Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 2 mars 1998, conclue au sein de la Commission paritaire pour les employés du commerce international, du transport et des branches d'activité connexes, concernant les vacances, les petits chômages, les jours fériés légaux et les jours de congé régionaux | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale verlofdagen |
---|---|
MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
11 AVRIL 1999. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 11 APRIL 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
collective de travail du 2 mars 1998, conclue au sein de la Commission | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998, |
gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de | |
paritaire pour les employés du commerce international, du transport et | internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, |
des branches d'activité connexes, concernant les vacances, les petits | betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en |
chômages, les jours fériés légaux et les jours de congé régionaux (1) | de regionale verlofdagen (1) |
ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
Vu la demande de la Commission paritaire pour les employés du commerce | 28; Gelet op het verzoek van het Paritair comité voor de bedienden uit de |
international, du transport et des branches d'activité connexes; | internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken; |
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi et du Travail, | Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
travail du 2 mars 1998, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998, gesloten |
Commission paritaire pour les employés du commerce international, du | in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, |
transport et des branches d'activité connexes, concernant les | het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende de vakantie, |
vacances, les petits chômages, les jours fériés légaux et les jours de | het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale |
congé régionaux. | verlofdagen. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi et du Travail est chargé de |
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de |
l'exécution du présent arrêté. | uitvoering van dit besluit. |
Donné à Bruxelles, le 11 avril 1999. | Gegeven te Brussel, 11 april 1999. |
ALBERT | ALBERT |
Par le Roi : | Van Koningswege : |
La Ministre de l'Emploi et du Travail, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mme M. SMET | Mevr. M. SMET |
_______ | _______ |
Note | Nota |
(1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
Annexe | Bijlage |
Commission paritaire pour les employés du commerce international, du | Paritair comité voor de bedienden uit de internationale handel, het |
transport et des branches d'activité connexes | vervoer en de aanverwante bedrijfstakken |
Convention collective de travail du 2 mars 1998 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 |
Convention collective de travail du 2 mars 1998 concernant les | Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de |
vacances, les petits chômages, les jours fériés légaux et les jours de | vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale |
congé régionaux (Convention enregistrée le 3 avril 1998, sous le | verlofdagen (Overeenkomst geregistreerd op 3 april 1998, onder het |
numéro 47675/CO/226) | nummer 47675/CO/226) |
CHAPITRE I. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
aux employeurs et aux employés des entreprises ressortissant à la | de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de |
Commission paritaire pour les employés du commerce international, du | bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de |
transport et des branches d'activité connexes. | internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken. |
CHAPITRE II. - Vacances | HOOFDSTUK II. - Vakantie |
Art. 2.Après 12 mois de service effectif ou assimilé au cours de |
Art. 2.De bediende met 12 maanden effectieve of hiermee |
l'exercice de vacances, l'employé a droit à un jour de vacances | gelijkgestelde dienst tijdens het vakantiedienstjaar, heeft recht op |
supplémentaire en compensation des demi-jours de congé supprimés. | een bijkomende vakantiedag als compensatie voor afgeschafte halve |
Art. 3.Des vacances d'ancienneté sont accordées comme suit : |
verlofdagen. Art. 3.Volgende anciënniteitvakantie wordt toegekend : |
1 jour ouvrable : | 1 werkdag : |
pour les employés ayant une ancienneté de 5 à moins de 10 ans; | voor bedienden met 5 tot minder dan 10 jaar anciënniteit; |
2 jours ouvrables : | 2 werkdagen : |
pour les employés ayant une ancienneté de 10 à moins de 15 ans; | voor bedienden met 10 tot minder dan 15 jaar anciënniteit; |
3 jours ouvrables : | 3 werkdagen : |
pour les employés ayant une ancienneté de 15 à moins de 20 ans; | voor bedienden met 15 tot minder dan 20 jaar anciënniteit; |
4 jours ouvrables : | 4 werkdagen : |
pour les employés ayant une ancienneté de 20 à moins de 30 ans; | voor bedienden met 20 tot minder dan 30 jaar anciënniteit; |
5 jours ouvrables : | 5 werkdagen : |
pour les employés ayant une ancienneté de 30 à moins de 35 ans; | voor bedienden met 30 tot minder dan 35 jaar anciënniteit; |
6 jours ouvrables : | 6 werkdagen : |
pour les employés ayant une ancienneté d'au moins 35 ans. | voor bedienden met ten minste 35 jaar anciënniteit. |
Art. 4.Pour l'octroi des vacances d'ancienneté, il est tenu compte de |
Art. 4.Voor de toekenning van de anciënniteitvakantie wordt er |
l'ancienneté acquise au 31 décembre de l'exercice de vacances. A cet | rekening gehouden met de anciënniteit bereikt op 31 december van het |
effet entrent en ligne de compte les périodes pendant lesquelles | vakantiedienstjaar. Hierbij komen de perioden in aanmerking gedurende |
l'ayant droit a travaillé comme employé et a été soumis à la | welke de vakantiegerechtigde als bediende onderworpen is geweest aan |
législation concernant la sécurité sociale et avant 1945 à la | de wetgeving op de sociale zekerheid en vóór 1945 aan de wetgeving op |
législation sur la pension des employés. | het bediendepensioen. |
Art. 5.La durée des vacances légales des employés comptant moins de |
|
12 mois de service effectif ou assimilé au cours de l'exercice de | Art. 5.De wettelijke vakantie van de bedienden die minder dan 12 |
vacances est complétée par un demi-jour ouvrable par mois de service | maanden effectieve of daarmee gelijkgestelde dienst tijdens het |
avant les vacances et pendant l'année en cours. Toutefois, le total | vakantiedienstjaar tellen, wordt aangevuld met een halve werkdag per |
des jours de vacances ne peut pas être supérieur aux vacances légales | maand dienst vóór de vakantie tijdens het lopend jaar. Nochtans mag |
accordées aux employés ayant 12 mois de service au cours de l'exercice | het totaal aantal vakantiedagen niet hoger liggen dan de wettelijke |
vakantie toegekend voor een vol jaar dienst tijdens het | |
de vacances. | vakantiedienstjaar. |
Art. 6.L'employé qui est entré en service, au plus tard le 1er |
Art. 6.De bediende die uiterlijk op 1 juli van het vakantiedienstjaar |
juillet de l'exercice de vacances, chez l'employeur qui l'occupe au | in dienst is getreden van de werkgever die hem tewerkstelt op het |
moment où il prend ses vacances, a droit à la durée complète des | ogenblik dat hij vakantie neemt, heeft recht op de volledige duur van |
vacances légales. | de wettelijke vakantie. |
Art. 7.Sont accordés, avec congé l'après-midi, les demi-jours de |
Art. 7.De volgende halve verlofdagen, met vrijaf 's namiddags, worden |
congé suivants : | toegekend : |
second jour de l'an (2 janvier); | tweede Nieuwjaarsdag (2 januari); |
Vendredi Saint; | Goede Vrijdag; |
Jour des morts (2 novembre); | Allerzielen (2 november); |
second jour de Noël (26 décembre). | tweede Kerstdag (26 december). |
Compte tenu de la généralisation de la fête de Noël, l'employeur a la | Rekening gehouden met de veralgemening van de viering van Kerstmis, |
faculté d'accorder congé la matinée du second jour de Noël en lieu et | staat het de werkgever vrij 's voormiddags van de tweede Kerstdag |
place de l'après-midi du second jour de l'an. | verlof te geven ter vervanging van de namiddag van de tweede |
Nieuwjaarsdag. | |
Lorsque le Nouvel An, la Toussaint ou le Noël coïncident avec un | Wanneer Nieuwjaar, Allerheiligen en Kerstmis samenvallen met een |
dimanche et sont remplacés par le jour suivant, il est accordé à | zondag en vervangen worden door de dag nadien, wordt er voor de halve |
chaque employé individuellement un demi-jour de repos compensatoire, | verlofdagen hierboven voorzien voor tweede Nieuwjaarsdag, Allerzielen, |
selon le cas prévu ci-dessus, pour les demi-jours de congé du second | of tweede Kerstdag, naargelang het geval, aan iedere bediende |
jour de l'an, du jour des morts et du second jour de Noël. De même, | individueel, een halve dag inhaalrust toegekend. Ook wanneer de tweede |
lorsque le second jour de l'an, le jour des morts ou le lendemain de | Nieuwjaarsdag, Allerzielen of de tweede Kerstdag op een zaterdag of |
Noël coïncident avec un samedi ou un dimanche, chaque employé reçoit à | een zondag vallen, wordt er aan iedere bediende individueel een halve |
titre individuel un demi-jour de repos compensatoire. | dag inhaalrust toegekend. |
CHAPITRE III. - Petit chômage | HOOFDSTUK III. - Kort verzuim |
Art. 8.A l'occasion d'événements familiaux ou en vue de |
Art. 8.De bediende heeft het recht, met behoud van zijn normale |
l'accomplissement des obligations civiques ou des missions civiles | wedde, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling |
énumérées ci-après, l'employé a le droit de s'absenter du travail, | van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke |
avec maintien de sa rémunération normale, pour une durée fixée comme | opdrachten welke hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven |
suit : | voor een als volgt bepaalde duur : |
motifs et durée de l'absence. | reden en duur van de afwezigheid. |
1. Mariage de l'employé : | 1. Huwelijk van de bediende : |
trois jours à choisir par l'employé. | drie dagen door de bediende te kiezen. |
2. Mariage d'un enfant de l'employé ou de son conjoint, d'un frère, | 2. Huwelijk van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), |
d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du père, de la mère, | van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, |
du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère, de la | moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een |
seconde femme du père, d'un petit-enfant de l'employé : | kleinkind van de bediende : |
le jour du mariage. | de dag van het huwelijk. |
3. Ordination ou entrée au couvent d'un enfant de l'employé ou de son | 3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de |
conjoint, d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur | bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, |
de l'employé : | schoonbroer of schoonzuster van de bediende : |
le jour de la cérémonie. | de dag van de plechtigheid. |
4. La naissance d'un enfant de l'employé si la filiation de cet enfant | 4. De geboorte van een kind van de bediende zo de afstamming van dit |
est établie à l'égard de son père : | kind langs vaderszijde vaststaat : |
trois jours à choisir par l'employé. | drie dagen door de bediende te kiezen. |
5. Fausse-couche de l'épouse de l'employé : | 5. Miskraam van de echtgenote van de bediende : |
deux jours ouvrables. | twee werkdagen. |
6. Décès du conjoint, d'un enfant de l'employé ou de son conjoint, du | 6. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote, van een kind van de |
père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la | bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, |
belle-mère ou de la seconde femme du père de l'employé : | schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de bediende : |
trois jours à choisir par l'employé dans la période commençant le jour | drie dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint |
du décès et finissant le jour des funérailles. | met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. |
Aucune restriction n'est imposée en ce qui concerne la période pendant | Geen beperking is opgelegd betreffende de periode tijdens dewelke het |
laquelle le congé peut être pris en cas de décès du conjoint, d'un | verlof kan opgenomen worden in geval van overlijden van de |
enfant, du père ou de la mère de l'employé. | echtgeno(o)t(e), van een kind, van de vader of van de moeder van de |
7. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, | bediende. 7. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de |
du grand-père, de la grand-mère, d'un petit-enfant, d'un gendre ou | grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of |
d'une bru habitant chez l'employé : | schoondochter die bij de bediende inwoont : |
deux jours à choisir par l'employé dans la période commençant le jour | twee dagen door de bediende te kiezen in de periode die begint met de |
du décès et finissant le jour des funérailles. | dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. |
8. Décès d'un parent qui habite chez l'employé mais qui n'est pas | 8. Overlijden van een bij de bediende inwonend familielid dat niet is |
mentionné à l'article 8, n° 7 : | vernoemd in artikel 8, nr. 7 : |
un jour ouvrable. | één werkdag. |
9. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, | 9. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de |
du grand-père, de la grand-mère, d'un petit-enfant, d'un gendre ou | grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of |
d'une bru n'habitant pas chez l'employé : | schoondochter die niet bij de bediende inwoont : |
le jour des funérailles. | de dag van de begrafenis. |
10. Communion solennelle d'un enfant de l'employé ou de son conjoint | 10. Plechtige communie van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e) : |
le jour de la cérémonie ou un jour ouvrable si le jour de la cérémonie | de dag van de plechtigheid of een werkdag indien de dag van de |
coïncide avec un dimanche, un jour férié ou un jour habituel | plechtigheid samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone |
d'inactivité. | inactiviteitdag. |
11. Participation d'un enfant de l'employé ou de son conjoint à la | 11. Deelneming van een kind van de bediende of van zijn |
fête de la "jeunesse laïque" là où elle est organisée : | echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dit |
le jour de la fête ou un jour ouvrable si le jour de la fête coïncide | feest plaats heeft : de dag van het feest of een werkdag indien de dag van het feest |
avec un dimanche, un jour férié ou un jour habituel d'inactivité. | samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitdag. |
12. Séjour de l'employé milicien dans un centre de recrutement et de | 12. Verblijf van de dienstplichtige bediende in een recruterings- en |
sélection ou dans un hôpital militaire à la suite de son passage dans | selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn |
un centre de recrutement et de sélection : | verblijf in een recruterings- en selectiecentrum : |
le temps nécessaire avec maximum de trois jours. | de nodige tijd met een maximum van drie dagen. |
13. Séjour de l'employé objecteur de conscience au Service de Santé | 13. Verblijf van de bediende-gewetensbezwaarde op de Administratieve |
administratif ou dans un des établissements hospitaliers désignés par | Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die |
le Roi, conformément à la législation portant le statut des objecteurs | overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de |
de conscience : | gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen : |
le temps nécessaire avec maximum de trois jours. | de nodige tijd met een maximum van drie dagen. |
14. Participation à une réunion d'un conseil de famille convoquée par | 14. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen |
le juge de paix : | door de vrederechter : |
le temps nécessaire avec maximum d'un jour. | de nodige tijd met een maximum van één dag. |
15. Participation à un jury, convocation comme témoin devant les | 15. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige vóór de rechtbank |
tribunaux ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du travail : | of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank : |
le temps nécessaire avec maximum de cinq jours. | de nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
16. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal ou d'un | 16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of |
bureau unique de vote, lors des élections législatives, provinciales | enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en |
et communales : | gemeenteraadsverkiezingen : |
le temps nécessaire. | de nodige tijd. |
17. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal de | 17. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor |
dépouillement, lors des élections législatives, provinciales et | stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en |
communales : | gemeenteraadsverkiezingen : |
le temps nécessaire avec maximum de cinq jours. | de nodige tijd met een maximum van vijf dagen. |
18. L'accueil d'un enfant dans la famille de l'employé dans le cadre | 18. Het onthaal van een kind in het gezin van de bediende in het kader |
d'une adoption : trois jours à choisir par l'employé dans le mois qui suit l'inscription de l'enfant dans le registre de la population ou dans le registre des étrangers de sa commune de résidence comme faisant partie de son ménage. Les employés à temps partiel ont le droit de s'absenter du travail, avec maintien de leur rémunération normale, pendant les jours et périodes visés à l'alinéa 1er qui coïncident avec les jours et périodes où ils auraient normalement travaillé. Ils peuvent choisir les jours d'absence dans les mêmes limites que celles prévues par l'alinéa 1er. Art. 9.L'enfant adoptif ou naturel reconnu est assimilé à l'enfant légitime ou légitimé pour l'application de l'article 8, n°s 2, 3, 6, |
van een adoptie : drie dagen naar keuze van de bediende in de maand volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister van de gemeente waar de bediende zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin. De deeltijdse bedienden hebben het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn gedurende de dagen en perioden bedoeld in het eerste lid die samenvallen met de dagen en perioden waarop zij normaal zouden gewerkt hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen in dezelfde beperkingen als deze bedoeld in het eerste lid. |
10 et 11. | Art. 9.Voor de toepassing van artikel 8, nrs. 2, 3, 6, 10 en 11, |
Art. 10.Le beau-frère, la belle-soeur, le grand-père et la grand-mère |
wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het |
du conjoint de l'employé sont assimilés au beau-frère, à la | wettig of gewettigd kind. |
belle-soeur, au grand-père et à la grand-mère de l'employé pour l'application de l'article 8, n°s 7 et 9. | Art. 10.Voor de toepassing van artikel 8, nrs. 7 en 9, worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de |
echtgeno(o)t(e) van de bediende gelijkgesteld met de schoonbroer, de | |
schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de bediende. | |
Art. 11.Là où des conditions plus favorables que celles mentionnées |
Art. 11.Daar waar gunstiger voorwaarden dan deze vermeld onder dit |
dans ce chapitre sont d'usage, celles-ci restent maintenues. | hoofdstuk in gebruik zijn, blijven deze gehandhaafd. |
CHAPITRE IV. - Jours fériés légaux | HOOFDSTUK IV. - Wettelijke feestdagen |
Art. 12.Lorsque les employés sont occupés au travail pendant un jour |
Art. 12.Wanneer de bedienden op een feestdag of op een dag ter |
férié ou pendant un jour de remplacement de ce jour férié, ils ont | |
droit au salaire correspondant à leurs prestations de travail majoré | vervanging van die feestdag worden tewerkgesteld, hebben zij recht op |
de 100 %. | het loon dat met hun arbeidsprestaties overeenstemt verhoogd met 100 %. |
CHAPITRE V. - Congés régionaux | HOOFDSTUK V. - Regionale verlofdagen |
Art. 13.Il est octroyé un jour de congé particulier à titre de "congé |
Art. 13.Er wordt een bijzondere verlofdag toegekend als "regionale |
régional" aux dates fixées par décrets des conseils culturels | verlofdag" op de data bij decreet vastgesteld door de regionale |
régionaux : | cultuurraden : |
11 juli in het Nederlandstalig landsgedeelte, | |
le 27 septembre dans la région de langue française, | 27 september in het Franstalig landsgedeelte, |
le 11 juillet dans la région de langue néerlandaise, | |
le 15 novembre dans la région de langue allemande. | 15 november in het Duitstalig landsgedeelte. |
Lorsque le jour de congé régional coïncide avec un samedi ou un | Wanneer de regionale verlofdag samenvalt met een zaterdag of een |
dimanche, il est remplacé par un autre jour. | zondag, wordt een vervangingsdag toegekend. |
Les modalités d'octroi et de remplacement du jour de congé précité | De modaliteiten van toekenning en vervanging van de regionale |
seront fixées de commun accord au niveau de l'entreprise. | verlofdag worden bepaald in onderling overleg op het vlak van de |
CHAPITRE VI. - Dispositions transitoires | onderneming. HOOFDSTUK VI. - Overgangsbepalingen |
Art. 14.Pour les entreprises et leurs employés qui ressortissaient |
Art. 14.Voor de ondernemingen en hun bedienden die tot 31 december |
jusqu'au 31 décembre 1997 à la Commission paritaire nationale pour | 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor |
employés, les mesures transitoires suivantes sont applicables : | de Bedienden gelden volgende overgangsmaatregelen : |
a) les dispositions des chapitres II (Vacances) et IV (Jours fériés | a) de bepalingen van de hoofdstukken II (Vakantie) en IV (Wettelijke |
légaux) ne sont pas applicables; | feestdagen) zijn niet van toepassing; |
b) les dispositions du chapitre III (Petit chômage) ne sont | b) de bepalingen van hoofdstuk III (Kort verzuim) zijn slechts |
applicables qu'à partir du 1er avril 1998; | toepasselijk vanaf 1 april 1998; |
c) les dispositions du chapitre V (Congés régionaux) sont applicables | c) de bepalingen van hoofdstuk V (Regionale verlofdagen) zijn |
à partir du 1er janvier 1999 mais uniquement pour les entreprises et | toepasselijk vanaf 1 januari 1999 doch enkel voor de bedoelde |
leurs employés où la durée normale des vacances annuelles n'a pas été | ondernemingen en hun bedienden waar geen extra-verlofdagen aan de |
étendue par des jours de vacances supplémentaires. | normale duur van de jaarlijkse vakantie werden toegevoegd. |
CHAPITRE VII. - Dispositions finales | HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen |
Art. 15.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 |
le 1er janvier 1998 et est conclue pour une durée indéterminée. Elle | januari 1998 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan door elk |
peut être dénoncée en tout ou en partie par chacune des parties | van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd mits een |
moyennant un préavis de trois mois, notifié au Président de la | opzegging van drie maand, betekend aan de voorzitter van het Paritair |
Commission paritaire pour les employés du commerce international, du | Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en |
transport et des branches d'activité connexes et aux organisations y | de aanverwante bedrijfstakken en aan de daarin vertegenwoordigde |
représentées. Ce préavis peut prendre cours au plus tôt le 1er janvier | organisaties. Deze opzegging kan ten vroegste ingaan op 1 januari |
2000. | 2000. |
Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 11 avril 1999. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 april 1999. |
La Ministre de l'Emploi et du Travail, | De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, |
Mme M. SMET | Mevr. M. SMET |