Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 1er juillet 2010, conclue au sein de la Commission paritaire pour les professions libérales, relative à la garantie d'un revenu minimum mensuel moyen | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor de vrije beroepen, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen |
---|---|
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE | FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG |
12 JANVIER 2011. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 12 JANUARI 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 1er juillet 2010, conclue au sein de la | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, |
Commission paritaire pour les professions libérales, relative à la | gesloten in het Paritair Comité voor de vrije beroepen, betreffende de |
garantie d'un revenu minimum mensuel moyen (1) | waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la demande de la Commission paritaire pour les professions libérales; | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de vrije beroepen; |
Sur la proposition de la Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van de Minister van Werk, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 1er juillet 2010, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010, gesloten |
Commission paritaire pour les professions libérales, relative à la | in het Paritair Comité voor de vrije beroepen, betreffende de waarborg |
garantie d'un revenu minimum mensuel moyen. | van een gemiddeld minimum maandinkomen. |
Art. 2.Le Ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de |
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van |
l'exécution du présent arrêté. | dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 12 janvier 2011. | Gegeven te Brussel, 12 januari 2011. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Vice-Première Ministre | De Vice-Eerste Minister |
et Ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances, | en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en |
chargée de la Politique de migration et d'asile, | asielbeleid, |
Mme J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire pour les professions libérales | Paritair Comité voor de vrije beroepen |
Convention collective de travail du 1er juillet 2010 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2010 |
Garantie d'un revenu minimum mensuel moyen (Convention enregistrée le | Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (Overeenkomst |
13 juillet 2010 sous le numéro 100480/CO/336) | geregistreerd op 13 juli 2010 onder het nummer 100480/CO/336) |
CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention s'applique aux travailleurs âgés de 21 ans ou plus, accomplissant des prestations normales à temps plein en vertu d'un contrat de travail, ainsi qu'à leurs employeurs qui relèvent de la Commission paritaire des professions libérales. Art. 2.La présente convention ne s'applique pas aux personnes occupées dans une entreprise familiale où ne travaillent habituellement que des parents, des alliés ou des pupilles, sous l'autorité exclusive du père, de la mère ou du tuteur. Elle ne s'applique pas non plus aux travailleurs qui sont normalement employés pendant les périodes de moins d'un mois calendrier. |
Artikel 1.Deze overeenkomst is van toepassing op de werknemers van 21 jaar of ouder die normale voltijdse arbeidsprestaties verrichten krachtens een arbeidsovereenkomst alsmede op hun werkgevers die onder het Paritair Comité voor de vrije beroepen ressorteren. Art. 2.Deze overeenkomst is niet van toepassing op de werknemers die tewerkgesteld zijn in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of van de voogd. Zij is evenmin van toepassing op de werknemers die gewoonlijk zijn tewerkgesteld gedurende periodes die minder dan een kalendermaand bedragen. |
CHAPITRE II. - Principes | HOOFDSTUK II. - Beginselen |
Art. 3.Un revenu minimum mensuel moyen de 1.387,49 EUR est garanti |
Art. 3.Een gemiddeld minimum maandinkomen van 1.387,49 EUR wordt |
aux travailleurs visés à l'article 1er. | gewaarborgd aan de in artikel 1 bedoelde werknemers. |
En dérogation au premier alinéa, un revenu minimum mensuel moyen de | In afwijking van het eerste lid wordt een gemiddeld minimum |
1.424,31 EUR est garanti aux travailleurs âgés d'au moins 21 ans et | maandinkomen van 1.424,31 EUR gewaarborgd aan de werknemers die |
demi qui comptent une ancienneté d'au moins 6 mois dans l'entreprise | tenminste 21 en een half jaar oud zijn en tenminste 6 maanden |
qui les occupe. | anciënniteit hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. |
En dérogation au premier alinéa ainsi qu'à l'alinéa deux, un revenu | In afwijking van het eerste en van het tweede lid wordt een gemiddeld |
minimum mensuel moyen de 1.440,67 EUR est garanti aux travailleurs | minimum maandinkomen van 1.440,67 EUR gewaarborgd aan de werknemers |
âgés d'au moins 22 ans qui comptent une ancienneté d'au moins 12 mois | die tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 12 maanden anciënniteit |
dans l'entreprise qui les occupe. | hebben in de onderneming die hen tewerkstelt. |
Le revenu minimum mensuel moyen garanti en application des alinéas 1er, | Het gemiddeld minimum maandinkomen dat ingevolge het 1ste, het 2de en |
2 et 3, est lié à l'indice des prix à la consommation en vigueur le 1er | het 3de lid wordt gewaarborgd, is gekoppeld aan het indexcijfer van de |
septembre 2008 (chiffre-indice août 2008). II varie suivant les | consumptieprijzen dat op 1 september 2008 van kracht is (indexcijfer |
fluctuations de l'indice des prix à la consommation. | augustus 2008). Het volgt de schommelingen van het indexcijfer van de |
Comme avance sur et en déduction de la prochaine indexation du revenu | consumptieprijzen. Als voorafname en ter verrekening op de eerstvolgende voorziene |
indexering van de bedragen van het Gewaarborgd gemiddeld minimum | |
minimum mensuel moyen dont question à l'article 3, alinéas 1er, 2, 3 | maandinkomen bepaald in artikel 3, lid 1, 2 en 3 volgens de |
et selon les modalités de l'article 7, les montants du revenu minimum | modaliteiten van artikel 7, worden de bedragen van het gewaarborgd |
mensuel moyen garanti repris dans l'article 3 alinéas 1er, 2 et 3, | gemiddeld minimum maandinkomen bepaald in artikel 3, lid 1, 2 en 3 op |
seront augmentés de 14 EUR au 1er décembre 2010 (ou 0,0850 EUR/heure | 1 december 2010 reeds verhoogd met 14 EUR (of 0,0850 EUR/uur in de |
pour une semaine de 38 heures). | 38-urenweek). |
En dérogation aux 1er, 2e et 3e alinéas, un revenu minimum mensuel | In afwijking van het 1ste, van het 2de en van het 3de lid wordt een |
moyen est garanti aux travailleurs âgés d'au moins 22 ans qui comptent | gemiddeld minimum maandinkomen gewaarborgd aan de werknemers die |
une ancienneté d'au moins 24 mois dans l'entreprise qui les occupe, | tenminste 22 jaar oud zijn en tenminste 24 maanden anciënniteit hebben |
qui est de 14 EUR (ou 0,0850 EUR/heure pour une semaine de 38 heures) | in de onderneming die hen tewerkstelt, dat 14 EUR (of 0,0850 EUR/uur |
in de 38-urenweek) hoger is dan het volgens de modaliteiten van | |
supérieur au revenu minimum mensuel moyen garanti, indexé suivant les | artikel 7 geïndexeerde gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen |
modalités de l'article 7, prévu pour les travailleurs âgés de 22 ans | bepaald voor werknemers van 22 jaar en een anciënniteit in de |
qui comptent une ancienneté d'au moins 12 mois dans l'entreprise, | onderneming van tenminste 12 maanden, zoals bepaald in het 3de lid. |
comme défini au 3e alinéa. Ce régime entrera en vigueur lors de la prochaine indexation des | Deze regeling gaat in bij de eerstvolgende indexering van de bedragen |
montants du revenu minimum moyen garanti défini aux 1er, 2e et 3e | van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals bepaald in |
alinéas (chiffres 2008) suivant les modalités de l'article 7. | het 1ste, 2de en 3de lid (indexcijfer 2008) volgens de modaliteiten van artikel 7. |
CHAPITRE III. - Mise en oeuvre | HOOFDSTUK III. - Tenuitvoerlegging |
Art. 4.Le revenu minimum mensuel moyen fixé à l'article 3 se rapporte |
Art. 4.Het in artikel 3 bepaalde gemiddeld minimum maandinkomen heeft |
à tous les éléments de la rémunération liés aux prestations normales | betrekking op alle elementen van het loon die verband houden met de |
de travail, auxquels le travailleur a droit directement ou indirectement à charge de son employeur. Ces éléments comprennent entre autres le salaire en espèces ou en nature, fixe ou variable, ainsi que les primes et avantages auxquels le travailleur a droit à charge de l'employeur, en raison de ses prestations normales de travail, c'est-à-dire des prestations mentionnées dans la loi sur le travail et dans les conventions collectives de travail et précisées par entreprise dans le règlement de travail. Ils ne comprennent pas notamment les sursalaires dus pour le travail | normale arbeidsprestaties waarop de werknemer rechtstreeks of onrechtstreeks ten laste van zijn werkgever recht heeft. Deze elementen omvatten onder meer het loon in geld of in natura, het vast of veranderlijk loon alsmede de premies en voordelen waarop de werknemer recht heeft ten laste van de werkgever uit hoofde van zijn normale arbeidsprestaties, dit wil zeggen de prestaties die in de arbeidswet en in de collectieve arbeidsovereenkomsten vermeld zijn en die per onderneming in het arbeidsreglement werden gepreciseerd. Zij omvatten onder meer niet de overlonen voor overwerk, de voordelen |
supplémentaire, ni les avantages prévus par l'article 19, § 2 de | bedoeld in artikel 19, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november |
l'arrêté royal du 28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 | 1969, genomen ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot |
juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
sécurité sociale des ouvriers; ils ne comprennent pas non plus les | maatschappelijke zekerheid der arbeiders; zij omvatten evenmin de |
prestations sociales auxquelles donnent lieu les périodes de | sociale uitkeringen die toegekend worden naar aanleiding van |
suspension du contrat de travail ni les avantages non récurrents liés | schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst en de niet-recurrente |
aux résultats visés par la loi relative à l'exécution de l'accord | resultaatsgebonden voordelen bedoeld in de wet betreffende de |
interprofessionnel 2007- 2008, chapitre II - Avantages non récurrents | uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008, hoofdstuk II |
liés aux résultats, à concurrence du plafond fixé à l'article 38, § | - Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen, ten belope van het |
3nonies de la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux | grensbedrag bepaald in artikel 38, § 3nonies van de wet van 29 juni |
de la sécurité sociale des travailleurs salariés. | 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. |
Art. 5.En ce qui concerne le travailleur qui n'est pas payé par mois, |
Art. 5.Voor de werknemer die niet per maand wordt betaald, wordt het |
le revenu est calculé en fonction de la rémunération horaire normale. | inkomen berekend op grond van het normale uurloon. |
La rémunération horaire normale est obtenue en divisant le revenu dû | Het normale uurloon wordt bekomen door het inkomen, verschuldigd voor |
pour les prestations normales du mois en question, tel qu'il est | de normale prestaties van de maand in kwestie, zoals bepaald in |
défini à l'article 4, par le nombre d'heures normales prestées au | artikel 4, te delen door het aantal tijdens die periode gewerkte |
cours de cette période. Le résultat ainsi obtenu est multiplié par le | normale uren. Het aldus bekomen resultaat wordt vermenigvuldigd met |
nombre d'heures de travail prévu par le régime de travail hebdomadaire | het aantal arbeidsuren, bepaald door de wekelijkse arbeidstijdregeling |
du travailleur; ce produit, multiplié par 52 et divisé par 12, | van de werknemer; dat product, vermenigvuldigd met 52 en gedeeld door |
correspond au revenu mensuel. | 12, stemt overeen met het maandinkomen. |
Art. 6.Le revenu minimum mensuel moyen pour les travailleurs dont les |
Art. 6.Het gemiddeld minimum maandinkomen voor de werknemers die |
rémunérations sont totalement ou partiellement variables, est calculé | volledig of gedeeltelijk met een veranderlijke bezoldiging worden |
sur la base de la moyenne des rémunérations mensuelles de l'année | betaald, wordt berekend op basis van het gemiddelde van de |
civile. Pour la détermination du revenu minimum mensuel moyen, il est | maandinkomens van het kalenderjaar. Voor de bepaling van het gemiddeld |
fait abstraction des mois de travail incomplets. | minimum maandinkomen, wordt geen rekening gehouden met de onvolledige |
Lorsqu'il est mis fin au contrat avant l'expiration de l'année civile, | arbeidsmaanden. Wanneer aan de overeenkomst een einde wordt gemaakt vóór het |
le revenu minimum mensuel moyen est calculé sur la base des mois | verstrijken van het kalenderjaar, wordt het gemiddeld minimum |
pendant lesquels le travailleur a été occupé. | maandinkomen berekend op basis van de maanden tijdens welke de |
werknemer was tewerkgesteld. | |
CHAPITRE IV. - Liaison à l'indice des prix à la consommation | HOOFDSTUK IV. - Koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen |
Art. 7.Le montant du revenu minimum mensuel moyen est lié à |
Art. 7.Het bedrag van het gemiddeld minimum maandinkomen wordt |
l'évolution de l'indice des prix à la consommation, suivant les | gekoppeld aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de |
modalités déterminées par la loi du 2 août 1971. | consumptieprijzen volgens de door de wet van 2 augustus 1971 |
vastgestelde modaliteiten. | |
CHAPITRE V. - Disposition obligatoire | HOOFDSTUK V. - Obligatoire bepaling |
Art. 8.L'application de la présente convention ne peut en soi |
Art. 8.De toepassing van deze overeenkomst mag op zichzelf niet |
conduire à une modification des salaires et barèmes existants. | leiden tot een wijziging van de bestaande lonen en loonschalen. |
CHAPITRE VI. - Dispositions finales
Art. 9.La présente convention produit ses effets le 1er janvier 2010. La présente convention est conclue pour une durée indéterminée. Elle pourra être dénoncée à la demande de la partie signataire la plus diligente moyennant un préavis de six mois, notifié par lettre recommandée adressée au président de la commission paritaire. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 12 janvier 2011. La Vice-Première Ministre et Ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances, chargée de la Politique de migration et d'asile, |
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 9.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010. Onderhavige overeenkomst is gesloten voor een onbepaalde looptijd. Zij zal op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij kunnen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 januari 2011. De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, |
Mme J. MILQUET | Mevr. J. MILQUET |