Etaamb.openjustice.be
Vue multilingue de Arrêté Royal du 10/07/2003
← Retour vers "Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 février 2001, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de santé, relative au paiement du jour de carence "
Arrêté royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 février 2001, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de santé, relative au paiement du jour de carence Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de betaling van de carenzdag
SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
10 JUILLET 2003. - Arrêté royal rendant obligatoire la convention 10 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt
collective de travail du 28 février 2001, conclue au sein de la verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001,
Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en
santé, relative au paiement du jour de carence (1) -diensten, betreffende de betaling van de carenzdag (1)
ALBERT II, Roi des Belges, ALBERT II, Koning der Belgen,
A tous, présents et à venir, Salut. Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
travail et les commissions paritaires, notamment l'article 28; arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les établissements 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de
et les services de santé; gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Sur la proposition de Notre Ministre de l'Emploi, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Nous avons arrêté et arrêtons : Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Article 1er.Est rendue obligatoire la convention collective de

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage

travail du 28 février 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001,
Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en
santé, relative au paiement du jour de carence. -diensten, betreffende de betaling van de carenzdag.

Art. 2.Notre Ministre de l'Emploi est chargée de l'exécution du

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering

présent arrêté. van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 10 juillet 2003. Gegeven te Brussel, 10 juli 2003.
ALBERT ALBERT
Par le Roi : Van Koningswege :
La Ministre de l'Emploi, De Minister van Werkgelegenheid,
Mme L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
_______ _______
Note Nota
(1) Référence au Moniteur belge : (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe Bijlage
Sous-commission paritaire Paritair Subcomité
pour les établissements et les services de santé voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten
Convention collective de travail du 28 février 2001 Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001
Paiement du jour de carence (Convention enregistrée le 15 juillet 2002 Betaling van de carenzdag (Overeenkomst geregistreerd op 15 juli 2002
sous le numéro 63284/CO/305.02) onder het nummer 63284/CO/305.02)

Article 1er.La présente convention collective de travail s'applique

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op

aux employeurs et aux travailleurs des accueils de jour d'enfants, par de werkgevers en de werknemers in de kinderdagverblijven waarbij
quoi on entend : les crèches et prégardiennats reconnus et bedoeld worden : de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde
subventionnés par « Kind en Gezin », les services de gardiennat à kinderkribben en peutertuinen, de diensten voor opvanggezinnen, de
domicile d'enfants, les services de télé-accueil, l'action sociale diensten voor opvanggezinnen, de diensten voor teleonthaal, het
globale non-autonome telle que reprise au décret du 19 décembre 1997 niet-autonoom algemeen welzijnswerk zoals opgenomen in het decreet
relatif à l'aide sociale générale, les projets reconnus et betreffende het algemeen welzijnswerk van 19 december 1997, de door
subventionnés par « Kind en Gezin » pour autant qu'ils dispensent des Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde projecten voorzover ze
soins sociaux, psychiques ou physiques, les centres de santé mentale sociale, psychische of fysische gezondheidszorg verlenen, de centra
et les centres de confiance pour l'enfance maltraitée tels que voor geestelijke gezondheidszorg en de vertrouwenscentra
reconnus et subventionnés par « Kind en Gezin », reconnus et kindermishandeling zoals erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin,
subventionnés par la Communauté flamande et ressortissant à la erkend en gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en ressorterend
Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en
santé. -diensten.
Par « travailleurs » on entend : le personnel ouvrier et employé Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk
masculin et féminin. werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.La présente convention collective de travail porte exécution

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het

du « Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social-Profitsector « Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Social-Profitsector 2000-2005
2000-2005 ». ».

Art. 3.En dérogation aux dispositions prévues aux articles 52 et 71

Art. 3.In afwijking van de bepalingen, voorzien in de artikelen 52 en

de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail (Moniteur 71 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
belge du 22 août 1978), le paiement du jour de carence - c'est-à-dire le premier jour d'absence pour cause de maladie ou d'accident (à l'exception d'un accident de travail ou d'une maladie professionnelle) - est pris à charge par l'employeur et cela à partir du 1er janvier 2001.

Art. 4.La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2001. Les dispositions de la présente convention collective de travail fixent les règles générales applicables à tous les travailleurs et ne visent qu'à déterminer des minima, laissant aux parties la liberté de convenir de conditions plus avantageuses. Elles ne peuvent porter atteinte aux dispositions plus favorables aux travailleurs, là ou semblable situation existe. Elle est conclue pour une durée indéterminée. Elle peut être dénoncée par chacune des parties moyennant un préavis de six mois notifié par lettre recommandée à la poste adressée au président de la Sous-commission paritaire pour les établissements et les services de santé. Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 10 juillet 2003. La Ministre de l'Emploi,

(Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), wordt de betaling van de carenzdag - dit wil zeggen de eerste dag afwezigheid wegens ziekte of ongeval (behalve arbeidsongeval of beroepsziekte) - ten laste genomen door de werkgever vanaf 1 januari 2001.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001. De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op al de werknemers en beogen slechts minima te bepalen terwijl aan de partijen de vrijheid wordt overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen. Zij mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen die voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat. Zij is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van zes maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2003. De Minister van Werkgelegenheid,

Mme L. ONKELINX Mevr. L. ONKELINX
^