Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 1er octobre 2002, conclue au sein de la Sous-commission paritaire de la tannerie et du commerce de cuirs et peaux bruts, relative aux conditions de travail des ouvriers et ouvrières | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
15 JUILLET 2004. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 15 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
collective de travail du 1er octobre 2002, conclue au sein de la | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, |
Sous-commission paritaire de la tannerie et du commerce de cuirs et | gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel |
peaux bruts, relative aux conditions de travail des ouvriers et | in ruwe huiden en vellen, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de |
ouvrières (1) | werklieden en werksters (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la demande de la Sous-commission paritaire de la tannerie et du | Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij |
commerce de cuirs et peaux bruts; | en de handel in ruwe huiden en vellen; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werk, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 1er octobre 2002, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002, |
Sous-commission paritaire de la tannerie et du commerce de cuirs et | gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel |
peaux bruts, relative aux conditions de travail des ouvriers et | in ruwe huiden en vellen, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de |
ouvrières. | werklieden en werksters. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit |
présent arrêté. | besluit. |
Donné à Bruxelles, le 15 juillet 2004. | Gegeven te Brussel, 15 juli 2004. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
Le Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Sous-commission paritaire de la tannerie et du commerce de cuirs et | Paritair Subcomité voor de leerlooierij |
peaux bruts | en de handel in ruwe huiden en vellen |
Convention collective de travail du 1er octobre 2002 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2002 |
Conditions de travail des ouvriers et ouvrières | Arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters |
(Convention enregistrée le 3 janvier 2003 | (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 |
sous le numéro 64882/CO/128.01) | onder het nummer 64882/CO/128.01) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs et aux ouvriers des entreprises du commerce de cuirs et | de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen van de handel |
peaux bruts ressortissant à la Sous-commission paritaire de la | in ruwe huiden en vellen die onder het Paritair Subcomité voor de |
tannerie et du commerce de cuirs et peaux bruts. | leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen ressorteren. |
Par "ouvriers" on entend : les ouvriers et les ouvrières. | Met "werklieden" worden de werklieden en werksters bedoeld. |
CHAPITRE II. - Classification des fonctions et rémunération | HOOFDSTUK II. - Classificatie van de functies en beloning |
Art. 2.Les salaires horaires minimums des ouvriers majeurs sont fixés |
Art. 2.De minimumuurlonen van de meerderjarige werklieden worden op 1 |
comme suit au 1er juillet 2002, pour un régime de travail de 38 heures | juli 2002, voor een arbeidstijdregeling van 38 uren per week, als |
par semaine : | volgt vastgesteld : |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 3.Les ouvriers occupés à des travaux polyvalents sont rémunérés |
Art. 3.De werklieden die polyvalente taken uitoefenen worden |
selon le salaire horaire minimum valable pour la plus haute catégorie | bezoldigd volgens het minimumuurloon geldig voor de hoogste categorie |
des fonctions exercées. | van de uitgeoefende functies. |
Art. 4.Les salaires horaires minimums des ouvriers mineurs d'âge sont |
Art. 4.De minimumuurlonen van de minderjarige werklieden worden aan |
fixés aux pourcentages suivantes des salaires définis à l'article 2 : | de volgende percentages van de bij artikel 2 bepaalde lonen vastgesteld : |
Pour la consultation du tableau, voir image | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
Art. 5.Sans préjudice des dispositions prévues aux articles 2 à 4, |
Art. 5.Onverminderd de bepalingen voorzien in de artikelen 2 tot 4, |
les situations plus favorables en matière de classification des | blijven gunstiger toestanden inzake de classificatie van de functies |
fonctions et rémunération, sont maintenues au niveau de l'entreprise | en de beloning, in het vlak van de onderneming of het gewest behouden. |
ou de la région. | |
CHAPITRE III. - Rattachement des salaires à l'indice des prix à la | HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de |
consommation | consumptieprijzen |
Art. 6.Les salaires sont rattachés à l'indice des prix à la |
Art. 6.De lonen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de |
consommation, conformément à la convention collective de travail du 2 | consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst |
octobre 2001 relative à la liaison des salaires et indemnités à | van 2 oktober 2001 betreffende de koppeling van de lonen en |
l'indice des prix à la consommation, conclue dans la Commission | uitkeringen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, gesloten in |
paritaire de l'industrie des cuirs et peaux et des produits de | het Paritair Comité voor het huiden- en lederbedrijf en |
remplacement. | vervangingsproducten. |
CHAPITRE IV. - Prime de fin d'année | HOOFDSTUK IV. - Eindejaarspremie |
Art. 7.Les ouvriers et travailleurs à domicile réguliers liés au |
Art. 7.De werklieden en regelmatige huisarbeiders die ten minste |
moins douze mois par un contrat de travail, ont droit à une prime de | twaalf maanden door een arbeidsovereenkomst zijn gebonden, hebben |
fin d'année qui au minimum est égale à 140 fois le salaire horaire de | recht op een eindejaarspremie die minimaal gelijk is aan 140 maal het |
leur fonction, gagné à la fin du mois de novembre. | uurloon van hun functie, verdiend op het einde van de maand november. |
Art. 8.Le montant de la prime de fin d'année des ouvriers entrés ou |
Art. 8.Het bedrag van de eindejaarspremie van de werklieden die in de |
sortis dans le courant de l'année, à l'exception de ceux licenciés | loop van het jaar in of uit dienst treden, uitgezonderd degenen die om |
pour motifs graves, est égal à autant de fois un douzième du montant | dringende redenen zijn ontslagen, is gelijk aan zoveel maal één |
fixé à l'article 7, qu'ils comptent de mois en service dans | twaalfde van het in artikel 7, vastgestelde bedrag als zij gedurende |
l'entreprise pendant cette année. | dat jaar maanden dienst in de onderneming tellen. |
En cas d'engagement avant le 16 du mois, ce mois est assimilé à un | In geval van aanwerving vóór de 16e van de maand, wordt deze maand |
mois complet d'occupation. | gelijkgesteld met een volledige maand tewerkstelling. |
Le mois au cours duquel le contrat de travail prend fin est assimilé à | De maand tijdens dewelke de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, wordt |
un mois complet d'occupation, pour autant que le contrat prenne fin | gelijkgesteld met een volledige maand tewerkstelling, voor zover de |
après le 15 du mois. | overeenkomst eindigt na de 15e van de maand. |
Art. 9.La prime de fin d'année est payée aux ouvriers entre le 15 et |
Art. 9.De eindejaarspremie wordt aan de werklieden uitbetaald tussen |
le 31 décembre de l'année à laquelle elle se rapporte ou au moment du | 15 en 31 december van het jaar waarop zij betrekking heeft of bij het |
départ des ouvriers. | weggaan van de werklieden. |
Art. 10.Sans préjudice des dispositions prévues aux articles 7 et 8, |
Art. 10.Onverminderd de bepalingen voorzien in de artikelen 7 en 8, |
les situations plus favorables en matière de prime de fin d'année | blijven gunstiger toestanden inzake de eindejaarspremie in het vlak |
existant au niveau de l'entreprise ou de la région sont maintenues. | van de onderneming of het gewest behouden. |
CHAPITRE V. - Petits chômages | HOOFDSTUK V. - Kort verzuim |
Art. 11.Sans préjudice des dispositions de l'arrêté royal du 28 août |
Art. 11.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 |
1963 relatif au maintien du salaire normal des ouvriers, des | augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de |
travailleurs domestiques, des employés et des travailleurs engagés | werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven |
pour le service des bâtiments de navigation intérieure, pour les jours | voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter |
d'absence à l'occasion d'événements familiaux ou en vue de | gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van |
l'accomplissement d'obligations civiques ou de missions civiles | staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten |
(Moniteur belge du 11 septembre 1963), modifié par les arrêtés royaux | (Belgisch Staatsblad van 11 september 1963), gewijzigd bij de |
des 9 juillet 1970, 22 juillet 1970, 18 novembre 1975, 16 janvier | koninklijke besluiten van 9 juli 1970, 22 juli 1970, 18 november 1975, |
1978, 12 août 1981, 8 juin 1984, 27 février 1989, 7 février 1991, 22 | 16 januari 1978, 12 augustus 1981, 8 juni 1984, 27 februari 1989, 7 |
mars 1999, et 9 janvier 2000 les avantages suivants sont accordés avec | februari 1991, 22 maart 1999, en 9 januari 2000 worden de volgende |
maintien du salaire normal aux ouvriers visés à l'article 1er : | voordelen met behoud van het normaal loon toegekend aan de in artikel |
Pour la consultation du tableau, voir image | 1 bedoelde werklieden : |
Art. 12.L'enfant adopté ou reconnu est assimilé à l'enfant légitime |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
ou légitimé pour l'application de l'article 11, nos 2, 3, 5, 8 et 9. | Art. 12.Voor de toepassing van artikel 11, nrs. 2, 3, 5, 8 en 9 wordt |
Art. 13.Le beau-frère, la belle-soeur, le grand-père et la grand-mère |
het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het |
du conjoint de l'ouvrier sont pour l'application de l'article 11, nos | wettelijk of gewettigd kind. |
6 et 7, assimilés au beau-frère, à la belle-soeur, au grand-père et à | Art. 13.Voor de toepassing van artikel 11, nrs. 6 en 7, worden de |
schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de | |
echtgenote van de werkman gelijkgesteld met de schoonbroer, de | |
la grand-mère de l'ouvrier. | schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de werkman. |
CHAPITRE VI. - Jour de congé d'ancienneté | HOOFDSTUK VI. - Anciënniteitsverlofdag |
Art. 14.Le jour de congé d'ancienneté est fixé comme suit : |
Art. 14.De anciënniteitsverlofdag wordt als volgt vastgesteld : |
- à partir de 7 années de services et plus dans la branche d'activité | - vanaf 7 jaren en meer dienst in de bedrijfstak : 1 dag. |
: 1 jour. CHAPITRE VII. - Prolongation du délai de préavis | HOOFDSTUK VII. - Verlenging van de periode van vooropzeg |
Art. 15.Pour les travailleurs ayant une ancienneté de plus de 10 ans |
Art. 15.Voor de werknemers met een anciënniteit van meer dan 10 en |
et de moins de 20 ans, le délai de préavis légal est porté de 4 à 6 | minder dan 20 jaar wordt de wettelijke opzegtermijn, bij ontslag door |
semaines, lorsque le préavis émane de l'employeur. | de werkgever, van 4 op 6 weken gebracht. |
CHAPITRE VIII. - Validité | HOOFDSTUK VIII. -Geldigheid |
Art. 16.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
le 1er juillet 2002 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par une des parties moyennant un préavis de trois mois, après concertation préalable avec les parties concernées, par lettre recommandée adressée au président de la Sous-commission paritaire de la tannerie et du commerce de cuirs et peaux bruts. Le préavis prend cours à partir de la date à laquelle la lettre recommandée est envoyée au président. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 15 juillet 2004. Le Ministre de l'Emploi, | juli 2002 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door één van de partijen met een opzeggingstermijn van drie maanden, mits voorafgaandelijk overleg met de betrokken partijen, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt gestuurd. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004. De Minister van Werk, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |