Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 mai 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de l'industrie de l'habillement et de la confection, relative à la coordination des conventions collectives de travail concernant la sécurité de l'emploi, l'introduction de technologies nouvelles et l'emploi | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de werkzekerheid, de invoering van nieuwe technologie en de tewerkstelling |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
11 OCTOBRE 1999. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 11 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend |
collective de travail du 13 mai 1997, conclue au sein de la Commission | wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, |
paritaire de l'industrie de l'habillement et de la confection, | gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, |
relative à la coordination des conventions collectives de travail | betreffende de coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten |
concernant la sécurité de l'emploi, l'introduction de technologies | betreffende de werkzekerheid, de invoering van nieuwe technologie en |
nouvelles et l'emploi (1) | de tewerkstelling (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28; |
Vu la demande de la Commission paritaire de l'industrie de | Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en |
l'habillement et de la confection; | confectiebedrijf; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 13 mai 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten |
Commission paritaire de l'industrie de l'habillement et de la | in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, |
confection, relative à la coordination des conventions collectives de | betreffende de coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten |
travail concernant la sécurité de l'emploi, l'introduction de | betreffende de werkzekerheid, de invoering van nieuwe technologie en |
technologies nouvelles et l'emploi. | de tewerkstelling. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
présent arrêté. | van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 11 octobre 1999. | Gegeven te Brussel, 11 oktober 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire de l'industrie de l'habillement et de la | Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf |
confection Convention collective de travail du 13 mai 1997 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 |
Sécurité de l'emploi, introduction de technologies nouvelles et emploi | Werkzekerheid, de invoering van nieuwe technologie en de |
(Convention enregistrée le 16 septembre 1997 sous le numéro | tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder |
45050/CO/109) | het nummer 45050/CO/109) |
I. Dispositions générales | I. Algemene bepalingen |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs ressortissant à la Commission paritaire de l'industrie | de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het |
de l'habillement et de la confection et aux ouvriers et ouvrières | kleding- en confectiebedrijf en op de werklieden en werksters die zij |
qu'ils occupent. | tewerkstellen. |
Art. 2.La présente convention collective de travail produit ses |
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met |
effets le 1er janvier 1997 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre | ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 |
1998. | december 1998. |
Elle est reconduite tacitement d'année en année, si avant son échéance | Zij wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd indien zij voor haar |
annuelle, elle n'est pas dénoncée par l'une des parties signataires. | jaarlijkse vervaldag niet door een van de ondertekenende partijen wordt opgezegd. |
La dénonciation est notifiée par lettre recommandée à la poste | Deze opzegging wordt betekend bij aangetekende brief gericht aan de |
adressée au président de la Commission paritaire de l'industrie de | voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en |
l'habillement et de la confection. | confectiebedrijf. |
II. Manque de travail temporaire résultant de causes économiques | II. Tijdelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken |
Art. 3.En cas de manque de travail temporaire résultant de causes |
Art. 3.Bij tijdelijk gebrek aan werk wegens economische oorzaken |
économiques, tous les moyens instaurant un régime de travail partiel | worden op het vlak van de onderneming alle mogelijkheden tot invoering |
sont appliqués sur le plan de l'entreprise avant de procéder à des | van een regime van gedeeltelijke arbeid aangewend, rekening houdend |
licenciements, compte tenu des dispositions légales et | met de wettelijke en conventionele beschikkingen terzake, vooraleer er |
conventionnelles en cause. | tot ontslag wordt overgegaan. |
Art. 4.Lors de l'instauration dans l'entreprise, soit d'une |
Art. 4.Bij de invoering in de onderneming, ofwel van een volledige |
suspension totale de l'exécution du contrat de travail, soit d'un | schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, ofwel van een |
régime de travail à temps réduit en cas de manque total ou partiel de | regeling van gedeeltelijke arbeid bij volledig of gedeeltelijk gebrek |
travail résultant de causes économiques, les désavantages qui | aan werk wegens economische oorzaken, worden de nadelen, verbonden aan |
résultent de ces mesures sont, autant que possible, répartis | deze maatregelen, zoveel als mogelijk evenredig verdeeld over alle |
équitablement entre les ouvriers. | werklieden. |
De plus, il est tenu compte des impératifs techniques propres à | Daarbij wordt rekening gehouden met de technische noodwendigheden |
l'organisation du travail et en particulier du fait que les | eigen aan de organisatie van de arbeid en inzonderheid met het feit |
prestations de certains ouvriers ou groupe d'ouvriers peuvent s'avérer | dat de prestaties van bepaalde werklieden of groepen van werklieden |
absolument indispensables et irremplaçables en vue d'exécuter la | noodzakelijk en onvervangbaar kunnen zijn voor het uitvoeren van de |
production restante à assurer. | resterende produktie. |
Art. 5.Des heures supplémentaires ne peuvent être prestées par les |
Art. 5.In de bedrijven waar een van de regelingen als bedoeld in |
ouvriers et ouvrières occupés dans les entreprises où est instauré un des régimes visés à l'article 5 de la présente convention collective de travail. Il ne peut être dérogé à ce principe que dans les cas visés à l'article 25 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail du ainsi que dans les cas où les prestations nécessaires à l'exécution de la production restante à assurer ne peuvent être effectuées que moyennant des heures supplémentaires. Art. 6.Si, au niveau de l'entreprise, une solution satisfaisante ne peut être réalisée moyennant une concertation entre l'employeur et les représentants mandatés des ouvriers et ouvrières, les difficultés et |
artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ingevoerd, mogen door de aan het werk zijnde werklieden en werksters geen overuren worden gepresteerd. Van deze regel kan worden afgeweken in de gevallen, bedoeld bij artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971, alsmede in de gevallen dat bepaalde prestaties, die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de resterende productie, alleen door middel van het presteren van overuren kunnen worden geleverd. Art. 6.Indien op het vlak van de onderneming geen bevredigende oplossing kan worden tot stand gebracht door overleg tussen de werkgever en de gemandateerde vertegenwoordigers van de werklieden en werksters, kunnen de moeilijkheden en klachten inzake de toepassing |
les plaintes au sujet de l'application des articles 3, 4 ou 5 de la | van de artikelen 3, 4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst |
présente convention collective de travail sont soumises au bureau de | aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het kleding- en |
conciliation de la Commission paritaire de l'industrie de | |
l'habillement et de la confection. | confectiebedrijf worden voorgelegd. |
III. Manque de travail structurel résultant de causes économiques | III. Structureel gebrek aan werk wegens economische oorzaken |
Art. 7.S'il s'avère que le manque de travail est un problème |
Art. 7.Indien blijkt dat het gebrek aan werk een structureel probleem |
structurel qui ne peut être résolu par une redistribution temporaire | is, dat niet kan verholpen worden door een tijdelijke |
du travail, la procédure suivante est d'application. | arbeidsherverdeling, is de volgende procedure van toepassing. |
Les entreprises qui procèdent à des licenciements pour des causes de | De ondernemingen die overgaan tot ontslag wegens een structureel |
problèmes structurels (motifs économiques, réorganisation, etc...) | probleem (economische reden, reorganisatie, enz...) dienen dit |
sont tenues de les soumettre préalablement au conseil d'entreprise ou, | voorafgaandelijk voor te leggen aan de ondernemingsraad, bij |
à défaut de celui-ci, à la délégation syndicale ou à défaut de | ontstentenis van deze aan de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis |
celle-ci, aux délégués locaux des organisations syndicales | van deze aan de plaatselijke afgevaardigden van de in het Paritair |
représentées au sein de la Commission paritaire de l'industrie de | Comité voor het kleding- en confectiebedrijf vertegenwoordigde |
l'habillement et de la confection. | syndicale organisaties. |
IV. Licenciement résultant de circonstances individuelles | IV. Ontslag omwille van individuele omstandigheden |
Art. 8.Pour l'application du présent article, il est entendu par "licenciement résultant de circonstances individuelles" : le licenciement qui a trait à la relation individuelle et la relation de travail entre l'employeur et le travailleur. Les entreprises qui procèdent à un licenciement individuel sont tenues d'observer la procédure suivante. L'employeur est tenu de donner préalablement un avertissement écrit au travailleur concerné et d'en informer en même temps par écrit la délégation syndicale. Seulement après cet avertissement préalable, l'employeur peut procéder au licenciement. Au moment du licenciement, il doit à nouveau en informer la délégation syndicale. Les délégués locaux des organisations syndicales représentées au sein de la Commission paritaire de l'industrie de l'habillement et de la confection peuvent demander de leur propre initiative un entretien à propos du licenciement auprès du l'employeur. En cas de licenciement pour motif grave et pendant la période d'essai, les dispositions prévues au présent article ne doivent pas être appliquées. La délégation syndicale doit être informée du licenciement. V. Introduction de technologies nouvelles |
Art. 8.Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "ontslag wegens individuele omstandigheden" verstaan : het ontslag dat verband houdt met de individuele arbeidsverhouding en arbeidsrelatie tussen de werkgevers en de werknemer. De ondernemingen die overgaan tot ontslag wegens individuele omstandigheden, dienen de volgende procedure na te leven. De werkgever dient de betrokken werknemer voorafgaandelijk een schriftelijke verwittiging te geven; gelijktijdig wordt de syndicale afvaardiging hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Slechts na deze voorafgaandelijke verwittiging kan de werkgever overgaan tot ontslag. Op het ogenblik van het ontslag dient andermaal de syndicale afvaardiging op de hoogte gebracht te worden. De plaatselijke afgevaardigden van de vakorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf kunnen op eigen initiatief een gesprek over het ontslag aanvragen bij de werkgever. Ingeval van ontslag wegens dringende redenen en tijdens de proefperiode dienen de bepalingen voorzien in dit artikel niet toegepast te worden. De syndicale afvaardiging dient op de hoogte gebracht te worden van het ontslag. V. Invoering van nieuwe technologiëen |
Art. 9.Sans préjudice des dispositions de la convention collective de |
Art. 9.Onverminderd de bepalingen van de collectieve |
travail n° 39 du 13 décembre 1983, conclue au sein du Conseil national | arbeidsovereenkomst nr 39, van 13 december 1983, gesloten in de |
du travail, concernant l'information et la concertation sur les | Nationale Arbeidsraad, betreffende de voorlichting en het overleg |
conséquences sociales de l'introduction de nouvelles technologies, | inzake de sociale gevolgen van de invoering van nieuwe technologie, |
rendue obligatoire par arrêté royal du 25 janvier 1984, les | algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 januari |
dispositions suivantes sont d'application pour les entreprises | 1984, zijn de hierna volgende bepalingen van toepassing op de |
ressortissant à la Commission paritaire de l'industrie de | ondernemingen behorend tot het Paritair Comité voor het kleding- en |
l'habillement et de la confection. | confectiebedrijf. |
Lorsque l'employeur a l'intention de procéder à un investissement dans | Wanneer de werkgever het inzicht heeft over te gaan tot een |
une technologie nouvelle et lorsque cet investissement a des | investering in een nieuwe technologie en wanneer de investering |
conséquences importantes sur le plan social, l'employeur est tenu de | belangrijke sociale gevolgen heeft, is de werkgever ertoe gehouden |
fournir préalablement des informations concernant ces conséquences | voorafgaandelijk informatie over deze sociale gevolgen te verstrekken |
sociales au conseil d'entreprise ou, à défaut de celle-ci, à la | aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, aan de syndicale |
délégation syndicale. | afvaardiging. |
Par "conséquences sociales", on entend : | Met "sociale gevolgen" wordt bedoeld : |
- les perspectives d'emploi du personnel, la structure de l'emploi et | - de vooruitzichten inzake werkgelegenheid van het personeel, de |
les mesures d'ordre social projetées en matière d'emploi; | werkgelegenheidsstructuur en de voorgenomen sociale maatregelen inzake |
- l'organisation du travail et les conditions de travail; - la qualification professionnelle et les mesures éventuelles en matière de formation et de recyclage des travailleurs. Art. 10.En cas de litige concernant l'intensité du travail, un examen peut être effectué par une équipe de techniciens composée paritairement d'un technicien compétent, désigné par les organisations syndicales, et d'un technicien compétent, désigné par la "Fédération de l'habillement". Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 11 octobre 1999. La Ministre de l'Emploi, |
werkgelegenheid; - de werkorganisaties en de arbeidsvoorwaarden; - de vakbekwaamheid en de eventuele maatregelen voor opleiding en omscholing van de werknemers. Art. 10.In geval van geschillen met betrekking tot arbeidsbelasting kan een onderzoek verricht worden door een paritair samengesteld team van technici, bestaande uit een bevoegd technicus aangeduid door de vakorganisaties en een bevoegd technicus aangeduid door de "Kledingfederatie". Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 oktober 1999. De Minister van Werkgelegenheid, |
Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |