| Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 1er février 1999, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de santé, concernant le montant et mode de perception des cotisations destinées aux initiatives de formation et d'emploi pour les groupes à risque pour les homes pour personnes âgées et les maisons de repos et de soins privés | Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende het bedrag en de wijze van inning van de bijdrage voor de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen voor de privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen |
|---|---|
| MINISTERE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL | MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID |
| 10 JUIN 2001. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention | 10 JUNI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt |
| collective de travail du 1er février 1999, conclue au sein de la | verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 1999, |
| Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de | gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en |
| santé, concernant le montant et mode de perception des cotisations | -diensten, betreffende het bedrag en de wijze van inning van de |
| destinées aux initiatives de formation et d'emploi pour les groupes à | bijdrage voor de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor |
| risque pour les homes pour personnes âgées et les maisons de repos et | risicogroepen voor de privé-rusthuizen en de rust- en |
| de soins privés (1) | verzorgingstehuizen (1) |
| ALBERT II, Roi des Belges, | ALBERT II, Koning der Belgen, |
| A tous, présents et à venir, Salut. | Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. |
| Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de | Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve |
| travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; | arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel |
| Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les établissements | 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de |
| et les services de santé; | gezondheids-inrichtingen en -diensten; |
| Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, | Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, |
| Nous avons arrêté et arrêtons : | Hebben Wij besloten en besluiten Wij : |
Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de |
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage |
| travail du 1er février 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la | overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 1999, |
| Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de | gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en |
| santé, concernant le montant et mode de perception des cotisations | -diensten, betreffende het bedrag en de wijze van inning van de |
| destinées aux initiatives de formation et d'emploi pour les groupes à | bijdrage voor de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor |
| risque pour les homes pour personnes âgées et les maisons de repos et | risicogroepen voor de privé-rusthuizen en de rust- en |
| de soins privés. | verzorgingstehuizen. |
Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargé de l'exécution du |
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering |
| présent arrêté. | van dit besluit. |
| Donné à Bruxelles, le 10 juin 2001. | Gegeven te Brussel, 10 juni 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Par le Roi : | Van Koningswege : |
| La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |
| _______ | _______ |
| Note | Nota |
| (1) Référence au Moniteur belge : | (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : |
| Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. | Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. |
| Annexe | Bijlage |
| Sous-commission paritaire | Paritair Subcomité |
| pour les établissements et les services de santé | voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten |
| Convention collective de travail du 1er février 1999 | Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 februari 1999 |
| Montant et mode de perception des cotisations destinées aux | Bedrag en de wijze van inning van de bijdrage voor de vormings- en |
| initiatives de formation et d'emploi pour les groupes à risque pour | tewerkstellingsinitiatieven voor risicogroepen voor de |
| les homes pour personnes âgées et les maisons de repos et de soins | privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen (Overeenkomst |
| privés (Convention enregistrée le 9 avril 1999 sous le numéro 50473/CO/305.02) | geregistreerd op 9 april 1999 onder het nummer 50473/CO/305.02) |
| CHAPITRE Ier. - Champ d'application | HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied |
Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique |
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op |
| aux employeurs et aux travailleurs des homes pour personnes âgées et | de werkgevers en de werknemers van de privé-rusthuizen en de rust- en |
| des maisons de repos et de soins privés ressortissant à la | verzorgingstehuizen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor |
| Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de santé. | de gezondheidsinrichtingen en -diensten. |
| On entend par travailleurs: le personnel ouvrier et employé, masculin | Onder werknemers wordt verstaan: het mannelijk en vrouwelijk |
| et féminin. | werklieden- en bediendepersoneel. |
| CHAPITRE II. - Dispositions | HOOFDSTUK II. - Beschikkingen |
Art. 2.Les employeurs visés à l'article 1er s'engagent à prendre des |
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werkgevers verbinden er zich toe |
| initiatives en faveur de l'emploi et de la formation des personnes | maatregelen te nemen ter bevordering van de tewerkstelling en de |
| appartenant aux groupes à risque ou auxquelles s'applique un plan | vorming van personen die behoren tot de risicogroepen of op wie een |
| d'accompagnement. | begeleidingsplan van toepassing is. |
| Relèvent des groupes à risque, les personnes mentionnées dans | Tot de risicogroep behoren de personen vermeld in artikel 3 van de |
| l'article 3 de la convention collective de travail du 30 septembre | collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 1993, gesloten in het |
| 1993, conclue au sein de la Commission paritaire des services de | Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten, betreffende de |
| santé, relative à la définition des groupes à risque visés dans le | omschrijving van de risicogroepen voor de gezondheidssector, algemeen |
| secteur des soins de santé, rendue obligatoire par arrêté royal du 7 | verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 augustus 1995. |
| août 1995. Art. 3.Le coût de ces initiatives correspond au produit d'une |
Art. 3.De kost van deze initiatieven staat gelijk met de opbrengst |
| cotisation de 0,20 p.c. pour le deuxième trimestre 1999 et de 0,10 | van een bijdrage van 0,20 pct. tijdens het tweede kwartaal 1999 en van |
| p.c. pour le troisième et quatrième trimestre 1999 et pour chacun des | 0,10 pct. tijdens het derde en het vierde kwartaal 1999 en elk van de |
| quatre trimestres de 2000 calculée sur la base de rémunération globale | vier kwartalen van 2000 berekend op grond van het volledige loon van |
| des travailleurs, comme prévu à l'article 23 de la loi du 29 juin 1981 | de werknemers, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 |
| établissant les principes généraux de la sécurité sociale des | houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor |
| travailleurs salariés et les arrêtés d'exécution de cette loi, occupés | werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, die tewerkgesteld |
| par les employeurs visés à l'article 1er. | zijn door de in artikel 1 bedoelde werkgevers. |
| CHAPITRE III. - Modalités d'application | HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten |
Art. 4.Les parties conviennent de confier la perception de la |
Art. 4.Partijen komen overeen om de inning van de in artikel 3 |
| cotisation prévue à l'article 3, à l'Office national de Sécurité | bepaalde bijdrage toe te vertrouwen aan de Rijksdienst voor Sociale |
| sociale et cela pour le compte du Fonds social pour les homes pour | Zekerheid en dit voor rekening van het Sociaal Fonds voor de |
| personnes âgées et les maisons de repos et de soins privés, instauré | privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen, opgericht bij de |
| par la convention collective de travail du 3 mai 1993, conclue au sein | collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1993, gesloten in het |
| de la Sous-commission paritaire pour les établissements et les | Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot |
| services de santé, instituant un Fonds de sécurité d'existence pour | oprichting van een Fonds voor bestaanszekerheid voor de |
| les homes pour personnes âgées et les maisons de repos et de soins | privé-rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen en tot |
| privés et en fixant ses statuts, rendue obligatoire par arrêté royal | vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij |
| du 15 septembre 1994. | koninklijk besluit van 15 september 1994. |
Art. 5.Le rapport de cette cotisation est destiné à l'engagement de |
Art. 5.De opbrengst van deze bijdrage wordt gebruikt om personeel aan |
| personnel et aux initiatives de formation pour les groupes à risque | te werven en om vormingsinitiatieven te nemen voor risicogroepen die |
| qui pourraient être engagés dans le secteur ou qui ont déjà été | aangeworven zouden kunnen worden in de sector of reeds aangeworven |
| engagés. | zijn. |
Art. 6.La présente convention collective de travail entre en vigueur |
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 |
| le 1er janvier 1999 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 2000. | januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. |
| Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 10 juin 2001. | Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 2001. |
| La Ministre de l'Emploi, | De Minister van Werkgelegenheid, |
| Mme L. ONKELINX | Mevr. L. ONKELINX |