un système automatique d'alimentation individuelle, chaque porc doit avoir accès à la nourriture en même temps que les autres animaux du groupe. Tous les porcs âgés de plus de deux semaines doivent avoir un accès permanent à de l'eau fraîche en quantité suffisante. L'amputation partielle de la queue et la réduction des coins ne peuvent être réalisées en routine, mais uniquement lorsqu'il existe des preuves que des blessures causées aux mamelles des truies, aux oreilles ou aux queues d'autres porcs ont eu lieu. Avant d'exécuter ces actes, d'autres mesures doivent être prises afin de prévenir la caudophagie et d'autres vices, en tenant compte du milieu de vie et des taux de charge. Pour cette raison, les conditions d'ambiance et les systèmes de conduite des élevages doivent être modifiés s'ils ne sont pas appropriés. La longueur des canines des verrats peut être réduite si nécessaire afin de prévenir toute blessure causée aux autres animaux ou pour des raisons de sécurité. 9. Les locaux, cages, équipements et ustensiles servant aux porcs doivent être nettoyés et désinfectés de manière appropriée pour prévenir la contamination croisée et l'apparition d'organismes vecteurs de maladie. 10. La récolte, le stockage et le traitement du lisier dans les exploitations doivent se faire de manière telle que les porcs ne soient pas exposés aux gaz comme l'ammoniac, le gaz carbonique, l'H2S et le CO en concentrations nuisibles pour leur santé. CHAPITRE II. - DISPOSITIONS PARTICULIERES RELATIVES AUX DIFFERENTES CATEGORIES DE PORCS VERRATS Les cases pour verrats doivent être placées et construites de manière à ce que les verrats puissent se retourner, entendre, sentir et voir les autres porcs. La surface au sol, débarrassée de tout obstacle, disponible pour un verrat adulte doit avoir une dimension minimale de | De vloeren moeten vlak maar niet glibberig zijn om te voorkomen dat de dieren zich verwonden, en moeten zo zijn ontworpen, uitgevoerd en onderhouden dat zij bij de dieren geen letsels of pijn veroorzaken. Zij moeten aangepast zijn aan het gewicht en de grootte van de dieren en moeten, wanneer geen strooisel wordt verstrekt, een stevig, vlak en stabiel oppervlak vormen. Alle varkens moeten ten minste eenmaal per dag worden gevoederd. Wanneer varkens in groep worden gevoederd en niet ad libitum of via een automatisch individueel voedersysteem, moeten zij allemaal tegelijk kunnen eten. Varkens van meer dan twee weken oud moeten permanent over voldoende vers water kunnen beschikken. Het couperen van staarten en het verkleinen van de hoektanden mogen niet als routinemaatregel worden uitgevoerd, maar alleen wanneer bepaalde kwetsuren van spenen bij zeugen of van oren en staarten bij andere varkens zijn geconstateerd. Voordat tot deze ingrepen wordt besloten, moeten maatregelen worden getroffen om staartbijten en andere gedragsstoornissen te voorkomen, de omgeving en de varkensdichtheid in aanmerking genomen. Hiertoe moeten ontoereikende omgevingsfactoren of beheerssystemen worden aangepast. De slagtanden van beren mogen worden ingekort om verwondingen bij andere dieren te voorkomen of om veiligheidsredenen. Lokalen, hokken, uitrusting en gereedschap voor varkens moeten op passende wijze worden gereinigd en ontsmet ten einde kruiscontaminatie en ziekteverwekkers te voorkomen. Het opvangen, opslaan en behandelen van de mest op de bedrijven moet op zodanige manier gebeuren dat de varkens niet blootgesteld worden aan gassen zoals ammoniak, koolzuur, H2S en CO in concentraties die schadelijk zijn voor hun gezondheid. HOOFDSTUK II. - BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR DE VERSCHILLENDE CATEGORIEEN VARKENS BEREN De berenhokken moeten zo gelegen en gebouwd zijn dat de beer zich kan omdraaien en de andere varkens kan horen, ruiken en zien. Verder moet |
6 mètres carrés. | een volwassen beer over een vrije vloeroppervlakte van ten minste 6 m2 |
Lorsque les cases sont également utilisées pour la saillie naturelle, | kunnen beschikken. Wanneer het hok tevens wordt gebruikt voor het dekken, moet een |
la surface disponible pour un verrat adulte doit mesurer au moins 10 mètres carrés et la case doit être débarrassée de tout obstacle. Cette disposition sera applicable à toutes les exploitations nouvellement construites, rénovées ou utilisées pour la première fois après l'entrée en vigueur de cet arrêté; à compter du 1er janvier 2005, cette disposition sera applicable à toutes les exploitations. Une partie de la surface totale au sol suffisamment large pour permettre au verrat de se coucher, doit être pleine ou être couverte d'un revêtement, d'une litière de paille ou de tout autre matériau approprié. TRUIES ET COCHETTES Des mesures doivent être prises pour minimiser les agressions dans les groupes, notamment travailler autant que possible avec des groupes stables. Les truies gravides et les cochettes doivent, si nécessaire, être traitées contre les parasites internes et externes. Lorsqu'elles sont placées dans des loges de mise bas, les truies gravides et les cochettes doivent être débarrassées de toute saleté. Au cours de la semaine précédant la date prévue de mise-bas, les truies et les cochettes doivent pouvoir disposer de matériaux de nidification en quantité suffisante à moins que le système d' évacuation ou de récupération du lisier utilisé dans l'établissement ne le permette pas. Un espace libre doit être aménagé derrière la truie ou la cochette pour permettre une mise-bas naturelle ou assistée. Les loges de mise bas où les truies peuvent se mouvoir librement doivent être munies de dispositifs de protection des porcelets tels que des barres. PORCELETS Une partie de la surface totale au sol suffisamment large pour permettre aux animaux de se reposer en même temps doit être pleine ou être couverte d'un revêtement, d'une litière de paille ou de tout autre matériau approprié. Lorsqu'une loge de mise bas est utilisée, les porcelets doivent pouvoir disposer d'un espace suffisant pour pouvoir être allaités sans difficulté. Aucun porcelet ne doit être séparé de sa mère avant d'avoir atteint | volwassen beer over een vrije vloeroppervlakte van ten minste 10 m2 kunnen beschikken en moet het hok volledig vrij zijn van obstakels. Deze bepaling is van toepassing op alle bedrijven die na de inwerkingtreding van dit besluit nieuw worden gebouwd, worden verbouwd of voor het eerst in gebruik worden genomen; met ingang van 1 januari 2005 is deze bepaling van toepassing op alle bedrijven. Een deel van de totale vloeroppervlakte dat groot genoeg is voor de beer om te liggen, moet bestaan uit een dichte vloer of moet worden voorzien van een mat of van stro of een ander geschikt materiaal. ZEUGEN EN GELTEN Er moeten maatregelen worden getroffen om de agressie in groepen te beperken, door zoveel mogelijk te werken met stabiele groepen. Drachtige zeugen en gelten moeten zo nodig tegen uitwendige en inwendige parasieten worden behandeld. Drachtige zeugen en gelten moeten, voordat zij in het kraamhok worden gebracht, grondig worden schoongemaakt. In de laatste week vóór het werpen moeten zeugen en gelten over voldoende en adequaat nestmateriaal kunnen beschikken, tenzij zulks met de op het bedrijf gebruikte mengmestmethode technisch niet uitvoerbaar is. Achter de zeug of gelt moet een vrije ruimte zijn om het natuurlijke of begeleide werpen te vergemakkelijken. Kraamhokken waarin de zeugen zich vrij kunnen bewegen, moeten voorzien zijn van een bescherming voor de biggen, bv. een zeugenbeugel. BIGGEN Een deel van de totale vloeroppervlakte dat groot genoeg is om alle dieren tegelijk te laten rusten, moet bestaan uit een dichte vloer of moet worden voorzien van een mat of van stro of ander geschikt materiaal. Wanneer een kraamhok wordt gebruikt, moeten de biggen voldoende ruimte hebben om ongehinderd te kunnen zuigen. |
l'âge de 28 jours, sauf si le non-sevrage est préjudiciable au bien-être ou à la santé de la truie ou du porcelet. Cependant, les porcelets peuvent être sevrés jusqu'à sept jours plus tôt, s'ils sont déplacés dans des locaux spécialisés qui seront vidés, nettoyés et désinfectés complètement avant l'introduction d'un nouveau groupe, et qui seront séparés des locaux où les truies sont hébergées, afin de réduire autant que possible les risques de transmission de maladies aux porcelets. PORCELETS SEVRES ET PORCS DE PRODUCTION Lorsque les porcs sont détenus en groupes, des mesures doivent être prises pour éviter les combats allant au delà d'un comportement normal. Il convient de les élever en groupes et d'éviter, autant que possible, de mélanger les porcs, une fois les groupes formés. La formation des groupes de porcs doit se faire aussi vite que possible et de préférence avant le sevrage ou au plus tard une semaine après le sevrage. Dans ce cas, il convient de leur ménager des possibilités suffisantes pour s'échapper et se cacher à l'abri des autres. Lorsque des signes de combats violents sont constatés, les causes doivent en être immédiatement recherchées et des mesures appropriées, telles que la mise à disposition des animaux de grandes quantités de paille, si possible, ou d'autres matériaux permettant des activités de recherche, doivent être prises. Les animaux à risque ou les animaux agressifs doivent être maintenus à l'écart du groupe conformément à | Biggen mogen niet worden gespeend voordat zij 28 dagen oud zijn, tenzij het welzijn of de gezondheid van de zeug of van de biggen anders in het gedrang komt. Biggen mogen evenwel ten hoogste zeven dagen vroeger worden gespeend wanneer zij naar gespecialiseerde voorzieningen worden gebracht die volledig worden leeggemaakt en grondig worden gereinigd en ontsmet vóórdat een nieuwe groep wordt binnengebracht en die gescheiden zijn van de voorzieningen waar zeugen worden gehouden, dit alles om het overdragen van ziekten op de biggen zoveel mogelijk te beperken. GESPEENDE BIGGEN EN GEBRUIKSVARKENS Als varkens in groep worden gehouden, moeten maatregelen worden genomen om van het normale gedrag afwijkende gevechten te voorkomen. De dieren moeten worden gehouden in groepen waaraan zo weinig mogelijk dieren mogen worden toegevoegd eenmaal de groepen gevormd zijn. Het in groepen plaatsen van varkens moet zo vlug mogelijk gebeuren, bij voorkeur vóór of anders ten hoogste één week na het spenen. Als varkens aan een groep moeten worden toegevoegd, moeten zij voldoende mogelijkheden hebben om aan de andere varkens te ontsnappen en zich voor hen te verbergen. Bij tekenen van ernstige gevechten moeten de oorzaken hiervan onmiddellijk worden onderzocht en moeten passende maatregelen worden genomen, zoals het eventueel verstrekken van stro aan de dieren of van ander materiaal om te onderzoeken. Dieren die worden bedreigd of bijzonder agressieve dieren moeten van de groep worden gescheiden |
l'article 8 de cet arrêté. L'utilisation systématique de tranquillisants en vue de faciliter l'introduction d'animaux dans un groupe, est interdite. Leur utilisation est autorisée dans des cas exceptionnels et sur avis d'un vétérinaire. Vu pour être annexé à Notre arrêté du 15 mai 2003 relatif à la protection des porcs dans les élevages porcins. ALBERT Par le Roi : Le Ministre de la Protection de la Consommation, de la Santé publique et de l'Environnement, | overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van dit besluit. 4. Het systematisch toedienen van kalmeermiddelen om het toevoegen van dieren aan een groep te vergemakkelijken, is verboden. Het is slechts toegestaan in uitzonderlijke gevallen en op advies van een dierenarts. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 mei 2003 betreffende de bescherming van varkens in varkenshouderijen. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, |
J. TAVERNIER | J. TAVERNIER |